Het idee komt van minister Edith Schippers
(Volksgezondheid): digitaal-auditief opnemen van wat de dokter, in het bijzonder
de ziekenhuisspecialist in de spreekkamer zegt. Als ruggensteun voor de patiënt,
voor wie ‘het ook allemaal niet is te onthouden’. Maar een meerderheid van de
artsen is daar tegen. Terecht?
Met een dergelijke handelwijze hebben wij enige ervaring, zij het dat het een
alternatieve genezer betreft, die de patiënt metterdaad heeft verlost
van de ziekte van Lyme (de nare gevolgen van een teekbeet, opgedaan in de
natuur). Dit uiteraard terzijde, al mag niet onopgemerkt blijven dat de
reguliere geneeskunst er op dat moment nog nauwelijks raad mee wist. In elk
geval had de patiënt wel degelijk baat bij de geluidsopname, want het was
behoorlijk ingewikkeld wat er allemaal werd gezegd en gedaan.
Maar de specialisten zijn dus tegen en voeren als motief daarvoor aan (ik
vernam dat van Radio 1) niet zozeer dat het ‘tegen hen kan worden gebruikt’ als
wel dat het besprokene wel eens een leven zou kunnen gaan leiden op het
internet.
Jaja, Facebook! Ik ga uit – versta me goed - van de integriteit van
de gemiddelde arts, dus de vrees voor misbruik lijkt me terecht. Wie zich
eenmaal aan Facebook heeft overgeleverd en er een gewoonte van maakt, ‘de
vrienden’ (die geen vrienden zijn) van alles over zijn/haar privéleven,
interessant of niet, mee te delen, zal het, als het er op aan komt, niet nalaten
ook deze ‘bikkelharde’ informatie met de gôegemeenschap te delen. Om nog maar te
zwijgen van de mogelijkheid dat iemand, zonder tussenkomst van de rechter, de
gewraakte arts eens even, ja eventjes ofwel ff in internetjargon, een hak
zet.
Is hiermee de kous af? Natuurlijk niet, want het maken en beschikbaar stellen
van een audio-opname is heel goed in een contract tussen arts en patiënt te
regelen. Zo’n standaard-overeenkomst, die oneigenlijk gebruik (dus misbruik) van
de opname voorkomt, is door de juristen van de artsenorganisaties zo
geregeld.
Nog even doorbakkeleien dus.
woensdag 8 juni 2016
dinsdag 7 juni 2016
Duitsland
'n Paar dagen in Duitsland geweest. Zo’n aanbieding van de krant; hotel met
ontbijtbuffet in de Eifel. Ik mag de Duitsers wel. Tegenwoordig. Je moet de
geschiedenis achter je kunnen laten. Daarop hebben ze zelf gedurende zeventig
jaar erg hun best op gedaan. Daarom is het zo oneerlijk hen nu nog de daden van
Hitler en zijn trawanten na te dragen, zoals Erdogan en zijn perslakeien dat
doen.
Angela Merkel verminken met een snorretje en zeggen dat de Duitsers de laatsten zijn die de Armeense genocide mogen bevestigen. Terwijl het ronduit verbijsterend is dat Turkije de ontkenning van die volkerenmoord nog langer volhoudt.
Ik heb enkele jaren geleden een boek van de vermaarde Britse journalist Robert Fisk gelezen waarin de afzichtelijke waarheid over de Armeense kwestie keihard wordt aangetoond. En van Merkel wil ik sowieso geen kwaad woord horen. Het weekblad Time verklaarde haar in 2015 tot de persoonlijkheid van het jaar en ik ben er trots op, daar met mijn stemmetje op het internet aan te hebben bijgedragen. Een volstrekt integere vrouw, op wie we onze hoop moeten vestigen, als het er om gaat, ‘de boel bij mekaar te houden’.
Maar laat ik het nog even over ons reisje hebben. In Trier zat ik even op zo’n stenen bankje dat rond een bronzen monumentje is aangebracht, te luisteren naar een hoboïst die voortreffelijk een stuk van Bach reproduceerde. Er kwam een (andere) oude man naast me zitten met de woorden: ‘Ik kraak.’ Ik informeerde naar zijn leeftijd en hij zei: zes en tachtig. Dan is het normaal, als je kraakt, repliceerde ik, waarop de man zijn hele ziekteverleden uiteen begon te zetten. Eerlijk gezegd gaf ik de voorkeur aan de hoboïst, die intussen het adagio uit het klarinetconcert van Mozart had ingezet. Dat klonk minder en wel hierom: Mozart schreef dit weemoedige stuk aan het eind van zijn leven en dat kun je horen, mits het wordt gespeeld op het instrument waarvoor het gemaakt is. De hobo klaagt toch minder.
Als ze goed spelen, geef ik straatmuzikanten altijd iets, zei ik tegen de oude man. ‘Ja,’ antwoordde hij, stond op en vertrok verder zonder een woord. Is dit de diskwalificatie van een Duitser? Nee hoor, het was een Luxemburger.
(Gesproken column voor Omroep Best, 15.06.16, 18:10 uur.)
Angela Merkel verminken met een snorretje en zeggen dat de Duitsers de laatsten zijn die de Armeense genocide mogen bevestigen. Terwijl het ronduit verbijsterend is dat Turkije de ontkenning van die volkerenmoord nog langer volhoudt.
Ik heb enkele jaren geleden een boek van de vermaarde Britse journalist Robert Fisk gelezen waarin de afzichtelijke waarheid over de Armeense kwestie keihard wordt aangetoond. En van Merkel wil ik sowieso geen kwaad woord horen. Het weekblad Time verklaarde haar in 2015 tot de persoonlijkheid van het jaar en ik ben er trots op, daar met mijn stemmetje op het internet aan te hebben bijgedragen. Een volstrekt integere vrouw, op wie we onze hoop moeten vestigen, als het er om gaat, ‘de boel bij mekaar te houden’.
Maar laat ik het nog even over ons reisje hebben. In Trier zat ik even op zo’n stenen bankje dat rond een bronzen monumentje is aangebracht, te luisteren naar een hoboïst die voortreffelijk een stuk van Bach reproduceerde. Er kwam een (andere) oude man naast me zitten met de woorden: ‘Ik kraak.’ Ik informeerde naar zijn leeftijd en hij zei: zes en tachtig. Dan is het normaal, als je kraakt, repliceerde ik, waarop de man zijn hele ziekteverleden uiteen begon te zetten. Eerlijk gezegd gaf ik de voorkeur aan de hoboïst, die intussen het adagio uit het klarinetconcert van Mozart had ingezet. Dat klonk minder en wel hierom: Mozart schreef dit weemoedige stuk aan het eind van zijn leven en dat kun je horen, mits het wordt gespeeld op het instrument waarvoor het gemaakt is. De hobo klaagt toch minder.
Als ze goed spelen, geef ik straatmuzikanten altijd iets, zei ik tegen de oude man. ‘Ja,’ antwoordde hij, stond op en vertrok verder zonder een woord. Is dit de diskwalificatie van een Duitser? Nee hoor, het was een Luxemburger.
(Gesproken column voor Omroep Best, 15.06.16, 18:10 uur.)
maandag 30 mei 2016
Strak
Bij de groothandel die een verkapte Outlet is, was het twee broeken voor de prijs van één, dus dat betekende
aanschuiven bij de pashokjes.
Een fors ontwikkelde vrouw kwam met neergetrokken mondhoeken naar buiten en zei: ‘Te strak in het kruis.’ Haar man keek, lijdzaam hangend over de stang van het winkelwagentje, schalks over zijn leesbril en zei ‘O.’
Het is trouwens wat met die retail. Ja, ik weet het, dat betekent ‘wederverkoop’ of zoiets, maar mede onder invloed van BNR Nieuwsradio gaat het steeds verder bergafwaarts met ons Nederlands. Het heet dat een fusie van PostNL en het Belgische B-Post is afgeblazen omdat die Hollanders te vaak BiePost zeiden.
Overigens een kwestie van tijd hoor, kijk maar naar De Persgroep. Die Vlamingen kwamen na een mislukte overname van Nederlandse dagbladen ook ‘gewoon’ terug. En kijk nou eens, of liever sla de handen maar voor de ogen. Het is een voortdurende worsteling om de regionale identiteit. Dan krijg je uitglijders als Steven Kruijswijk (wat zeg ik nou weer) die onverhoeds, omdat-ie uit Nuenen komt, tot aardappeleter wordt gebombardeerd. Dat noem ik nog eens strakke regie. Terwijl het Van Gogh-jaar allang door Bosch-jaar is vervangen.
Aardappeleter. Geen vondst van columnist Jos Kessels, want die weet uit betrouwbare bron dat Steven, de morele winnaar van de Giro, binnen zijn wereldje De Kleerhanger is gedoopt. Alles beter dan klerelijer.
Het is een mooie maandag, met het noodweer dat ons voor zondag was aangekondigd. En met het opwekkende bericht, dat het duurste onderdeel van de elektrische fiets, de accu, het binnen de kortste keren begeeft, wat een fraaie retailvondst inhoudt, want vervanging kost gauw 500 euro.
Lang leve de duurzaamheid.
Een fors ontwikkelde vrouw kwam met neergetrokken mondhoeken naar buiten en zei: ‘Te strak in het kruis.’ Haar man keek, lijdzaam hangend over de stang van het winkelwagentje, schalks over zijn leesbril en zei ‘O.’
Het is trouwens wat met die retail. Ja, ik weet het, dat betekent ‘wederverkoop’ of zoiets, maar mede onder invloed van BNR Nieuwsradio gaat het steeds verder bergafwaarts met ons Nederlands. Het heet dat een fusie van PostNL en het Belgische B-Post is afgeblazen omdat die Hollanders te vaak BiePost zeiden.
Overigens een kwestie van tijd hoor, kijk maar naar De Persgroep. Die Vlamingen kwamen na een mislukte overname van Nederlandse dagbladen ook ‘gewoon’ terug. En kijk nou eens, of liever sla de handen maar voor de ogen. Het is een voortdurende worsteling om de regionale identiteit. Dan krijg je uitglijders als Steven Kruijswijk (wat zeg ik nou weer) die onverhoeds, omdat-ie uit Nuenen komt, tot aardappeleter wordt gebombardeerd. Dat noem ik nog eens strakke regie. Terwijl het Van Gogh-jaar allang door Bosch-jaar is vervangen.
Aardappeleter. Geen vondst van columnist Jos Kessels, want die weet uit betrouwbare bron dat Steven, de morele winnaar van de Giro, binnen zijn wereldje De Kleerhanger is gedoopt. Alles beter dan klerelijer.
Het is een mooie maandag, met het noodweer dat ons voor zondag was aangekondigd. En met het opwekkende bericht, dat het duurste onderdeel van de elektrische fiets, de accu, het binnen de kortste keren begeeft, wat een fraaie retailvondst inhoudt, want vervanging kost gauw 500 euro.
Lang leve de duurzaamheid.
vrijdag 27 mei 2016
Eindhoven Airport, daar gaat-ie weer
In juni ligt Eindhoven Airport twee weken stil in verband met
de vernieuwing van een startbaan. Dat was een unieke kans om eens na te gaan hoe
het staat met het fijnstof in de lucht als er niet gevlogen wordt: zogenaamde
nulmeting. Maar de plannen daarvoor zijn afgevoerd, want…kosten 100.000 euro.
Dit meldt het ED vandaag tussen neus en lippen – in een berichtje op
pagina 2 van het regiokatern. Daar gaat-ie weer.
Wie de kosten had moeten betalen, weet ik niet. Airport-zelf? Zou heel normaal zijn geweest. Secundair belanghebbende de stad Eindhoven? Ook nogal voor de hand liggend. Tertiair: de provincie Noord-Brabant, immers toch zo begaan met de leefomgeving? Het bedrijfsleven, dat zo veel belang zegt te hebben bij de luchthaven. Brainport!
Ze zeggen dat je dit soort vergelijkingen niet mag maken, maar ik doe het toch: dezelfde krant, het Eindhovens Dagblad dus, opent heden met een snorkend verhaal over de ambilties van de de gemeente, waar het gaat om topsportevenementen. ‘Stad wil meer EK’s en WK’s.’ Daarbij denkt men aan onder meer een jaarlijkse World Cup zwemmen – niet voor niets is Robert van den Hoogenband, juist, de broer van…- aangetrokken als acquisiteur. Daarnaast is het azen op de Europese Hockey League-finale en zo nog wat meer.
Het budget van Van den Hoogenband is vier miljoen euro, op te brengen door Eindhoven (viermaal 350.000), de provincie (idem) en ‘het bedrijfsleven.’ Vier miljoen dus, voor iets waarvan je het resultaat nog maar moet afwachten.
Het is maar waar je de meeste waarde aan hecht, aan je sportimago of aan het welzijn van je inwoners en andere burgers voor wie je geacht wordt, je als ‘hoofdstad’ van een regio verantwoordelijk te voelen.
Wie de kosten had moeten betalen, weet ik niet. Airport-zelf? Zou heel normaal zijn geweest. Secundair belanghebbende de stad Eindhoven? Ook nogal voor de hand liggend. Tertiair: de provincie Noord-Brabant, immers toch zo begaan met de leefomgeving? Het bedrijfsleven, dat zo veel belang zegt te hebben bij de luchthaven. Brainport!
Ze zeggen dat je dit soort vergelijkingen niet mag maken, maar ik doe het toch: dezelfde krant, het Eindhovens Dagblad dus, opent heden met een snorkend verhaal over de ambilties van de de gemeente, waar het gaat om topsportevenementen. ‘Stad wil meer EK’s en WK’s.’ Daarbij denkt men aan onder meer een jaarlijkse World Cup zwemmen – niet voor niets is Robert van den Hoogenband, juist, de broer van…- aangetrokken als acquisiteur. Daarnaast is het azen op de Europese Hockey League-finale en zo nog wat meer.
Het budget van Van den Hoogenband is vier miljoen euro, op te brengen door Eindhoven (viermaal 350.000), de provincie (idem) en ‘het bedrijfsleven.’ Vier miljoen dus, voor iets waarvan je het resultaat nog maar moet afwachten.
Het is maar waar je de meeste waarde aan hecht, aan je sportimago of aan het welzijn van je inwoners en andere burgers voor wie je geacht wordt, je als ‘hoofdstad’ van een regio verantwoordelijk te voelen.
woensdag 18 mei 2016
Uitpakken
In een alleraardigst boekje, dat ik op m’n verjaardag kreeg –
Grutvaojers skrifje, Brabantprofessor Jos Swanenberg staat er achter en
dan zit het wel snor – las ik: De èrmste minse koope de gròòtste paosèier.
De toelichting luidt: ‘Mensen met een kleine beurs willen nog wel eens
overdrijven in uiterlijk vertoon.’
Dat ‘grutvaojer’ klinkt (ook) mij wat vreemd in de oren, maar ja ‘het dialect verschilt per straat,’ zei iemand die het weten kan.
Het gaat hier evenwel om die grootste paaseieren en het uiterlijk vertoon. Hier wordt een volkswijsheid ten toon gespreid die, als zo vaak, de spijker op z’n kop slaat.
Armoede is op dit moment een gevoelig onderwerp, want als die ooit is weggeweest, dan is ze nu in elk geval weer een groot probleem en men gelieve er dan ook niet mee te spotten.
Laat ik het over de klassieke smalle beurs hebben: die van de gemiddelde arbeider in de eerste helft van de vorige eeuw, toen het socialisme nog een rijke voedingsbodem had en er voor de vakbonden volop werk aan de winkel was.
Een reden, krap bij kas of niet, om eens flink uit te pakken, c.q. de buurman en de straat de ogen uit te steken, was de Eerste Heilige Communie, de gang naar de Tafel des Heren door 7-jarigen, die men toedacht dat ze ‘tot de jaren des verstands’ waren gekomen. Qua eten, drinken en cadeaus om het maar even samenvattend te zeggen.
Ik herinner mij de preek van een pastoor in de jaren vijftig in de zin van ‘of het niet een onsje minder kon’. Maar als ik goed naar mijn vader geluisterd heb, dan was het zo rond de voorlaatste eeuwwisseling (1900 dus) heel gewoon dat vanuit een achterbuurt – toen nog zo geheten – voor de gang naar de kerk, ten behoeve van de communicant en zijn of haar ouders een rijtuig werd gehuurd, niet alleen met koetsier maar zelfs met een palfrenier achterop.
De overeenkomst met een grootse bruiloft dringt zich op; die ging tot halverwege de vorige eeuw gepaard met een stoet rijtuigen. En nu? Er zijn trouwerijen, waarop de spreuk met de grootste paaseieren nog volledig van toepassing is.
Dat ‘grutvaojer’ klinkt (ook) mij wat vreemd in de oren, maar ja ‘het dialect verschilt per straat,’ zei iemand die het weten kan.
Het gaat hier evenwel om die grootste paaseieren en het uiterlijk vertoon. Hier wordt een volkswijsheid ten toon gespreid die, als zo vaak, de spijker op z’n kop slaat.
Armoede is op dit moment een gevoelig onderwerp, want als die ooit is weggeweest, dan is ze nu in elk geval weer een groot probleem en men gelieve er dan ook niet mee te spotten.
Laat ik het over de klassieke smalle beurs hebben: die van de gemiddelde arbeider in de eerste helft van de vorige eeuw, toen het socialisme nog een rijke voedingsbodem had en er voor de vakbonden volop werk aan de winkel was.
Een reden, krap bij kas of niet, om eens flink uit te pakken, c.q. de buurman en de straat de ogen uit te steken, was de Eerste Heilige Communie, de gang naar de Tafel des Heren door 7-jarigen, die men toedacht dat ze ‘tot de jaren des verstands’ waren gekomen. Qua eten, drinken en cadeaus om het maar even samenvattend te zeggen.
Ik herinner mij de preek van een pastoor in de jaren vijftig in de zin van ‘of het niet een onsje minder kon’. Maar als ik goed naar mijn vader geluisterd heb, dan was het zo rond de voorlaatste eeuwwisseling (1900 dus) heel gewoon dat vanuit een achterbuurt – toen nog zo geheten – voor de gang naar de kerk, ten behoeve van de communicant en zijn of haar ouders een rijtuig werd gehuurd, niet alleen met koetsier maar zelfs met een palfrenier achterop.
De overeenkomst met een grootse bruiloft dringt zich op; die ging tot halverwege de vorige eeuw gepaard met een stoet rijtuigen. En nu? Er zijn trouwerijen, waarop de spreuk met de grootste paaseieren nog volledig van toepassing is.
zaterdag 14 mei 2016
Dan maar minder gewiekst
Na
afloop van Aboutalebs speech tijdens de 4-mei-herdenking op de Dam, twitterde
iemand: ‘Kan er voor gezorgd worden dat landelijk op deze man gestemd kan
worden?’
Journalisten hebben dit opgepakt, zoals journalisten wel vaker iets van Twitter oppakken, meer dan van het van trivialiteiten vergeven Facebook, denk ik. Dus de burgemeester van Rotterdam for MP.
Had je gedacht, want loopt het de PvdA – excusez le mot – al dun door de broek bij alleen al de gedachte aan verkiezingen, enige zelfreflectie is het met rechts collaborerende, landelijke politieke kader volslagen vreemd. Wir schaffen das.
Twee kwalificaties betreffende Ahmed Aboutaleb doen inmiddels de ronde. In het Radio 1 Journaal heette het vanmorgen dat de PvdA-top hem niet gewiekst genoeg vindt. (Men vreest, zo begrijp ik, een herhaling van het drama theedrinker Job Cohen.) Allereerst: wat zijn de synoniemen voor ‘gewiekst’? Dat zijn er nogal wat, volgens het puzzelwoordenboek: 1) Adrem 2) Berekenend 3) Bijdehand 4) Doortrapt 5) Geslepen 6) Gevat 7) Geslepen (listig) 8) Gehaaid 9) Glad 10) Goochem 11) Handig 12) Leep 13) Link 14) Niet dom 15) Pienter 16) Snedig 17) Sluw 18) Slim 19) Slagvaardig 20) Schrander 21) Slinks 22) Uitgerekend 23) Uitgekookt 24) Uitgeslapen.
Hierbij heb ik de neiging, uit te roepen: dan maar minder gewiekst. Immers, het wemelt in de politiek al van gewiekste, op eigenbelang gerichte lieden en me dunkt dat de kiezer daar de buik van vol heeft. Trouwens je vindt tussen die synoniemen bijna even veel positieve als negatieve verklaringen.
Dan is er (2) het ‘bezwaar’ dat door het AD – lees De Persgroep – aan de bobo’s in Amsterdam wordt toegeschreven: Aboutalebs recente tv-optredens zouden ‘te pompeus’ zijn geweest. Lammenielache. Het is het zoveelste blijk van nietszeggendheid en zwakte. Nooit heb ik meer vertrouwen ontleend aan het optreden van een publieke persoonlijkheid dan bij dat van Aboutaleb tijdens Zomergasten 2015 en de toespraak op 4 mei.
Natuurlijk weet de Marokkaanse Nederlander zichzelf uitstekend te verkopen. Mag dat? Zijn internationale bekendheid wordt hem trouwens in de schoot geworpen. Na de verkiezing van de moslimburgemeester van Londen, haastte The Independent zich, erop te wijzen dat die niet de Europese primeur had.
Volgens De Persgroep-bladen heeft Aboutaleb zich op het jongste PvdA-congres letterlijk op de voorgrond gezet door, tijdens diens speech, op de prominente stoel van ‘kroonprins’ Lodewijk Asscher plaats te nemen. Tja, is dat het hele verhaal? Had-ie dan ergens achter een pilaar moeten gaan zitten? Of in de nek moeten blazen van de niet weg te branden partijleider Samsom?
Intussen houdt iedereen zich wat betreft het toekomstig lijsttrekkerschap op de vlakte. Da’s prima. Laat maar lekker voortsudderen. We krijgen een heet najaar.
Journalisten hebben dit opgepakt, zoals journalisten wel vaker iets van Twitter oppakken, meer dan van het van trivialiteiten vergeven Facebook, denk ik. Dus de burgemeester van Rotterdam for MP.
Had je gedacht, want loopt het de PvdA – excusez le mot – al dun door de broek bij alleen al de gedachte aan verkiezingen, enige zelfreflectie is het met rechts collaborerende, landelijke politieke kader volslagen vreemd. Wir schaffen das.
Twee kwalificaties betreffende Ahmed Aboutaleb doen inmiddels de ronde. In het Radio 1 Journaal heette het vanmorgen dat de PvdA-top hem niet gewiekst genoeg vindt. (Men vreest, zo begrijp ik, een herhaling van het drama theedrinker Job Cohen.) Allereerst: wat zijn de synoniemen voor ‘gewiekst’? Dat zijn er nogal wat, volgens het puzzelwoordenboek: 1) Adrem 2) Berekenend 3) Bijdehand 4) Doortrapt 5) Geslepen 6) Gevat 7) Geslepen (listig) 8) Gehaaid 9) Glad 10) Goochem 11) Handig 12) Leep 13) Link 14) Niet dom 15) Pienter 16) Snedig 17) Sluw 18) Slim 19) Slagvaardig 20) Schrander 21) Slinks 22) Uitgerekend 23) Uitgekookt 24) Uitgeslapen.
Hierbij heb ik de neiging, uit te roepen: dan maar minder gewiekst. Immers, het wemelt in de politiek al van gewiekste, op eigenbelang gerichte lieden en me dunkt dat de kiezer daar de buik van vol heeft. Trouwens je vindt tussen die synoniemen bijna even veel positieve als negatieve verklaringen.
Dan is er (2) het ‘bezwaar’ dat door het AD – lees De Persgroep – aan de bobo’s in Amsterdam wordt toegeschreven: Aboutalebs recente tv-optredens zouden ‘te pompeus’ zijn geweest. Lammenielache. Het is het zoveelste blijk van nietszeggendheid en zwakte. Nooit heb ik meer vertrouwen ontleend aan het optreden van een publieke persoonlijkheid dan bij dat van Aboutaleb tijdens Zomergasten 2015 en de toespraak op 4 mei.
Natuurlijk weet de Marokkaanse Nederlander zichzelf uitstekend te verkopen. Mag dat? Zijn internationale bekendheid wordt hem trouwens in de schoot geworpen. Na de verkiezing van de moslimburgemeester van Londen, haastte The Independent zich, erop te wijzen dat die niet de Europese primeur had.
Volgens De Persgroep-bladen heeft Aboutaleb zich op het jongste PvdA-congres letterlijk op de voorgrond gezet door, tijdens diens speech, op de prominente stoel van ‘kroonprins’ Lodewijk Asscher plaats te nemen. Tja, is dat het hele verhaal? Had-ie dan ergens achter een pilaar moeten gaan zitten? Of in de nek moeten blazen van de niet weg te branden partijleider Samsom?
Intussen houdt iedereen zich wat betreft het toekomstig lijsttrekkerschap op de vlakte. Da’s prima. Laat maar lekker voortsudderen. We krijgen een heet najaar.
maandag 9 mei 2016
De Venus van Botticelli
Als je,
puber zijnde, vindt dat je je niet aan de regels van de school hoeft te houden
en de disciplinaire maatregelen van de concierge wil dwarsbomen, dan stap je
toch naar de Rijdende Rechter? Pech als die niet alleen juridisch
onderlegd is, maar ook over een goed verstand beschikt aangaande laat ik zeggen
opvoeding tot een sociaal lid van de maatschappij. Misschien is die rechter ook
vader. Dan feliciteer ik zijn kinderen. Bij dit soort opmerkingen wil ik nog wel eens bij mezelf te rade gaan, immers hoog bejaard en nog dagelijks vol fouten. Ik moet dan ter zelftroost ook vaak denken aan de columnist der columnisten in de vorige eeuw, Jan Blokker, die in zijn nadagen, niet anders schrijvend dan daarvoor, de kwalificatie ouwe brombeer voor de voeten geworpen kreeg. Dus ga ik ook maar gewoon door. En prijs me gelukkig dat onderstaande ervaringen met puberaal gedrag mij zijn toegekomen van een stel veertigers. Nooit te oud om je te ergeren. Vriendje mag bij vriendje blijven eten, maar deelt moeder van vriendje openhartig mee: ‘Ik lust alleen maar friet.’ En als er groente op tafel komt: ‘Dat lust ik dus niet.’ De ouders in kwestie zijn pas verhuisd naar een met een hek omheinde stek met zwembad en zoonlief heeft al bij voorbaat zijn status opgekrikt door op school mee te delen dat daar dus uitgebreid gefeest gaat worden. Er is wel tijdig een rem op gezet, met respectievelijk de mededelingen 1. niet als wij niet thuis zijn en 2. duiken verboden, want levensgevaarlijk. Maar als de zomer eindelijk toeslaat geh’ts los. En de meiden komen ook. Het openen van de van binnenuit bediende poort niet afwachtend, klimmen ze maar vast over het hek en veroveren ze de lusttuin zonder zich voor te stellen, of zelfs het naar de zeden des tijds geroepen hoi. Provocerende stoerdoenerij kent geen grenzen. Een van de knullen schrikt er niet voor terug, een kolossale penis – in het gangbare discours lul geheten – op een ruit te tekenen. Er is, zonder rijdende rechter, korte metten mee gemaakt. Met de meiden en de knul. ‘Jullie kunnen gaan en hoeven hier niet meer terug te komen.’ Maar denk niet dat daar in en rond dat huis onverdragelijke mores heersen. Het zijn moderne ouders, zij het – zoals al aangegeven – met duidelijke grenzen rond wat kan en niet kan. Zij die er zich aan hielden, mochten urenlang in de jacuzzi badderen. Vraag aan de ouders: Zijn ze intussen ook naar de wc geweest? Eh…nee, ik geloof het niet. O. En verder? Dat weet niemand. Wat ik wel weet is dat de moeder haar puberzoon nog een aardig lesje heeft gegeven, toen hij op een middag na school weer eens met een staart maten achter zich aan het domein wilde betreden. Ma zat naakt in die jacuzzi en rees bij het verschijnen van zoon uit het bad als de Venus van Botticelli uit haar schelp: Hallooooo! Weg was-ie. (Gesproken column, Omroep Best, 18.05.16.) |
donderdag 5 mei 2016
Boergondisch
Als Den Bosch de bourgondische hoofdstad van Brabant is en Eindhoven de
technische, dan kan Breda dé zakenhoofdstad van Brabant worden.
Dit zei de Bredase ondernemer Aad Ouborg (huishoudelijke apparaten, als Princess en ook bekend als redder van monumentale gebouwen – hij houdt kantoor in het 18e eeuwse raadhuis van Ginneken) onlangs in een interview met het West-Brabantse dagblad BN-DeStem.
Ouborg vindt dat Breda het niet moet laten bij het stimuleren van zijn gerenommeerde gezelligheid, wil de stad aantrekkingskracht uitoefenen op het internationale bedrijfsleven. Zo ongeveer.
Wat mij intrigeert zijn de typeringen die hij geeft aan andere Brabantse steden, waarbij het bepaald niet ingeslapen Tilburg buiten beschouwing blijft. Eindhoven, stad van techniek (en zoals het Eindhovens Dagblad dezer dagen constateerde, voorlopig blijvend ‘de lichtstad’) daar kan ik me in vinden. Persoonlijk spreekt het me zelfs meer aan dan het nogal drammerig-pretentieus klinkende Brainport. Maar Den Bosch komt er maar bekaaid af met dat bourgondisch.
Wat zegt dat nou helemaal, bourgondisch. Het is een kwalificatie, afgeleid van het ongehoord luxe hof van de hertogen van Bourgondië (vijftiende eeuw!) en wordt te pas en de onpas, vooral in toeristische folders, gebruikt om het savoir vivre aan te duiden van al het volk beneden de grote rivieren, inclusief België. Schransende, zuipende en dansende lieden, leuk, gezellig, zorgeloos, laat maar waaien enzovoorts. Een levend schilderij van Brueghel.
Er klopt geen hout van, want het veronderstelt een volksaard, die hier in geen velden of wegen valt te bekennen, tenzij je zoiets als het door een minderheid in stand gehouden carnaval als maatstaf hanteert.
Beschouw deze typering van meneer Ouborg maar als een bour, pardon boer, pardon loze oprisping.
Dit zei de Bredase ondernemer Aad Ouborg (huishoudelijke apparaten, als Princess en ook bekend als redder van monumentale gebouwen – hij houdt kantoor in het 18e eeuwse raadhuis van Ginneken) onlangs in een interview met het West-Brabantse dagblad BN-DeStem.
Ouborg vindt dat Breda het niet moet laten bij het stimuleren van zijn gerenommeerde gezelligheid, wil de stad aantrekkingskracht uitoefenen op het internationale bedrijfsleven. Zo ongeveer.
Wat mij intrigeert zijn de typeringen die hij geeft aan andere Brabantse steden, waarbij het bepaald niet ingeslapen Tilburg buiten beschouwing blijft. Eindhoven, stad van techniek (en zoals het Eindhovens Dagblad dezer dagen constateerde, voorlopig blijvend ‘de lichtstad’) daar kan ik me in vinden. Persoonlijk spreekt het me zelfs meer aan dan het nogal drammerig-pretentieus klinkende Brainport. Maar Den Bosch komt er maar bekaaid af met dat bourgondisch.
Wat zegt dat nou helemaal, bourgondisch. Het is een kwalificatie, afgeleid van het ongehoord luxe hof van de hertogen van Bourgondië (vijftiende eeuw!) en wordt te pas en de onpas, vooral in toeristische folders, gebruikt om het savoir vivre aan te duiden van al het volk beneden de grote rivieren, inclusief België. Schransende, zuipende en dansende lieden, leuk, gezellig, zorgeloos, laat maar waaien enzovoorts. Een levend schilderij van Brueghel.
Er klopt geen hout van, want het veronderstelt een volksaard, die hier in geen velden of wegen valt te bekennen, tenzij je zoiets als het door een minderheid in stand gehouden carnaval als maatstaf hanteert.
Beschouw deze typering van meneer Ouborg maar als een bour, pardon boer, pardon loze oprisping.
zaterdag 30 april 2016
'Journalistiek met een crimineel luchtje'
Fred Teeven heeft mogen uithuilen bij de ‘regionale’ kranten van De
Persgroep, dwz het Rotterdamse AD en wat doorgaans heet deze krant.
Nou ja, de vorig jaar weggestuurde staatsseceretaris van justitie houdt
natuurlijk de rug recht; hij behoort immers tot de zeldzame soort die na een
periode bewind voeren weer in de Kamer gaat zitten.
De sportieve Teeven, hij jogt met mate gezien zijn actuele lichaamsbouw en poseert in de bijpassende kledij voor de fotograaf, weet precies wie hem de das om heeft gedaan, wat betreft de deal met Cees H., die veel hoger bleek te zijn uitgevallen dan hij en zijn ‘baas’, Ivo van Opstelten, aanvankelijk tegenover de volksvertegenwoordiging suggereerden.
‘Dit is aangereikt vanuit de misdaad,’ verklaart hij tegenover de verslaggever, daarbij min of meer suggererend dat er een luchtje zou zitten aan de activiteiten van de aanbrenger van het onheil, de tv-actualiteitenrubriek Nieuwsuur. ‘De media heb het gedaan,’ weet je wel?
Kan het ook zijn dat een journalist bijzonder goed werk heeft verricht, vraagt de AD-verslaggever. ‘Ja maar hij heeft het wel aangereikt gekregen vanuit de misdaad,’ enzovoorts. Alsof goede journalistiek per definitie uitgaat van één bron. Niemand verbiedt de onderzoeker een tip te accepteren, ongeacht de achtergrond van de tipgever, mits hij/zij het niet stante pede voor zoete koek slikt. Justitie doet dat ook. Toch, meneer Teeven? ‘Het ging eerst naar een halve journalist en daarna naar een echte.’ Alweer zo’n diskwalificerende opmerking.
En verder? Ach het had niks om het lijf, vindt-ie achteraf. ‘Er worden zoveel deals gesloten.’ Niettemin: ‘We hebben het niet goed gedaan. Daarom zijn we ook samen (Teeven en Opstelten, tSs.) ten onder gegaan.’
Het heeft iets van Luctor et Emergo – ik worstel en kom boven.
De sportieve Teeven, hij jogt met mate gezien zijn actuele lichaamsbouw en poseert in de bijpassende kledij voor de fotograaf, weet precies wie hem de das om heeft gedaan, wat betreft de deal met Cees H., die veel hoger bleek te zijn uitgevallen dan hij en zijn ‘baas’, Ivo van Opstelten, aanvankelijk tegenover de volksvertegenwoordiging suggereerden.
‘Dit is aangereikt vanuit de misdaad,’ verklaart hij tegenover de verslaggever, daarbij min of meer suggererend dat er een luchtje zou zitten aan de activiteiten van de aanbrenger van het onheil, de tv-actualiteitenrubriek Nieuwsuur. ‘De media heb het gedaan,’ weet je wel?
Kan het ook zijn dat een journalist bijzonder goed werk heeft verricht, vraagt de AD-verslaggever. ‘Ja maar hij heeft het wel aangereikt gekregen vanuit de misdaad,’ enzovoorts. Alsof goede journalistiek per definitie uitgaat van één bron. Niemand verbiedt de onderzoeker een tip te accepteren, ongeacht de achtergrond van de tipgever, mits hij/zij het niet stante pede voor zoete koek slikt. Justitie doet dat ook. Toch, meneer Teeven? ‘Het ging eerst naar een halve journalist en daarna naar een echte.’ Alweer zo’n diskwalificerende opmerking.
En verder? Ach het had niks om het lijf, vindt-ie achteraf. ‘Er worden zoveel deals gesloten.’ Niettemin: ‘We hebben het niet goed gedaan. Daarom zijn we ook samen (Teeven en Opstelten, tSs.) ten onder gegaan.’
Het heeft iets van Luctor et Emergo – ik worstel en kom boven.
zaterdag 9 april 2016
Even de controle passeren
Veel
ophef al, voordat het op tv is: journalist Albert Stegeman wandelt ongehinderd
de Legerplaats Oirschot op, simpel gehuld in een camouflagepak. (zondag SBS6
Undercover Nederland). Dat was in de suffe jaren vijftig wel anders,
hoewel, toen had je toch de Koude Oorlog?
Dus was het heel wat dat (ook) een journalist de controle van de Luchtmacht Bewakings Korps op de vliegbasis Leeuwarden wist te verschalken. Het gebeurde nota bene tijdens een grote NAVO-oefening.
Dader was de stadsredacteur van de Friese editie van Het Vrije Volk, Fenno Schoustra , een practical joker pur sang (mooi hè, Engels en Frans gecombineerd? Het zijn dan ook sterk verwante talen).
Fenno benaderde de vliegbasis niet als een onopvallend geüniformeerde ondergeschikte, maar als hoge piet uitgedost in een operettekostuum. Op de foto in HVV zag je hem in een auto met chauffeur, streng de neus in de wind steken.
Het leukst vond ik nog de kinnesinne van de Leeuwarder Courant, die in die tijd onder de titel nog een banderol met de tekst ‘Hoofdblad van Friesland’ had. Wat Schoustra had gedaan ‘kón natuurlijk niet’. Zelfs zonder terreurdreiging.
Maar in datzelfde Friesland leeft Fenno (in 2012 op 88-jarige leeftijd overleden) wel als onovertroffen legendarische figuur voort en dat kan niet van iedere verscheiden Friese journalist worden gezegd.
Dus was het heel wat dat (ook) een journalist de controle van de Luchtmacht Bewakings Korps op de vliegbasis Leeuwarden wist te verschalken. Het gebeurde nota bene tijdens een grote NAVO-oefening.
Dader was de stadsredacteur van de Friese editie van Het Vrije Volk, Fenno Schoustra , een practical joker pur sang (mooi hè, Engels en Frans gecombineerd? Het zijn dan ook sterk verwante talen).
Fenno benaderde de vliegbasis niet als een onopvallend geüniformeerde ondergeschikte, maar als hoge piet uitgedost in een operettekostuum. Op de foto in HVV zag je hem in een auto met chauffeur, streng de neus in de wind steken.
Het leukst vond ik nog de kinnesinne van de Leeuwarder Courant, die in die tijd onder de titel nog een banderol met de tekst ‘Hoofdblad van Friesland’ had. Wat Schoustra had gedaan ‘kón natuurlijk niet’. Zelfs zonder terreurdreiging.
Maar in datzelfde Friesland leeft Fenno (in 2012 op 88-jarige leeftijd overleden) wel als onovertroffen legendarische figuur voort en dat kan niet van iedere verscheiden Friese journalist worden gezegd.
woensdag 6 april 2016
Tweede Kamer, wat is dat voor volk?
Wat is dat voor volk, politici, leden van de Tweede Kamer nota bene, die een
ongeldige stem uit brengen als het gaat om de benoeming van een nieuwe
kinderombudsvrouw? Van volksvertegenwoordigers mag toch worden verwacht dat zij
hun taak uitoefenen en kiezen? Als de burger (m/v) – bij voorbeeld bij het
referendum over Oekraïne – besluit thuis te blijven, of het stembiljet ongeldig
maakt om wat voor reden dan ook, dan is dat zijn goed recht. Maar de politicus
(m/v), beroeps of niet, dient gewoon zijn mandaat in praktijk te brengen.
Er zit sowieso een luchtje aan de gang van zaken bij de vervanging van meneer Dullaert, die als mentale hulpverlener van de kinderen in problemen niet terug mocht komen. Nu is het motief van de ‘stembiljetscheurders’, nota bene ruim een derde van de TK, vooral behorend tot de VVD en de PVV (pas étonné de se trouver ensemble, als je dit niet snapt, zoek het dan even uit) al even verdacht: de gekozene, Margrite Kalverboer, nota bene een erkend en onomstreden pedagogisch wetenschapper, zou te links zijn. Je moet wel extreem rechts zijn wil je het in je hoofd halen, iemand op grond van zo’n vrijwel ondefinieerbare kwalificatie af te wijzen. Je schept daarmee tevens een onmogelijk precedent. Stel nu, dat hetzelfde criterium van lik m’n vestje toegepast gaat worden bij het benoemen van mensen in andere belangrijke functies?
Laat ik het nog eens op een andere manier uitleggen. De voorloper van de VVD, bij voorbeeld, de liberalen van de negentiende eeuw, die van Thorbecke (‘openbaarheid is licht, geheimhouding is duisternis’) waren, relatief bekeken, links. Vandaar trouwens, dat ik al sinds mijn jaren van verstand vind dat de VVD wel heel ver van het liberalisme is afgedwaald.
Wie het nog niet wist: ik voel me links. Om de doodeenvoudige reden dat je niet kritisch kunt zijn zonder dat. En het ombudswezen is per definitie kritisch, anders kan het maar beter weg blijven en/of achterover leunen, precies het tegendeel van wat kinderombudsman Dullaert, terecht ook ter linker zijde gepositioneerd of in elk geval door zijn tegenstanders daar geplaatst - deed. Daarom moest hij dus weg.
Wat is dat voor volk, daar in die Tweede Kamer? Dom volk.
Er zit sowieso een luchtje aan de gang van zaken bij de vervanging van meneer Dullaert, die als mentale hulpverlener van de kinderen in problemen niet terug mocht komen. Nu is het motief van de ‘stembiljetscheurders’, nota bene ruim een derde van de TK, vooral behorend tot de VVD en de PVV (pas étonné de se trouver ensemble, als je dit niet snapt, zoek het dan even uit) al even verdacht: de gekozene, Margrite Kalverboer, nota bene een erkend en onomstreden pedagogisch wetenschapper, zou te links zijn. Je moet wel extreem rechts zijn wil je het in je hoofd halen, iemand op grond van zo’n vrijwel ondefinieerbare kwalificatie af te wijzen. Je schept daarmee tevens een onmogelijk precedent. Stel nu, dat hetzelfde criterium van lik m’n vestje toegepast gaat worden bij het benoemen van mensen in andere belangrijke functies?
Laat ik het nog eens op een andere manier uitleggen. De voorloper van de VVD, bij voorbeeld, de liberalen van de negentiende eeuw, die van Thorbecke (‘openbaarheid is licht, geheimhouding is duisternis’) waren, relatief bekeken, links. Vandaar trouwens, dat ik al sinds mijn jaren van verstand vind dat de VVD wel heel ver van het liberalisme is afgedwaald.
Wie het nog niet wist: ik voel me links. Om de doodeenvoudige reden dat je niet kritisch kunt zijn zonder dat. En het ombudswezen is per definitie kritisch, anders kan het maar beter weg blijven en/of achterover leunen, precies het tegendeel van wat kinderombudsman Dullaert, terecht ook ter linker zijde gepositioneerd of in elk geval door zijn tegenstanders daar geplaatst - deed. Daarom moest hij dus weg.
Wat is dat voor volk, daar in die Tweede Kamer? Dom volk.
Een kwestie van ballen hebben
Eigenlijk had ik me voorgenomen, geen woord meer vuil te maken aan
De Mol. U weet wel. het reusachtige beeld uit 2009 dat vanaf het
tunneldek bij de Willem de Zwijgerweg in Best richting Eindhoven kijkt. Nog eens
overlezende, wat ik over dat monster schreef op 24 september 2014, vind ik dat ik dat voornemen gestand zou
moeten doen. Maar ja de ontwikkelingen – door de krant getypeerd als een
soap – rond het verval van het kunstwerk, de daaraan verbonden kosten
en de houding van de maker, de internationaal vermaarde kunstenaar Tom Claassen,
in deze schreeuwen toch opnieuw om aandacht.
Boven genoemd stukje staat: Heeft de gemeente Best nog tanden? Nader bezien, kan ik alleen maar een iets meer eigentijdse variant bedenken: Een kwestie van ballen hebben. Immers, Claassen mag dan, al is het dan maar in eigen ogen, een beroemdheid zijn, hij is in de eerste plaats ondernemer en in dit geval een leverancier van de gemeente Best. En als zodanig is hij ernstig in gebreke. In het kwadraat kun je wel zeggen. Want eerst was er de terechte claim van de gemeente dat het afbrokkelende beeld op kosten van de kunstenaar zou worden gerepareerd. En toen was er het onbewezen verhaal dat het Claassen – een ondernemer met een zaakwaarnemer - aan de daarvoor benodigde middelen zou ontbreken. Vervolgens nam Best genoegen met de deal dat hij de reparatiekosten, recentelijk begroot op 60.000 euro, ‘in natura’ zou vergoeden. Dat wil zeggen in nog enkele van zijn beelden.
Maar wat is nu de magere mededeling van verantwoordelijk wethouder Peet van de Loo? De door de kunstenaar aangeboden beelden zijn niet (meer) zijn eigendom. Als dat waar is, hoe noem je dan zo iets? Verduistering, toch? Niettemin heet het nu, dat de gemeente opnieuw met Claassen in onderhandeling is voor een oplossing. Ik noem dat ongehoord. Het lijkt wel klassenbejegening.
Het gemis aan ballen bij de gemeente Best is op zich niet nieuw. Kijk maar naar de permanente zondagsopening van de zogenaamde groothandel Makro op het bedrijventerrein Heide. Ten nadele van de kleine winkelier. Dat bedrijf is ooit door de gemeente een dwangsom in het vooruitzicht gesteld, maar uiteindelijk zijn de bestuurlijke bezwaren geruisloos uit het dossier verdwenen.
Nogmaals, ballen gevraagd.
(Gesproken column Omroep Best, 13.04.16)
Boven genoemd stukje staat: Heeft de gemeente Best nog tanden? Nader bezien, kan ik alleen maar een iets meer eigentijdse variant bedenken: Een kwestie van ballen hebben. Immers, Claassen mag dan, al is het dan maar in eigen ogen, een beroemdheid zijn, hij is in de eerste plaats ondernemer en in dit geval een leverancier van de gemeente Best. En als zodanig is hij ernstig in gebreke. In het kwadraat kun je wel zeggen. Want eerst was er de terechte claim van de gemeente dat het afbrokkelende beeld op kosten van de kunstenaar zou worden gerepareerd. En toen was er het onbewezen verhaal dat het Claassen – een ondernemer met een zaakwaarnemer - aan de daarvoor benodigde middelen zou ontbreken. Vervolgens nam Best genoegen met de deal dat hij de reparatiekosten, recentelijk begroot op 60.000 euro, ‘in natura’ zou vergoeden. Dat wil zeggen in nog enkele van zijn beelden.
Maar wat is nu de magere mededeling van verantwoordelijk wethouder Peet van de Loo? De door de kunstenaar aangeboden beelden zijn niet (meer) zijn eigendom. Als dat waar is, hoe noem je dan zo iets? Verduistering, toch? Niettemin heet het nu, dat de gemeente opnieuw met Claassen in onderhandeling is voor een oplossing. Ik noem dat ongehoord. Het lijkt wel klassenbejegening.
Het gemis aan ballen bij de gemeente Best is op zich niet nieuw. Kijk maar naar de permanente zondagsopening van de zogenaamde groothandel Makro op het bedrijventerrein Heide. Ten nadele van de kleine winkelier. Dat bedrijf is ooit door de gemeente een dwangsom in het vooruitzicht gesteld, maar uiteindelijk zijn de bestuurlijke bezwaren geruisloos uit het dossier verdwenen.
Nogmaals, ballen gevraagd.
(Gesproken column Omroep Best, 13.04.16)
donderdag 31 maart 2016
Het blijft sappelen bij de regionale krant
Het
blijft sappelen bij de regionale kranten van met name De Persgroep. De
NVJ (vakbond journalisten) slaat via Twitter alarm over een verdere verlaging
van de honoraria voor freelancers. In de praktijk bij die kranten zijn dat de
plaatselijke correspondenten. Volgens algemeen secretaris Thomas Bruning gaat
het tarief naar 13 cent, per krantenregel, neem ik aan. De NVJ heeft het over
een korting van (soms) 67%.
Het plaatselijk correspondentschap bij de regionale pers is allang niet meer in de handen van de dorpsonderwijzer of de hobbyende gemeenteambtenaar; hun niveau is langzamerhand gaan aanleunen tegen de professionaliteit. Het heeft natuurlijk te maken met de algemene stijging van het ontwikkelingspeil, dat ook af te lezen is uit de gemiddelde lezersbrief op de opiniepagina´s van de kranten.
Al meer dan een jaar geleden, gaf een plaatselijke correspondent van het ED aan dat hij voor een tot in de kleine uurtjes durende raadsvergadering 25 euro incasseerde. ´Ik zie het maar als hobby,´ voegde hij eraan toe.
Dat de NVJ, met de blik op de nieuwe ontwikkelingen, zich ernstig zorgen maakt over de kwaliteit van de regionale journalistiek is meer dan begrijpelijk. Hobbyisme is geen houdbare basis.
De dagbladen hebben het moeilijk; het abonneebestand daalt voortdurend en voor de advertentieomzet geldt hetzelfde. Dagelijks sporen de Persgroep-uitgaven met stoppers op de voor advertenties bedoelde pagina’s de lezers aan, hun krant digitaal te lezen. Begin van het einde van het aan de deur bezorgde papier?
Het plaatselijk correspondentschap bij de regionale pers is allang niet meer in de handen van de dorpsonderwijzer of de hobbyende gemeenteambtenaar; hun niveau is langzamerhand gaan aanleunen tegen de professionaliteit. Het heeft natuurlijk te maken met de algemene stijging van het ontwikkelingspeil, dat ook af te lezen is uit de gemiddelde lezersbrief op de opiniepagina´s van de kranten.
Al meer dan een jaar geleden, gaf een plaatselijke correspondent van het ED aan dat hij voor een tot in de kleine uurtjes durende raadsvergadering 25 euro incasseerde. ´Ik zie het maar als hobby,´ voegde hij eraan toe.
Dat de NVJ, met de blik op de nieuwe ontwikkelingen, zich ernstig zorgen maakt over de kwaliteit van de regionale journalistiek is meer dan begrijpelijk. Hobbyisme is geen houdbare basis.
De dagbladen hebben het moeilijk; het abonneebestand daalt voortdurend en voor de advertentieomzet geldt hetzelfde. Dagelijks sporen de Persgroep-uitgaven met stoppers op de voor advertenties bedoelde pagina’s de lezers aan, hun krant digitaal te lezen. Begin van het einde van het aan de deur bezorgde papier?
vrijdag 25 maart 2016
Superplie, vergeten r.-k. begrip
Als je iets schrijft over wat te maken heeft met het r.-k. geloof,
laat dat dan even lezen door iemand die geacht wordt er (nog) iets van te weten,
want met de secularisatie (85% van de Nederlanders komt niet meer in de kerk)
verdwijnt ook de historische kennis. Het plaatsen van foto’s uit oude collecties
is een populaire activiteit bij dag- en weekbladen. Maar daar hoort natuurlijk
een toelichting bij en daar zit ‘m nogal eens de kneep.
Zo zag ik laatst in een huis-aan-huis-blad een foto van de eerste-steen-legging voor de Bernadettekerk in Spoordonk (1935), waarop een processie van priesters en misdienaars te zien was. Die mensen hadden, volgens de tekstschrijver ‘witte gewaden’ aan. De scribent kent de juiste termen niet. Ze waren namelijk in toog en superplie. De toog (advocaten en rechters dragen nog steeds een toga) was in dit geval waarschijnlijk zwart; het was natuurlijk geen kleurenfoto. De toog kan vergeleken worden met de soutane waarin de priesters in overwegend katholieke streken dagelijks rondliepen. Alleen als ze op reis gingen, droegen ze een zwart pak – broek en colbert. Ze waren dan nog herkenbaar als r.-k. priester door het nog steeds in gebruik zijnde witte boordje plus eventueel een kruisje op de revers.
Misdienaars en acolieten (in het verleden uitsluitend van het mannelijk geslacht) hadden in de regel een zwarte toog met ontelbare kleine knoopjes aan en daaroverheen dus de superplie. Op hoogfeestdagen als Kerstmis en Pasen mocht er worden gevarieerd met rode en witte togen, nooit met blauw want dat was – hoewel de kleur van Maria – niet liturgisch.
Die superplies werden door de nonnekes gewassen, heel kunstig harmonikagewijs gestreken en vervolgens als tot een stok ‘samengebonden’. Als misdienaar moest je die ‘uitpellen’ en dan kreeg je dus een prachtig hagelwit, geplooid ‘hemd’. De priesters droegen bij het opdragen van de mis, onder het kazuifel, een wit gewaad, inderdaad, dat tot de schoenen reikte en albe werd genoemd.
Nu ik het toch over Spoordonk (gemeente Oirschot) had, ze voelen zich daar duidelijk ook steeds minder katholiek. De kerk (die van de eerste steen) krijgt een profane bestemming en de Sint-Jozefschool heet er tegenwoordig De Fonkeling, met als enig door de bedenker opgegeven motief, dat ‘we de kinderen willen laten fonkelen.’
Zo zag ik laatst in een huis-aan-huis-blad een foto van de eerste-steen-legging voor de Bernadettekerk in Spoordonk (1935), waarop een processie van priesters en misdienaars te zien was. Die mensen hadden, volgens de tekstschrijver ‘witte gewaden’ aan. De scribent kent de juiste termen niet. Ze waren namelijk in toog en superplie. De toog (advocaten en rechters dragen nog steeds een toga) was in dit geval waarschijnlijk zwart; het was natuurlijk geen kleurenfoto. De toog kan vergeleken worden met de soutane waarin de priesters in overwegend katholieke streken dagelijks rondliepen. Alleen als ze op reis gingen, droegen ze een zwart pak – broek en colbert. Ze waren dan nog herkenbaar als r.-k. priester door het nog steeds in gebruik zijnde witte boordje plus eventueel een kruisje op de revers.
Misdienaars en acolieten (in het verleden uitsluitend van het mannelijk geslacht) hadden in de regel een zwarte toog met ontelbare kleine knoopjes aan en daaroverheen dus de superplie. Op hoogfeestdagen als Kerstmis en Pasen mocht er worden gevarieerd met rode en witte togen, nooit met blauw want dat was – hoewel de kleur van Maria – niet liturgisch.
Die superplies werden door de nonnekes gewassen, heel kunstig harmonikagewijs gestreken en vervolgens als tot een stok ‘samengebonden’. Als misdienaar moest je die ‘uitpellen’ en dan kreeg je dus een prachtig hagelwit, geplooid ‘hemd’. De priesters droegen bij het opdragen van de mis, onder het kazuifel, een wit gewaad, inderdaad, dat tot de schoenen reikte en albe werd genoemd.
Nu ik het toch over Spoordonk (gemeente Oirschot) had, ze voelen zich daar duidelijk ook steeds minder katholiek. De kerk (die van de eerste steen) krijgt een profane bestemming en de Sint-Jozefschool heet er tegenwoordig De Fonkeling, met als enig door de bedenker opgegeven motief, dat ‘we de kinderen willen laten fonkelen.’
zaterdag 19 maart 2016
Natuur mag geen permanente hype worden
Nederland mag binnenkort stemmen op ‘het mooiste natuurgebied’. De winnaars tot
in derde instantie zullen extra worden gepromoot in binnen- en buitenland:
nationale iconen. ‘n Soort alternatief voor de tulpen, de molens en de
klompen. Ik houd m’n hart vast. Onze schaarse natuur mag geen permanente hype
worden.
Na Jac. P. Thijsse, oprichter van Natuurmonumenten, was Bert Garthoff (1913-1997) in de tweede helft van de vorige eeuw de eerste radiomaker, die met zijn mateloos populaire Vara-programma Weer of geen weer op zondagmorgen de Nederlander dichter bij de natuur bracht. Ik heb heimwee naar dat programma. met bijdragen van mensen als dr. Fop I Brouwer over ‘alles wat groeit en bloeit en ons telkens weer boeit’ en ‘het weer, verstrekt door Gerrit.’
Het radioprogramma zou in 1978, bij de pensionering van Garthoff, worden opgevolgd door Vroege Vogels, aanvankelijk ook zeer interessant, want kritisch, tegenwoordig naar mijn smaak nogal zelfgenoegzaam en mede daardoor vrij saai en oubollig. Met een lachwekkende rubriek als de fenolijn, waarop mensen waarnemingen in hun achtertuin kunnen doorbellen: ‘Donderdagmiddag zag ik op een struik in mijn tuin de eerste dagpauwoog. Héél bijzonder.’
Even terug naar Weer of geen weer. Als Garthoff over een of ander gebied iets opmerkelijks te melden had, dan rukte de verkeerspolitie alvast uit. Want het gevolg was dat ‘iedereen’ zijn gezin in de auto laadde en er op af ging. Dit was vaste prik, zodat men ging spreken van het Garthoffeffect.
Zoiets verwacht ik van een al te nadrukkelijke promotie van onze nationale natuuriconen. Niet eventjes, maar onophoudelijk. Je moet er minstens een keer geweest zijn, zoals je ook wijs wordt gemaakt dat je niet hebt geleefd als je de Jeroen Bosch-tentoonstelling hebt gemist.
Rond 1970 had ik een interview met de toenmalige coördinator van de Brabantse Milieufederatie (tegenwoordig heet zo iemand weer directeur). Toen het over de locatie voor de te maken foto ging, wees de geïnterviewde een mij volstrekt onbekend natuurgebiedje tegen de Belgische grens aan, met het nadrukkelijke verzoek die plek niet te noemen. Hij vreesde terecht dat het dan gedaan zou zijn met de weldadige rust aldaar. Ik bedoel maar.
Na Jac. P. Thijsse, oprichter van Natuurmonumenten, was Bert Garthoff (1913-1997) in de tweede helft van de vorige eeuw de eerste radiomaker, die met zijn mateloos populaire Vara-programma Weer of geen weer op zondagmorgen de Nederlander dichter bij de natuur bracht. Ik heb heimwee naar dat programma. met bijdragen van mensen als dr. Fop I Brouwer over ‘alles wat groeit en bloeit en ons telkens weer boeit’ en ‘het weer, verstrekt door Gerrit.’
Het radioprogramma zou in 1978, bij de pensionering van Garthoff, worden opgevolgd door Vroege Vogels, aanvankelijk ook zeer interessant, want kritisch, tegenwoordig naar mijn smaak nogal zelfgenoegzaam en mede daardoor vrij saai en oubollig. Met een lachwekkende rubriek als de fenolijn, waarop mensen waarnemingen in hun achtertuin kunnen doorbellen: ‘Donderdagmiddag zag ik op een struik in mijn tuin de eerste dagpauwoog. Héél bijzonder.’
Even terug naar Weer of geen weer. Als Garthoff over een of ander gebied iets opmerkelijks te melden had, dan rukte de verkeerspolitie alvast uit. Want het gevolg was dat ‘iedereen’ zijn gezin in de auto laadde en er op af ging. Dit was vaste prik, zodat men ging spreken van het Garthoffeffect.
Zoiets verwacht ik van een al te nadrukkelijke promotie van onze nationale natuuriconen. Niet eventjes, maar onophoudelijk. Je moet er minstens een keer geweest zijn, zoals je ook wijs wordt gemaakt dat je niet hebt geleefd als je de Jeroen Bosch-tentoonstelling hebt gemist.
Rond 1970 had ik een interview met de toenmalige coördinator van de Brabantse Milieufederatie (tegenwoordig heet zo iemand weer directeur). Toen het over de locatie voor de te maken foto ging, wees de geïnterviewde een mij volstrekt onbekend natuurgebiedje tegen de Belgische grens aan, met het nadrukkelijke verzoek die plek niet te noemen. Hij vreesde terecht dat het dan gedaan zou zijn met de weldadige rust aldaar. Ik bedoel maar.
donderdag 17 maart 2016
Clubblad PSV
Het Eindhovens Dagblad manifesteert zich maar al te graag als het
clubblad van PSV. In goede of slechte tijden. Daar kun je een categorie jongeren
mee aanspreken, toch? Liefst neemt berichtgeving over de voetbalclub driekwart
of de hele voorpagina in beslag. Wat voor ander nieuws er ook wezen mag. Maar er
zijn uitzonderingen…Gisteren stond half Europa op z’n kop door
misdragingen van het schoremdeel uit de supportersbend van PSV jegens de armen
van Madrid.
Dit schandaal is volgens de redactie van het ED geen plaats op pagina 1 waard. Ze houdt het op een zogenaamde tweekolommer, met alleen de portretjes van twee PSV-bobo’s op pagina 2. Weggedrukt. Lafhartig en een regelrechte miskleun.
De bespotting van wat men noemt ‘bedelaars’ op een zonnig plein in de Spaanse hoofdstad, waar dinsdagavond een wedstrijd tegen Atlético werd gespeeld, bleek ‘n soort kermisvermaak voor ‘meer correcte’ supporters op de terrassen, die het uiteraard niet nalieten, filmpjes en foto’s van de ‘voorstelling’ te schieten. Die verder passief toekijkende supporters zijn niet minder schuldig dan de daders.
Een jaar geleden schokten aanhangers van Feyenoord Italië en de wereld met het vernielen van de pas gerestaureerde Barçaccia-fontein op de Piazza di Spagna in Rome. Sindsdien heeft Nederland al het mogelijke gedaan, inclusief inzameling van gelden voor het weer opknappen van de fontein, om de hierbij opgelopen imagoschade te herstellen.
Hier is waarschijnlijk geen sprake van materiële schade, maar het beeld van de in ons land heersende immoraliteit onder het voetbalvolk staat weer helemaal overeind.
Dit schandaal is volgens de redactie van het ED geen plaats op pagina 1 waard. Ze houdt het op een zogenaamde tweekolommer, met alleen de portretjes van twee PSV-bobo’s op pagina 2. Weggedrukt. Lafhartig en een regelrechte miskleun.
De bespotting van wat men noemt ‘bedelaars’ op een zonnig plein in de Spaanse hoofdstad, waar dinsdagavond een wedstrijd tegen Atlético werd gespeeld, bleek ‘n soort kermisvermaak voor ‘meer correcte’ supporters op de terrassen, die het uiteraard niet nalieten, filmpjes en foto’s van de ‘voorstelling’ te schieten. Die verder passief toekijkende supporters zijn niet minder schuldig dan de daders.
Een jaar geleden schokten aanhangers van Feyenoord Italië en de wereld met het vernielen van de pas gerestaureerde Barçaccia-fontein op de Piazza di Spagna in Rome. Sindsdien heeft Nederland al het mogelijke gedaan, inclusief inzameling van gelden voor het weer opknappen van de fontein, om de hierbij opgelopen imagoschade te herstellen.
Hier is waarschijnlijk geen sprake van materiële schade, maar het beeld van de in ons land heersende immoraliteit onder het voetbalvolk staat weer helemaal overeind.
woensdag 16 maart 2016
Hoe moeilijk makkelijk kan zijn
Leuker kunnen we het niet maken, wel
makkelijker. Ja ja. Niet leuk is dat één man in Europa, de president van de
centrale bank, kan beslissen dat de rente op 0,0 wordt gezet, waardoor het
moment naderbij komt dat je de bank voor het bewaren van je spaargeld moet gaan
betalen. Nog minder leuk is het dat deze regering je blijft aanslaan voor dat
spaargeld, alsof je er 4% mee hebt gemaakt. Diefstal. Onrechtvaardig. Net zo
onrechtvaardig als de kans dat de chauffeur van de monstertruc in Haaksbergen
achttien maanden de cel in moet, terwijl de gemeente, die toestemming gaf voor
de stunterij op een veel te klein plein vrijuit dreigt te gaan. Maak het
allemaal vooral eens wat rechtvaardiger.
Dit even gezegd hebbende, wil ik het graag hebben over de mate waarin de Belastingdienst het ons bij het invullen gemakkelijker maakt. Tja, waar is de tijd gebleven dat ik voor dat karwei een vrije dag moest nemen? Daar zat ik dan, aan mijn bureautje, omringd door paperassen op de grond. Een variant op de spreekwoordelijke puinhoop. De inkomstenbelasting drukte het zwaarst op me, toen ik nog niet zoveel verdiende en in de kleine kinderen zat. Lieten ze je naar de Karel de Grotelaan in Eindhoven komen om je bonnetjes te laten zien, ocherm..
Al jaren konden we het in te vullen formulier naar onze computer downloaden om het karwei rustig, op een redelijk comfortabele manier te klaren. Wanneer dat precies begonnen is, weet ik niet meer, maar op een gegeven moment vulde de Belastingdienst alvast wat essentiële gegevens in. Je moest dat allemaal niet als zoete koek slikken, maar die posten goed aan de hand van je jaaropgaven controleren. Dat geldt nog steeds. Kan me overigens niet herinneren fouten te hebben gevonden en ook dit jaar klopt het. Je krijgt die gegevens nu op een apart briefje, evenals je partner. Het verder invullen is makkelijk in één dagdeel te doen. Alleen het verdelen van een aantal posten tussen mij en Levensmaatje (bepalend voor het te betalen of terug te ontvangen totaal bedrag) laat ik aan de welwillendheid van mijn financieel veel handiger zwager over.
Het grootste verschil met voorgaande jaren is, dat je het formulier nu niet meer kunt downloaden maar dat je alles online moet doen. Dat betekent, telkens weer met je DigiD inloggen. Ik vind dat geen verbetering. Er zijn miljoenen belastingplichtigen, maar er kunnen slechts 40.000 mensen tegelijkertijd bij de Belastingdienst ingelogd zijn. De eerste week na de startdatum 1 maart zag je dan ook regelmatig de boodschap: het is te druk, kom later nog eens terug. Vandaar dat ze ook zeggen: doe dat niet op een regenachtige zondagmiddag. Mag ik dat alsjeblief zelf bepalen?
‘Iedere idioot kan achter de computer iets intikken,’ hoorde ik vanmorgen een radiopresentator zeggen. Maar er zijn nog heel wat mensen, die het invullen van hun belastingformulier nog nooit op de computer hebben gedaan. Daarom vind ik het niet slim van de fiscus dat ze de stap van het naar je pc halen van dat formulier nu al heeft overgeslagen en dus direct op de online-modus is overgeschakeld. Het is vragen om moeilijkheden.
Je kunt trouwens toch nog allerlei hindernissen tegen komen. Zo had ik van vorig jaar een machtigingscode voor het invullen namens Levensmaatje. Een week lang kreeg ik bij mijn pogingen om die code te activeren de boodschap: 'er is iets mis gegaan'. Wist ik veel dat je een nieuwe machtigingscode moest aanvragen? De mevrouw van de Belastingtelefoon die ik na een woud van keuzemenu's – ‘n soort drietrapsraket - aan de lijn kreeg wist dat ook niet. Die heb ik daarover moeten voorlichten, in plaats van andersom.
Wat zeg je na zoiets? Nee, niet: kan ik effe vangen? Dat is helaas hun specialiteit.
(Gesproken column Omroep Best, 16.03.16)
Dit even gezegd hebbende, wil ik het graag hebben over de mate waarin de Belastingdienst het ons bij het invullen gemakkelijker maakt. Tja, waar is de tijd gebleven dat ik voor dat karwei een vrije dag moest nemen? Daar zat ik dan, aan mijn bureautje, omringd door paperassen op de grond. Een variant op de spreekwoordelijke puinhoop. De inkomstenbelasting drukte het zwaarst op me, toen ik nog niet zoveel verdiende en in de kleine kinderen zat. Lieten ze je naar de Karel de Grotelaan in Eindhoven komen om je bonnetjes te laten zien, ocherm..
Al jaren konden we het in te vullen formulier naar onze computer downloaden om het karwei rustig, op een redelijk comfortabele manier te klaren. Wanneer dat precies begonnen is, weet ik niet meer, maar op een gegeven moment vulde de Belastingdienst alvast wat essentiële gegevens in. Je moest dat allemaal niet als zoete koek slikken, maar die posten goed aan de hand van je jaaropgaven controleren. Dat geldt nog steeds. Kan me overigens niet herinneren fouten te hebben gevonden en ook dit jaar klopt het. Je krijgt die gegevens nu op een apart briefje, evenals je partner. Het verder invullen is makkelijk in één dagdeel te doen. Alleen het verdelen van een aantal posten tussen mij en Levensmaatje (bepalend voor het te betalen of terug te ontvangen totaal bedrag) laat ik aan de welwillendheid van mijn financieel veel handiger zwager over.
Het grootste verschil met voorgaande jaren is, dat je het formulier nu niet meer kunt downloaden maar dat je alles online moet doen. Dat betekent, telkens weer met je DigiD inloggen. Ik vind dat geen verbetering. Er zijn miljoenen belastingplichtigen, maar er kunnen slechts 40.000 mensen tegelijkertijd bij de Belastingdienst ingelogd zijn. De eerste week na de startdatum 1 maart zag je dan ook regelmatig de boodschap: het is te druk, kom later nog eens terug. Vandaar dat ze ook zeggen: doe dat niet op een regenachtige zondagmiddag. Mag ik dat alsjeblief zelf bepalen?
‘Iedere idioot kan achter de computer iets intikken,’ hoorde ik vanmorgen een radiopresentator zeggen. Maar er zijn nog heel wat mensen, die het invullen van hun belastingformulier nog nooit op de computer hebben gedaan. Daarom vind ik het niet slim van de fiscus dat ze de stap van het naar je pc halen van dat formulier nu al heeft overgeslagen en dus direct op de online-modus is overgeschakeld. Het is vragen om moeilijkheden.
Je kunt trouwens toch nog allerlei hindernissen tegen komen. Zo had ik van vorig jaar een machtigingscode voor het invullen namens Levensmaatje. Een week lang kreeg ik bij mijn pogingen om die code te activeren de boodschap: 'er is iets mis gegaan'. Wist ik veel dat je een nieuwe machtigingscode moest aanvragen? De mevrouw van de Belastingtelefoon die ik na een woud van keuzemenu's – ‘n soort drietrapsraket - aan de lijn kreeg wist dat ook niet. Die heb ik daarover moeten voorlichten, in plaats van andersom.
Wat zeg je na zoiets? Nee, niet: kan ik effe vangen? Dat is helaas hun specialiteit.
(Gesproken column Omroep Best, 16.03.16)
dinsdag 8 maart 2016
Kamer bemoeit zich eindelijk met die 130 km
Beter laat dan nooit, zul je denken, nu de Tweede Kamer het RIVM
laat uitzoeken, wat de gevolgen zijn van de verhoging van de maximum
snelheid op sommige autowegen naar 130 km. Maar de realiteit is, dat een
minister van verkeer, in dit geval de VVD-er Schultz, er zomaar een
dergelijke maatregel, overduidelijk bij wijze van voorschot op de
verkiezingsstrijd, kon doordrukken.
Ik bedoel maar dat zo’n, ook nogal wat euri kostende maatregel eigenlijk niet dient plaats te vinden, zonder voorafgaand overleg met de volksvertegenwoordiging.
Een verhaal over deze affaire, plus de berekening dat de normen voor luchtvervuiling bij vasthouden aan 130 wellicht met 81% zullen worden overschreden, staat in het AD, dus ook in de regionale dagbladen van De Persgroep (‘deze krant’). Prompt citeert dan o.a. het Radio 1 Journaal het AD, wat natuurlijk voor die andere kranten een beetje sneu is – maar dit terzijde.
Mogelijk en hopelijk, moet het recht van de sterkste het deze keer afleggen tegen de keiharde milieu-waarheid. Want dat zie je dan ook weer: naar kleinere gemeenten als Best en Oirschot (A2, A58) en Oosterhout (A27) werd tot dusver niet geluisterd. Sterker nog, de gemeente Breda ontkent doodleuk zonder onderbouwing het vervuilingsprobleem. Niet bepaald een demonstratie van regionale solidariteit in de Baronie.
Ik bedoel maar dat zo’n, ook nogal wat euri kostende maatregel eigenlijk niet dient plaats te vinden, zonder voorafgaand overleg met de volksvertegenwoordiging.
Een verhaal over deze affaire, plus de berekening dat de normen voor luchtvervuiling bij vasthouden aan 130 wellicht met 81% zullen worden overschreden, staat in het AD, dus ook in de regionale dagbladen van De Persgroep (‘deze krant’). Prompt citeert dan o.a. het Radio 1 Journaal het AD, wat natuurlijk voor die andere kranten een beetje sneu is – maar dit terzijde.
Mogelijk en hopelijk, moet het recht van de sterkste het deze keer afleggen tegen de keiharde milieu-waarheid. Want dat zie je dan ook weer: naar kleinere gemeenten als Best en Oirschot (A2, A58) en Oosterhout (A27) werd tot dusver niet geluisterd. Sterker nog, de gemeente Breda ontkent doodleuk zonder onderbouwing het vervuilingsprobleem. Niet bepaald een demonstratie van regionale solidariteit in de Baronie.
zaterdag 5 maart 2016
Geheel ontgift
Ik
voel me geheel ontgift. Let wel, ik zal best wel nog het een en ander aan gif in
m’n lijf hebben, maar Levensmaatje en ondergetekende zijn helemaal klaar met de
dagelijkse berichtgeving over telkens weer een andere bedreiging c.q. de
risico’s die mensen lopen bij het verrichten van hun werkzaamheden.
Van het schilderen van tanks bij defensie tot en met het vervaardigden van Teflon door werknemers van een chemische fabriek in Dordrecht, tussen 1967 en 2013. Dan krijg je alarmerende krantenkoppen als Gif in bloed van arbeiders. Steeds vaker worden we voor de vraag gesteld: lezen of overslaan. ‘t Is immers elke dag wel wat, terwijl zogenaamde wetenschappers elkaar ook nog wel eens willen tegen spreken.
Dezer dagen ging het ook over blik en plastic verpakkingen. Bij blik betreft het een coating van de binnenwand, die geleidelijk aan iets onfris aan de inhoud van bij voorbeeld de soep toevoegt. Ook zou het dus zeer onverstandig zijn, voedsel te lang in plastic folie te laten zitten. Ochgottegot. Gewoon verder eten en leven, hebben we besloten.
Als ik het goed heb, begon het in de laatste kwart van de vorige eeuw met dat vermaledijde asbest. De angst daarvoor kan nu soms tot bijkans hysterische taferelen leiden. Maar, toegegeven, het was natuurlijk een hoogst ernstige zaak: arbeiders die minuscule vezeltjes in hun longen kregen en daar jaren later aan dood gingen.
Asbest was nog wel sinds de jaren dertig een hoogst populaire bouwstof. Echt niet alleen in de vorm van golfplaten voor de daken van stallen en schuren. Toen mijn vader in die tijd ons huis liet ‘renoveren’, kwam er een badkamer waarvan de wanden geheel waren samengesteld uit eternit. Dat interieur heeft nog in ‘n soort woontijdschrift gestaan. Toen het huis in de jaren zestig onnodig (want voor een straatverbreding die niet door ging) werd gesloopt, liepen er heus geen mannen in witte pakken rond.
Eternit, een asbestproduct uit uit het Overijsselse Goor, verkeert nu al jaren in de ban. Zo niet rond 1960. De fabriek had toen in het centrum van Leeuwarden een showroom, met een voor die tijd tamelijk bijzondere, ‘geanimeerde’ lichtreclame. De lettergrepen E – ter – nit gingen een voor een aan. Het toeval wil dat een echtpaar uit Waalwijk aan de overkant een cafetaria, genaamd Brabantia, opende (waar ik trouwens een abonnement had op een warne maaltijd à 2,50 gulden). Die vonden de negatieve aansporing eet er niet natuurlijk minder leuk. Maar voorspellend was het wel, tot op zekere hoogte.
Van het schilderen van tanks bij defensie tot en met het vervaardigden van Teflon door werknemers van een chemische fabriek in Dordrecht, tussen 1967 en 2013. Dan krijg je alarmerende krantenkoppen als Gif in bloed van arbeiders. Steeds vaker worden we voor de vraag gesteld: lezen of overslaan. ‘t Is immers elke dag wel wat, terwijl zogenaamde wetenschappers elkaar ook nog wel eens willen tegen spreken.
Dezer dagen ging het ook over blik en plastic verpakkingen. Bij blik betreft het een coating van de binnenwand, die geleidelijk aan iets onfris aan de inhoud van bij voorbeeld de soep toevoegt. Ook zou het dus zeer onverstandig zijn, voedsel te lang in plastic folie te laten zitten. Ochgottegot. Gewoon verder eten en leven, hebben we besloten.
Als ik het goed heb, begon het in de laatste kwart van de vorige eeuw met dat vermaledijde asbest. De angst daarvoor kan nu soms tot bijkans hysterische taferelen leiden. Maar, toegegeven, het was natuurlijk een hoogst ernstige zaak: arbeiders die minuscule vezeltjes in hun longen kregen en daar jaren later aan dood gingen.
Asbest was nog wel sinds de jaren dertig een hoogst populaire bouwstof. Echt niet alleen in de vorm van golfplaten voor de daken van stallen en schuren. Toen mijn vader in die tijd ons huis liet ‘renoveren’, kwam er een badkamer waarvan de wanden geheel waren samengesteld uit eternit. Dat interieur heeft nog in ‘n soort woontijdschrift gestaan. Toen het huis in de jaren zestig onnodig (want voor een straatverbreding die niet door ging) werd gesloopt, liepen er heus geen mannen in witte pakken rond.
Eternit, een asbestproduct uit uit het Overijsselse Goor, verkeert nu al jaren in de ban. Zo niet rond 1960. De fabriek had toen in het centrum van Leeuwarden een showroom, met een voor die tijd tamelijk bijzondere, ‘geanimeerde’ lichtreclame. De lettergrepen E – ter – nit gingen een voor een aan. Het toeval wil dat een echtpaar uit Waalwijk aan de overkant een cafetaria, genaamd Brabantia, opende (waar ik trouwens een abonnement had op een warne maaltijd à 2,50 gulden). Die vonden de negatieve aansporing eet er niet natuurlijk minder leuk. Maar voorspellend was het wel, tot op zekere hoogte.
donderdag 25 februari 2016
Gepast wantrouwen
Sommige zogenaamde dagaanbiedingen van
een internetsite in de –nog steeds- papieren krant leiden tot verbijstering of
op z’n minst gepast wantrouwen. Op zich niks nieuws onder de zon: in de
blootblaadjes van het verleden, zoals tot het midden van de vorige eeuw De
Lach – nou ja bloot? EXTRA BADNUMMER – zag je wel eens
advertenties voor ‘doorkijk brillen’. Met plaatje. Een griezel met een bril, van
waaruit bliksemschichten. ‘Kijk dwars door kleren heen.’
Nou ja, handel bestaat bij de gratie van het kweken van behoeften; zie het MAKRO-aanbod. Niks mis mee, als je je verstand maar gebruikt, zeg ik tegen degenen die daarvoor open staan. Of het echt helpt, wijst de toekomst uit; de hier genoemde aanbieder is voornemens zijn assortiment zo ongeveer te halveren, in een poging de boel overeind te houden.
Echt ‘n goeie vind ik de dagaanbieding van heden: Ecolamp Air Desinfector, afkomstig van – eerste aanleiding tot verbazing – Philips Healthcare. Blijkbaar staat die het dumpen van haar product toe met een zogenaamde korting van maar eventjes 68%! Van € 249,95 voor € 170,— Laten we de vinkjes even nalopen. 1. Ontwikkeld in samenwerking met Philips Medical (hetzelfde als Healthcare). 2. Weg met bacteriën, virussen en schimmels. 3. Allergieën als hooikoorts of een dierenallergie worden sterk verlicht. 4. Ideaal voor mensen die snel ziek worden.
Ad 1: Onvindbaar in de Philips Webshop, niet op Ecolamp en niet op Air Desinfector Ad 2: Weg met etc. Toemaar. Dat helpt men u wensen. Ad 3: Dat is eveneens een risicoloze belofte. Ad 4: Ben je snel ziek? Wat is snel? Ook nuttig voor langzaam ziek wordende mensen?
Verkooppsychologie van de kouwe grond. Laat je verlichten.
Nou ja, handel bestaat bij de gratie van het kweken van behoeften; zie het MAKRO-aanbod. Niks mis mee, als je je verstand maar gebruikt, zeg ik tegen degenen die daarvoor open staan. Of het echt helpt, wijst de toekomst uit; de hier genoemde aanbieder is voornemens zijn assortiment zo ongeveer te halveren, in een poging de boel overeind te houden.
Echt ‘n goeie vind ik de dagaanbieding van heden: Ecolamp Air Desinfector, afkomstig van – eerste aanleiding tot verbazing – Philips Healthcare. Blijkbaar staat die het dumpen van haar product toe met een zogenaamde korting van maar eventjes 68%! Van € 249,95 voor € 170,— Laten we de vinkjes even nalopen. 1. Ontwikkeld in samenwerking met Philips Medical (hetzelfde als Healthcare). 2. Weg met bacteriën, virussen en schimmels. 3. Allergieën als hooikoorts of een dierenallergie worden sterk verlicht. 4. Ideaal voor mensen die snel ziek worden.
Ad 1: Onvindbaar in de Philips Webshop, niet op Ecolamp en niet op Air Desinfector Ad 2: Weg met etc. Toemaar. Dat helpt men u wensen. Ad 3: Dat is eveneens een risicoloze belofte. Ad 4: Ben je snel ziek? Wat is snel? Ook nuttig voor langzaam ziek wordende mensen?
Verkooppsychologie van de kouwe grond. Laat je verlichten.
vrijdag 19 februari 2016
Bûter, brea en griene tsiis
De Friezen zijn blij. Hun taal is nu ook opgenomen in Google Translate (GT).
Er is een club gevormd, die daarvoor een ontelbaar aantal woorden heeft
ingetikt. Natuurlijk verloopt het allemaal niet perfect, maar dat is bekend van
GT. In dit geval sluipt er bij voorbeeld bij omzetting van Nederlands naar Fries nogal eens ‘n Engels woord in, merkte de Leeuwarder Courant. Niet zó
verwonderlijk overigens, want tussen Friese en Engelse woorden zitten sowieso
veel overeenkomsten: zoals sleutel = kaai = key. U en gij is in het fries jo
(you!) en jij=do grijpt weer terug naar het Duitse (Saksische) du.
Het eerste zinnetje dat ik in mijn Friese tijd (ca. 1960) leerde, luidde ‘Bûter, brea en griene tsiis, wa't dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries’, Dat betekent: ‘Boter, brood en groene kaas, wie dat niet kan zeggen, is geen echte Fries.’ Google maakt daar van: ‘Boter, brood en kaas, degenen die niet te zeggen, is niet gegrond Fries.’ Ja ja, er valt nog heel wat te verbeteren. En dat geldt even goed voor de omgang met andere talen in GT.
Waar dat vandaan komt, dat zinnetje met boter en kaas? Het was in de middeleeuwen een krijgsmiddel. Zoals men in WO2 Duitsers kon ontmaskeren door hen Scheveningen te laten uitspreken, zo liet men destijds in de strijd tegen de Hollanders de niet-Friezen met bûter etc. door de mand zakken. De truc zou bedacht zijn door de Friese verzetsheld Grutte Pier. Het doet ook denken aan de Gulden Sporenslag, zoals door Hendrik Conscience beschreven in De Leeuw van Vlaanderen: ‘Alles wat Wals is is vals, sla dood!’
Het eerste zinnetje dat ik in mijn Friese tijd (ca. 1960) leerde, luidde ‘Bûter, brea en griene tsiis, wa't dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries’, Dat betekent: ‘Boter, brood en groene kaas, wie dat niet kan zeggen, is geen echte Fries.’ Google maakt daar van: ‘Boter, brood en kaas, degenen die niet te zeggen, is niet gegrond Fries.’ Ja ja, er valt nog heel wat te verbeteren. En dat geldt even goed voor de omgang met andere talen in GT.
Waar dat vandaan komt, dat zinnetje met boter en kaas? Het was in de middeleeuwen een krijgsmiddel. Zoals men in WO2 Duitsers kon ontmaskeren door hen Scheveningen te laten uitspreken, zo liet men destijds in de strijd tegen de Hollanders de niet-Friezen met bûter etc. door de mand zakken. De truc zou bedacht zijn door de Friese verzetsheld Grutte Pier. Het doet ook denken aan de Gulden Sporenslag, zoals door Hendrik Conscience beschreven in De Leeuw van Vlaanderen: ‘Alles wat Wals is is vals, sla dood!’
woensdag 17 februari 2016
Leven met veranderingen (V&D en zo)
Gvd, die V&D. Een mens moet leren leven met veranderingen. Hoe ouder je wordt, hoe meer er verandert. Of lijkt het maar zo? Wat vaststaat is de snelheid waarmee het gebeurt. In pakweg twintig jaar tijd is er meer veranderd dan in de hele negentiende eeuw. Of lijkt ook dat maar zo?
Bij de brok in de keel, waarmee het personeel van de V&D (zegt men tegenwoordig) de deur definitief achter zich heeft dichtgetrokken, kan ik me heel wat voorstellen. Je zult er maar meer dan veertig jaar de etalages hebben gemaakt. Ik had een tante die lang geleden cheffin was van de baby-afdeling. Een dametje met cachet en dat hoorde ook zo. Zo kwam het dat V&D een icoon in het stedelijk winkelbestand werd genoemd.
Toen ik klein was, had je in Breda aan de kop van de Ridderstraat een – besef ik nu temeer – schitterende V&D in jugendstil. Bij mijn weten toen de enige winkel in de stad met een lift. Ging je naar de stad, dan kwam je natuurlijk in dat warenhuis. Op 'n keer nam mijn 12 jaar oudere zusje me mee en tracteerde me in de lunchroom op 'wijnsoep', 'n soort verwarmd vruchtensap met rozijnen, die ik natuurlijk als kleine zoetekauw erg lekker vond. Het bijzondere van die lunchroom was een enorm aquarium. De serveersters waren, als trouwens alle verkoopsters, in het zwart. Ze droegen witte schortjes met kant afgezet en wit-katoenen diademen. Niks zelfbediening; het begrip bestond niet eens. Nog geen twintig jaar geleden is die V&D onderdeel geworden van een luxe winkelcentrum, De Barones, dat momenteel alweer een grootscheepse verbouwing ondergaat. Aanleiding: vertrek Bijenkorf en meer leegstand van winkels. Daar komt het V&D-drama dus nu weer tussendoor.
De meubelafdeling van de oude Bredase V&D lag in een groot aangrenzend pand aan de Karrestraat. Vroom en Dreesmann stond er voluit op. Onze overbuurman, meneer Van der Pas, was daar de baas. Die had voor de oorlog al een auto, een DKW met een tweetaktmotor, waarmee hij 's morgens om half negen de straat uit pruttelde. Die auto heeft hij trouwens tussen 1940 en 1945 in zijn schuur verstopt. Het echtpaar Van der Pas bridgete wekelijks met mijn moeder. Ik was dus tamelijk verbaasd dat meneer Van der Pas mijn moeder in de meubelzaak van V&D begroette alsof ze de koningin was. Achteraf begreep ik dat dat zo hoorde.
Zo, nu weten jullie 'n beetje, hoeveel er is veranderd.
(Gesproken column Omroep Best, 17.02.2016)
Bij de brok in de keel, waarmee het personeel van de V&D (zegt men tegenwoordig) de deur definitief achter zich heeft dichtgetrokken, kan ik me heel wat voorstellen. Je zult er maar meer dan veertig jaar de etalages hebben gemaakt. Ik had een tante die lang geleden cheffin was van de baby-afdeling. Een dametje met cachet en dat hoorde ook zo. Zo kwam het dat V&D een icoon in het stedelijk winkelbestand werd genoemd.
Toen ik klein was, had je in Breda aan de kop van de Ridderstraat een – besef ik nu temeer – schitterende V&D in jugendstil. Bij mijn weten toen de enige winkel in de stad met een lift. Ging je naar de stad, dan kwam je natuurlijk in dat warenhuis. Op 'n keer nam mijn 12 jaar oudere zusje me mee en tracteerde me in de lunchroom op 'wijnsoep', 'n soort verwarmd vruchtensap met rozijnen, die ik natuurlijk als kleine zoetekauw erg lekker vond. Het bijzondere van die lunchroom was een enorm aquarium. De serveersters waren, als trouwens alle verkoopsters, in het zwart. Ze droegen witte schortjes met kant afgezet en wit-katoenen diademen. Niks zelfbediening; het begrip bestond niet eens. Nog geen twintig jaar geleden is die V&D onderdeel geworden van een luxe winkelcentrum, De Barones, dat momenteel alweer een grootscheepse verbouwing ondergaat. Aanleiding: vertrek Bijenkorf en meer leegstand van winkels. Daar komt het V&D-drama dus nu weer tussendoor.
De meubelafdeling van de oude Bredase V&D lag in een groot aangrenzend pand aan de Karrestraat. Vroom en Dreesmann stond er voluit op. Onze overbuurman, meneer Van der Pas, was daar de baas. Die had voor de oorlog al een auto, een DKW met een tweetaktmotor, waarmee hij 's morgens om half negen de straat uit pruttelde. Die auto heeft hij trouwens tussen 1940 en 1945 in zijn schuur verstopt. Het echtpaar Van der Pas bridgete wekelijks met mijn moeder. Ik was dus tamelijk verbaasd dat meneer Van der Pas mijn moeder in de meubelzaak van V&D begroette alsof ze de koningin was. Achteraf begreep ik dat dat zo hoorde.
Zo, nu weten jullie 'n beetje, hoeveel er is veranderd.
(Gesproken column Omroep Best, 17.02.2016)
maandag 8 februari 2016
Halfvasten, een vreemde eend
De carnavalsoptochten in Den Bosch en Breda gaan vandaag, vanwege de harde wind, niet door. Die van Breda zal nu op 6 maart worden gehouden. Halfvasten! Op een twitterbericht hierover reageerde ik, misschien iets te snel, met ‘de definitieve loskoppeling van carnaval van het r.-k. geloof’. Want halfvasten was en is wellicht nog op het Franse platteland en in Franstalig België wel een carnavalesk feest: mi carême. In het wat ingetogener noord-west Europa is het een vreemde eend in de bijt.
Hier spreken de gelovige katholieken van ‘Zondag Laetare’, waarbij het latijnse woord ‘verheug u’ betekent – op het naderende paasfeest wel te verstaan.
Ik ken in mijn lange leven – afgezien van de tweede wereldoorlog – maar één geval, waarin het carnaval in Nederland in zijn geheel werd afgelast: in 1953, na de watersnood met meer dan 1800 doden. Het carnaval had toen trouwens nog lang niet de omvang van nu; het werd door de r.-k. geestelijkheid tegengewerkt. Van het lyceum kregen we op maandagmiddag (Bredase optocht!) geen vrij. Bovendien waren we nog arm. Een kind met een vraagteken op z’n wang geschilderd was al heel wat. Breda mag dan nog steeds Kielengat heten, 'n fantasielozer en armzaliger uitdossing dan de boerenkiel is nu ondenkbaar. Wat niet wegneemt dat het carnaval daar aanwijsbaar ouder is dan waar ook in Brabant. Dankzij carnaval vierende Spaanse bezetters, kon de stad op 4 maart 1590 met behulp van een turfschip worden ingenomen.
Er bestaat ook nog zoiets als een carnaval d’été, een zomercarnaval, maar dat heeft in Nederland, afgezien van enkele plaatsen waaronder Rotterdam, nooit echt voet aan de grond gekregen.
donderdag 4 februari 2016
Politieke huichelarij in Bernheze
En
zich maar bezorgd maken over het toenemende verschijnsel van de burger die zich
afkeert van de politiek. Of is dat ook al huichelarij? Ik weet het niet meer. In
de gemeente Bernheze lijkt die politiek (i.c. de gemeenteraad) door de knieën te
gaan voor het schorem dat enkele weken geleden met grof geweld de discussie over de
eventuele vestiging van een azc voor 500 vluchtelingen in Heesch frustreerde.
Dat azc komt er dus niet. ‘Maar niet vanwege die relschoppers hoor.’
Zie, hoe CDA-er Wim van Lith het te verwachten besluit van de raad, volgens het Brabants Dagblad aan de goegemeente verkoopt: ‘Gezien de gespannen situatie in Heesch/Bernheze willen we nu duidelijkheid geven aan die mensen die op een ordentelijke wijze hun mening kenbaar gemaakt hebben.’ En – verkort weergegeven – ‘zwichten voor de relschoppers doen we niet.’
Als Van Lith nu stante pede met een alternatief voor een groot azc (500 mensen) voor de dag was gekomen, dan had hij nog enigszins aan geloofwaardigheid kunnen winnen. Uit een onderzoekje online van het BD blijkt namelijk dat 71% van de deelnemers daar wel iets in ziet.
Zie, hoe CDA-er Wim van Lith het te verwachten besluit van de raad, volgens het Brabants Dagblad aan de goegemeente verkoopt: ‘Gezien de gespannen situatie in Heesch/Bernheze willen we nu duidelijkheid geven aan die mensen die op een ordentelijke wijze hun mening kenbaar gemaakt hebben.’ En – verkort weergegeven – ‘zwichten voor de relschoppers doen we niet.’
Als Van Lith nu stante pede met een alternatief voor een groot azc (500 mensen) voor de dag was gekomen, dan had hij nog enigszins aan geloofwaardigheid kunnen winnen. Uit een onderzoekje online van het BD blijkt namelijk dat 71% van de deelnemers daar wel iets in ziet.
dinsdag 2 februari 2016
Beter horen begint bij het E3-strand
De gratis
te lezen website van het Eindhovens Dagblad is natuurlijk een prima
medium om meningen te peilen. Maar of de daaruit te verkrijgen informatie ook
echt relevant is, blijft in het midden. Het soort vragen op zo’n site wil nogal
eens blijven steken in een tenenkrommende soort oppervlakkigheid. Zoals dit
‘onderzoek’: Het E3-strand bij Eersel is de nieuwe locatie voor The Flying
Dutch Festival. Het is een betere plek dan Strijp S. 1144 reacties, niet
mis. Eens: 55%, Oneens: 45%.
Wie waren de reaguurders en wat zou er in hun hoofden zijn omgegaan bij het in overweging nemen (dit klinkt zwaarwichtiger dan de vermoedelijke realiteit) van de door het ED geponeerde stelling?
Kunnen we ervan uit gaan dat de deelnemers aan het spelletje overwegend behoren tot de categorie festivalliefhebbers? Ik wens dat te betwijfelen. Kan me namelijk goed voorstellen dat de tegenstanders van dit soort openluchtfestivals, met name die in de relatief nog landelijke Kempen, van de nood een deugd hebben gemaakt en de stelling – voor hen van ondergeschikt belang – hebben gebruikt om hun weerzin tegen dit soort oorverdovend vermaak te uiten. De uitslag (nagenoeg half om half) liegt er niet om.
Het nieuws over de nieuwe locatie, naast Rotterdam en Amsterdam (‘de beste dj’s’ zullen per helikopter worden heen en weer gevlogen) is voor de omwonenden en de vogelrijke natuur ronduit verontrustend: ‘Flying Dutch kan in Eersel 10.000 mensen meer kwijt,’ juicht het ED vandaag in haar papieren uitgave. Lang leve de de regio dienende nuance.
Over de decibellen die op dit soort festivals worden geproduceerd en waarop de plaatselijke overheden handhavend moeten toezien, heeft J.C.M. van der Schoot afgelopen september een prima column op deze site geschreven. (Her)lezing hier zij van harte aanbevolen.
‘Beter horen begint op zaterdag 4 juni bij het E3-strand’, maar het probleem beperkt zich niet tot Eersel en de overige ‘Zaligheden’. Ook Aquabest, mede tegen de wijken van Eindhoven Noord aan gelegen en ‘in bedrijf’ tot in Best West te horen, heeft voor het komende seizoen weer een ‘veelbelovend’ programma van vijf music and dance events.
Wie waren de reaguurders en wat zou er in hun hoofden zijn omgegaan bij het in overweging nemen (dit klinkt zwaarwichtiger dan de vermoedelijke realiteit) van de door het ED geponeerde stelling?
Kunnen we ervan uit gaan dat de deelnemers aan het spelletje overwegend behoren tot de categorie festivalliefhebbers? Ik wens dat te betwijfelen. Kan me namelijk goed voorstellen dat de tegenstanders van dit soort openluchtfestivals, met name die in de relatief nog landelijke Kempen, van de nood een deugd hebben gemaakt en de stelling – voor hen van ondergeschikt belang – hebben gebruikt om hun weerzin tegen dit soort oorverdovend vermaak te uiten. De uitslag (nagenoeg half om half) liegt er niet om.
Het nieuws over de nieuwe locatie, naast Rotterdam en Amsterdam (‘de beste dj’s’ zullen per helikopter worden heen en weer gevlogen) is voor de omwonenden en de vogelrijke natuur ronduit verontrustend: ‘Flying Dutch kan in Eersel 10.000 mensen meer kwijt,’ juicht het ED vandaag in haar papieren uitgave. Lang leve de de regio dienende nuance.
Over de decibellen die op dit soort festivals worden geproduceerd en waarop de plaatselijke overheden handhavend moeten toezien, heeft J.C.M. van der Schoot afgelopen september een prima column op deze site geschreven. (Her)lezing hier zij van harte aanbevolen.
‘Beter horen begint op zaterdag 4 juni bij het E3-strand’, maar het probleem beperkt zich niet tot Eersel en de overige ‘Zaligheden’. Ook Aquabest, mede tegen de wijken van Eindhoven Noord aan gelegen en ‘in bedrijf’ tot in Best West te horen, heeft voor het komende seizoen weer een ‘veelbelovend’ programma van vijf music and dance events.
zondag 31 januari 2016
Cordon Sanitaire
Het ziet
er naar uit dat de maatregel die burgemeester Van der Werff van Noordoostpolder
uitvaardigde tegen de komst van (ook) de media naar een voorlichtingsbijeenkomst
over asielzoekers in Luttelgeest nog wel even de nationale gemoederen zal bezig
houden. Ofwel, dit muisje krijgt ongetwijfeld nog een staartje, mede gezien het
voornemen van de journalistenvakbond (NVJ) en Omroep Flevoland de
bestuursrechter om een uitspraak te vragen over wat als een regelrechte
schending van de persvrijheid kan worden beschouwd.
Er lag ‘n soort cordon sanitaire rond Luttelgeest en toen verslaggevers van de regionale omroep zich toch toegang probeerden te verschaffen, werden ze weggestuurd, wat burgemeester Van der Werff tegenover de Leeuwarder Courant verklaart met ‘Dat komt door hoe ze zich gedroegen’.
Dat is dan dat, zou je kunnen denken, ware het niet dat de Commissaris van de Koning in Flevoland, Leen Verbeek, meende te moeten twitteren: ‘persvrijheid geen rechtvaardiging wangedrag journalisten. Ik steun burgemeester v.d.Werff.’
Waarop Verbeek natuurlijk half journalistiek Nederland – en daaronder niet de eersten de besten – over zich heen kreeg. Zelf reageerde ik met het verzoek: ‘verklaar u nader aub.’ Want waarop baseerde Verbeek zich? Op de vage verklaring van de burgemeester omtrent gedrag? Ik kan me daarbij wel iets voorstellen. Je zult als journalist maar – dat is overigens op zichzelf geen nieuws – door de politie worden gehinderd in de volstrekt legitieme uitoefening van je beroep. Wat had de burgemeester anders verwacht? Dat die verslaggevers braaf, met hangende pootjes zouden afdruipen?
Ook bestuurders, van hoog tot laag, hebben de laatste jaren de mogelijkheden van de sociale media ontdekt, zichzelf en hun beleid te verkopen. Velen onder hen maken daar gedoseerd en met terughoudendheid gebruik van. Zij realiseren zich dat je in 141 tekens (de limiet van Twitter) onmogelijk op een genuanceerde manier een standpunt kunt vertolken. Zo niet deze Commissaris van de Koning, die ik dan ook van harte aanbeveel eens ‘n cursusje internetgebruik te volgen, alvorens opnieuw het risico te nemen van een scheve schaats. Raadpleeg eventueel uw communicatieadviseur.
Er lag ‘n soort cordon sanitaire rond Luttelgeest en toen verslaggevers van de regionale omroep zich toch toegang probeerden te verschaffen, werden ze weggestuurd, wat burgemeester Van der Werff tegenover de Leeuwarder Courant verklaart met ‘Dat komt door hoe ze zich gedroegen’.
Dat is dan dat, zou je kunnen denken, ware het niet dat de Commissaris van de Koning in Flevoland, Leen Verbeek, meende te moeten twitteren: ‘persvrijheid geen rechtvaardiging wangedrag journalisten. Ik steun burgemeester v.d.Werff.’
Waarop Verbeek natuurlijk half journalistiek Nederland – en daaronder niet de eersten de besten – over zich heen kreeg. Zelf reageerde ik met het verzoek: ‘verklaar u nader aub.’ Want waarop baseerde Verbeek zich? Op de vage verklaring van de burgemeester omtrent gedrag? Ik kan me daarbij wel iets voorstellen. Je zult als journalist maar – dat is overigens op zichzelf geen nieuws – door de politie worden gehinderd in de volstrekt legitieme uitoefening van je beroep. Wat had de burgemeester anders verwacht? Dat die verslaggevers braaf, met hangende pootjes zouden afdruipen?
Ook bestuurders, van hoog tot laag, hebben de laatste jaren de mogelijkheden van de sociale media ontdekt, zichzelf en hun beleid te verkopen. Velen onder hen maken daar gedoseerd en met terughoudendheid gebruik van. Zij realiseren zich dat je in 141 tekens (de limiet van Twitter) onmogelijk op een genuanceerde manier een standpunt kunt vertolken. Zo niet deze Commissaris van de Koning, die ik dan ook van harte aanbeveel eens ‘n cursusje internetgebruik te volgen, alvorens opnieuw het risico te nemen van een scheve schaats. Raadpleeg eventueel uw communicatieadviseur.
vrijdag 29 januari 2016
Twee borreltjes op een doodskist
Van begrafenisrituelen kun je niet meer spreken; begrafenissen raken steeds meer
uit de mode, zijn opgevolgd door de crematie. Laat staan dat nog veel mensen
iets weten van de uitvaarten in de r.-k. kerken, zoals ze vroeger, ja
vroeger gestalte kregen.
Zwart als teken van rouw heeft volledig afgedaan. Te somber. Koningin Wilhelmina ging ons daarin voor: ze wilde alles wit hebben en zo geschiedde. In mijn jeugd was alles in de kerk zwart; hoe duurder (mis met drie heren!) hoe zwarter. Zwart velours over de panelen boven het altaar, zwarte vanen, een zwarte katafalk (‘n soort prieel in het middenpad van de kerk, waarin de kist met de overledene werd geplaatst). Daar verrichtte de priester aan het eind van de dienst de zogenaamde absoute, een laatste smeekbede voor de dode, waarbij de kist met wijwater werd besprenkeld.
Somber was ook het gregoriaanse gezang uit de 13e eeuw, tijdens de dodenmis, het Dies Irae (‘Dag van Toorn') maar ontroerend mooi en hoopgevend het lied In Paradisum deducant te angeli (‘De engelen geleiden u naar het paradijs’) bij het naar buiten, naar het kerkhof dragen van de overledene. Een deftig lijk werd deftig uitgeleide gedaan. Nog rond 1970 kwam ik bij zo'n gelegenheid een hoofdredacteur tegen, gekleed in jacquet en met hoge hoed. Maar die man placht dan ook in zijn werkkamer op de krant te lunchen met complete garnituur, inclusief linnen servet.
Religiositeit is er bij de crematieplechtigheden nauwelijks meer bij, of er zou een spreker moeten zijn die het ongeloof van een dominee aangaande het hiernamaals citeert. Het is nog steeds zoeken naar ‘nieuwe vormen’. Recentelijk maakte ik twee crematiebijkomsten mee. In het ene geval betrof het een zeer oude weduwnaar, van wie werd gezegd dat hij, toen zijn vrouw nog leefde, graag voor het slapen gaan samen met haar een borreltje tot zich nam. Dus werden er twee glaasjes op de kist gezet en gevuld!
In het tweede geval frappeerde de aanwezigheid van…een hond. Het was een flinke boxer, naar verluidt een van de beste vrienden van de overledene. De hond gedroeg zich voorbeeldig en ik geloof niet dat er iemand was die zijn aanwezigheid raar vond.
Beluister In Paradisum in het Requiem van Fauré
Zwart als teken van rouw heeft volledig afgedaan. Te somber. Koningin Wilhelmina ging ons daarin voor: ze wilde alles wit hebben en zo geschiedde. In mijn jeugd was alles in de kerk zwart; hoe duurder (mis met drie heren!) hoe zwarter. Zwart velours over de panelen boven het altaar, zwarte vanen, een zwarte katafalk (‘n soort prieel in het middenpad van de kerk, waarin de kist met de overledene werd geplaatst). Daar verrichtte de priester aan het eind van de dienst de zogenaamde absoute, een laatste smeekbede voor de dode, waarbij de kist met wijwater werd besprenkeld.
Somber was ook het gregoriaanse gezang uit de 13e eeuw, tijdens de dodenmis, het Dies Irae (‘Dag van Toorn') maar ontroerend mooi en hoopgevend het lied In Paradisum deducant te angeli (‘De engelen geleiden u naar het paradijs’) bij het naar buiten, naar het kerkhof dragen van de overledene. Een deftig lijk werd deftig uitgeleide gedaan. Nog rond 1970 kwam ik bij zo'n gelegenheid een hoofdredacteur tegen, gekleed in jacquet en met hoge hoed. Maar die man placht dan ook in zijn werkkamer op de krant te lunchen met complete garnituur, inclusief linnen servet.
Religiositeit is er bij de crematieplechtigheden nauwelijks meer bij, of er zou een spreker moeten zijn die het ongeloof van een dominee aangaande het hiernamaals citeert. Het is nog steeds zoeken naar ‘nieuwe vormen’. Recentelijk maakte ik twee crematiebijkomsten mee. In het ene geval betrof het een zeer oude weduwnaar, van wie werd gezegd dat hij, toen zijn vrouw nog leefde, graag voor het slapen gaan samen met haar een borreltje tot zich nam. Dus werden er twee glaasjes op de kist gezet en gevuld!
In het tweede geval frappeerde de aanwezigheid van…een hond. Het was een flinke boxer, naar verluidt een van de beste vrienden van de overledene. De hond gedroeg zich voorbeeldig en ik geloof niet dat er iemand was die zijn aanwezigheid raar vond.
Beluister In Paradisum in het Requiem van Fauré
woensdag 27 januari 2016
Niet node gemist
Wat heb ik in de jaren zestig, zeventig toch
veel van de tv gemist. Het was nog overwegend zwart-wit en tv on demand
(uitzending gemist) was er niet bij. Als ik terugkijk, maar dan in de zin
van ‘mijn herinneringen raadpleeg’, denk ik niet dat ik veel heb gemist in de
zin van dat het me spijt.
Het gaat hier voornamelijk over de spelletjes en de quizzen waarover de vpro gids van deze week schrijft onder de kop ´Het was stil op straat´. Aanleiding is, als ik het goed heb, een uitzending van Andere Tijden, waarin werd onthuld dat ook in die tijd uitzendingen zodanig werden gemanipuleerd dat de leukste of bekendste mensen de spelletjes wonnen, Het wordt door toenmalige quizmasters als Fred Oster zonder blikken of blozen erkend.
Het was niet het vele avond- en nachtwerk dat mij van de buis weghield, want programma’s als de Soundmixshow, Een van de acht en dat van de mateloos populaire Willem Ruis z.g. waren bedoeld als Ontspanning Na Arbeid (ONA) op de zaterdagavond. (Ik kan het niet laten hier even aan te stippen dat er een voetbalvereniging bestond die ONA heette en dat de plaatselijke correspondent van het regionale dagblad ooit na een nederlaag schreef: ‘teleurgesteld trokken de ONAnisten af.’)
Maar goed, op de een of andere manier meende ik dus al die programma’s te kunnen missen. Uitzonderingen daargelaten, zoals Hou je aan je woord, onder leiding van de Vlaamse schrijver Karel Jonckheere, waaraan bekende auteurs als de toen nog sigaretten paffende Harry Mulisch, Hella Haasse en Godfried Bomans deelnamen. Laatstgenoemde had zelfs zijn immense populariteit in die jaren aan zijn tv-optredens te danken. Hij placht in zo’n uitzending de beantwoording van een vraag te beginnen met. ‘Ik had een oom…oom Eustache…’, waarop de zaal als op commando in een deuk lag.
Een voorbeeld van manipulatie dat ik tot slot nog even vermeld, om het niveau van de spelletjes nader aan te duiden, was het gedoe met een metalen spiraal, die de deelnemer met ‘n ring moest volgen zonder die aan te raken – gebeurde dat wel, dan klonk er een alarm. De truc die bij een potentiële winnaar werd uitgehaald, was het uitschakelen van de stroom. Die spelopdracht was een ietwat veredelde versie van wat kinderen al in de jaren vijftig presenteerden op een fancy fair of bazar, met behulp van een batterijtje en een fietslampje.
Het gaat hier voornamelijk over de spelletjes en de quizzen waarover de vpro gids van deze week schrijft onder de kop ´Het was stil op straat´. Aanleiding is, als ik het goed heb, een uitzending van Andere Tijden, waarin werd onthuld dat ook in die tijd uitzendingen zodanig werden gemanipuleerd dat de leukste of bekendste mensen de spelletjes wonnen, Het wordt door toenmalige quizmasters als Fred Oster zonder blikken of blozen erkend.
Het was niet het vele avond- en nachtwerk dat mij van de buis weghield, want programma’s als de Soundmixshow, Een van de acht en dat van de mateloos populaire Willem Ruis z.g. waren bedoeld als Ontspanning Na Arbeid (ONA) op de zaterdagavond. (Ik kan het niet laten hier even aan te stippen dat er een voetbalvereniging bestond die ONA heette en dat de plaatselijke correspondent van het regionale dagblad ooit na een nederlaag schreef: ‘teleurgesteld trokken de ONAnisten af.’)
Maar goed, op de een of andere manier meende ik dus al die programma’s te kunnen missen. Uitzonderingen daargelaten, zoals Hou je aan je woord, onder leiding van de Vlaamse schrijver Karel Jonckheere, waaraan bekende auteurs als de toen nog sigaretten paffende Harry Mulisch, Hella Haasse en Godfried Bomans deelnamen. Laatstgenoemde had zelfs zijn immense populariteit in die jaren aan zijn tv-optredens te danken. Hij placht in zo’n uitzending de beantwoording van een vraag te beginnen met. ‘Ik had een oom…oom Eustache…’, waarop de zaal als op commando in een deuk lag.
Een voorbeeld van manipulatie dat ik tot slot nog even vermeld, om het niveau van de spelletjes nader aan te duiden, was het gedoe met een metalen spiraal, die de deelnemer met ‘n ring moest volgen zonder die aan te raken – gebeurde dat wel, dan klonk er een alarm. De truc die bij een potentiële winnaar werd uitgehaald, was het uitschakelen van de stroom. Die spelopdracht was een ietwat veredelde versie van wat kinderen al in de jaren vijftig presenteerden op een fancy fair of bazar, met behulp van een batterijtje en een fietslampje.
woensdag 20 januari 2016
Populistisch gekronkel
Het gekronkel van de VVD in overduidelijke reactie op de
peilingssuccessen van voormalig medelid Wilders begint lachwekkende, want al te
doorzichtige vormen aan te nemen. Onlangs zagen we zorgminister Edith Schippers
al op een desktrainer in haar werkkamer onder het onnozele motto
‘zitten is het nieuwe roken’ en joeg Melanie Schultz van Haegen
(verkeer) aanpalende gemeenten, waaronder Best en Oirschot, tegen zich in het
harnas met de bij haar kiezers o zo populaire opvoering van de maximum snelheid
op de autosnelwegen tot 130 kilometer per uur.
Of dit gekronkel helpt is natuurlijk vers twee. Ik zag een archieffoto van de inmiddels weggebonjourde Fred Teeven in zijn werkkamer met zo’n 130-bord aan de muur. Kinderlijk.
Vandaag gaat minister Schultz naar de in Brabant hoogst omstreden kerncentrale in het aangrenzende Doel, dertig kilometer verwijderd van Bergen op Zoom. Wie denkt dat er een oplossing uit komt voor de krakkemikkigheid van de installaties daar (sluiting) wedijvert met de VVD in naïviteit. Veel meer dan een excursie is het niet. Tegenbezoek aan Borssele in de pijplijn. Er zit voor de Brabanders en de Zeeuwen niks anders op dan het voorbeeld te volgen van Maastricht en Aken, die een juridische actie voorbereiden tegen het open houden van de ook al meer dan 40 jaar oude centrale in Tihange.
Het is trouwens duidelijk dat België diep in de puree zit met zijn electriciteitsopwekking. Al hebben we de laatste tijd niets meer gehoord van het desnoods tijdelijk stroomloos zetten van een aantal gemeenten aldaar. En van de optie, elektriciteit uit de Nederlandse overcapaciteit te kopen. Handel, VVD, handel!
Kampioen populist Schultz zat gisteravond in Nieuwsuur zogenaamd het kabinetsbesluit (ja ja, de zoveelste collaboratiedaad van coalitiegenoot PvdA) te verdedigen tot het liberaliseren van het bouwen aan de welhaast uniek gave Nederlandse zeekust. Loop dat niet uit de hand, wilde interviewer Mariëlle Tweebeeke weten. Schultz: Welnee, provincies en gemeenten zijn er toch om daar op toe te zien, zoals in andere natuurgebieden. Wat heeft zo’n besluit dan voor zin, als het toch geen verschil maakt? Tweebeeke heeft net niet het gewicht, c.q. is te beleefd om de minister erop te wijzen dat ze gewoon – zoiets heet tegenwoordig altijd gewoon - geen antwoord geeft op zo’n cruciale vraag.
Wie een beetje doordenkt, en gelukkig zit er een meerderheid in de Kamer die Schultz tot de orde wil roepen, ziet het al helemaal voor zich: lagere overheden die bezwijken voor de verleiding, de grootste vrienden van de VVD, de projectontwikkelaars, ‘n handje toe te steken.
Steeds meer het gevoel dat de voornaamste kunst op dit moment is, hoe overleven we dit rampzalige kabinet.
Of dit gekronkel helpt is natuurlijk vers twee. Ik zag een archieffoto van de inmiddels weggebonjourde Fred Teeven in zijn werkkamer met zo’n 130-bord aan de muur. Kinderlijk.
Vandaag gaat minister Schultz naar de in Brabant hoogst omstreden kerncentrale in het aangrenzende Doel, dertig kilometer verwijderd van Bergen op Zoom. Wie denkt dat er een oplossing uit komt voor de krakkemikkigheid van de installaties daar (sluiting) wedijvert met de VVD in naïviteit. Veel meer dan een excursie is het niet. Tegenbezoek aan Borssele in de pijplijn. Er zit voor de Brabanders en de Zeeuwen niks anders op dan het voorbeeld te volgen van Maastricht en Aken, die een juridische actie voorbereiden tegen het open houden van de ook al meer dan 40 jaar oude centrale in Tihange.
Het is trouwens duidelijk dat België diep in de puree zit met zijn electriciteitsopwekking. Al hebben we de laatste tijd niets meer gehoord van het desnoods tijdelijk stroomloos zetten van een aantal gemeenten aldaar. En van de optie, elektriciteit uit de Nederlandse overcapaciteit te kopen. Handel, VVD, handel!
Kampioen populist Schultz zat gisteravond in Nieuwsuur zogenaamd het kabinetsbesluit (ja ja, de zoveelste collaboratiedaad van coalitiegenoot PvdA) te verdedigen tot het liberaliseren van het bouwen aan de welhaast uniek gave Nederlandse zeekust. Loop dat niet uit de hand, wilde interviewer Mariëlle Tweebeeke weten. Schultz: Welnee, provincies en gemeenten zijn er toch om daar op toe te zien, zoals in andere natuurgebieden. Wat heeft zo’n besluit dan voor zin, als het toch geen verschil maakt? Tweebeeke heeft net niet het gewicht, c.q. is te beleefd om de minister erop te wijzen dat ze gewoon – zoiets heet tegenwoordig altijd gewoon - geen antwoord geeft op zo’n cruciale vraag.
Wie een beetje doordenkt, en gelukkig zit er een meerderheid in de Kamer die Schultz tot de orde wil roepen, ziet het al helemaal voor zich: lagere overheden die bezwijken voor de verleiding, de grootste vrienden van de VVD, de projectontwikkelaars, ‘n handje toe te steken.
Steeds meer het gevoel dat de voornaamste kunst op dit moment is, hoe overleven we dit rampzalige kabinet.
woensdag 13 januari 2016
Vooruit met de geit...eh...het edelhert
In Groeiend Best las ik een berichtje, waarover op de besluitenlijst
van B en W (5 januari) geen letter is te vinden, maar dat mij toch liet opveren:
‘Gemeente geeft subsidie aan Brabants Landschap voor uitzetten edelherten.’
De Stichting wordt volgens het bericht, zelfs voordat ze daartoe een verzoek heeft ingediend, een subsidie van 10.000 euro toegezegd voor het plaatsen van een hek om het natuur- en recreatiegebied Het Groene Woud om het mogelijk te maken, daar edelherten uit te zetten. Normaal geeft Best aan dit soort projecten in het kader van de ‘stimuleringsregeling recreatie en toerisme’ maximaal 5000 euro, maar in dit geval wordt zonder opgaaf van redenen een uitzondering gemaakt. ‘Vooruit met de geit…eh…het hert’.
Edelherten, da’s toch leuk, zult u zeggen. Inderdaad, het is net als bij die zeehondjes met hun grote ogen. Zonder verdere kennis en doordenken lijkt alles voor dit soort ‘opwaardering’ van onze armzalige natuur te pleiten. Maar er zijn velen die daar toch ‘n tikkeltje anders over denken.
Zo heeft de Partij voor de Dieren de Provincie Noord-Brabant vorig jaar juni al per brief gevraagd om de subsidie voor de introductie van het edelhert in het Groene Woud in de wacht te zetten. De partij vindt dat een gebied van 300 hectaren te klein is voor een goede ontwikkeling van de populatie en is bang voor inteelt. Ook maakt men bezwaar tegen beheer van de toekomstige hertenpopulatie door middel van afschot. Ik citeer: ‘Dat is geen natuurbeheer anno 2013 maar het houden van productiedieren voor de jacht.’ Door het plaatsen van dat hek zou bovendien een extra obstakel worden gevormd voor andere dieren die in het gebied leven. Anderen vinden dat overheden, in plaats van meewerken aan deze flauwekul, meer zouden moeten doen aan de bevordering van de rust in de ons resterende natuurgebieden.
Mijn indruk is – en dat geldt ook voor het gemeentebestuur van Best – dat er weer eens slecht naar de burger wordt geluisterd. Het Noord-Brabants Landschap, 84 jaar geleden door enkele deftige heren als stichting (een ondemocratische bestuursvorm) opgericht, zou maar eens wat minder soepel door diverse overheden in de watten moeten worden gelegd. Zelf heb ik ‘n paar weken geleden, na 50 jaar contribuant te zijn geweest, dit ‘lidmaatschap zonder rechten’ opgezegd. Denk maar niet dat het Brabants Landschap daar met een enkel woord op heeft gereageerd. Zelfgenoegzaamheid is troef daar in dat riant tot kantoor ingerichte koetshuis van kasteel Nemelaer in Haaren.
(Column voor Omroep Best, 13.01.16)
De Stichting wordt volgens het bericht, zelfs voordat ze daartoe een verzoek heeft ingediend, een subsidie van 10.000 euro toegezegd voor het plaatsen van een hek om het natuur- en recreatiegebied Het Groene Woud om het mogelijk te maken, daar edelherten uit te zetten. Normaal geeft Best aan dit soort projecten in het kader van de ‘stimuleringsregeling recreatie en toerisme’ maximaal 5000 euro, maar in dit geval wordt zonder opgaaf van redenen een uitzondering gemaakt. ‘Vooruit met de geit…eh…het hert’.
Edelherten, da’s toch leuk, zult u zeggen. Inderdaad, het is net als bij die zeehondjes met hun grote ogen. Zonder verdere kennis en doordenken lijkt alles voor dit soort ‘opwaardering’ van onze armzalige natuur te pleiten. Maar er zijn velen die daar toch ‘n tikkeltje anders over denken.
Zo heeft de Partij voor de Dieren de Provincie Noord-Brabant vorig jaar juni al per brief gevraagd om de subsidie voor de introductie van het edelhert in het Groene Woud in de wacht te zetten. De partij vindt dat een gebied van 300 hectaren te klein is voor een goede ontwikkeling van de populatie en is bang voor inteelt. Ook maakt men bezwaar tegen beheer van de toekomstige hertenpopulatie door middel van afschot. Ik citeer: ‘Dat is geen natuurbeheer anno 2013 maar het houden van productiedieren voor de jacht.’ Door het plaatsen van dat hek zou bovendien een extra obstakel worden gevormd voor andere dieren die in het gebied leven. Anderen vinden dat overheden, in plaats van meewerken aan deze flauwekul, meer zouden moeten doen aan de bevordering van de rust in de ons resterende natuurgebieden.
Mijn indruk is – en dat geldt ook voor het gemeentebestuur van Best – dat er weer eens slecht naar de burger wordt geluisterd. Het Noord-Brabants Landschap, 84 jaar geleden door enkele deftige heren als stichting (een ondemocratische bestuursvorm) opgericht, zou maar eens wat minder soepel door diverse overheden in de watten moeten worden gelegd. Zelf heb ik ‘n paar weken geleden, na 50 jaar contribuant te zijn geweest, dit ‘lidmaatschap zonder rechten’ opgezegd. Denk maar niet dat het Brabants Landschap daar met een enkel woord op heeft gereageerd. Zelfgenoegzaamheid is troef daar in dat riant tot kantoor ingerichte koetshuis van kasteel Nemelaer in Haaren.
(Column voor Omroep Best, 13.01.16)
maandag 4 januari 2016
Een driehoekje winter
Nederland heeft nu een driehoekje winter. Sneeuw is trend nummer 1 op Twitter.
Een exponent daarvan is een foto van Stad Magazine Groningen dat zijn gebruikers oproept ‘hun
mooiste sneeuwfoto’ op te sturen, een actie waaraan dagbladen zich tegenwoordig
ook nogal eens overgeven. Het Radio 1 Journaal leverde vanmorgen een
reportage over zoutstrooien. Héél bijzonder, om het maar weer eens
modisch te zeggen.
Wie had dat gedacht? Ik wel, zei de betweter, tot ergernis wellicht van Levensmaatje, voor wie de zomerse winter niet lang genoeg kan duren, als de lente er maar gauw op volgt. Als ik eerlijk ben, van mij mag het vriezen dat het kraakt, dat is het gezondst, al was het alleen maar omdat de natuur daardoor niet van het padje raakt, de vogels incluis. Er zijn ook categorieën insecten die ik tegen het lengen der dagen liever kwijt ben dan rijk.
Er schijnt al een facebook-pagina over de Elfstedentocht van 19 februari 2016 te bestaan, met ik weet niet hoeveel volgers. Ha! De wens is de vader van de gedachte. Maar, ik voorspel, een zestiende officiële Elfstedentocht zit er echt niet in. Daarvoor moet het eerst een maand lang onafgebroken, ook overdag, vriezen. En dan nog zou het problematisch zijn als gevolg van het te lang te ‘warm’ gebleven oppervlaktewater. De gevolgen zagen we in 2012, toen kwelwater in Friesland aan de onderkant van de ijsvloer knabbelde.
Ik durf zelfs een volgende voorspelling: de Elfstedentocht is compleet historie. Hoe dat zou kunnen, weet ik niet, maar men mag er mij later op afrekenen.
Wie had dat gedacht? Ik wel, zei de betweter, tot ergernis wellicht van Levensmaatje, voor wie de zomerse winter niet lang genoeg kan duren, als de lente er maar gauw op volgt. Als ik eerlijk ben, van mij mag het vriezen dat het kraakt, dat is het gezondst, al was het alleen maar omdat de natuur daardoor niet van het padje raakt, de vogels incluis. Er zijn ook categorieën insecten die ik tegen het lengen der dagen liever kwijt ben dan rijk.
Er schijnt al een facebook-pagina over de Elfstedentocht van 19 februari 2016 te bestaan, met ik weet niet hoeveel volgers. Ha! De wens is de vader van de gedachte. Maar, ik voorspel, een zestiende officiële Elfstedentocht zit er echt niet in. Daarvoor moet het eerst een maand lang onafgebroken, ook overdag, vriezen. En dan nog zou het problematisch zijn als gevolg van het te lang te ‘warm’ gebleven oppervlaktewater. De gevolgen zagen we in 2012, toen kwelwater in Friesland aan de onderkant van de ijsvloer knabbelde.
Ik durf zelfs een volgende voorspelling: de Elfstedentocht is compleet historie. Hoe dat zou kunnen, weet ik niet, maar men mag er mij later op afrekenen.
Facebook, houdoe en bedankt
Heb in
december ‘n paar weken een Facebookaccount gehad. De start was al
twijfelachtig: tot dan had ik mijn Facebookhaat niet onder stoelen of banken
gestoken, maar ik dacht uiteindelijk het motief te vinden dat ik er – gezien
mijn hoofdbezigheden op internet – ‘niet langer omheen kon’.
De praktijk wees anders uit. Facebookgebruikers zijn vooral geïnteresseerd in 1. zichzelf, c.q. de promotie van hun business en 2. hun familie en enkele ‘echte’ vrienden. Het was het familiecircuit dat me het meest aansprak, zeker als het ging om mensen die ‘aan de andere kant van de wereld’ zitten. Maar er kleven aan Facebook teveel bezwaren. Het is moeilijk daar diep op in te gaan zonder iemand op het hart te trappen.
Laat ik het houden op de tsunami aan informatie en foto’s die ongevraagd over je wordt uitgestort. In december was het aantal ´beste wensen´ vergezeld van sleetse plaatjes van kerstballen, sterretjes en ander vuur niet te tellen. Allemaal van mensen die ik niet ken en op het eerste gezicht zelfs niet wil kennen. En komt er al eens een bericht met wat serieuzer gehalte, dan stuit het mij tegen de borst dat – inclusief opgestoken duimpje – leuk te vinden. In één geval heb ik letterlijk ‘niet leuk’ gezegd toen een Bestse ‘instantie’ ongegeneerd een foto van mijn site zonder bronvermelding gebruikte.
Googel even op ‘Facebook verwijderen’ en je krijgt ontelbaar veel motieven voor ogen waarom je dit zou moeten doen. Plus aanwijzingen hoe, wat niet onwelkom is gezien de wijze waarop Zuckerberg en consorten deze mogelijkheid ‘verstoppen’. Daar hebben ze hun redenen voor: F. is voor hen immers een goudmijn dankzij de aan derden verkoopbare informatie die ze over jou verzamelen. Totdat overheden daar eindelijk afdoende tegen optreden. Hoe vaak is mij al niet om mijn telefoonnummer gevraagd, terwijl ik helemaal geen smartphone gebruik.
Kortom: houdoe en bedankt. Gelukkig vond ik op F. enkele gasten die ik wel verder zou willen volgen en die ook een Twitteraccount hebben. Twitter is namelijk een sociaal medium dat je zelf naar je hand kunt zetten.
De praktijk wees anders uit. Facebookgebruikers zijn vooral geïnteresseerd in 1. zichzelf, c.q. de promotie van hun business en 2. hun familie en enkele ‘echte’ vrienden. Het was het familiecircuit dat me het meest aansprak, zeker als het ging om mensen die ‘aan de andere kant van de wereld’ zitten. Maar er kleven aan Facebook teveel bezwaren. Het is moeilijk daar diep op in te gaan zonder iemand op het hart te trappen.
Laat ik het houden op de tsunami aan informatie en foto’s die ongevraagd over je wordt uitgestort. In december was het aantal ´beste wensen´ vergezeld van sleetse plaatjes van kerstballen, sterretjes en ander vuur niet te tellen. Allemaal van mensen die ik niet ken en op het eerste gezicht zelfs niet wil kennen. En komt er al eens een bericht met wat serieuzer gehalte, dan stuit het mij tegen de borst dat – inclusief opgestoken duimpje – leuk te vinden. In één geval heb ik letterlijk ‘niet leuk’ gezegd toen een Bestse ‘instantie’ ongegeneerd een foto van mijn site zonder bronvermelding gebruikte.
Googel even op ‘Facebook verwijderen’ en je krijgt ontelbaar veel motieven voor ogen waarom je dit zou moeten doen. Plus aanwijzingen hoe, wat niet onwelkom is gezien de wijze waarop Zuckerberg en consorten deze mogelijkheid ‘verstoppen’. Daar hebben ze hun redenen voor: F. is voor hen immers een goudmijn dankzij de aan derden verkoopbare informatie die ze over jou verzamelen. Totdat overheden daar eindelijk afdoende tegen optreden. Hoe vaak is mij al niet om mijn telefoonnummer gevraagd, terwijl ik helemaal geen smartphone gebruik.
Kortom: houdoe en bedankt. Gelukkig vond ik op F. enkele gasten die ik wel verder zou willen volgen en die ook een Twitteraccount hebben. Twitter is namelijk een sociaal medium dat je zelf naar je hand kunt zetten.
donderdag 31 december 2015
Herinneringen aan York
Er zijn
plekken in de wereld, die je wat doen. Die in je herinnering blijven omdat ze
indruk op je hebben gemaakt of verbonden zijn met een emotionele fase in je
leven. Landschappen, dorpen steden. Zo’n stad is voor mij York. Als je
dan hoort dat zo’n mooie, monumentale stad onder water staat, als gevolg van door
dijken niet te keren regen, dan leef je sterker mee dan bij gemiddelde berichten
over rampen.
Ik was in York, als elfjarige, in mei of juni 1945, deel uitmakend van een kinderuitzending naar Engeland. Die was al in maart van dat jaar – voor het einde van de oorlog – begonnen. Met een Brits marineschip waren ondervoede kinderen uit Brabant en Limburg, tussen de mijnenvelden door overgezet naar de havenstad Tilbury, voor een verblijf van drie maanden in een barakkenkamp bij het dorp Cottingham in Yorkshire, ver van alle oorlogsgeweld. Als lid van een kersvers gevormde Nederlandse padvindersgroep (met oranje dassen, vanwege de textielschaarste slechts driehoeken, voorzien van een stempel met de Nederlandse Leeuw) mochten we daarna nog een maand kamperen in de natuur.
Tussendoor maakten we een trip naar York, bezochten daar de indrukwekkende middeleeuwse kathedraal, de York Minster, waarvan ik me vooral de massa buitgemaakte strijdbanieren herinner die daar onder de gewelven hangen; zo oud dat je er dwars doorheen kan kijken. Ja geloof en oorlog zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden, realiseerde ik me later als volwassene.
Verder weet ik er natuurlijk niet veel meer van. Het zijn de merkwaardige dingen die blijven hangen. Zoals een ontvangst in een deftige ruimte met English Tea door plaatselijke boyscouts. Broeders verkenners, zei men in die tijd. En, o ja, in de nu overstroomde rivier de Ouse (normaal nauwelijks breder dan de Dommel of de Mark) heb ik leren zwemmen!
Ik was in York, als elfjarige, in mei of juni 1945, deel uitmakend van een kinderuitzending naar Engeland. Die was al in maart van dat jaar – voor het einde van de oorlog – begonnen. Met een Brits marineschip waren ondervoede kinderen uit Brabant en Limburg, tussen de mijnenvelden door overgezet naar de havenstad Tilbury, voor een verblijf van drie maanden in een barakkenkamp bij het dorp Cottingham in Yorkshire, ver van alle oorlogsgeweld. Als lid van een kersvers gevormde Nederlandse padvindersgroep (met oranje dassen, vanwege de textielschaarste slechts driehoeken, voorzien van een stempel met de Nederlandse Leeuw) mochten we daarna nog een maand kamperen in de natuur.
Tussendoor maakten we een trip naar York, bezochten daar de indrukwekkende middeleeuwse kathedraal, de York Minster, waarvan ik me vooral de massa buitgemaakte strijdbanieren herinner die daar onder de gewelven hangen; zo oud dat je er dwars doorheen kan kijken. Ja geloof en oorlog zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden, realiseerde ik me later als volwassene.
Verder weet ik er natuurlijk niet veel meer van. Het zijn de merkwaardige dingen die blijven hangen. Zoals een ontvangst in een deftige ruimte met English Tea door plaatselijke boyscouts. Broeders verkenners, zei men in die tijd. En, o ja, in de nu overstroomde rivier de Ouse (normaal nauwelijks breder dan de Dommel of de Mark) heb ik leren zwemmen!
dinsdag 22 december 2015
Onze auto heeft last van polymeren
Als je
vroeger de motorkap open deed, zei je, ‘goh is dat alles’. Langs het
motorblokje, de accu, de carburateur en de radiator plus wat kabeltjes door zag
je de straatstenen. En het ding ging, mits af en toe een beurt, zonder morren ‘n
paar ton kilometers mee. Moet je nou eens kijken, je kunt niet eens ‘n koplamp
vervangen, zonder ‘t een en ander te demonteren. Mudjevol dat compartiment, niet
in het minst met elektronica. Zijn we daar beter van geworden? Retorische vraag.
Lees en huiver.
Onze Citroën C4 heeft nog geen 60.000 gelopen en toch al last van polymeren. Googel gerust, maar je moet technisch hoger opgeleid zijn om er iets van te snappen. Men kon net zo goed – met dank voor de uitleg aan wijlen S. Carmiggelt – tegen mij zeggen dat er iets geëpibreerd moest worden. Toen de receptionist van de dealer mij de te verwachten reparatieduur (een of twee werkdagen) plus kosten (navenant) meedeelde, wilde ik – in weerwil van zijn aarzeling – toch wel een copie van het computer-uitleesrapport.
En daar staat het: Vorming van polymeren in de inlaatkanalen en op de inlaatkleppen. Eerder had de motor al ‘veel te vroeg’ last van een vervuilde brandstofpomp, wat geweten werd aan te voordelige, althans inferieure benzine.
Jaja, deze moderne auto’s zijn hypergevoelig. Nu kreeg ik weer kritische vragen over de kwaliteit van de gebruikte olie. We betalen als gebruikers trouwens ook voor hun verminderde uitstoot van koolmonoxide, want daartoe laat men de uitlaatgassen nog ‘n keertje circuleren, alvorens ze aan de buitenlucht prijs te geven. Wist je dat al? Ik niet en ik voel me daarom even sterk door de fabrikant gepiepeld als de kopers van sjoemelsoftware.
Zelfs met de beperkte kennis van nu was enkele maanden geleden reiniging van de brandstofpomp wellicht afdoende geweest. Maar dat hebben we toen ‘voor alle zekerheid’ maar niet gedaan.
Onze Citroën C4 heeft nog geen 60.000 gelopen en toch al last van polymeren. Googel gerust, maar je moet technisch hoger opgeleid zijn om er iets van te snappen. Men kon net zo goed – met dank voor de uitleg aan wijlen S. Carmiggelt – tegen mij zeggen dat er iets geëpibreerd moest worden. Toen de receptionist van de dealer mij de te verwachten reparatieduur (een of twee werkdagen) plus kosten (navenant) meedeelde, wilde ik – in weerwil van zijn aarzeling – toch wel een copie van het computer-uitleesrapport.
En daar staat het: Vorming van polymeren in de inlaatkanalen en op de inlaatkleppen. Eerder had de motor al ‘veel te vroeg’ last van een vervuilde brandstofpomp, wat geweten werd aan te voordelige, althans inferieure benzine.
Jaja, deze moderne auto’s zijn hypergevoelig. Nu kreeg ik weer kritische vragen over de kwaliteit van de gebruikte olie. We betalen als gebruikers trouwens ook voor hun verminderde uitstoot van koolmonoxide, want daartoe laat men de uitlaatgassen nog ‘n keertje circuleren, alvorens ze aan de buitenlucht prijs te geven. Wist je dat al? Ik niet en ik voel me daarom even sterk door de fabrikant gepiepeld als de kopers van sjoemelsoftware.
Zelfs met de beperkte kennis van nu was enkele maanden geleden reiniging van de brandstofpomp wellicht afdoende geweest. Maar dat hebben we toen ‘voor alle zekerheid’ maar niet gedaan.
zaterdag 19 december 2015
Toch maar niet
Nog even naar mijn stukje van vorig jaar gekeken of ik een reden heb om vanavond niet mee te doen aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Eigenlijk niet, want het was op 17 december 2014 best wel leuk met knuffelexministerpresident (koppeltekens bestonden niet meer in het dictee van Bart Chabot) Dries van Agt. Dus maar een andere smoes verzinnen: in mijn ogen had die aartsijdeltuit van een Philip Freriks als presentator eindelijk eens het veld moeten ruimen in plaats van de Vlaamse naar mijn hart Martine Tanghe (trouwens niet zomaar vindbaar via Google, wel gelijkgenaamde garage en hotel).
Nou ja, het Dictee is niet louter Freriks (zie boven) en Lieve Joris als opsteller 2015 maakt zonder meer nieuwsgierig. Misschien krijg ik straks wel spijt. Niettemin: basta!
Nou ja, het Dictee is niet louter Freriks (zie boven) en Lieve Joris als opsteller 2015 maakt zonder meer nieuwsgierig. Misschien krijg ik straks wel spijt. Niettemin: basta!
vrijdag 18 december 2015
VVD, ff klep dicht aub
De vrouw als supermachtige is in opmars. Heel goed, als het kaliber Merkel is – ik heb op de site van Time mijn stemmetje laten klinken, toen haar score nog op niets leek. Maar hoed u bij pogingen het glazen plafond *) te doorbreken voor de mutsen en trutten. Dat werkt averechts.
Neem nou de Minister van Volksgezondheid Edith Schippers. In de week dat iedereen roept, VVD, nu ff klep dicht aub, laat die zich door het AD en consorten fotograferen op een deskbike in haar werkkamer. Het kon nog erger. Ze zei: 'Zitten is het nieuwe roken.' Is dat functie-invulling of zo? Wie zoiets bedenkt, zou 'n poosje moeten zitten, of ter observatie naar de aanverwante kliniek worden gestuurd.
Ja, we weten het nu wel, de VVD zou het liefst de Bestse Hoofdstraat tot 130 km-zone verklaren; het schrappen van de milieuzone in onder meer Utrecht, waar vuile diesels niet mogen komen, is nog maar het begin. Overigens moest de partij in Rotterdam wat dat betreft bakzeil halen. Ze had als alternatief aangevoerd, het kappen van bomen om het fijnstof beter te laten verwaaien. Echt waar. VVD, laat je onderzoeken en tot zover, inderdaad, klep dicht.
*) De onzichtbare barrière als gevolg van een complex geheel aan structuren in door mannen gedomineerde organisaties, die vrouwen het opklimmen naar leidinggevende functies belet (Encyclo.nl).
Neem nou de Minister van Volksgezondheid Edith Schippers. In de week dat iedereen roept, VVD, nu ff klep dicht aub, laat die zich door het AD en consorten fotograferen op een deskbike in haar werkkamer. Het kon nog erger. Ze zei: 'Zitten is het nieuwe roken.' Is dat functie-invulling of zo? Wie zoiets bedenkt, zou 'n poosje moeten zitten, of ter observatie naar de aanverwante kliniek worden gestuurd.
Ja, we weten het nu wel, de VVD zou het liefst de Bestse Hoofdstraat tot 130 km-zone verklaren; het schrappen van de milieuzone in onder meer Utrecht, waar vuile diesels niet mogen komen, is nog maar het begin. Overigens moest de partij in Rotterdam wat dat betreft bakzeil halen. Ze had als alternatief aangevoerd, het kappen van bomen om het fijnstof beter te laten verwaaien. Echt waar. VVD, laat je onderzoeken en tot zover, inderdaad, klep dicht.
*) De onzichtbare barrière als gevolg van een complex geheel aan structuren in door mannen gedomineerde organisaties, die vrouwen het opklimmen naar leidinggevende functies belet (Encyclo.nl).
dinsdag 15 december 2015
Het bruist van jewelste
En, lukt het 'n beetje met dat vernieuwde centrum in Best? Wat? Het bruist, het bruist van jewelste, al was het alleen maar de waterstraat op het met ministeentjes in waaiervorm herbestrate plein. Ik ging afgelopen zaterdag even kijken, ook al omdat mij signalen bereikten dat je in de Bestse winkelcentra over de hoofden kon lopen. Even niet gedacht aan de kunstijsbaan. Het stond vol tenten voor het gemeentehuis, dus niks spuitende fonteinen.
Waar doet die waterstraat me trouwens aan denken? Aan het centrale plein in het Jurastadje Lons le Saunier – met dit verschil dat daar wel dertig stralen uit de grond komen. Niet gek voor een plaats van maar 18.000 inwoners.
Best heeft een behoorlijk actieve Twitterbevolking en uit die bron vernam ik eind vorige week de klacht, dat er rond de Hoofdstraat geen parkeerplekje meer vrij was. Ook niet op die grote parkeerplaats achter de Odulphus? Echt niet. Aan de klacht werd de vurige wens verbonden, de parkeerkelder aan de Molenstraat voor het publiek 'open te gooien'. Ooit stonden er in Best langs de straat grote borden Ga toch fietsen, maar dat was nog in de tijd van wethouder Jan van Beerendonk, dus dat is verrekte lang geleden.
Intussen vlei ik mij met de gedachte dat de parkeerdruk in het centrum niets te maken heeft met het al dan niet toelaten van autoverkeer op het stuk Hoofdstraat tussen de Nazarethstraat en de Nieuwstraat. Of toch wel? Is hierdoor niet bewezen dat de mensen bereid zijn massaal naar de winkels te komen, ongeacht de vraag of ze daar letterlijk langs mogen rijden of niet?
Ik vraag me echt af, waarom we in dit stadje zo lang moeten discussiëren over de vraag half, helemaal of niet open stellen van de Hoofdstraat. Waarom daar nu weer een arbeid en geld verslindend onderzoek naar moet worden ingesteld. Een onderzoek, waarvan de uitkomst tamelijk voorspelbaar is. Kijk nou eens om je heen in dit land en je ziet overal voetgangersgebieden, die heel wat groter zijn dan dit straatje. Een straat waarvan het nieuwe profiel met terrassen en zonder trottoirs helemaal is toegesneden op rustig kuieren en luieren.
Ik heb een kerst- annex nieuwjaarsgedachte. En die gaat over een gemeenteraad die een besluit durft te nemen, ongeacht de vraag of er wel een draagvlak voor is. Gewoon op basis van gezond verstand, zonder angst daar in 2018 (dat is nog twee jaar hoor) bij de verkiezingen op te worden afgerekend.
(Gesproken column voor Omroep Best, 16.12.15 - Ook op Facebook is een fikse discussie over het al dan niet afsluiten van de Hoofdstraat aan de gang.)
Waar doet die waterstraat me trouwens aan denken? Aan het centrale plein in het Jurastadje Lons le Saunier – met dit verschil dat daar wel dertig stralen uit de grond komen. Niet gek voor een plaats van maar 18.000 inwoners.
Best heeft een behoorlijk actieve Twitterbevolking en uit die bron vernam ik eind vorige week de klacht, dat er rond de Hoofdstraat geen parkeerplekje meer vrij was. Ook niet op die grote parkeerplaats achter de Odulphus? Echt niet. Aan de klacht werd de vurige wens verbonden, de parkeerkelder aan de Molenstraat voor het publiek 'open te gooien'. Ooit stonden er in Best langs de straat grote borden Ga toch fietsen, maar dat was nog in de tijd van wethouder Jan van Beerendonk, dus dat is verrekte lang geleden.
Intussen vlei ik mij met de gedachte dat de parkeerdruk in het centrum niets te maken heeft met het al dan niet toelaten van autoverkeer op het stuk Hoofdstraat tussen de Nazarethstraat en de Nieuwstraat. Of toch wel? Is hierdoor niet bewezen dat de mensen bereid zijn massaal naar de winkels te komen, ongeacht de vraag of ze daar letterlijk langs mogen rijden of niet?
Ik vraag me echt af, waarom we in dit stadje zo lang moeten discussiëren over de vraag half, helemaal of niet open stellen van de Hoofdstraat. Waarom daar nu weer een arbeid en geld verslindend onderzoek naar moet worden ingesteld. Een onderzoek, waarvan de uitkomst tamelijk voorspelbaar is. Kijk nou eens om je heen in dit land en je ziet overal voetgangersgebieden, die heel wat groter zijn dan dit straatje. Een straat waarvan het nieuwe profiel met terrassen en zonder trottoirs helemaal is toegesneden op rustig kuieren en luieren.
Ik heb een kerst- annex nieuwjaarsgedachte. En die gaat over een gemeenteraad die een besluit durft te nemen, ongeacht de vraag of er wel een draagvlak voor is. Gewoon op basis van gezond verstand, zonder angst daar in 2018 (dat is nog twee jaar hoor) bij de verkiezingen op te worden afgerekend.
(Gesproken column voor Omroep Best, 16.12.15 - Ook op Facebook is een fikse discussie over het al dan niet afsluiten van de Hoofdstraat aan de gang.)
maandag 14 december 2015
Excuus zonder schuld
Al eerder heb ik mij uitgelaten over het
slikken of stikken, waaraan driekwart van de regionale dagbladen, onder
de Persgroep zijn overgeleverd. Het nieuwe beleid, waarbij minstens de helft van
de krant en de weekendbijlage onder leiding van het Algemeen Dagblad
elders worden gemaakt, heeft tot een akelig stemmende gelijkvormigheid
geleid. Elke regionale nuancering op deze pagina’s ontbreekt. Het is allemaal
reuze efficiënt, maar als de Belgische eigenaren denken dat ze hiermee de
regionale journalistiek overeind kunnen houden, dan heb ik daar mijn ernstige
twijfels over.
Intussen varen de plaatselijke gratis weekbladen, die dicht op de huid van de lezer zitten – er verschijnen zelfs nieuwe titels – er wel bij. Ze pikken ook steeds meer van de regionale advertentiemarkt in.
Afgelopen zaterdag zag de hoofdredactie van het Eindhovens Dagblad in haar wekelijkse rubriek Beste lezer zich genoodzaakt haar verontschuldigingen aan te bieden voor iets, waaraan zij part noch deel had. Een excuus zonder schuld. In een interview met de nieuwe baas van Shell Nederland, de Helmondse Marjan van Loon, heette het dat Helmond ‘volgens de overlevering bekend staat als een notoir boevennest’.
Leg dat nu maar eens aan je uiteraard woedende lezers, die eerst hun Helmondse Courant en vervolgens de titel Helmonds Dagblad aan ´Eindhoven´ moesten afstaan.
´Hoofd opinie´ Chris Paulussen kwijtte zich prima van deze taak in de geest van ´ongepast, niet recht doend aan de wijze waarop juist Helmond in de afgelopen decennia met succes heeft gewerkt aan zijn reputatie´.
Weliswaar is hiermee de brand geblust, maar het het blijft – zie boven – natuurlijk smeulen.
Intussen varen de plaatselijke gratis weekbladen, die dicht op de huid van de lezer zitten – er verschijnen zelfs nieuwe titels – er wel bij. Ze pikken ook steeds meer van de regionale advertentiemarkt in.
Afgelopen zaterdag zag de hoofdredactie van het Eindhovens Dagblad in haar wekelijkse rubriek Beste lezer zich genoodzaakt haar verontschuldigingen aan te bieden voor iets, waaraan zij part noch deel had. Een excuus zonder schuld. In een interview met de nieuwe baas van Shell Nederland, de Helmondse Marjan van Loon, heette het dat Helmond ‘volgens de overlevering bekend staat als een notoir boevennest’.
Leg dat nu maar eens aan je uiteraard woedende lezers, die eerst hun Helmondse Courant en vervolgens de titel Helmonds Dagblad aan ´Eindhoven´ moesten afstaan.
´Hoofd opinie´ Chris Paulussen kwijtte zich prima van deze taak in de geest van ´ongepast, niet recht doend aan de wijze waarop juist Helmond in de afgelopen decennia met succes heeft gewerkt aan zijn reputatie´.
Weliswaar is hiermee de brand geblust, maar het het blijft – zie boven – natuurlijk smeulen.
maandag 23 november 2015
Coco/Koko
Wat coco is, weten alleen financiële bollebozen.
Daarom citeer ik gemakshalve maar even de nrc. Die
krant reconstrueerde onlangs ‘hoe banken, aangevoerd door ING, meeschreven aan
de wet die ze een fiscale aftrek van 350 miljoen euro per jaar geeft op
coco-obligaties’. Volgens minister Dijsselbloem is daar niks mis mee. Niettemin
beloofde hij de Kamer meer helderheid over dit soort zaken. Ik zou zeggen, zit
er maar niet mee. Er zijn de laatste weken wel andere dingen om ons druk over te
maken en waarschijnlijk is ‘coco’ daardoor alweer bijna vergeten. Stellig tot
genoegen van Dijsselbloem. Laat ik het over Koko hebben, da’s veel
gezelliger.
Koko is een Friese Stabij, een wit met zwarte jachthond, verblijvend achter het hek van de overbuurman van onze Stadse Boerin. Tenminste als alles goed is, maar daarover later.
De Stadse Boerin heeft ook een hond: Luna, een schat van een boxer, die op gezette tijden woef zegt en het daarbij laat. Luna en Koko zijn maatjes. Dat is overduidelijk.
Anderhalf jaar geleden kreeg Luna acht puppies, na een gezellig samen zijn met, nee niet met Koko, maar met een stoere rasgenoot, genaamd Cesar. Zie deze filmpjes. Ze gingen als zoete broodjes over de toonbank, als je me deze beeldspraak toestaat. Het smaakte naar meer, dus was Luna een maand of wat geleden op de bestemde tijd weer bij Cesar. Niks, nada. De staart tussen de benen. Dan maar niet. De Stadse Boerin zei: ‘Cesar had twintig minuten vast moeten zitten’. Uh? Dit soort informatie over hondenseks – wat zeg ik nou weer – gaat mij boven de pet.
En toen kwam de aap uit de mouw. Ondanks strenge maatregelen, was het Luna gelukt, ‘n dagje met Koko te gaan stappen. De rest laat zich makkelijk raden. Liefde met de buurjongen. Afgemat kwam ze weer opdagen.
Het werden zes pikzwarte hondjes met de witte staartpuntjes van Luna. Zwart is dominant, dat is bij koeien ook zo, zegt de Man van de Stadse Boerin. Je kunt er nog niet alles van zeggen, maar er is een zeer aanvallig nieuw ras ontstaan, dat is duidelijk.
‘Ik krijg dekgeld,’ roept Koko’s baasje.
PS Dit is trouwens ook een leuke van Peter van den Besselaar op zijn TilburgDailyPhoto Daar is Coco een papegaai.
Koko is een Friese Stabij, een wit met zwarte jachthond, verblijvend achter het hek van de overbuurman van onze Stadse Boerin. Tenminste als alles goed is, maar daarover later.
De Stadse Boerin heeft ook een hond: Luna, een schat van een boxer, die op gezette tijden woef zegt en het daarbij laat. Luna en Koko zijn maatjes. Dat is overduidelijk.
Anderhalf jaar geleden kreeg Luna acht puppies, na een gezellig samen zijn met, nee niet met Koko, maar met een stoere rasgenoot, genaamd Cesar. Zie deze filmpjes. Ze gingen als zoete broodjes over de toonbank, als je me deze beeldspraak toestaat. Het smaakte naar meer, dus was Luna een maand of wat geleden op de bestemde tijd weer bij Cesar. Niks, nada. De staart tussen de benen. Dan maar niet. De Stadse Boerin zei: ‘Cesar had twintig minuten vast moeten zitten’. Uh? Dit soort informatie over hondenseks – wat zeg ik nou weer – gaat mij boven de pet.
En toen kwam de aap uit de mouw. Ondanks strenge maatregelen, was het Luna gelukt, ‘n dagje met Koko te gaan stappen. De rest laat zich makkelijk raden. Liefde met de buurjongen. Afgemat kwam ze weer opdagen.
Het werden zes pikzwarte hondjes met de witte staartpuntjes van Luna. Zwart is dominant, dat is bij koeien ook zo, zegt de Man van de Stadse Boerin. Je kunt er nog niet alles van zeggen, maar er is een zeer aanvallig nieuw ras ontstaan, dat is duidelijk.
‘Ik krijg dekgeld,’ roept Koko’s baasje.
PS Dit is trouwens ook een leuke van Peter van den Besselaar op zijn TilburgDailyPhoto Daar is Coco een papegaai.
dinsdag 17 november 2015
Niets is zeker, maar wees niet bang
Nadenkend over dit maandelijkse stukje voor uw omroep,
dacht ik: het was een bewogen week. Voor Best, jazeker. Maar niets is zeker want
vrijdagavond laat klonken over de radio de alarmkreten uit Parijs. We waren net
naar bed gegaan en ik ving het een en ander op via een oortje; besloot mijn
Levensmaatje er niet meer mee te belasten
.
Vorige week, bij sporthal Naestenbest, sprak ik even met twee jonge migranten, die daar met 195 anderen, zo goed en zo kwaad als dat ging, gehuisvest waren. Ze leken me niet goed te begrijpen, maar dat kan ook aan mijn Engels hebben gelegen. Ze gedroegen zich hoffelijk en beleefd, maar onzeker en verlegen. Vind je het gek? Hoe zouden ze zich nu voelen, na Parijs? Het duivelse geweld is hen immers achterna gereisd en hier in Nederland is sinds 13 november het meest gehoord: ‘het komt nu wel erg dichtbij.’
Voordat ik overschakel naar ons eigen Best, wil ik hierover nog twee dingen kwijt. In Frankrijk is deze oorlog al járen aan de gang. Het heeft met zijn Afrikaans-koloniale verleden te maken, met tien miljoen islamitische inwoners – let wel, goeien en kwaaien – en met hun abominabele situatie in de voorsteden van vooral Parijs. Ja, IS claimt de aanslagen, maar ze kwamen niet uit het Midden Oosten, ze kwamen van binnenuit, als we België daar bij mogen rekenen – over dichtbij gesproken. Tweedens: angst is de slechtst denkbare raadgever. Angst is precies wat die monsters ons toewensen. Dus Levensmaatje zegt: ‘Ik ga niet onder de tafel leven.’
Dat laatste wil bij voorbeeld zeggen, dat onze verantwoordelijkheid voor de vluchtelingen ongewijzigd is. Wat dat betreft heeft Best zich vorige week van zijn beste zijde laten zien. Het gemeentebestuur dat – ondanks de vele onzekerheden – de organisatie van de opvang uitstekend in de hand hield, de inwoners dankzij de mogelijkheden van het internet, tot in de details op de hoogte hield en vele Bestenaren en plaatselijke ondernemers wist te inspireren tot aanvullende hulp, van het wassen van de kleren van de gasten en het aanbieden van skeelers tot en met de actie van Bestse kinderen om het kroost van de vluchtelingen op snoep te trakteren.
Natuurlijk is een tijdelijke huisvesting van 200 mensen gedurende enkele dagen niet te vergelijken met een permanent AZC voor 500 asielzoekers, maar toch. Niets is zeker. Burgemeester Van Aert kon desgevraagd niet anders zeggen dan dat een nieuw beroep van het COA voor crisisopvang vroeg of laat verre van ondenkbaar is.
Intussen kunnen we wel weer eens aan onszelf denken. Ik liep over het vernieuwde Raadhuisplein en las daar het gedicht van Merel Morre, waarvan de letters als een rooster in de metalen afdekking van een afvoergoot zijn aangebracht. Grappig zoals de dichteres de letters b e s t hier en daar in haar tekst heeft verwerkt, zoals in ‘je BESTeelt me een beetje van het gevoel alleen te zijn’ Het is een warm gedicht. Precies wat we nodig hebben in deze onzekere tijd.
(Gesproken column Omroep Best, onder meer 18.11.15, 18:10 uur.)
.
Vorige week, bij sporthal Naestenbest, sprak ik even met twee jonge migranten, die daar met 195 anderen, zo goed en zo kwaad als dat ging, gehuisvest waren. Ze leken me niet goed te begrijpen, maar dat kan ook aan mijn Engels hebben gelegen. Ze gedroegen zich hoffelijk en beleefd, maar onzeker en verlegen. Vind je het gek? Hoe zouden ze zich nu voelen, na Parijs? Het duivelse geweld is hen immers achterna gereisd en hier in Nederland is sinds 13 november het meest gehoord: ‘het komt nu wel erg dichtbij.’
Voordat ik overschakel naar ons eigen Best, wil ik hierover nog twee dingen kwijt. In Frankrijk is deze oorlog al járen aan de gang. Het heeft met zijn Afrikaans-koloniale verleden te maken, met tien miljoen islamitische inwoners – let wel, goeien en kwaaien – en met hun abominabele situatie in de voorsteden van vooral Parijs. Ja, IS claimt de aanslagen, maar ze kwamen niet uit het Midden Oosten, ze kwamen van binnenuit, als we België daar bij mogen rekenen – over dichtbij gesproken. Tweedens: angst is de slechtst denkbare raadgever. Angst is precies wat die monsters ons toewensen. Dus Levensmaatje zegt: ‘Ik ga niet onder de tafel leven.’
Dat laatste wil bij voorbeeld zeggen, dat onze verantwoordelijkheid voor de vluchtelingen ongewijzigd is. Wat dat betreft heeft Best zich vorige week van zijn beste zijde laten zien. Het gemeentebestuur dat – ondanks de vele onzekerheden – de organisatie van de opvang uitstekend in de hand hield, de inwoners dankzij de mogelijkheden van het internet, tot in de details op de hoogte hield en vele Bestenaren en plaatselijke ondernemers wist te inspireren tot aanvullende hulp, van het wassen van de kleren van de gasten en het aanbieden van skeelers tot en met de actie van Bestse kinderen om het kroost van de vluchtelingen op snoep te trakteren.
Natuurlijk is een tijdelijke huisvesting van 200 mensen gedurende enkele dagen niet te vergelijken met een permanent AZC voor 500 asielzoekers, maar toch. Niets is zeker. Burgemeester Van Aert kon desgevraagd niet anders zeggen dan dat een nieuw beroep van het COA voor crisisopvang vroeg of laat verre van ondenkbaar is.
Intussen kunnen we wel weer eens aan onszelf denken. Ik liep over het vernieuwde Raadhuisplein en las daar het gedicht van Merel Morre, waarvan de letters als een rooster in de metalen afdekking van een afvoergoot zijn aangebracht. Grappig zoals de dichteres de letters b e s t hier en daar in haar tekst heeft verwerkt, zoals in ‘je BESTeelt me een beetje van het gevoel alleen te zijn’ Het is een warm gedicht. Precies wat we nodig hebben in deze onzekere tijd.
(Gesproken column Omroep Best, onder meer 18.11.15, 18:10 uur.)
woensdag 11 november 2015
De taal is een ganzenvolk
'De taal is gans het volk', zei een negentiende-eeuwse dichter. Nou, om wat preciezer te zijn: ‘De tael is gantsch het Volk’. Je komt ook tegen: 'De taal is gans een volk' en een staatssecretaris van cultuur, oud-literatuurcriticus, maakte er zelfs 'van gans een volk' van. Mijn vader, in zijn vrije tijd geneigd tot absurdismen, spotte 'een ganzenvolk'.
De spreuk zou opgang hebben gemaakt in de periode dat België nog deel uit maakte van het Koninkrijk der Nederlanden onder Willem I, een vorst die veel meer voor het zuidelijke landsdeel heeft betekend, dan de afscheidingsbeweging rond 1830 wilde doen geloven. 'De taal is gans het volk' werd toen ingezet ter emancipatie van de Nederlandse taal in Vlaanderen. Over de uitvinder ervan zijn de geleerden het niet eens; iemand die vaak wordt genoemd is de priester-dichter Guido Gezelle. Overigens denk ik, dat de Vlaamse schrijver Hendrik Conscience met zijn nationalistische De Leeuw van Vlaanderen ('Hij leerde zijn volk lezen') heel wat meer invloed op het taalgebruik in het zuiden heeft gehad.
Meer dan ooit ben ik voor 'van het volk'; er zijn er teveel die zich – al dan niet goed bedoeld - de totale zeggenschap over onze taal aanmeten. In een recent verschenen boekje met zogenaamde vergeetwoorden (ik zou voor zoiets van mijn hoofdredacteur op m'n donder hebben gekregen, in de tijd dat taalpuristen nog volop oorlog voerden tegen germanismen) onderstreept Van Dale Uitgevers – ik zei het al eerder: een geldmachine – haar hegemonie met de volgende mededeling: 'In deze uitgave zijn enkele kenmerken aangebracht die het ongeoorloofd kopiëren van (een deel van) deze uitgave kunnen aantonen.' Kom op zeg.
Dat boekje (160 blz.) '1000 vergeetwoorden om te koesteren', kwam tot stand dankzij de radiorubriek De Taalstaat van Frits Spits, waarin Nederlanders en Vlamingen 'vergeten' woorden konden (en nog kunnen) aandragen, om vervolgens door Nelleke Noordervliet tot 'adoptieouder' van dat woord te worden benoemd. Wij zeggen wel eens tegen elkaar: 'Teveel Nelleke', vanwege de mate waarin de beroemde schrijfster als bijzitter (vergeten woord) in allerlei radio- en t.v.-programma's wordt gesignaleerd. Zij is dan meestal aangeschoven, een presentatoren-cliché dat zo gauw mogelijk vergeten moet worden.
Dat Nelleke, respectievelijk Van Dale, niet het laatste woord hebben als het over taal gaat, blijkt uit sommige eigenaardigheden als de veelvuldig terugkerende vermelding: Belgisch-Nederlands, terwijl er qua taal geen Belgen zijn, hooguit Vlamingen en Walen. Standaard Nederlands en Zuid-Nederlands zou meer voor de hand hebben gelegen. (Mijn Eindhovense schoonvader zaliger dronk altijd een tasse koffie en geen kop.) Het woord binst (terwijl) wordt opeens 'gewestelijk' gemerkt, terwijl het puur Vlaams is. En dan de doodzonde: Het woord schaften, waarvan ook de eerste betekenis is vergeten, de pauze-boterham van de arbeider, voordat die medewerker ging heten. De Friezen hebben het bij het rechte eind met hun tegeltjeswijsheid De tiid hâldt gjin skoft (De tijd staat niet stil).
Ach, muggenzifterij. Ik voel me nu net een voetbalsupporter die de nationale coach de les leest. Maar de taal is 'van ons', dus ook van mij hè? En het is natuurlijk een leuk boekske, vol ´vergeetwoorden´ waarvan ik er nog heel wat met veel plezier gebruik… Wie ze niet meer snapt, gaat maar Kuifje lezen of what's appen.
De spreuk zou opgang hebben gemaakt in de periode dat België nog deel uit maakte van het Koninkrijk der Nederlanden onder Willem I, een vorst die veel meer voor het zuidelijke landsdeel heeft betekend, dan de afscheidingsbeweging rond 1830 wilde doen geloven. 'De taal is gans het volk' werd toen ingezet ter emancipatie van de Nederlandse taal in Vlaanderen. Over de uitvinder ervan zijn de geleerden het niet eens; iemand die vaak wordt genoemd is de priester-dichter Guido Gezelle. Overigens denk ik, dat de Vlaamse schrijver Hendrik Conscience met zijn nationalistische De Leeuw van Vlaanderen ('Hij leerde zijn volk lezen') heel wat meer invloed op het taalgebruik in het zuiden heeft gehad.
Meer dan ooit ben ik voor 'van het volk'; er zijn er teveel die zich – al dan niet goed bedoeld - de totale zeggenschap over onze taal aanmeten. In een recent verschenen boekje met zogenaamde vergeetwoorden (ik zou voor zoiets van mijn hoofdredacteur op m'n donder hebben gekregen, in de tijd dat taalpuristen nog volop oorlog voerden tegen germanismen) onderstreept Van Dale Uitgevers – ik zei het al eerder: een geldmachine – haar hegemonie met de volgende mededeling: 'In deze uitgave zijn enkele kenmerken aangebracht die het ongeoorloofd kopiëren van (een deel van) deze uitgave kunnen aantonen.' Kom op zeg.
Dat boekje (160 blz.) '1000 vergeetwoorden om te koesteren', kwam tot stand dankzij de radiorubriek De Taalstaat van Frits Spits, waarin Nederlanders en Vlamingen 'vergeten' woorden konden (en nog kunnen) aandragen, om vervolgens door Nelleke Noordervliet tot 'adoptieouder' van dat woord te worden benoemd. Wij zeggen wel eens tegen elkaar: 'Teveel Nelleke', vanwege de mate waarin de beroemde schrijfster als bijzitter (vergeten woord) in allerlei radio- en t.v.-programma's wordt gesignaleerd. Zij is dan meestal aangeschoven, een presentatoren-cliché dat zo gauw mogelijk vergeten moet worden.
Dat Nelleke, respectievelijk Van Dale, niet het laatste woord hebben als het over taal gaat, blijkt uit sommige eigenaardigheden als de veelvuldig terugkerende vermelding: Belgisch-Nederlands, terwijl er qua taal geen Belgen zijn, hooguit Vlamingen en Walen. Standaard Nederlands en Zuid-Nederlands zou meer voor de hand hebben gelegen. (Mijn Eindhovense schoonvader zaliger dronk altijd een tasse koffie en geen kop.) Het woord binst (terwijl) wordt opeens 'gewestelijk' gemerkt, terwijl het puur Vlaams is. En dan de doodzonde: Het woord schaften, waarvan ook de eerste betekenis is vergeten, de pauze-boterham van de arbeider, voordat die medewerker ging heten. De Friezen hebben het bij het rechte eind met hun tegeltjeswijsheid De tiid hâldt gjin skoft (De tijd staat niet stil).
Ach, muggenzifterij. Ik voel me nu net een voetbalsupporter die de nationale coach de les leest. Maar de taal is 'van ons', dus ook van mij hè? En het is natuurlijk een leuk boekske, vol ´vergeetwoorden´ waarvan ik er nog heel wat met veel plezier gebruik… Wie ze niet meer snapt, gaat maar Kuifje lezen of what's appen.
maandag 2 november 2015
De Automens
De automens is een belangrijk wezen. Voelt zich althans zo. Soms kom ik, min of meer bij toeval – zelf ben ik geen automens, ik word uitgelachen als ik het nalaat, af en toe ‘een linker bocht af te snijden’ – terecht bij de Nationale Autoshow op BNR. Het programma, waarin kenners over elkaar heen buitelen met hun macho-geleuter over alles wat met het vierwielig fenomeen te maken heeft. Het is vaste prik op vrijdagmiddag en wordt tijdens het weekeinde, dag en nacht herhaald.
Dit weekeinde was er Groot Nieuws. Dealer Kroymans in Hilversum mocht de James Bond Aston Martin DB10 zaterdag gedurende 6 uren in zijn showroom aan de liefhebbers laten zien; men verwachtte duizenden. Of dat in de praktijk zo ook is uitgepakt is mij niet bekend. Vind ik eerlijk gezegd ook niet zo interessant. Wel de in de autoshow ietwat besmuikt geventileerde raadgeving, in verband met die verwachting, met het openbaar vervoer (OV) naar Hilversum te komen!
De zelfbenoemde belangrijke automens was nog anderszins dit weekeinde in het nieuws. Dat kwam door een persbericht van ANWB autoverzekering over de manier waarop echtelieden c.q. levenspartners op elkaar reageren als een hunner in het belangrijkste bezit (afgezien van het huis) beschadigt. Dat schijnt zo erg te zijn, dat sommige kranten daaraan de pakkende kop ontleenden: Autoschade levert vaak ook deuk in relatie op.
Pakkend maar nagenoeg bezijden de waarheid want wat is er dan helemaal aan de hand? Van de vrouwen is 9 procent ‘boos of geïrriteerd’ als manlief brokken maakt; Bij de mannen is dat 6 procent. En dan komt er, althans in de krant, ‘n soort nuancering waarvan ik in dit verband geen chocola kan maken: Mannen zijn vaker teleurgesteld in hun wederhelft (12%) dan vrouwen (8%). Vanwege dat deukje? Of is het een soort druppel die een emmer doet overlopen?
Boeiend wezen, de mens, al dan niet in bezit van auto.
Dit weekeinde was er Groot Nieuws. Dealer Kroymans in Hilversum mocht de James Bond Aston Martin DB10 zaterdag gedurende 6 uren in zijn showroom aan de liefhebbers laten zien; men verwachtte duizenden. Of dat in de praktijk zo ook is uitgepakt is mij niet bekend. Vind ik eerlijk gezegd ook niet zo interessant. Wel de in de autoshow ietwat besmuikt geventileerde raadgeving, in verband met die verwachting, met het openbaar vervoer (OV) naar Hilversum te komen!
De zelfbenoemde belangrijke automens was nog anderszins dit weekeinde in het nieuws. Dat kwam door een persbericht van ANWB autoverzekering over de manier waarop echtelieden c.q. levenspartners op elkaar reageren als een hunner in het belangrijkste bezit (afgezien van het huis) beschadigt. Dat schijnt zo erg te zijn, dat sommige kranten daaraan de pakkende kop ontleenden: Autoschade levert vaak ook deuk in relatie op.
Pakkend maar nagenoeg bezijden de waarheid want wat is er dan helemaal aan de hand? Van de vrouwen is 9 procent ‘boos of geïrriteerd’ als manlief brokken maakt; Bij de mannen is dat 6 procent. En dan komt er, althans in de krant, ‘n soort nuancering waarvan ik in dit verband geen chocola kan maken: Mannen zijn vaker teleurgesteld in hun wederhelft (12%) dan vrouwen (8%). Vanwege dat deukje? Of is het een soort druppel die een emmer doet overlopen?
Boeiend wezen, de mens, al dan niet in bezit van auto.
dinsdag 20 oktober 2015
Anonimiteit op internet ziekmakend
Er was ‘weer eens’ een incident tussen asielzoekers en,
laat ik zeggen, hoog en droog gevestigde Nederlanders. Heel kort, maar volledig
als ik een bericht op de website van Omroep Brabant goed interpreteer:
Buurtbusje rijdt van Rijen naar het azc in Gilze. Vader, moeder en kind willen
instappen. De bus zit vol en de vader mag niet meer mee. Boos slaat hij met zijn
hand tegen de bus; een andere man schopt tegen de wielen. Aanvankelijk baseerde
OB haar bericht blijkbaar op mededelingen van de gezond-verstand-krant:
‘dronken asielzoekers belagen vrouwelijke buschauffeur’. Daar moest de
omroep op terug komen, zeker ook nadat de politie had verklaard dat ‘de kwestie
enorm was opgeblazen.’ Kun je wel zeggen.
Maar het kwaad was al geschied. Een stroom reacties in de geest van ‘Het is niet voor niets oorlog daar, het zijn achterlijke idioten’ (Het lijkt wel de stem uit een graf in Italië.) Allemaal anoniem natuurlijk. Gelukkig bestaat er ook zoiets als een zelf corrigerend vermogen onder de Nederlanders. Opa Bokma was de eerste die iedereen weer met de voeten op de grond zette. Anderen veegden de omroep de mantel uit, omdat die in eerste instantie doodleuk De Telegraaf had overgeschreven.
Ik vind het de moeite waard om het betoog van Bokma over te nemen: Ik lees net de gewijzigde versie van het gebeuren. Volgens dit artikel is iemand boos dat hij niet mee kan in de bus ( waar zijn vrouw en kind al in zitten ) omdat de bus vol is. Uit boosheid geeft hij een klap tegen de bus. Ik zie geen afwijkende reactie. Gebeurt in uitgaanscentra wekelijks.
Wat ik wel zie is een grote opgefokte reactiemachine van mensen die reageren op een onvolledig en daardoor foutief artikel dat OB (alweer) overgenomen heeft van de grootste roddelkrant van Nederland.
Ik laat iedereen in zijn waarde wat betreft zijn of haar gedachtes en uitspraken, maar laten we elkaar niet gek maken en meegaan in deze beperkte vorm van massahysterie.
Een hysterische wolkbreuk als deze zou overigens voorkomen kunnen worden, als media op internet het voorbeeld van de kranten zouden volgen en de mogelijkheid tot het anoniem (onder schuilnaam) reageren zouden afschaffen. Dat zou het ‘eerst denken en dan pas doen’ bevorderen. Hoe zit het trouwens met de moderatie van de inzendingen bij OB? De omroep blijft verantwoordelijk.
Maar het kwaad was al geschied. Een stroom reacties in de geest van ‘Het is niet voor niets oorlog daar, het zijn achterlijke idioten’ (Het lijkt wel de stem uit een graf in Italië.) Allemaal anoniem natuurlijk. Gelukkig bestaat er ook zoiets als een zelf corrigerend vermogen onder de Nederlanders. Opa Bokma was de eerste die iedereen weer met de voeten op de grond zette. Anderen veegden de omroep de mantel uit, omdat die in eerste instantie doodleuk De Telegraaf had overgeschreven.
Ik vind het de moeite waard om het betoog van Bokma over te nemen: Ik lees net de gewijzigde versie van het gebeuren. Volgens dit artikel is iemand boos dat hij niet mee kan in de bus ( waar zijn vrouw en kind al in zitten ) omdat de bus vol is. Uit boosheid geeft hij een klap tegen de bus. Ik zie geen afwijkende reactie. Gebeurt in uitgaanscentra wekelijks.
Wat ik wel zie is een grote opgefokte reactiemachine van mensen die reageren op een onvolledig en daardoor foutief artikel dat OB (alweer) overgenomen heeft van de grootste roddelkrant van Nederland.
Ik laat iedereen in zijn waarde wat betreft zijn of haar gedachtes en uitspraken, maar laten we elkaar niet gek maken en meegaan in deze beperkte vorm van massahysterie.
Een hysterische wolkbreuk als deze zou overigens voorkomen kunnen worden, als media op internet het voorbeeld van de kranten zouden volgen en de mogelijkheid tot het anoniem (onder schuilnaam) reageren zouden afschaffen. Dat zou het ‘eerst denken en dan pas doen’ bevorderen. Hoe zit het trouwens met de moderatie van de inzendingen bij OB? De omroep blijft verantwoordelijk.
dinsdag 13 oktober 2015
De mening van een ouwe zeur
Een van de aardigste programma's van NPO Radio 1 vind ik De Taalstaat van Frits Spits, in lunchtijd op zaterdag. Het wordt in de gids aangekondigd als een 'vrolijk en informatief programma over onze taal'. Laat dat maar aan Frits over; hij is van 1948, dus weet waar hij het over heeft. Onderdeel van het programma is de uitnodiging aan de luisteraar, een ten onrechte vergeten woord aan te dragen. Afgelopen zaterdag was dat een psycholoog die verklaarde het woord pruilen met veel succes in zijn praktijk toe te passen. (Man met kort lontje draait helemaal bij, als de psycholoog hem voorhoudt dat hij 'dus pruilt'.) Mijn suggestie voor het vervolg: pruillip.
Vanwaar mijn waardering voor de oudere mens die van wanten weet? Laat ik maar eens opscheppen: ik pretendeer er zelf een te zijn. En hoe voelt dat? Nou, tamelijk bizar. Ik vraag me wel eens af of ik nog wel een mening mag hebben. Begin nu niet over de vrijheid van meningsuiting want dat begrip is de laatste weken weer te vaak misbruikt en niet alleen door Geert Wilders, als hij weer eens iets walgelijk vindt.
Afgezien van de taal (het Groene Boekje is een Groen Boek geworden) verandert er in wereld en maatschappij in korte tijd zoveel, dat je niet eens erg oud hoeft te zijn om het niet allemaal meer bij te benen. En toch, nieuwsfreak en bemoeial die ik ben, probeer ik het. Alleen realiseer ik me voortdurend mijn gevorderde leeftijd, waarbij ik mezelf – en mijn Levensmaatje doet dat ook – afvraag: ben ik 'een ouwe zeur' aan het worden? Let wel, dit soort kwalificaties kan de beste overkomen. Zo werd de kampioen van de columnisten in de vorige eeuw, Jan Blokker, in de laatste fase van zijn leven voor 'ouwe brombeer' uitgemaakt en na 35 jaar door de Volkskrant bij het grof vuil gezet.
En? Hoewel mij onlangs werd toegevoegd dat ik de lat hoger moet leggen, ben ik een fervent gebruiker van het sociaal medium Twitter. Vooral om 'n hoop interessante mensen (meestal geen BN-ers) en instanties, waaronder vooral buitenlandse kranten, te volgen. Maar af en toe moet ik natuurlijk ook m'n ei kwijt. Zo maakte ik eens 'n kritische opmerking over een columniste die haar ontboezemingen vergezeld laat gaan van een mijns inziens laf portret met over de ogen getrokken pet. Wat er dan mis was aan die foto. Ik zei: ga zo maar eens brandstof tanken, dan merk je het wel. De conclusie van mijn opponente was dat mijn opvatting een leeftijdsdingetje was. Kijk, dat bedoel ik nou.
(Gesproken column, Omroep Best o.m. 14.10.15, 18:10 uur)
Vanwaar mijn waardering voor de oudere mens die van wanten weet? Laat ik maar eens opscheppen: ik pretendeer er zelf een te zijn. En hoe voelt dat? Nou, tamelijk bizar. Ik vraag me wel eens af of ik nog wel een mening mag hebben. Begin nu niet over de vrijheid van meningsuiting want dat begrip is de laatste weken weer te vaak misbruikt en niet alleen door Geert Wilders, als hij weer eens iets walgelijk vindt.
Afgezien van de taal (het Groene Boekje is een Groen Boek geworden) verandert er in wereld en maatschappij in korte tijd zoveel, dat je niet eens erg oud hoeft te zijn om het niet allemaal meer bij te benen. En toch, nieuwsfreak en bemoeial die ik ben, probeer ik het. Alleen realiseer ik me voortdurend mijn gevorderde leeftijd, waarbij ik mezelf – en mijn Levensmaatje doet dat ook – afvraag: ben ik 'een ouwe zeur' aan het worden? Let wel, dit soort kwalificaties kan de beste overkomen. Zo werd de kampioen van de columnisten in de vorige eeuw, Jan Blokker, in de laatste fase van zijn leven voor 'ouwe brombeer' uitgemaakt en na 35 jaar door de Volkskrant bij het grof vuil gezet.
En? Hoewel mij onlangs werd toegevoegd dat ik de lat hoger moet leggen, ben ik een fervent gebruiker van het sociaal medium Twitter. Vooral om 'n hoop interessante mensen (meestal geen BN-ers) en instanties, waaronder vooral buitenlandse kranten, te volgen. Maar af en toe moet ik natuurlijk ook m'n ei kwijt. Zo maakte ik eens 'n kritische opmerking over een columniste die haar ontboezemingen vergezeld laat gaan van een mijns inziens laf portret met over de ogen getrokken pet. Wat er dan mis was aan die foto. Ik zei: ga zo maar eens brandstof tanken, dan merk je het wel. De conclusie van mijn opponente was dat mijn opvatting een leeftijdsdingetje was. Kijk, dat bedoel ik nou.
(Gesproken column, Omroep Best o.m. 14.10.15, 18:10 uur)
Abonneren op:
Posts (Atom)