In mijn leven als journalist bij regionale dagbladen is het natuurlijk nogal eens voorgekomen dat iets, wat ik had geschreven, niet in de krant kwam.
Een lul van een hoofdredacteur, die een medisch vriendje op de universiteit beloofde, het verhaal tegen te houden, teneinde diens uitvinding ‘prominenter’ gelanceerd te zien in een landelijke krant. Raar maar waar.
Een integere hoofdredacteur, die, overeenkomstig de toen geldende journalistieke ethiek, vond dat een interview met een wildstroper in de Kempen niet kon.
Soms vond ik zelf, dat een artikel of de gemaakte aantekeningen, maar beter de prullenmand in konden omdat ik een en ander zelf niet snapte, laat staan dat de lezer dat zou kunnen.
En dan bestaat er nog zoiets als een nieuwsbericht ‘kapot checken’. Maar dat is eerder een vakterm van deze tijd, geloof ik.
Nieuws moet rond gemaakt worden, zo heette dat in mijn tijd, en hopelijk nu nog.
Sommige nieuwsonderwerpen kunnen voor een redactie een waar hoofdpijndossier vormen omdat er, kort gezegd, niet door de waarheid valt heen te breken. Omdat het niet rond te krijgen is. Terwijl het boven water brengen van die waarheid van essentieel maatschappelijk belang is. Bovendien de bodem onder het bestaansrecht van de krant. Zo ziet het de journalist en zo ziet het gelukkig ook de democratische samenleving.
Zo ‘n dossier is dat van de Helmondse burgemeester, die nu al drie maanden lang met nogal wat openbaar vertoon ‘wegens bedreigingen’ wordt beveiligd. Over de directe aanleiding tot deze beveiliging zwijgt justitie in alle talen. Laat staan dat zij enige informatie kan of wil prijsgeven over al is het maar een omschrijving van de identiteit van de crimineel of criminelen, mogelijk lidmaten van een of ander drugskartel, die achter deze dreigementen zitten. Zodat het voor de hand ligt dat justitie niet eens weet, met wie ze te doen heeft.
Vragen bij de vleet dus, ook over de aard van de bedreigingen aan het adres van burgemeester Fons Jacobs en de daarbij gebruikte technieken. Om er nog maar een te noemen: hoe kan zoiets zó lang duren, zonder dat de dader op wat voor manier dan ook is te traceren?
De hoofdofficier van justitie in Den Bosch heeft uiteindelijk zuchtend tegen de verslaggever van het Eindhovens Dagblad gezegd: ‘Kom dan maar langs, maar maak je geen illusies. Ik kan niets meedelen.’
En zo kan het gebeuren dat op de voorpagina van die krant een bericht – een zogenaamde ankeiler – verschijnt onder het kopje:
Officier wil bedreiger
Jacobs gaan ‘grijpen’
Onnieuws?
Ja.
De officier, Bart Nieuwenhuizen, een charmant ogende meneer met sterk grijzend, krullerig kapsel, wil dat namelijk al drie maanden en het is ook al die tijd algemeen bekend dat hij dat wil.
Nochtans ziet de verslaggever kans een complete binnenpagina (van tabloidformaat, maar toch) te vullen met inhoudsloze kreten van deze meneer die het hooguit doen als aandacht trekkende koppen:
‘Dit gedonder moet stoppen.’
(Vinden we allemaal.)
‘Hier gaan heel veel mensen uit dat wereldje nog last van krijgen.’
‘We laten niet met ons spelen. Wie hier misbruik van denkt te maken, komt van een koude kermis thuis.’
Vindt de lezer ook iets intrigerends? Misschien dit:
‘Als ik er achter kom wie dit heeft geïnitieerd, grijp ik hem in zijn magere kippennek en is hij niet jarig.’
Hoe kun je, vóórdat je er achter bent wie de veroorzaker is van deze wantoestand in Helmond (Nieuwenhuizen geeft impliciet toe dat dat niet het geval is – dat hij wellicht ten onrechte spreekt van een ‘hij’), hoe kun je zo’n onbekende dan een ‘magere kippennek’ toedenken? De officier geeft er trouwens blijk van, in al zijn goedwillendheid, over een tamelijk beperkt inbeeldingsvermogen te beschikken. Ik althans, denk bij het soort criminelen waarop hij jaagt, eerder aan zwaar getatoeëerde diknekken met vette kale koppen.
Maar ja, de officier weet kennelijk meer dan wij, alleen wil hij er niet over praten.
Toch schrijft de verslaggever er die pagina over vol. Jammer, het zal hem geen journalistieke prijs opleveren. Want ik zal zeker niet de enige zijn die het een typisch geval voor de prullenbak vindt.