De carnavalsoptochten in Den Bosch en Breda gaan vandaag, vanwege de harde wind, niet door. Die van Breda zal nu op 6 maart worden gehouden. Halfvasten! Op een twitterbericht hierover reageerde ik, misschien iets te snel, met ‘de definitieve loskoppeling van carnaval van het r.-k. geloof’. Want halfvasten was en is wellicht nog op het Franse platteland en in Franstalig België wel een carnavalesk feest: mi carême. In het wat ingetogener noord-west Europa is het een vreemde eend in de bijt.
Hier spreken de gelovige katholieken van ‘Zondag Laetare’, waarbij het latijnse woord ‘verheug u’ betekent – op het naderende paasfeest wel te verstaan.
Ik ken in mijn lange leven – afgezien van de tweede wereldoorlog – maar één geval, waarin het carnaval in Nederland in zijn geheel werd afgelast: in 1953, na de watersnood met meer dan 1800 doden. Het carnaval had toen trouwens nog lang niet de omvang van nu; het werd door de r.-k. geestelijkheid tegengewerkt. Van het lyceum kregen we op maandagmiddag (Bredase optocht!) geen vrij. Bovendien waren we nog arm. Een kind met een vraagteken op z’n wang geschilderd was al heel wat. Breda mag dan nog steeds Kielengat heten, 'n fantasielozer en armzaliger uitdossing dan de boerenkiel is nu ondenkbaar. Wat niet wegneemt dat het carnaval daar aanwijsbaar ouder is dan waar ook in Brabant. Dankzij carnaval vierende Spaanse bezetters, kon de stad op 4 maart 1590 met behulp van een turfschip worden ingenomen.
Er bestaat ook nog zoiets als een carnaval d’été, een zomercarnaval, maar dat heeft in Nederland, afgezien van enkele plaatsen waaronder Rotterdam, nooit echt voet aan de grond gekregen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten