vrijdag 29 juli 2016

De moeder en haar puber

Over de moeder en haar puber schreef ik al eerder. Intussen gaat het ‘gevecht’ natuurlijk door, nou ja, misschien is het eerder een vorm van overleg. De knul wordt binnenkort vijftien en in verband met de vakanties mocht-ie z’n feestje alvast geven.

Het liefst zonder aanwezigheid van de ouders, natuurlijk. Maar dat is nog eens nadrukkelijk gestipuleerd: voorlopig niet. Zijn lijstje van uit te nodigen vriendjes omvatte liefst dertig namen, maar de moeder vond: begin es met vijftien. Het zouden er uiteindelijk zeventien worden; alla, vooruit dan maar.

Kinderen en drank. Komt er een jongen aanzetten met een fles Baccardi rum. Wat is het alcoholpercentage van dat spul? Vijfendertig procent? Vijfenveertig kan ook.

De moeder: Regel jij dat of ik?

De jarige: Ik zal het wel doen.

Het drankorgel moet zoiets gevraagd hebben als ‘Moet ik nu weg?’ Nee dus. En: ‘Belt je moeder nu mijn ouders op?’ Ook al niet.


Iedereen blij en tevreden. Kans op herhaling miniem. Die rum staat daar op het aanrecht. Misschien was het wel een collectief  'cadeau'. Daar zal dan wel flink over nagekaart worden.

woensdag 20 juli 2016

Boerenkinkels

Thijs Zonneveld is wellicht een van onze beste wielercommentatoren. Ooit prof, zonder sporen van roem weliswaar (die blijft zo ongeveer beperkt tot het winnen van de derde etappe van de Volta Ciclista Internacional a Lleida) weet hij natuurlijk waar hij het over heeft. Bovendien pleegt hij zijn Tourcolumns in briljante, meeslepende stijl te formuleren. Ze vallen onder de categorie ‘een goed verhaal is nooit te lang’. Zodoende is hij hier tijdens de Tour het zonnetje in huis. Hij is ook sterk in het terughalen van vergeten woorden, zoals vandaag boerenkinkel.

Zonneveld schrijft in de AD/R Nieuwsmedia in een weergaloze karakterschets van “de enige echte concurrent van koploper Froome in de Tour 2016”: ‘Bouke Mollema  is, zoals zoveel wielrenners tegenwoordig, bepaald geen ongeletterde boerenkinkel.’

We weten allemaal waar dat op slaat: op de eenvoudige katholieke mannen uit Brabant die in de vorige eeuw het wielrennen ‘op de kaart zetten’. De Wagtmansen, de Van Ests, de baanrenners Braspenninx en Schulte. Die ontwikkelden hun krachten en behendigheid op de fiets als pungelaars met een pak boter op de bagagedrager, achterna gezeten door de douaniers. Het waren géén boeren, eerder bouwvakkers. Sint Willebord, gemeente Etten-Leur, was hun biotoop. Van daaruit bouwden ze hun roem op. Inderdaad, met alleen lagere school, maar voor het fietsen hoefde je niet geletterd te zijn. En mannen als IJzeren Willem (van Est), waren gevormd uit één stuk, ruwe diamanten met lef, die zich aan fietsbanden uit een ravijn lieten hijsen – Wimme in 1951 – om enkele jaren later ‘nog even’ in één dag Bordeaux-Parijs te verschalken.

Ik verwijt Thijs Zonneveld (35) helemaal niks. Hij weet veel over het hedendaagse fietsen, maar weinig van het verleden. En hij is een Hollander en dan sta je wel heel ver af van de boerenkinkels.

woensdag 6 juli 2016

Hond ruikt meer dan je denkt

In het populaire radioprogramma Nachtzuster van Omroep Max kunnen luisteraars elkaar vragen stellen. Een bloemlezing van de flauwekul die dan voorbij komt, zou een apart stukje kunnen opleveren, maar dat doen we nu even niet. Onlangs was er iemand die wilde weten, waar honden het vermogen vandaan halen, vast te stellen dat het niet goed gaat met baasje. Een zinnige vraag, kan ik uit eigen ervaring zeggen, want toen mijn jongste zuster voor het einde van haar lang, gelukkig leven stond, vertoonde haar hond Elsa duidelijk tekenen van droefenis.

Het antwoord kwam vrij snel: honden ruiken dat. Ja, wat honden al niet ruiken. Dezer dagen had ik er een te logeren: de boxer Luna. Een apart geval, want zij is 'n week of wat geleden op het boerenerf waar ze thuis hoort in het donker aangereden waarbij haar kop zodanig werd gemaltraiteerd dat een aantal plat liggende kiezen moest worden getrokken en zij aan één kant doof werd. Volgens de dierenarts is het een wonder dat ze het heeft overleefd. Nog wonderlijker is het dat ze inmiddels zo goed als hersteld is. Daar hebben wij als 'revalidatiekliniek' tijdens vakantie van de bazen een rol in gespeeld. Luna was strikte rust voorgeschreven, nou daar is een min of meer stedelijk appartement geschikter voor dan een melkveehouderij, waar tankauto's en machines af en aan rijden.

Voorwaarde is natuurlijk wel dat zo'n hond zich kan aanpassen. Nou, dat zou op zich ook alweer een wonder zijn, ware het niet dat Luna van jongsaf met hondencursus en al uitstekend is opgevoed. Ze luistert! Wat er in zo'n dier omgaat, weet je natuurlijk nooit helemaal, maar Luna leek zich in de voor haar wel erg beperkte leefruimte al gauw thuis te voelen. Het weer was niet van dien aard dat er naar hartenlust in het open veld geravot kon worden, dus dat werd drie of vier keer per dag aangelijnd uitlaten. Plastic zakje bij de hand om de drollen op te ruimen.

Nu ben ik eindelijk bij de core business van de hond: het ruiken. Je ziet wel eens honden die van hun baasje daar de kans niet voor krijgen. Die worden met een ruk aan de riem 'tot de orde' geroepen. Wat? Desnoods voortgesleept. Wij vinden echter dat wij de hond dit kennelijk voor hem/haar ultieme genot, de vervulling van deze levensvoorwaarde moeten gunnen. Mijn zwager heeft daar een mooie uitdrukking voor: 'ze lezen de krant!' Nou reken maar dat Luna bij ons het wijknieuws tot zich heeft genomen.

En dan de vele ontmoetingen. De reactionairen zijn vooral die kleine k*thondjes, waarvan ik wel eens denk dat ze zo heftig keffen en blaffen uit frustratie. De kennismaking met grote soortgenoten verloopt doorgaans harmonisch. Uitzonderingen daargelaten, zoals de goeie ouwe sul van de overburen, die plotsklaps agressief op Luna reageerde. De buurvrouw verbaasde zich er ook over, maar had toch een verklaring: ze ruikt dat Luna iets onder leden heeft. Medicijnen.

Dan was er nog een grote zwarte hond, waarvan de baas op dreigende toon zei dat als je daar ruzie mee kreeg, de dokter niet meer nodig zou zijn. Flinke jongen, die baas. Moet het met een hond doen bij gebrek aan een kalashnikov.

(Gesproken column Omroep Best, 13.07.16, 18:10 uur.)