zondag 29 april 2012

Gestoord

De displays gaven aan dat de informatievoorziening van de NS in de war was, waardoor ze dus niet werkten. De treinen gingen van schrik langzamer rijden, zodat het kantje boord werd met
de aansluiting in Utrecht. De airco van het bovenste compartiment van de intercity stond op z'n koudst, dus die afdeling heeft voortaan, althans buiten de winter, onze voorkeur niet meer. Er kwam trouwens geen conducteur langs, om tegen te klagen. De hele dag zagen we slechts één conducteur en die volstond met meerijden en af en toe op een deurknop te drukken. Zeker geen zin in iets anders.

misbakens_230x187Boven de deur van de sprinter
's-Hertogenbosch-Deurne meldde de lichtkrant de stations die zouden worden aangedaan: Vught, Boxtel, Best, Eindhoven-Beukenlaan, Eindhoven-Centraal, Helmond (vier stations, bijna teveel om op te noemen). De mevrouw die ten overvloede de route nog eens omroept via de intercom, slaat tot twee keer toe onze bestemming Best over. Komt zeker omdat het station daar ondergronds ligt. We spreken met medereizigers af, desnoods aan de noodrem te trekken.

O ja, die treinen in slakkengang, daar hadden we gelukkig op de terugweg geen last meer van. Zou 't ook iets te maken hebben gehad met de recente wederrechtelijke passages van rode seinen, waarvan één met rampzalig gevolg? Zelden meer onzin horen uitkramen, niet in de laatste plaats door een stotterende Heer President van de NS, dan de afgelopen weken. 'Trein stopt alleen bij rood, als-ie harder rijdt dan 40 km'. Alsof het verzuim van de machinist er helemaal niets toe deed. Laagstaande zon, lamenielache. Miljoenen moeten er weer geïnvesteerd worden omdat die machinisten zitten te slapen. En intussen wil ProRail de afgeschafte bonussen compenseren met een salarisverhoging van 16 procent. Waar zijn ze op het Binnenhof intussen in godsnaam mee bezig?

Ik kijk altijd graag naar het EO-programma Rail Away, dat je meeneemt op minstens honderd jaar oude spoorlijnen, door de meest fascinerende landschappen. Vorige week was het Taiwan (wist u dat dat sinds 1945 van China afgescheiden eiland intussen 23 miljoen inwoners telt?)
De bestuurders van de treinen daar zijn verplicht, alles wat ze doen luidop te benoemen. 'Rood licht. Stop!' Ze lieten het zien. Groen. Met gestrekte arm gaf de machinist aan, dat-ie van plan was de trein in beweging te zetten. Ja, van die Chinezen kunnen we nog steeds wat leren.

Trouwens, computerisering noch modernisering in andere zin hebben ons onbegrensd heil gebracht.
Sein-,wissel- en informatiestoringen zijn zonder uitzondering van ict-kundige aard. Vroeger, ja vroegah, hadden de seinen unieke vormen. Niet dat we daar naar terug moeten, maar toch...neem nu zo'n verschijnsel als het mistbaken (foto). Eigenlijk waren het er drie: diagonaal geplaatste lange, zwart-wit geschilderde latten in de lengterichting van de spoorbaan geplaatst. Ze betekenden: kijk uit, u nadert een sein! Overduidelijk, goedkoop in onderhoud en storingsvrij.

vrijdag 27 april 2012

Oorlogsleed

Elk jaar weer, vlak voor 5 mei, ontbrandt de discussie weer: wie nodig je uit bij de dodenherdenking en wie niet?

Tot voor kort spitste het zich toe op de Duitsers in het algemeen. Zijn we eraan toe, of nog niet? Ik ontkom er niet aan, op mijn beurt te vermelden dat ik WO2 bij mijn volle verstand heb meegemaakt; was in mei 1940 net zes. Ik heb dus ‘de Duitsers’ grondig leren haten en ik herinner me nog, hoe ik in 1957 of daaromtrent hoogst verbaasd was over mensen, die het leuk vonden een reisje naar Duitsland, met Wein, Weib und Gesang, te maken. Overigens ontvingen wij al jaren eerder Duitse scouts, maar die werden door ons als volmaakt onschuldig beschouwd, en dat waren ze natuurlijk ook. In de loop van de daarop volgende decennia heb ik de Duitsers – zeg maar ‘de kinderen van’ – steeds meer leren waarderen, niet in het minst om hun relatieve bescheidenheid en de manier waarop ze omgaan met hun beladen verleden.

Vorig jaar las ik D-Day van de Britse strateeg Anton Brevor, een boek dat voor driekwart gaat over de heen en weer gaande strijd, met alle ellende van dien, ná de landingen in Normandië. Daarin komt ‘de andere kant’ uitvoerig aan bod en ik moet zeggen dat sommige passages daarover me nogal hebben geraakt. Hoe meer de tijd voortschrijdt, hoe intenser het gevoel wordt dat zo’n oorlog de mensheid als geheel heeft getroffen – dat partijen er niet zo heel veel meer toe doen. Wat natuurlijk niet betekent dat er dan ook maar een standbeeld voor de heer Hitler moet worden opgericht.

Maar nu dus de daders en hun nakomelingen. Het ontroerende gedicht van die 15-jarige Helmonder over zijn foute oom onderstreept volgens mij terecht dat ‘wij allen slachtoffers’ waren. Ik sluit hierbij de misdadigers niet in, maar wel de letterlijk arme sukkels die zich in het systeem vergist hebben, die, laat ik zeggen voor het verkeerde ideaal gestreden hebben. Opvallend aan het verhaal van die Helmonds ss-er is ook, dat vier van zijn broers/zussen in het verzet zaten. Dit moet toch wel dwingen tot genuanceerd denken  over deze zaak. Blijkbaar is dat nu, zelfs na 70 jaar, nog niet mogelijk. Zelfs selfmade opinionleaders als Theodor Holman, kunnen dat niet opbrengen. Laatstgenoemde trok in een column de hele affaire naar zich toe, door uit te leggen dat hij al jaren niet naar de herdenking op de Dam gaat, omdat-ie als lid van het Repubikeins Genootschap de koningin niet wil schofferen. Alsof Beatrix zich inderdaad door ene Theodor Holman geschoffeerd zou voelen.

Goei volk?

Het ziet er naar uit dat Anton van Aert (van de Hoge of van de Lage Aard? doet er niet toe) burgemeester van Best gaat worden. Hij is voorgedragen en dan ben je al ‘n heel eind.

Waarom lijkt me Van Aert wel wat? Ik zag z’n foto in de krant en die durf ik ‘s avonds best in het donker tegen te komen. Goei volk, zeggen we in Brabant. Zeker ook geschikt als Toon d’n Urste als het zou moeten. Hij is trouwens in Ulvenhout geboren, praktisch gesproken in dezelfde gemeente als ik, zei de chauvinist. Verder las ik dat Van Aert (PvdA) al tien jaar wethouder  van buurgemeente (schreef ik me toch eerst buurgemeester…) van Boxtel is en dat wijst op een trouw karakter. Hij is kennelijk binnen de gestelde tijd en in elk geval cum laude aan de VU afgestudeerd in de Nederlandse taal- en letterkunde. Geen uitgesproken technocraat, eerder ‘n doordenkertje, cultuurminnend, zéér bekwaam, neem ik aan, als het gaat om het schrijven van columns in Best Informatief.

Wat ook mooi meegenomen is, is Aerts’ ervaring met het uitgeven van educatieve software. Ook nog eens tot op zekere hoogte ict-er dus en dat soort kennis is in de gemiddelde Nederlandse gemeente nooit weg.

Laat ik maar eens stoppen, want het begint steeds meer op een schaap met vijf poten te lijken. Misschien is het dat ook wel – we zullen zien, op 1 september, want dan komt-ie.

dinsdag 24 april 2012

Kapot

Zo’n brievenrubriek als die van het Eindhovens Dagblad sla ik zelden over, al lees ik ‘m wel ‘kruislings’. Jammer dat hoofdredacteur Ton Brouwers niet meer leeft. Voor hem was het redigeren van de ingezonden stukken min of meer een hobby. En met hem had ik wel eens van gedachten willen wisselen over het verschil in niveau tussen pakweg 1965 en nu. Ik meen dat je uit de hedendaagse brieven de hogere ontwikkelingsgraad van de gemiddelde scribent kunt aflezen. 

Men zal zich wellicht afvragen, hoe zit het dan met de taalvaardigheid? Daarover is tegenwoordig toch niemand bijzonder enthousiast? Mijn ervaring, ook met het onderhouden van weblogs met mogelijkheden tot interactie, leert me dat hier sprake is van een vicieuze cirkel. Weinig mensen die zich qua taal onzeker voelen, klimmen in de pen, schreeuwerds à la de reaguurders van GeenStijl daar gelaten.

Hoe kom ik er toe, hierover uit te weiden? O ja, een brief in het ED van een dierenarts uit De Mortel met het opschrift ‘Respect voor de natuur’. Dat kopje is er waarschijnlijk  door het hoofd opinie van het ED boven gezet, want het is een vlag die niet echt de lading dekt.

De schrijver protesteert namelijk tegen het gebruik van het woord kapot voor dood. Dit is, meent hij, een ernstige vorm van taalverruwing, ‘die niet getuigt van respect voor het leven’. Alles wat leeft gaat dood (mens, dier, plant) doceert hij. Alles wat niet leeft (auto, fiets, stoel) gaat kapot.

Op deze redenering valt wel wat af te dingen. De dierenarts geeft ergens zelf al aan dat het gebruik van ‘kapot’ voor ‘dood’ typisch Brabants is. Zo is het maar net. Ik zag eens in een ‘Brabants’ toneelstuk een oude man, die zwijgend – plons plons – de ene aardappel na de andere zat te schillen, totdat hij – plons – uitriep: ‘Dan maar kapot!’ Stel je nu eens voor dat hij geroepen had: ‘Dan maar dood!’ Da’s toch geen effect? Ik durf te beweren dat streektaal geen verruwing met zich mee brengt, maar verrijking. Dus liever geen ‘beschavingsactie’ als die van onze dierenarts uit De Mortel.

vrijdag 20 april 2012

Natuurlijk is zo’n executie publiek

Eerlijk gezegd heeft het me nogal verbaasd, dat het perscentrum Nieuwspoort zijn poorten heeft open gezet voor mevrouw Albayrak, teneinde haar in de gelegenheid te stellen haar gram te halen over het ‘vernietigende rapport’ van de Commissie Scheltema aangaande haar handel en wandel als directeur van het COA. Zou het zijn, omdat het hier een publieke functie betreft? Dan weet ik er nog wel ‘n paar.

Waar het in de allereerste plaats om gaat, is een arbeidsconflict, zoals er in dit land duizenden per jaar worden uitgevochten. Het nietes-welles is daarbij structureel en in dit geval blijft de onderzoekscommissie, in weerwil van de glasharde ontkenningen van Albayrak ‘vierkant’ achter haar rapport staan. Dus zit er voor mevrouw niets anders op, volgens de reguliere wegen die de rechtsstaat ons biedt, haar gelijk en haar rehabilitatie te halen. Of dat ook zou kunnen leiden tot herstel in haar functie, lijkt me hoogst onwaarschijnlijk. Er bestaat ook nog zoiets als een factor ‘verstoorde arbeidsverhoudingen’.

Tijdens het zagen van dik hout, riep mevrouw Albayrak dat er sprake was van een ‘publieke executie’. Tja, wie een publieke functie uitoefent, dient daar op voorhand rekening mee te houden .

maandag 16 april 2012

Ik waarschuw voor ‘t laatst

Er wordt niet naar mij geluisterd, ik weet het, maar toch blijf ik op deze plek waarschuwen. Desnoods voor het laatst.

Neem nou het verkeersprobleem in de Bestse Hoofdstraat, dat vorige maand ook al onderwerp was van deze rubriek. Al járen probeer ik iedereen aan het verstand te brengen, dat dat probleem voor driekwart wordt veroorzaakt door het doorgaande verkeer Son-Oirschot vice versa. Om daar achter te komen, hoef je geen duur onderzoeksbureau in te schakelen. Je hoeft er slechts ‘n tijdje voor op de rotondes Quatre Bras en Oirschotseweg te gaan staan en  daarbij ook goed te letten op de bewegwijzering.

De Ringweg wordt niet benut, heeft men ten gemeentehuize inmiddels ontdekt. Nu is het nog ‘n jaartje of wat wachten  op de volgende conclusie, namelijk dat die Ringweg niet ‘af’ is. Nee, ik ga dit niet weer opnieuw onbetaald uitleggen. Dat moet het volgende externe bureau maar doen.

Inmiddels dient zich het volgende centrumprobleem aan.  De kermis, de landelijk beroemde kermis van Best, is niet langer in haar wonderbaarlijke compactheid te handhaven op het Raadhuisplein en onmiddellijke omgeving. Dat strookt niet met de plannen tot opwaardering van het centrum. Dus moet die kermis met ingang van 2013 gespreid worden over een aantal plekken. eigen_weg_vind_ik_leuk_230x173De onvermoeibare Vanda van der Kooi schreef afgelopen maandag zo ongeveer het ED vol, onder meer met dit schokkende nieuws. Immers, er wordt nu gestudeerd op ‘alternatieve’ locaties als d’Ekker (is die al niet als kermisterrein in gebruik?) Stationsstraat en wat genoemd wordt ‘het terrein tussen Prinsenhof en Tapijtcentrum Nederland’. Uuh? Ik ken daar maar één terrein, namelijk de parkeerplaats vóór Prinsenhof en Tapijtcentrum. Je gelooft het niet, maar officieel is dat privéterrein. Uit het daar staande bordje ‘Eigen weg’ blijkt, leuk of niet, dat parkeren daar door de eigenaren van het Tapijtcentrum wordt gedoogd. En met die eigenaren is het over het algemeen niet zo goed kersen eten,  zo is in een eerder stadium van  onderhandelingen over het centrumplan gebleken. De facebooksticker ‘Vind ik leuk’ die op dat eigen-weg-bordje is geplakt, kan dus best cynisch worden opgevat.

En dan de Stationsstraat. Waar moeten we daarbij voor het plaatsen van kermisattracties anders  aan denken dan aan het spoortunneldek? Wederom zonder verder onderzoek: vergeet dat maar. Dat is alleen al om veiligheidsredenen absoluut uitgesloten.

Kortom, ik vrees met grote vreze, dat Best ook in dit geval van een kouwe kermis thuis zal komen.

(Gesproken column Omroep Best, 18.04.12, 18:10 uur.)

donderdag 12 april 2012

Kijkje in de klas

Wat zitten ze toch in godsnaam allemaal met die smartphones te doen? Nou, twitterberichtjes lezen/schrijven als dit (de verschrijving laat ik staan, want die hoort er nu eenmaal bij op Twitter):

TienersOnline! ‏ @TienersOnline: Beste Leraar, stop met zoveel koffie drinken, je stinkt. Groetjes iedere leerling waartegen je tegen praat. #TienersOnline

Of deze tweet de betrokken leraar bereikt, is afhankelijk van de vraag of hij volger is van TienersOnline! Want dat is het grootste misverstand rond Twitter: ‘Ik heb geen zin om al die onzin te lezen’. Dan ‘ontvolg’ je toch gewoon degenen van wie je vindt dat ze (teveel) onzin debiteren?

Verkoopt TienersOnline! onzin? Zelden. Ik waag het zelfs te beweren, dat ze regelmatig redelijk scherpzinnige opmerkingen weet te maken. En intussen verschaft ze (m/v) mij een boeiend kijkje in de klas, respectievelijk de leefwereld van tieners.

Niveau? Nou, toch wel VWO of atheneum, al moet je sommige havisten niet onderschatten.

TienersOnline!  plaatste al bijna 24.000 berichtjes en heeft meer dan 100.000 volgers. Hoeveel heeft Obama er eigenlijk? En de vraag is natuurlijk ook, in welke mate TO nog bij de les kan zijn.

vrijdag 6 april 2012

Paascultuur

missaal_paaszondag_527x471Die goeierd van een Frans Bauer, die als Petrus Jezus mocht loochenen, vond het vooral leuk wat er gebeurde daar onder de Erasmusbrug. Niet onvermeld mag blijven dat zelfs de actuele godloochenaar Gordon met ‘n liedje een bijdrage aan die Passion heeft geleverd. Dat is het zo ongeveer wat ik nog van die eigentijdse weergave van het lijdensverhaal wilde zeggen, zojuist de ultieme uitleg van Sante Brun tot mij genomen hebbende.

Misschien is dit het moment om vast te stellen, dat Pasen niet langer een Algemeen Christelijke Feestdag is, maar ‘n soort voorjaarskerst – althans dat probeert het Nederlandse ondernemerschap er met toenemend succes van te maken. Zelfs een integere columnist als Bert Wagendorp ging deze week in de Volkskrant de mist in door Witte Donderdag aan te merken als ‘de sterfdag van Jezus Christus’. Nu moet ik hem nageven, dat het rustaltaar, waarmee de katholieken de instelling van de eucharistie tijdens het Laatste Avondmaal (‘Neemt en eet, want dit is mijn lichaam’) herdachten iets had van een witte graftombe.

Toch schijnt de oorsprong van Pasen velen nog te intrigeren, getuige de aandacht die sommige media eraan besteden. Zo volgt de radiorubriek Met het oog op morgen de Goede of Stille Week op de voet, bij de hand genomen door de Brabantse cultuurhistoricus Gerard Rooijakkers. Gedegen voorlichting over wat inderdaad geschiedenis is geworden.

Beluister het beroemde Gregoriaanse paasgezang Victimae paschali laudes.
Illustratie: Volksmisboek van de Benedictijnen van Affligem, 1939, opengeslagen op paaszondag. De abdij van Affligem is 950 jaar oud.

maandag 2 april 2012

Een M met spatjes

Abraham Moszkowicz, de advocaat, heeft zich door Volkskrant magazine laten interviewen. Coverstory. De bijbehorende, geënsceneerde foto – een gemanicuurde vrouwenhand schraagt een kolossale havana in de mond van de strafpleiter – valt vooral op door een bijzonder slechte gelijkenis.

Is die foto wel door de meester goedgekeurd? Want andermaal blijkt dat de heer Moszkowicz een ‘man met spatjes’ is. Hij had bij dit door zijn uitgever (hij heeft ook maar eens ‘n boek geschreven) geïnitieerde verhaal de regie stevig in handen. Zo mocht er, zolang dat boek niet was verschenen, niet uit worden geciteerd. Ook wilde M zeggenschap over de kop die boven het artikel zou worden geplaatst. Alleen maar M dus. Kortom, zoveel restricties dat een zichzelf respecterende (zich graag ook kwaliteits noemende) krant hier absoluut niet diende in te trappen.

Het resultaat is navenant. De afspraak tot tutoyeren (ook een ideetje van M?) blijkt dodelijk voor de pogingen van de verslaggever, uitspraken van enige betekenis aan de geïnterviewde te ontlokken, met als resultaat dat onze zilveren jubilaris (want dat is hij uiteindelijk als advocaat) de gelegenheid te baat neemt om eens uitgebreid, zich steeds weer herhalend, zijn gram te halen over het onrecht dat hem in de loop van al die jaren door het nationale journaille is aangedaan.

Want er is in ‘s mans ogen natuurlijk maar één M. Jammer voor hem en voor de Volkskrant dat we dat allang wisten. Zelfs zonder dat boek van hem te hebben gelezen. Zullen we ook niet aan toe komen.  Zo min als aan het kijken naar RTL Boulevard, waar M, tussen Pauw en Witteman door regelmatig opdraaft.