woensdag 17 juli 2024

Vervelend als je op straat naar plee moet

De Nationale Vereniging De Zonnebloem bestaat 75 jaar en organiseert ter gelegenheid daarvan onder meer een reizende tentoonstelling die aandacht vraagt voor de problemen waarmee mensen met een beperking met name in het openbaar te kampen hebben. Boven het persbericht hierover staat de kopsuggestie: 'Zonnebloem roept kabinet op om ontoegankelijkheid serieus te nemen'. De vraag die zich opdringt is, wat is een menselijke beperking? De expositie geeft ook daar natuurlijk een antwoord op.

Ik stel deze vraag aan de orde, om – facetje – het in Nederland bijzonder vervelend is als je ineens op straat naar de plee moet. Ik begrijp dat dit vooral vrouwen op leeftijd nogal eens overkomt. Hoewel, onlangs zag ik een meid op een gazon – min of meer achter een boom, dat wel – uit de broek gaan. Grensoverschrijdend gedrag maar dan anders. Een mij bekende vrouw kwam ongeveer tezelfdertijd zich ziek voelend thuis nadat haar hoge nood in diverse winkels werd beantwoord met 'dat kan hier helaas niet'. 

Wat wel kan is natuurlijk iets consumeren in een horecagelegenheid. Of voor 60 eurocent (wie heeft nog dubbeltjes in z'n portemonnee?) zo'n gelegenheid bezoeken. Dat schijnt sporadisch mogelijk te zijn.

Het ontbreekt 'gewoon' in dit land aan openbare toiletten. Aan onze winkelcentra wordt van alles gedaan met het accent op reuring. Ik pleit voor een prijs voor de gemeente die hier effectief wat aan doet.


dinsdag 16 juli 2024

Kijk uit met monumenten

In Amsterdam, nog wel op het Leidseplein, is een standbeeld, nou ja een monument, onthuld ter nagedachtenis van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever. De moord van drie jaar geleden ligt ons nog ver in het geheugen en de verdiensten van De Vries zijn niet aan twijfel onderhevig. Toch heb ik de neiging, om aan een (weer eens) typisch Amsterdams initiatief te denken, maar dat terzijde. In het algemeen denk ik dat voorzichtigheid met het oprichten van standbeelden/monumenten ter ere van wie dan ook geboden is.

Jan Pietersz Coen, Groot Inwoner van Hoorn, is in ons land het klassieke voorbeeld, Je moet liefst voorkomen dat je er achteraf een bordje bij moet plaatsen waarop staat dat zo iemand omstreden is. Ter verduidelijking: Coen was een aartskolonialist die in alle denkbare mogelijkheden fout is geweest.

Wat volgens mij voor monumenten moet gelden, betreft ook straatnamen. In Breda heeft men eens 'n straat moeten hernoemen die aan een hoge rijksambtenaar was gewijd, van wie achteraf werd vastgesteld dat hij met de Duitse bezetter had geheuld. Een journalist (toen nog zonder de volgens mij op marketing gerichte toevoeging onderzoeks-) ter plaatse had van de actie tot naamswijziging zo ongeveer z'n levenswerk gemaakt.

In Nederland krijgen leden van het Oranjehuis als automatisch een straatnaam. Zo ook Bernhard van Lippe Biesterfeld, de prins gemaal van koningin Juliana, die bij zijn leven al 'Schavuit van Oranje' werd genoemd en na zijn dood definitief werd ontmaskerd als een notoire leugenaar. Een aantal gemeenten heeft inmiddels zijn conclusies getrokken.

Soms plaatst een naar een persoon genoemde straat je trouwens voor een raadsel. Wie was bij voorbeeld in Best Secretaris Jansen en wat was de reden om hem deze eer te bewijzen? Het stikt van de secretarissen. En, o ja, Willem Lumey, commandant van de Geuzen tijdens de Tachtigjarige Oorlog, bijgenaamd Het Everzwijn, die verantwoordelijk was voor het ophangen van een aantal religieuzen (de Martelaren van Gorkum) in Brielle. Ik heb eens geprobeerd, samen met wijlen Rob Ruggenberg, de leerlingen van de aan de Lumeystraat gelegen protestantse school hierover voor te lichten. Het is er niet van gekomen.



maandag 17 juni 2024

Grote monden en korte lontjes

Het moet ergens in de jaren zeventig zijn geweest. Ik liep in een centrale hal van het krantengebouw op de vleugeldeuren naar de redactie toe. Een veel jongere collega liep voor me uit, keek op noch om, botste de deuren open en ging me voor. Ik vond dat frappant. Dit was ons namelijk niet zo geleerd. 'Altijd even kijken of je niemand in de weg zit.' Zoiets. Ja, de tijden zijn veranderd. Ten goede? Nou nee. Zegt deze oude man zonder de overtuiging dat 'vroeger alles beter was'.

Als mijn vader op het trottoir een hem bekende vrouw tegenkwam, ging hij zo nodig de stoep af en groette haar, even zijn hoed lichtend. Ik realiseer me dat ik tegenwoordig vaak ook zo'n hoed draag, een doodgewoon ding, dat onlangs aan een schoolkind de kreet ontlokte: kojbojhoed! Dit even ter verdere illustratie van 'veranderende tijden'.

Henri Bontenbal, van wie ik wel eens denk 'jammer dat-ie niet van mijn partij is', reageerde vandaag op X (voorheen Twitter) op de extra maatregelen die Albert Heijn nodig acht tegen grote monden en korte lontjes, blijkbaar onophoudelijk door klanten in stelling gebracht tegen het supermarktpersoneel. Bontenbal:  'Heel zorgelijk dat dit nodig is. Zo 'n samenleving levert alleen maar verliezers op.'

Valt het je ook wel eens op? Iedereen is in de eerste plaats met zichzelf bezig. Het denken aan de ander is de gemiddelde mens niet geleerd. Goed gezien, ik ben in de sfeer van de opvoeding beland. In een wereld waarin jongeren ongestraft kunnen zeggen: dat maak ik zelf wel uit.


donderdag 13 juni 2024

Handen

'De dokter waste zijn handen, toen hij daarmee klaar was zwaaide hij om onbegrijpelijke redenen met zijn rechterhand door de lucht (...)’ Arnon Grunberg in zijn nieuwste roman Zevenpoot.

Stond ik net op het punt, ‘n stukje te schrijven over handen, in het bijzonder handen die je op tv ziet.

Best wel verstandig daar niet teveel op te letten, op die tv-handen bedoel ik, want dan gaan ze je irriteren. Terwijl handgebaren toch heel normaal zijn, ter onderstreping van wat je betoogt. Maar ja, Grunberg heeft het over ‘onbegrijpelijke redenen’ en dat is vaak bij mij de bron van irritatie, al hoor ik je al roepen: mens erger je niet.

Nochtans, het lijkt vaak of mensen geen raad weten met hun handen. Een klassiek verhaal luidt dat zulks een probleem vormde (vormt?) bij het amateurtoneel. Ooit loste men dat op met een sigarettenkoker. Het uit zo’n plat, al dan niet namaak zilveren doosje halen van eem sigaret, het presenteren, zachtjes met de sigaret kloppen op het deksel enz. gaven immers de handen wat te doen.

Het kon bij die amateurs ook wel eens volledig uit de hand lopen. Zoals die keer dat iemand het toneel opstormde met de woorden: Mannen! Mannen met hellebaarden en zijn kreet nog wat kracht bij zette door zijn omgekeerde handpalm ter hoogte van z’n navel te houden. Zie je het voor je?

TV-presentatoren hebben het soms makkelijker. Ze treden je met over elkaar geslagen armen (als verdedigend) tegemoet, laten hun handen rusten op een tafel of bureau of houden een documentje vast.

donderdag 23 mei 2024

Ontlezing bevorderd

Een van de veel bekritiseerde afspraken in het coalitieakkoord is de drastische verhoging van de btw  van 9 naar 21 procent op gedrukte media als boeken en kranten. Ik heb op mijn beurt de  petitie van CPNB ondertekend, aldus behorend tot de tot dusver bijna 36.000 mensen die dit plan als 'waardeloos' van  de hand wijzen. Is dit soms ook de praktijk van Wilders' bejegening van journalisten als 'tuig van de richel'?

Het behoeft geen betoog dat het duurder maken van boeken, kranten en tijdschriften de ontlezing, dus het verder inzakken van de taalvaardigheid bevordert. Van dit verschijnsel zien we dagelijks onder veelal jonge professionelen de gevolgen:

Een presentator op NPO: 'Deze wetenschapper gaat met emiraat' (emeritaat).

Krantenkop: 'Raad gruwelt van (...)' (gruwt).

Scriptie van een student: 'lijndraad'  (leidraad).

Sommige versprekingen of verschrijvingen gaan onder het mom van taalverandering een leven leiden en krijgen zelfs na 'n tijdje een legitimatie in het Groot Woordenboek. Voorbeeld daarvan, sinds het ook regelmatig door gevestigde schrijvers wordt toegepast? 'De straat is vernoemd naar Pietje Puk'. Was ooit 'genoemd naar', waarna Pietje (en niet de straat) was vernoemd.

Dit heeft mij tot de constatering gebracht: taalverandering is normaal; taalverarming is betreurenswaardig. 

Dit alles is het gevolg van slecht taalonderwijs en (mede in verband hiermee) ontlezing.

Donder dus op met je btw-verhoging.


woensdag 8 mei 2024

De Stop

Hij was ongetwijfeld de lelijkste man die ik in mijn jeugd heb gekend. Van buiten hè? Want om zijn innerlijk werd hij door menigeen op handen gedragen. Zeker bij Boerke Verschuren in 't Ginneken, toen de weduwe van het echte boerke daar nog de scepter zwaaide. Menig borreltje, al dan niet aangeboden door zijn mede-klanten heeft-ie daar naar binnen geslagen. Hij heette D.A, de Stoppelaar. Van Didericus Anton, maar hij hield het bij Anton, want Diederik, dat kon niet in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Van zijn uiterlijk wil ik verder niet teveel zeggen. Je zult maar de kenmerken hebben die de indruk (of de wetenschap) bevestigen dat de mens afstamt van de aap. Naar verluidt is dat nog enigermate gecorrigeerd bij een operatie na een auto-ongeval.

Anton was journalist. Freelance zouden we nu zeggen, want het zal duidelijk zijn dat hij om zijn uiterlijk niet met gejuich in vaste dienst werd aangenomen. Dit laatste is een veronderstelling mijnerzijds. Hij scharrelde z'n kostje met krantenverslagjes in de trant van 'Aquariumvereniging Rasbora vergaderde onder voorzitterschap van...' In vakanties viel hij wel eens in als corrector bij de krant. Als hij dan, uit behoefte aan enige beweging, het redactielokaal heen en weer begon te lopen, joeg-ie de redactiesecretaresse de stuipen op het lijf. Hij was niettemin een scherpe, zo niet grappige waarnemer. Als rechtbankverslaggever opende hij eens de deur van de wc en: 'wie zat daar, als een kloek op d'r eieren? Meester Smits!' Hij sprak enigszins geaffecteerd. Mijn papa wist dan ook respectvol te melden: 'zijn vader was vicepresident van de rechtbank in Middelburg'.

's Zaterdags kwam hij bij ons eten en dan had hij altijd wel iets te melden, in de zin van: 'er was een demonstratie van de Teolin (verffabriek, G.) waarbij brand werd gesticht. Het huis brandde af en de verf bleef staan!' Mijn moeder: 'Anton, daar trap ik niet in.'

De Stop moet een enorme bibliotheek hebben gehad. Af en toe stopte hij mij een meestal geschiedkundig werk toe, met als opdracht: Van oewe gewitwel. Seksueel moet De Stop het echte leven hebben gemist. Naar zijn geaardheid is het achteraf gissen. Hij placht ietwat verstolen daar mijn blote scoutingbenen te kijken. Toen ik allang het huis uit was, wist mijn jongere broer te melden dat hij bij een prostituee was ingetrokken.


vrijdag 3 mei 2024

Slecht nieuws

 Als Levensmaatje 's morgens de krant openslaat roept ze wel eens Wat nu weer? Want goed nieuws is geen nieuws, is zelfs ooit proefondervindelijk (met 'n eenmalige Goed Nieuws Krant) bewezen. Vandaag zou er weer aanleiding zijn tot zo'n uitroep, want de krant meldt op de voorpagina dat er recentelijk voor 250 miljoen van bouwplaatsen is gestolen.

De diefstallen, door criminelen grondig voorbereid met spiedende drones, zouden leiden tot vertraging van bouwprojecten en stijging van de prijzen. Je moet toch een motief hebben om het leven duurder te maken, denk ik dan wantrouwig.

Maar slecht nieuws kan ook min of meer grappig zijn, al zal men daar verschillend over denken. Immers tegenover elke mening, vooral op sociale media (het blijft een rare benaming) staat er wel een die daaraan tegengesteld is. Komisch vind ik in elk geval het bericht van Radio 1.be dat in Belgisch Limburg 600 mensen hun rijbewijs tien dagen kwijt zijn nadat ze waren betrapt op gehannes met hun telefoon in een rijdende auto. Ze zagen daardoor zelfs de politie over het hoofd. Een lichte straf trouwens, in aanmerking genomen dat de gemiddelde Belg met de auto naar de wc gaat. Dit laatste is een losse constatering mijnerzijds, zeg ik er maar bij voor het geval iemand er anders over denkt.