vrijdag 25 maart 2016

Superplie, vergeten r.-k. begrip

Als je iets schrijft over wat te maken heeft met het r.-k. geloof, laat dat dan even lezen door iemand die geacht wordt er (nog) iets van te weten, want met de secularisatie (85% van de Nederlanders komt niet meer in de kerk) verdwijnt ook de historische kennis. Het plaatsen van foto’s uit oude collecties is een populaire activiteit bij dag- en weekbladen. Maar daar hoort natuurlijk een toelichting bij en daar zit ‘m nogal eens de kneep.

Zo zag ik laatst in een huis-aan-huis-blad een foto van de eerste-steen-legging voor de Bernadettekerk in Spoordonk (1935), waarop een processie van priesters en misdienaars te zien was. Die mensen hadden, volgens de tekstschrijver ‘witte gewaden’ aan. De scribent kent de juiste termen niet. Ze waren namelijk in toog en superplie. De toog (advocaten en rechters dragen nog steeds een toga) was in dit geval waarschijnlijk zwart; het was natuurlijk geen kleurenfoto. De toog kan vergeleken worden met de soutane waarin de priesters in overwegend katholieke streken dagelijks rondliepen. Alleen als ze op reis gingen, droegen ze een zwart pak – broek en colbert. Ze waren dan nog herkenbaar als r.-k. priester door het nog steeds in gebruik zijnde witte boordje plus eventueel een kruisje op de revers.

Misdienaars en acolieten (in het verleden uitsluitend van het mannelijk geslacht) hadden in de regel een zwarte toog met ontelbare kleine knoopjes aan en daaroverheen dus de superplie. Op hoogfeestdagen als Kerstmis en Pasen mocht er worden gevarieerd met rode en witte togen, nooit met blauw want dat was – hoewel de kleur van Maria – niet liturgisch.

Die superplies werden door de nonnekes gewassen, heel kunstig harmonikagewijs gestreken en vervolgens als tot een stok ‘samengebonden’. Als misdienaar moest je die ‘uitpellen’ en dan kreeg je dus een prachtig hagelwit, geplooid ‘hemd’. De priesters droegen bij het opdragen van de mis, onder het kazuifel, een wit gewaad, inderdaad, dat tot de schoenen reikte en albe werd genoemd.

Nu ik het toch over Spoordonk (gemeente Oirschot) had, ze voelen zich daar duidelijk ook steeds minder katholiek. De kerk (die van de eerste steen) krijgt een profane bestemming en de Sint-Jozefschool heet er tegenwoordig De Fonkeling, met als enig door de bedenker opgegeven motief, dat ‘we de kinderen willen laten fonkelen.’


Geen opmerkingen:

Een reactie posten