dinsdag 28 augustus 2012

Verkiezingsstrooigoed

Meeliftend met het 130 km-verkiezingsstrooigoed van de VVD, heeft de Brabantse provinciebestuurder Ruud van Heugten (CDA) de opwaardering als zodanig aangekondigd van 3,5 km autoweg tussen Eindhoven en Helmond (A270). Heel merkwaardig: alleen overdag, al is dat maar goed ook, met al die uitgaanders en pintenwippers binnen wat eigenlijk één stedelijke agglomeratie is.

Een en ander vermindert niet de woede (ED) van de aanpalende gemeente Nuenen, die haar rust verstoord ziet en zich beraadt op ‘het nemen van stappen’.

Maar waarom eigenlijk hier? Dat is ‘n heel verhaal. TNO heeft de bermen van dit traject volgestouwd met apparatuur, teneinde ‘zo realistisch mogelijke verkeersmetingen te doen’. Dat de snelheid ‘s nachts 100 wordt (benieuwd wie zich hieraan houdt) is volgens Van Heugten een ‘tegemoetkoming aan Nuenen’.

Gelukkig is hier het lied van Annie M.G. Kom Kees, het is maar tijdelijk van toepassing. Want dat mag de gedeputeerde dan ook weer meedelen: Als de ruit rond Eindhoven ooit wordt voltooid – en hij verwacht dat zulks over vijf jaar hrt geval zal zijn – gaat op de A270 voornoemd 80 of 100 gelden.

Zo wordt de tegenstanders van die snelheidsverhoging met hooguit enkele seconden tijdwinst, toch nog de wind uit de zeilen genomen.

zondag 26 augustus 2012

Is die bouw wel gecontroleerd?

Een bizar incident, als je – naar ik aanneem lekker – zit te dineren:
Het restaurant Quatre Bras op de hoek van de Nieuwstraat en de Bosseweg (eigenlijk ‘drukfout’ want ooit weg naar Den Bosch) in Best, waarvan zaterdagavond een plafond naar beneden is gekomen, met als gevolg één naar het zich laat aanzien licht gewonde, mag dan een respectabele historie hebben, het is als gebouw allesbehalve een oud cavalje. Bovendien is het recentelijk nog verbouwd en gemoderniseerd.

De eerste vraag die dus rijst is: heeft de gemeente Best nog zoiets als een Bouw- en Woningtoezicht en, zo ja, functioneert dat nog naar behoren? Met andere woorden, is de bouw min of meer op de voet gevolgd, respectievelijk het resultaat gecontroleerd?

Gratis geformuleerd voor het eerste de beste raadslid dat hier het incomplete college van B en W vragen over zou willen stellen.

De politie zegt dat een onderzoek volgt, meldt De Telegraaf. Dat is alvast iets.

Zie eventueel ook ED.nl

zaterdag 25 augustus 2012

Holland <-> Nederland

hupholland_538x403
Winkelcentrum De Boterhoek in Best tijdens EK.


Een van de belangrijkste rubrieken in de (regionale) krant is die van de lezersbrieven. Wat mij de laatste jaren opvalt van die rubriek in het ED, is dat het niveau van de ingezonden stukken aanzienlijk is verbeterd, vergeleken met die in bij voorbeeld de jaren zestig van de vorige eeuw. De behandelde onderwerpen overstijgen in ruime mate – ik overdrijf nu ‘n beetje – dat van de losliggende stoeptegel.

Is dit belangrijk? Zeker. Een levendige kwalitatief hoogstaande brievenrubriek, waarin bij wijze van spreken geknokt moet worden om de per definitie beperkte ruimte, bepaalt mede het bestaansrecht van de papieren krant.

In dat ED voltrekt zich momenteel een goeddeels vermakelijk debat over het onomstotelijk gegeven, dat Nederland in het internationale zakenverkeer en bij dito sportevenementen nagenoeg consequent wordt aangeduid als Holland. Dat is een ingeroeste gewoonte die Nederlanders, wonende buiten wat ik gemakshalve maar de Randstad noem, behoorlijk begint te irriteren.

ED-lezer Pieter Vriends mag dan een historische vergissing maken, als hij ‘Nederland in 1830 door samenvoeging’ laat ontstaan, zijn analyse klopt wèl als hij vaststelt dat hier van oudsher gaat om Hollandse kooplui contra Brabantse (en Gelderse, Overijsselse, Friese etc.) boeren en dat die tegenstelling allang niet meer actueel is.

Overigens draait de discussie vooral rond de stelling van één van de deelnemers, dat het protest zou zijn ingegeven door frustratie en chauvinisme. En Vriends merkt daar volgens mij terecht over op, dat niemand tot dusver in de ‘fout’ van de Hollanders is vervallen door te pleiten voor het vervangen van ‘de nationaliteit Nederland door Brabant’.

Blijft natuurlijk het historische gegeven dat het latere Noord-Brabant ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden niet meer dan een wingewest zonder enige politieke zeggenschap was en dat dit feit plus de daarmee gepaard gaande godsdienstige onderdrukking tot in de vorige eeuw het calimerogevoel heeft gevoed. Maar die tijd van Brabantia Nostra en Edele Brabant Were Di ligt ver achter ons. Brabant heeft inmiddels als economische draaischijf Holland menig poepie laten ruiken. En er volgen er meer.

Ach, laat ze daar toch lekker Hup Holland blijven roepen, als ze denken dat dat helpt. Brabant kan altijd nog zeggen: Zo. Vul de rest zelf maar in.

donderdag 23 augustus 2012

De kunst van het weglaten

Als ik als oude zak (de term is, aangaande zichzelf dezer dagen gehanteerd door niemand minder dan de bijna 95-jarige J.L. Heldring) iets goed begrijp dan is het de weerzin van de hedendaagse mens jegens lezen van lappen tekst in de krant. Het probleem is de geweldige inspanning die het kost om, laat ik zeggen, de puzzelstukjes in elkaar te passen.

Over regelrechte onzin hoef ik het eigenlijk niet te hebben, want die schuif je natuurlijk onmiddellijk terzijde, maar als men van mij een behoorlijke onderbouwing vraagt dan is dat terecht. Daar gaat-ie dan:

Ene Frank van Helmond, waarvan ik alleen via de gebruikelijke voetnoot op de opiniepagina van het ED weet dat hij ‘in deze krant over culturele en ethische onderwerpen’ schrijft, houdt zich vandaag bezig met de actuele politiek. Zo zie je maar weer, met cultuur en ethiek kan je alle kanten op. Maar tegen de tekst van de heer Van Helmond heb ik ernstige bezwaren. Hij schrijft namelijk op het eerste gezicht (en daar gaat het helaas bij de krantenlezer om) onzin.

Citaat: ‘Kernpunt van het programma van Roemer en zijn SP is organisatie van de maatschappij op basis van het solidariteitsbeginsel. Dat komt in de plaats  van het beginsel van de vrije markt, waar het gaat om de publieke, door allen voor allen bekostigde voorzieningen (…)’
Dit lijkt me voldoende om te vragen, waar heb je het over? Nou, zal Van Helmond antwoorden, dat verneem je toch uit de context? Ja, ammehoela, ik zit nu eenmaal met het probleem dat hier het misverstand (bij de lezer) mogelijk is dat die collectieve voorzieningen (door allen voor allen) voortkomen uit de vrije markt. En de zeldzame aandachtige lezer die aan zo’n artikel begint, heeft dan de neiging af te haken. Dag mijnheer Van Helmond, mijn smartphone piept.

Is dat nou je onderbouwing? Nou nee. In dezelfde krant lees ik over min of meer belangrijke zaken buitengewoon ingewikkelde artikelen, waarvan één zelfs in de kiosk de aandacht moet trekken, met de voorpaginakop: Verbod megastallen blijft. De pijn zit ‘m in de betrokkenheid van verschillende bestuurslagen (provincie, gemeenten) en gerechtelijke instanties, die allemaal hun eigen kijk hebben op het al dan niet ruim baan geven aan de intensieve veehouderij in Brabant. Dit is bijna niet meer aan de eenvoudige lezer uit te leggen. Probeer je het toch, dan is dat lovenswaardig, maar je loopt het risico te verzanden in een opsomming, waaruit nauwelijks meer een afgerond  beeld valt te destilleren.

Misschien wel de meest voorkomende klacht over de media is de oppervlakkigheid en het gebrek aan nuance. Maar aan de andere kant, is het streven naar volledigheid, of de liever de angst in nuance tekort te schieten, de valkuil van de journalist. Wat dat betreft staat het adagium journalistiek is de kunst van het weglaten nog steeds overeind.

Het is dus geen smoesje, als ik het hierbij laat, al zou het een koud kunstje zijn meer recente voorbeelden, maar dan van echt irrelevante, onleesbare blabla te noemen. Een vooraanstaande, helaas overleden columnist voegde in een situatie als deze eens zijn telefoonnummer toe. Zoiets hoeft niet meer. Men kan mij hier dag en nacht bereiken.

O ja, als je het als journalist nodig vindt, de rel rond de naaktfoto’s van prins Harry te vermelden, wees dan ook zo flink, er eentje af te drukken, in plaats van de lezer uit te nodigen, ‘de pikante foto’s’ online te bekijken. Want dit is wel een heel hypocriete praktijk van de kunst van het weglaten.

dinsdag 21 augustus 2012

Verkiezingspoppenkast

Tot de verkiezingspoppenkast behoort ook het gezeur over te weinig en te kleine aanplakborden in, heb ik van Radio 1 begrepen, enkele Limburgse gemeenten. Te weinig en te klein voor 22 aan de verkiezingen deelnemende partijen en partijtjes. Gevolg van bezuinigingen door de gemeenten. De desbetreffende burgemeesters reageren desgevraagd nogal laconiek en verwijzen naar de plaatselijke democratie als het gaat om het terugdraaien van besluiten.

volle_verkiezingsbordenVolgens de radio – ik moet enig voorbehoud maken want er wil bij mij wel eens wat het ene oor in en het andere uit gaan – zou Alexander Pechtold van D66 schande hebben geroepen over de in zijn ogen ondemocratische gang van zaken bij de Limlanders. Kijk en dat vind ik nou weer jereinste flauwekul. Want die aanplakborden (Waar is de tijd gebleven dat mijn zus, samen met haar aanstaande zich overgaf aan klandestiene plakkerij voor de toenmalige KVP) zijn natuurlijk een overblijfsel van de verkiezingscampagnes van vóór ‘66 en ik waag het te betwijfelen dat Hans van Mierlo c.s. toentertijd dáárom zijn activiteiten ten behoeve van de ‘democratische vernieuwing’ is begonnen, activiteiten die zoals bekend uiteindelijk nogal teleurstellend zijn verlopen, de eerste met veel bier besproeide verkiezingsoverwinning van D66 daargelaten. Ik herinner mij een foto van een latere, veel kleinere fractie met de veelzeggende opdruk ‘De Armen van het Parlement’. Hopelijk werd daarmee geen geestelijke armoe bedoeld.

Aanplakborden met verkiezingsposters – die vroeger trouwens -affiches heetten – zijn geschiedenis, sinds de tv, nu gevolgd door de sociale media, het voortouw heeft genomen. Wist u trouwens, dat het zwaktste paard altijd aan het voortouw werd gezet? Die uitdrukking slaat evenzeer de plank mis, als Pechtold met zijn verwrongen kijk op wat democratie is. Laat hij zich liever kwaad maken op het negeren van het CDA door de organisatoren van het lijsttrekkersdebat van de NOS. Heeft hij daar ook al zijn vingertje tegen opgestoken? Dan trek ik dit terug.

maandag 20 augustus 2012

Waarom dit een buitengewoon knullig bericht is

Het krantenbericht:

Meisje (1) verdrinkt

Een meisje van 1 jaar is eind van de middag in Barneveld verdronken in een zwembadje bij de buren. Hulp mocht echter niet meer baten. Voor de ouders van het meisje en de buren is slachtofferhulp ingeschakeld.

Waarom is dit een buitengewoon knullig bericht, dat niet in een professioneel gemaakte krant thuis hoort?

‘Eind van de middag.’ Welke middag? Gisteren? Eergisteren?

‘Verdronken in een zwembadje bij de buren.’ Wat deed een meisje van 1 jaar, bijna nog een baby, in een zwembadje bij de buren? Zaten die buren er met de neus op? Waar waren de ouders?

‘Hulp mocht niet meer baten’ Afgezien van het archaïsche cliché: wat voor hulp, wiens hulp? Pogingen tot reanimatie, die ik me bij een verdronken peuter nauwelijks kan voorstellen? Door de buren? Of de ouders?

‘Voor de ouders van het meisje en de buren is slachtofferhulp ingeschakeld’. Door wie? Door de politie? Heeft die een onderzoek ingesteld? Is overwogen dat hier sprake kan zijn van ‘dood door schuld’?

Slotvraag: Is dit een klakkeloos van het internet geplukt politiebericht en had de verantwoordelijke redacteur het te warm om dat verder met vragen, in de geest van die hierboven zijn gesteld, uit te diepen?

Men zal willen weten, wie al deze vragen zou kunnen/moeten beantwoorden.  Het is bijna te gênant om te zeggen: Eindhovens Dagblad.

zaterdag 18 augustus 2012

Een hilarisch interview

Hilarisch interview met Wouter Klootwijk in onder meer de Wegener kranten. Auteur: GPD-journalist Dick Hofland, een van degenen die per 31 december 2012 zijn ontslagen omdat datzelfde Wegener als grootste afnemer een bom onder deze Gemeenschappelijke Pers Dienst van regionale kranten heeft gelegd. Als de lezer nog niet zou beseffen wat dat ten nadele van de gemiddelde regionale krant betekent, dan zal hij volgend jaar snel uit de droom worden geholpen. Of misschien vandaag wel.

Eigenlijk was die GPD-kwestie niet eens de aanleiding tot het schrijven van dit stukje, maar vooral hetgeen  voedseljournalist (of is voedingsjournalist beter?) Wouter Klootwijk allemaal in dat interview te berde brengt. Dick Hofland heeft dat wel met een merkbaar overeind gehouden motivatie (ik zal ze nog eens even ‘n poepje laten ruiken) opgeschreven.

Klootwijk, kritisch, immer onderweg met een transportfiets liefhebber van spareribs en verder zonder een spoor van poeha, over de culinaire gekte en de daarmee verbonden journalistiek: ‘Het kringetje van topkoks en bezoekers houdt elkaar in stand en (…) voor de gek.’

‘Ik werkte bij de Volkskrant en de toenmalige hoofdredacteur, Harry Lockefeer, was een snob. Hij wilde net zo’n grotemensenkrant maken als in New York en Londen. Daar moest een restaurantrubriek in.’

Nou, daar was Wouter niet voor te porren, dus werd het – samen met Adriaan de Boer – een geruchtmakende, ongemeen kritische en door restaurants gevreesde smikkelserie De Boer & De Cock, die door Lockefeer werd gedoogd, met als effect een geweldige uitschieter in de verkoop van volkskranten.

Het boekje van Klootwijk gaat, onder kennelijke aansporing van Hofland nog wat verder open: Opvolger als hoofdredacteur was Pieter Broertjes, inmiddels burgemeester van Hilversum. ‘Hij heeft ons van de ene week op de andere meegedeeld dat het voorbij was. Heel raar, hij smeet me er zo uit. Het gratis abonnement dat ik had, werd een week later stopgezet. Vanaf dat moment heb ik die krant niet meer gezien.’

Het Eindhovens Dagblad, nodigt zijn lezers dit tropisch warme weekeinde uit, een foto op te sturen van de thermometer in hun tuin. Hier lopen mij de kouwe rillingen van over de rug. Benieuwd hoeveel mensen op wat langere termijn ‘geen krant meer willen zien’.

vrijdag 17 augustus 2012

De viool en de luit

horigome2De viool van de Japanse topvioliste Yuzuko Horigome, een Guarneri del Gesu uit 1741, ter waarde van een miljoen euro, is door de douane op de luchthaven van Frankfurt in beslag genomen, omdat ze het instrument niet had aangegeven bij haar aankomst in de Europese Unie. Horigome, ook niet de eerste de beste, ze won in 1980 de Koningin Elizabethwedstrijd, reist al jaren met de viool Europa in en uit. Ze zou nu 190.000 euro moeten betalen om haar lieveling terug te krijgen.

henritsas_troubadour1933_213x250Wat waren de tijden ver voor de Europese Unie toch veel eenvoudiger. Mijn vader, Henri t’ Sas, die voordrachtkunstenaar was <- reisde met zijn luit regelmatig naar het buitenland. Dat ging altijd met de trein, via Roosendaal. Daar kwam de douane dan in de coupé 's. Vroegen ze eens aan mijn vader over het harde, wel anderhalf meter lange etui waarin de twaalfsnarige luit  zat: 'Wat zit daar in'.
'Dat is een luit en daarmee sta ik geregeld op de planken.
'Ja, dat kunde nou wel zeggen, maar maak die kist toch maar es open.'
Komt het ding te voorschijn, met aan het eind, waar de stemsleutels zaten, de kleurige linten die onze troubadour bij verschillende gelegenheden ter onderscheiding en extra beloning had gekregen.
Nog was het wantrouwen niet geweken, ook al was het instrument duidelijk hol, dus: 'Speul d'r maar es wat op.'
En zo geschiedde. Gaf mijn vader in die volle coupé een van zijn succesnummers ten beste.
Dik applaus, ook van de douane: 'Goed, pak maar weer in!’

De straf van Ons Lief Vrouwke

Vanmorgen maakte ik, in een moeilijke situatie (wat ik principieel anders niet doe) misbruik van de gehandicapten-parkeerkaart van Levensmaatje. Zij pleegt af en toe gekscherend te zeggen dat ik ‘profiteer van haar ellende’, maar dat geldt voor de gevallen waarin wij samen ergens parkeren. Voordat de pliesie nu van deze bekentenis ‘een zaak’ maakt, ik bèn al gestraft, namelijk door ‘t Lief Vrouwke van Beers.

Het is een ernstige zaak. Ik bracht een bezoek aan een hoogbejaard, dierbaar familielid, dat in een verpleegtehuis helse pijnen lijdt en mij bij het afscheid vroeg, een gebedje voor hem te storten. Ik beloofde hem, aan te leggen bij het nog maar enkele weken oude kapelletje, dat in de vrijstaande kerktoren van Oostelbeers is gebouwd. Ter ere van het Lief Vrouwke van Beers.

Zo gezegd, zo gedaan. Ik stak voor hem een kaarsje op. Doe zoiets wel vaker, dat heeft met geloven of niet geloven niks te maken.

In dat kapelletje lag, ‘om mee te nemen’, Het Beerse Marialied. Daaraan ontleen ik het volgende couplet:

Ligt er ons ziekte of dood in 't verschiet,
een ander soort leed, of wij weten het niet.
Met mensen of dieren, de Q-koorts misschien,
geef hoop voor de toekomst, dat wij die weer zien.

Nogal toepasselijk.

Maar bij het verlaten van de kapel. keek ik niet goed uit, struikelde en zit ik nu met een pijnlijke dikke knie. Dat Lief Vrouwke van Beers weet dus ook onmiddellijk te straffen.

donderdag 16 augustus 2012

Linkse Brabo

Emile Roemer, de laatste dagen om begrijpelijke redenen, ‘object van beschadiging’, wordt op de website Welingelichte Kringen Brabo genoemd. Een variant op aso? Nou, er staat: ‘Emile Roemer: Niet langer de immer goedgemutste, linkse Brabo.’ Bijna een contradictio in terminis, linkse Brabo, maar sinds Joan en Wilbert Willems en Jan Marijnissen geldt dat niet meer.

Standbeeld_Brabo_Grote_Markt_Antwerpen_188x290Enfin, het is de nieuwste aanduiding van Brabander, maar cultuurhistorisch bezien is dat zoiets als vloeken in de kerk. Al moet gezegd dat de naam van Nederlandse en Belgische provincies, die ooit deel uit maakten van het Hertogdom Brabant wel eens is herleid naar Brabo, de romeinse soldaat die in Antwerpen de reus Druon Antigoon zou hebben gedood.  Daarbij zijn rigoureus handen afgehakt en in de Schelde geworpen. Dit handwerpen zou de naam van de stad moeten verklaren (sommige Brabanders spreken de h voorafgaand aan een klinker niet uit).

Mooi verhaal, maar allemaal flauwe kul dus, waarbij die romeinse soldaat Brabo, om de verwarring en de spanning nog wat te verhogen ook maar als een reus wordt aangeduid.

Brabo. Best wel een geschikte geuzennaam eigenlijk.

woensdag 15 augustus 2012

Radiostilte = achterkamertjespolitiek

Het ziet er naar uit, dat de overheid niet langer in staat is, de burger in de watten te leggen. De centen zijn op en steeds vaker geldt het gezegde voor wat hoort wat.

Zo heeft de gemeente Breda inwoners van het kerkdorp Ulvenhout de wacht aan gezegd: jullie gaan die mooie beukenhagen in je wijk zelf knippen, of wij vervangen alles door gras. Je moet eigenlijk die groene wijken zien, om echt te snappen hoe erg zo'n dreigement is.

Het onderhoud van rotondes wordt tegenwoordig gesponsord, ook in Best. Een kwekerij bij voorbeeld, mag bij wijze van tegenprestatie een bordje plaatsen dat je niet kunt lezen, zonder het risico te lopen, van de weg te raken. Ik zet trouwens, in het licht van de verkeersveiligheid, wel vaker vraagtekens bij van officiële zijde geplaatste borden en teksten langs de straat. Moet steeds weer denken aan die man, die op een verkeersplein 'gewoon' rechtdoor reed en dat achteraf verklaarde met de mededeling opeens kwam er een rotonde op me af!

Langs de Willem de Zwijgerweg in Best is een peperdure geluidswal van met stenen gevulde ijzerconstructies gezet, maar als je nou denkt dat de aanwonenden tevreden zijn? Nee, dan zou er toch eerst nog eens geluidsarm asfalt moeten komen. Asfalt maakt geen lawaai en kan dus ook niet geluidsarm zijn, maar dat snappen jullie wel. Het gaat natuurlijk om de hardrijders die daar het woongenot verpesten. Oeps, even niet gedacht aan het bestrijden van het euvel aan de bron door daar eens af en toe flink te handhaven.

Al dat gedoe aan de Willem de Zwijgerweg staat trouwens in schril contrast tot het recente beleid van de gemeente Best op het gebied van de bescherming van wat tegenwoordig zo mooi 'het akoestisch milieu' heet. Precies een jaar geleden signaleerde ik al, dat in het inbreidingsplan Schutboom onder meer een rij geschakelde koopwoningen is gebouwd, die met hun achterkant uitzien op de Ringweg. Opeens is daar afgezien van de aanleg van een aarden wal, zoals die wel elders langs de Ringweg is gemaakt. Als klap op de vuurpijl verrees in hetzelfde plan, maar dan met de voordeuren op enkele meters van de Oirschotseweg, een rij starterswoningen. Men weet wel, de Poort van Best, die uiteindelijk een poorTJE bleek te zijn. Wel eens het geroffel van het verkeer op de klinkers daar waargenomen? Natuurlijk niet, want de doorsnee Bestenaar komt daar alleen langs in de beschutting van een auto. Roffelt zelf, zeg maar.

Kan men het zich 'n beetje voorstellen, dat de ondernemers aan de Oirschotseweg binnen de ring, met argusogen zitten te kijken, hoe lang die verwennerij aan de Willem de Zwijgerweg nog door gaat. Zij vinden terecht dat zij onderhand aan de beurt zijn voor een reconstructie die echt hout snijdt.

Er is, mede gezien dit alles, volop aanleiding het hopelijk binnenkort te reconstrueren college van B en W alle sterkte toe te wensen. Hoe is het er trouwens mee? Zijn partijen en personen inderdaad bereid, iets van hun belangen in te leveren, zoals een prominente ingezetene naar aanleiding van de politieke ruzies suggereerde? Het blijft afwachten, zeker nu de voorzitter van het plaatselijke CDA een alibi voor zijn schijndemocratisch opereren denkt te hebben gevonden in het vormen van een tandem met zijn collega van de VVD. En dan die radiostilte, de nieuwste vorm van achterkamertjespolitiek, uitgevonden door Rutte en consorten. Jullie weten het, daar kwam alleen maar narigheid van.

(Gesproken column Omroep Best, 15.08.12)

maandag 13 augustus 2012

Het bruiste van de herrie

Wie dit weblog af en toe bekijkt, kent mijn weerzin tegen het woord ‘bruisen’ als het te pas en te onpas wordt gebruikt bij het promoten van evenementen en ter aanduiding van de kwaliteiten waaraan het opwaarderen van dorpscentra dient te voldoen: ‘Laat het vooral een bruisend geheel worden’. En zo heet mijn geboortedorp Ginneken ‘bruisend’, gedurende de dagen dat daar de kermis wordt gehouden.

Het comité dat zich met de organisatie bezig houdt heeft dat zo bedacht, maar ik ben de laatste om de goede, wat zeg ik: hoogstaande bedoelingen van dat comité in twijfel te trekken. Men wil immers de goeie ouwe sfeer van Ginneken benadrukken door hier en daar een cultureel element toe te voegen. Dat botst evenwel met de belangen van de plaatselijke horeca, die uiteraard slechts één doel voor ogen heeft en dat is hopen geld verdienen. En hoe doe je dat? Met zoveel mogelijk herrie.

Uit een bericht in BN De Stem leid ik af dat het op een haar na heeft gescheeld, of die botsing van belangen leidde al tijdens het vooroverleg tot de schipbreuk van deze ‘zomerfeesten’ die voor de 44e keer werden gehouden. De gemeente Breda – immers vergunningverlener bij activiteiten van de horeca – is er in geslaagd, lekker buiten schot te blijven en heeft uiteindelijk de cafés op een flink aantal punten de vrije hand gelaten, wat volgens mijn zegsman in ‘t Ginneken onder meer resulteerde in twee tegen elkaar op spelende muziekpodia voor de Laurentiuskerk en het ernaast gelegen voormalige nonnenklooster. De wedstrijd in geschreeuw en muzikale herrie op die plaats heeft er toe bijgedragen dat de viering van het 110-jarig bestaan van die kerk (een rijksmonument) zo goed als in het water is gevallen.

En, was het verder wel spannend? Zeker: acht arrestaties na een partijtje matten op de Ginnekenmarkt. Laat het vooral goed bruisen en knetteren bij de voorbereiding van het 45e zomerfeest 2013. Onder het motto hohoreca.

zaterdag 11 augustus 2012

Halve maan-ziekte

‘Een Safety Spot is een gele halve cirkel die voor een gelduitgifte-apparaat op de grond wordt geschilderd. Mensen blijven automatisch buiten deze cirkel wachten wanneer iemand geld opneemt,’ zo lees ik op de website van BN-De Stem.
Demissionair VVD-minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten zal in Breda in het kader van zijn persoonlijke politieke, respectievelijk ministeriële ambities  zo’n halve maan komen schilderen. Dat gebeurt op een strategisch moment, namelijk vier weken voor de verkiezing van de leden van de Tweede kamer.

Een wethouder, partijgenoot van de minister, zal daar, nabij een Breda’s winkelcentrum welwillend toekijken en wellicht ook Willem Holleeder, die hoopt zijn lezers in de Nieuwe Revu, afhankelijk van hun interesses, voor te lichten over het voorkomen dan wel het verfijnen van overvallen op gebruikers van geldautomaten.

Het ministerie biedt 50 winkelgebieden met een Keurmerk Veilig Ondernemen de mogelijkheid gratis Safety Spots te plaatsen, dat wil zeggen, het betaalt de gele verf.

Op=op.

vrijdag 10 augustus 2012

IJskelder 2: Wolfslaar

ijskelder_wolfslaar_538x403
In juni beloofde ik mezelf, na een bezoek aan de ijskelder van het kasteel in Heeze, nog eens naar een vergelijkbare inrichting te gaan kijken op het landgoed Wolfslaar bij Breda, temeer omdat ik daar dierbare jeugdherinneringen aan heb, die ik in het stukje IJskelders al heb geschetst en hier verder uitgediept.

Uit een nogal snorkende, want commerciële website van de huidige exploitant van het in 1955 door de gemeente Breda aangekochte landgoed, een restauranthouder, blijkt dat het chique landhuis en bijbehorende opstallen uit 1862 stammen. Rond die tijd is waarschijnlijk ook de vijver gegraven en kan de ijskelder met de daaruit voortgekomen specie zijn opgeworpen.

Bij de aankoop door de stad Breda was die ijskelder, een berg met binnenin een gestuct gewelf en een houten prieel bovenop, nog volledig intact. Dat is niet meer het geval, al blijkt de hoofdmoot van het ‘bouwsel’ tot mijn voldoening nog te bestaan. Ga je via de reguliere ingang het landgoed op, dan zul je de ruïne - als een kasteel van Doornroosje geheel begroeid met voornamelijk bodemkruipers - niet vinden. Uit mijn geheugen viste ik echter de situering van de ijskelder ten opzichte van de vijver, zodat ik met succes een zandpad volgde dat op enige afstand langs het geheimzinnig ogende hol in de berg bleek te lopen.

De ingang is duidelijk zichtbaar, maar ik weet niet of er nog een deur in zit. Je kunt er niet bij komen, want vanaf de vijver is een diepe sloot gegraven die vol water staat. Voor de natuur is dit geïsoleerde relict ongetwijfeld belangrijk. Vleermuizen? Toch zou de historische buitenplaats Wolfslaar aan waarde winnen als die ijskelder in zijn oude glorie zou worden hersteld en benaderbaar zou worden gemaakt. Zó duur is dat nou ook weer niet.

Zie ook: De ridders van de ronde tafel

En: Kampeer-trektocht in 1955

dinsdag 7 augustus 2012

Institut Néerlandais

De regering, hoewel op haar laatste benen lopend, is voornemens, het Institut Néerlandais in Parijs de nek om te draaien. Daar komt het althans op neer. Er circuleert een lijst, bestemd voor koningin Beatrix, waar je je protesthandtekening op kunt zetten. Zelfs vooraanstaande Fransen, als de schrijver-historicus Emmanuel Le Roy Ladurie zouden hebben getekend en het dagblad Le Monde heeft voor de zoveelste vorm van barbarij van Rutte I nota bene een plekje op de voorpagina ingeruimd, wat als het over Nederland gaat zelden gebeurt.

Uit een paginagroot artikel in Trouw valt af te leiden, dat het Institut sinds 1957 zou bestaan, wat bij mij tot een zekere mate van ontsteltenis heeft geleid en wel hierom: Ik zou zweren dat ik daar al in 1954 of daaromtrent als twintigjarige eens de nacht heb doorgebracht. Want voor zoiets was het Institut niet te beroerd, tenminste als je erop kon wijzen dat je iets in sociale of culturele zin voor Nederland of Frankrijk had gedaan. Laat ik het zo maar uitdrukken. Zo heeft ook de schrijver-beeldhouwer Jan Wolkers er eens ‘n tijdje gebivakkeerd.

Misschien was het een voorloper van het Institut? Als het moet wil ik best een geheugentest doen. Want ik kan nog het adres opnoemen, waar ik pakweg 20 jaar later bij (niet met) nonnen heb geslapen: Via Poggio Gherardo, Fiesole, in de heuvels bij Florence.

ancien_citroën_306x241Ontneem mij dus niet de mooie herinnering aan die overnachting-met-ontbijt in het Institut en wat daar aan vooraf ging: medewerking aan het vakantiewerk ten behoeve van de jeugd uit de krottenwijken van Bordeaux van de heeroom van een vriendje, pater Lucas de Bruijn, Franciscaan conventueel. Vakantieweken op het chateau l’Hermitage nabij Martillac, waarvan de eigenaar, een graaf, rondreed in een vooroorlogse Citroën van het type als hierbij afgebeeld, maar dan met ernstig door de tijd aangetaste grijze lak. Die auto had het koosnaampje Cucu (kennelijk afgeleid van het geluid dat de claxon maakte) en toen ik er eens wat lacherig over deed, zei de graaf verwijtend: Il se moque avec Cucu.

Franse jeugdleiders aldaar, die over bijzondere talenten en de daaraan gekoppelde vorming beschikten om de krottenjeugd bij regenweer in de stallen van het kasteel te vermaken, zetten ons in ons hemd met een karikatuur van het hoogstaande lied En le boer die mèèk zijn koe. Om kort te gaan, in culturele zin waren wij, vergeleken bij die Fransen, nergens en ze verwierven hiermee voor eeuwig het recht ons op dat gebied de les te lezen.

Maar hoe kwam ik dan in Parijs? Liftend in de auto van Wim van Est, achter de Brabantse renner aan, in de koers Bordeaux-Parijs. Dat verhaal heb ik al eens hier verteld. Pater de Bruijn had ons in zijn niet voor passagiers ingerichte VW-busje holderdebolder naar de Perigord vervoerd. Via Brussel en Soissons, zoals Nederlanders in die tijd altijd reden. Niks autoroute 1. Halverwege een overnachting bij een boer op de hooizolder. Terug naar huis, moesten we onszelf al liftend zien te redden.

Nogmaals, ik weet het allemaal nog precies. Ook dat het mij gelukte, van Parijs in één dag in Brussel te geraken, waar de weduwnaar van mijn peettante, Léon Beguin, een appartement aan de Boulevard Adolphe Max bewoonde. Maar dat vermeldde ik al in het verhaal over Wim van Est.

Actie Institut Néerlandais

maandag 6 augustus 2012

Journalistiek en het weglaten

Er is een oud gezegde, dat goede journalistiek definieert als ‘de kunst van het weglaten’. Daarmee bedoelt men natuurlijk, de gave dor hout te kappen, teneinde de essentie over te houden. Kort en bondig te zijn.

Onvolledigheid is een subjectief begrip: wat in de ogen van de een als onvolledig wordt beschouwd, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Met name geïnterviewden willen nog al eens ontevreden zijn over de wijze waarop hun woorden worden weergegeven – ze menen ‘iets belangrijks’ te berde te brengen en stellen achteraf tot hun teleurstelling vast dat de interviewer dat niet heeft ‘opgepakt’. Nogmaals, het kán een manco zijn, maar of het dat ook werkelijk is, staat allerminst vast.

Jurgen Pigmans (hoofdredacteur) en Theo Cuijpers (redacteur) van het onvolprezen tweemaandelijks geschiedkundig tijdschrift In Brabant interviewden het echtpaar Van der Ven-Blonk, dat onlangs is onderscheiden met de Zilveren Anjer om zijn verdiensten voor het  Brabants erfgoed (dit is stellig een wat onvolledige omschrijving). De heren stellen vast dat de gelauwerden en hun verdiensten veel regionale en zelfs nationale aandacht hebben getrokken, maar dat ‘journalisten altijd zaken weg laten’, uit gemakzucht, autoriteitenangst, of om wat voor reden dan ook.

Mag ik bezwaar maken tegen deze ernstige vorm van generaliseren? Ik ben namelijk zelf ook journalist, schrijf regelmatig over culturele zaken, maar voel mezelf verre van gemakzuchtig, laat staan dat bij mij nog zoiets als autoriteitenvrees zou bestaan – ik meen me zelfs te kunnen veroorloven, te beweren dat ik in de jaren zestig van de vorige eeuw een van de eerste journalisten was, die vraagtekens zette bij de verschijnselen ‘autoriteit’ en ‘autoritair gedrag’. Dat tijdperk hebben we inmiddels ver achter ons gelaten.

Maar gelukkig voor hen waren Pigmans en Cuijpers zo handig, de mogelijkheid van ‘allerlei andere redenen’ open te laten, want als we ervan uit gaan dat objectiviteit niet bestaat, dan kunnen er bij de uitoefening van het journalistieke ambacht natuurlijk nog uiteenlopende belangen en belangetjes in het spel zijn. Wie zonder opportunisme is, werpe de eerste steen. Bovendien is onafhankelijke unembedded en ongeautoriseerde journalistiek niet altoos een onomstotelijk gegeven, al denk ik wel eens dat zulks een van de betere verworvenheden is van een vrij internet.

Men zal intussen benieuwd zijn, naar wat P. en C. in dat gesprek met de familie Van der Ven alsnog boven water hebben gekregen. Welnu, ik vind het een boeiend interview, waarin aan met name de heer Van der Ven, heel interessante opmerkingen zijn ontlokt.  Zoals: een provincie die veel geld uitgeeft, 100 miljoen voor Brabant Culturele Hoofdstad 2018. En of dat verstandig is. ‘Er is zoveel bestaande nood. Neem al die kerken die moeten sluiten. We staan erbij en kijken ernaar.’

Kijk, dit en meer dat Van der Ven te berde brengt is best het overdenken waard en ik ben dan ook als journalist niet te beroerd om tot op zekere hoogte voor verdere verspreiding ervan te zorgen. Bij deze. Plus de aanbeveling Léés Dat Blad.