maandag 29 juli 2013

Erotisch fietszadel voor de vrouw

Jawel hoor:

‘De Happy Ride maakt van ieder fietszadel een vibrator en moet de berijder een ongekend genot bezorgen.’

Reclame voor een nieuw type fietszadel, maar er had berijdster moeten staan, want het genot is voor haar bestemd. Sjonge, sport erotiseert, maar dat wisten we al sinds mannen tijdens Wimbledon niet van het beeldscherm zijn weg te slaan. Opwindender dan porno. Zeggen ze, want ik kijk nooit, of het zou per ongeluk moeten zijn.

Waar blijft trouwens dat erotische fietszadel voor mannen? De vrouwen hadden er eigenlijk al een: in 1966 veroorzaakte de Duitse kunstenaar Robert Müller (1920-2003) in het Amsterdams Stedelijk Museum een schandaal met zijn bewegend plastiek La veuve du coureur, je begrijpt het al, iets met een op en neer gaande staaf.

Sindsdien laten coureurs af en toe hun partner overkomen, voordat het te laat is, ik bedoel dat ze veuve zijn geworden.

zaterdag 27 juli 2013

Zomergasten…tja

Morgenavond begint de VPRO weer met Zomergasten.

Tja. Dat is nog net niet mwah.

Beschouw het wat mij betreft als een soort haat-liefde-positie. Vaak ben ik eraan begonnen, om dan, na ‘n uurtje of zo af te haken. Van half negen tot elf is ook wel heel erg lang. De film die daarna komt is de persoonlijke keuze van de gast. Ook altijd maar afwachten.

Hetzelfde geldt voor de kwaliteiten van de interviewer. Wisselend, wisselend. Ja, nogal wiedes. Winfried de Jong stemt weer eens hoopvol. En de eerste gast, Hans Teeuwen, doet zelfs de notoire Zomergastenhater roepen: wil ik zien. Teeuwen, zou die ook wel eens normaal doen? Of willen we dat juist liever niet.

De stal overziende, zie ik mensen die al te veel te zien zijn (geweest) of te vaak te horen. Zoals Nelleke Noordervliet, geweldige schrijverskwaliteiten daargelaten, maar niet van camera of microfoon weg te slaan. En Wouter Bos? Notoire draaikont, vervelende man, krijgt dus waarschijnlijk een kwartier zeg je als machtige zapper.

Met dezelfde arrogantie denk ik, die prof. dr. Beatrice de Graaff, die een boek schreef over terroristische vrouwen, lijkt me wel wat. En de rest? Mwah, sorry tja.

dinsdag 23 juli 2013

‘Airco uit? Sla treinramen stuk’

Over een hitteprotocol gesproken: Volgens de website DeOndernemer, die dat weer zegt te hebben van RTL Nieuws, zou de belangenorganisatie Maatschappij Voor Beter OV hebben gepleit voor de volgende aanvulling: Conducteurs op treinen dient te worden opgedragen bij uitvallen van de airco, de ramen met het daartoe geëigende hamertje in te slaan.

Als hoofdconducteurs dat niet willen doen, moeten reizigers zelf de ramen inslaan. ‘Liever dat, dan dat passagiers door oververhitting of zuurstoftekort flauwvallen of ander letsel oplopen'.

Hoe humanitair, als het niet het komkommerverhaal van de week was oftewel de grootst mogelijke flauwekul.

Ik ga even kijken of de terrasdeur al dicht moet. Vanwege de oplopende temperatuur tot naar verwachting 34  graden. Die treinramen zouden trouwens, waar dat nog mogelijk is, ‘tegen elkaar’ open kunnen worden gezet. Of de deuren, zoals een NS-man tegenover en nogal drammerig NOS Nieuws opperde.

Boerdonk, Peeland en Verckensweerd

In het onvolprezen tijdschrift voor Brabants heem en erfgoed In Brabant (2013/2) staat een interview met Jan Kerkhof, oud-wethouder van Veghel en fervent voorvechter van het Brabants eigene. Jan woont op een voorouderlijke boerderij in het kerkdorp Boerdonk en tijdens het gesprek komt natuurlijk de toponymische achtergrond van deze plaatsnaam ter sprake. ‘t Heeft niks met boeren te maken meent Kerkhof, want ‘het werd vroeger ook anders geschreven’.peeland Zo staat het dorpje op een kaart uit de tweede helft van de achttiende eeuw (repro uit In Brabant) ingetekend als Bourdonck en het zou ook wel Bordonck hebben geheten.

Dit vraagt om een nadere beschouwing over de spelling in vroeger eeuwen. Ik ben taalkundige noch toponymoloog, maar ik heb wel tijdens een cursus ‘oude handschriften’ geleerd dat men wat betreft de spelling tot diep in de negentiende eeuw maar wat aan rommelde. Met andere woorden, het heeft heel lang geduurd voordat  het Nederlands als taal officieel werd vastgelegd.

Kijk nog eens naar dat kaartfragmentje. We zien daar ‘Peelland’ geschreven als Peeland. Ik wil maar zeggen dat die schrijfwijze even weinig met de teelt van wat voor peeën dan ook heeft te maken dan Boerdonk (volgens Jan Kerkhof) met boeren. Intussen denk ik toch stiekem dat met Boerdonk een hoogte in het landschap werd aangeduid waarop werd…geboerd.

Het geval doet me denken aan Valkenswaard dat tot in de zeventiende eeuw Verckensweert heette. Die plaatsnaam is sinds het optreden van de Valkeniers aldaar kennelijk ‘verdeftigd’. Lang heb ik gedacht dat weerd of weert markt betekent, waardoor Valkenswaard zoiets als vloeken in de kerk zou kunnen zijn. Even snuffelen op het internet levert de informatie op dat er verwantschap zou zijn met het Noord-Nederlandse woord wierde (terp) en dat er ook een ‘ingedijkt stuk land’ mee werd aangeduid. Nou, daar kan ik me bij het op het Brabantse zand gebouwde Valkenswaard niets voorstellen.

maandag 22 juli 2013

De laatste katholieke schrijver

Michel van der Plas, zondag op 85-jarige leeftijd overleden, kan  worden beschouwd als de laatste katholieke schrijver en dichter. Hij behoorde al vroeg tot de ‘kritische’ jongeren rond de literator Anton van Duinkerken, wiens biografie hij schreef onder de titel Daarom mijnheer, noem ik mij katholiek.

Ten onrechte, want hij schiep zoveel meer, is Van der Plas - een pseudoniem, hij heette eigenlijk Ben Brinkel - onder het grote publiek vooral bekend van zijn documentaire Uit het rijke Roomsche Leven (1963), waarin hij bij veel foto’s met milde ironie de voltooiing van de katholieke emancipatie beschreef. Hij was wat dat betreft baanbrekend, ten faveure van onder anderen de veel beperktere Fons Jansen, die daarna wel met zijn cabaretprogramma De Lachende Kerk durfde komen.mvdplas_gbomans002
Van die ironie was tegen het einde van de jaren zestig weinig meer over, toen hij met zijn veel oudere vriend Godfried Bomans, ook zo’n twijfelaar, dagenlange


Michel van der Plas en Godfried Bomans
gesprekken voerde over hun roomse jeugd en de ontwikkelingen in de r-k kerkprovincie. Zij volgden op het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), dat de modernisering van de Katholieke Kerk beoogde, maar dat althans in de ogen van de Nederlandse katholieken, achteraf als een mislukking moet worden beschouwd.

Terwijl de geluidsband draaide, probeerden Van der Plas en Bomans op een integere manier te analyseren wat er mis was gegaan  en waarom zij zich als ‘gelovigen’ door de schoonmaakwoede in de Kerk ‘In de kou’ (de titel ven het boek waarin de gesprekken werden gebundeld) voelden gezet. 

Dit alles tegen de achtergrond van beider roomse jeugd, waarin zij waren gevormd door hun streng gelovige milieus en Michel van der Plas zelfs enige tijd een priesteropleiding had gevolgd.

Vijftien jaar eerder had de historicus L.J. Rogier de katholieke intellectuelen in een rede voor de Sint-Adelbertsvereniging inertie verweten. Nou, daar was hier in elk geval geen sprake meer van. De documentaire waarde van In de kou – nog slechts antiquarisch verkrijgbaar - mag niet worden onderschat, omdat het boek precies weergeeft wat bewust levende katholieken in die turbulente jaren hebben meegemaakt, om niet te zeggen doorstaan en wat – zoals de twee schrijvers al vreesden – leidde tot de complete ineenstorting.

zondag 21 juli 2013

‘Leve de koning’ kon er niet af

Een Leve de koning kon er niet af, na de eedsaflegging van Filip in het Belgische parlement. Geen gewoonte, denk ik. Wel Vive le roi, maar dan alleen geroepen door het overwegend Waalse publiek tegenover het koninklijk paleis.

België behoort nu eenmaal al bijna  twee eeuwen niet meer tot De Nederlanden, waarvan Willem-Alexander koning is. Hem wacht in alle toekomstige septembermaanden het ‘Leve de Koning’, gevolgd door het nog mallere, negentiende-eeuwse driewerf hoera.google_belgie
Ik heb via de VRT naar het geknipmes gekeken en de


<- Google doet mee
101 kanonschoten (nog een Napoleontische traditie) niet afgewacht. Wel  opgelet bij het wuiven. Koningin Mathilde heeft goed naar de Oranjes gekeken en haar kinderen terdege geïnstrueerd. Filip hield het bij een handopsteken, zoals dat het beste past bij een viersterren-generaal. Verder deed iedereen het goed op het balkon, ook Fabiola, maar Laurent, toch nog zij het ver verwijderd van pa Albert, present, deed helemaal niks. Behalve daar staan.

Er viel nauwelijks iets waar te nemen om je over te verbazen, geen stoute republikein, deze keer die het protocol verstierde. O ja, het is maar goed dat de oude koningin Elisabeth (die van het concours) dit niet heeft hoeven meemaken, want het leek of België voor het spelen van de Brabançonne in het parlement over niets anders kon beschikken dan over de dorpsfanfare van Schellebelle. En Beethoven kreunde in zijn graf.

donderdag 18 juli 2013

Ik reed die afdaling van Alpe d’Huez (met de auto)

De sensatie van de 100e Tour lijkt vanmiddag de afdaling van de Alpe d’Huez te worden, via de Col de Sarrenne. Om te beginnen die volmaakte rust na walgelijke vertoning van met name Nederlandse ‘wielerliefhebbers’ aan de opgaande helling. Een woeste natuur waardoorheen tot voor kort niet meer dan een geitenpad liep met om de paar honderd een ‘uitholling overdwars’ voor de afvoer van het dooiwater.

De Wegener kranten hebben er vandaag een schitterend verhaal over, dankzij dePersdienst, waarvan ik de verrichtingen sinds de afschaffing van de GPD met toenemende bewondering volg. De kranten, waaronder het Eindhovens Dagblad zijn er, tegen mijn verwachting in, duidelijk van opgeknapt.

Die afdaling heb ik dus jaren geleden gedaan, maar dan wel met de auto. Dit op instigatie van Levensmaatje, die van variatie houdt, maar die het ook heeft geweten, want als bestuurder denk je al gauw, ach, dat lukt me wel, terwijl de bijzitter doorgaans in de afgrond kijkt. Dat was dus peentjes zweten voor haar. En ik omklemde uiteindelijk ook het stuur met natte handen. Met andere woorden, als we dát tevoren geweten hadden…

De uitdaging van dat parcours gaan de tourrenners dus, bij volgens de verwachting verschrikkelijk weer, aan. Weliswaar is het weggetje  speciaal hiervoor geasfalteerd, maar het is natuurlijk erg smal gebleven en een aaneenschakeling van haarspeldbochten. 

Wat zullen deze extreem moeilijke omstandigheden gaan betekenen voor het klassement? Vanmiddag weten we meer.

(Bekijk een filmpje op YouTube van een afdaling via de Col Sarenne. Duidelijk zijn de weggewerkte goten voor het dooiwater te zien.)

woensdag 17 juli 2013

Bericht van de dag

Het bericht van de dag staat in het Eindhovens Dagblad: ‘Poepende dief krijgt 4,5 jaar cel’. In het midden gelaten, of de dief ten aanschouwe van de rechter heeft zitten poepen (zo kun je die kop ook lezen), de clou zit in het feit dat de man zich in de buurt van de woning in Asten, die hij had overvallen, had ontlast ‘waardoor zijn DNA kon worden vastgesteld’. Ja, we leven in tijden, waarin de techniek voor niets staat. Dure drol.

Waarom ging die overvaller nu uitgerekend op die plek uit de broek? Ik denk dat dit een klassiek verhaal is: de zenuwen, die hem parten speelden voor of na zijn snode daad.

Dit brengt mij op vergelijkbaar verschijnsel, dat ik weliswaar nooit zelf heb kunnen controleren, maar dat niettemin een wijdverbreid verhaal is. Stukadoors die in een huis in aanbouw hun karwei hadden verricht, rondden dat volgens die roddel zal ik maar zeggen, af met een keurige drol in een kast. Hieraan lag het bijgeloof ten grondslag dat het werk zonder die afsluitende verrichting zou mislukken. Daar is nooit een DNA-test aan te pas gekomen. Je wist gewoon dat het de stukadoor was geweest en niet de timmerman of de schilder.

En nu moet ik zelf even. Frisse morgen.

dinsdag 16 juli 2013

Fietsen is nu ook oorlog

De openbare weg gebruiken voor autoraces is gevaarlijk en dus verboden. Zelfs het wegennet van een in het weekeinde nagenoeg verlaten bedrijventerrein is wat dat betreft taboe. Als de politie er lucht van krijgt, grijpt ze onmiddellijk in.

Het is in dit land – wat? in het overgrote deel van Europa – een gedrang van jewelste. We zitten elkaar in de weg. Een daarmee samenhangend probleem dat deze zomer weer enorm opspeelt, is dat van wielerliefhebbers, die in groepen liefst op de hoofdrijbaan en anders dan in godsnaam op het fietspad hun overdosis testosteron ventileren met Tourtje spelen. ‘Opzij, opzij, wij komen eraan.’ Ongelukken, soms met dodelijke afloop, aan de lopende band.

De toon waarop die pelotons zich door het meer gezapige, vaak oudere recreërend publiek een weg banen, de barsheid waarmee deze fanatieke macho’s de vrije doorgang voor zich opeisen, verhogen de irritatie en het wachten is op het moment dat hun letterlijk een spaak in het wiel wordt gestoken. Voetbal is oorlog. De fietserij onderhand ook.

In België heeft men gemeend, het ongeremd fietsen te moeten bestrijden met ribbels in het fietspad. Daar is natuurlijk enorm tumult over ontstaan. Bij ons pleit de ANWB voor een ‘wielrenverbod’ op drukke zonnige dagen. De Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU), anders dan je zou denken de belangenbehartiger van de racefietsers, had natuurlijk onmiddellijk zijn antwoord klaar: ‘Ook wielrenners fietsen voor de beleving. Op mooie dagen moeten ook zij van omgeving kunnen blijven genieten.’ Ok, als dat maar niet ten koste gaat van anderen.

Zo komen we er niet uit. Nu hoor ik het alternatief al: ‘Er is een mentaliteitsverandering nodig.’ Jaja, we kennen dat van het reguliere verkeer. Ik zie de SIRE-spotjes al verschijnen. Misschien moet de economische crisis nog even doorsudderen, zodat het ‘ikke, ikke en de rest kan stikken’ plaats gaat maken voor meer (afschuwelijke term, maar ik weet zo gauw niks anders) wijgevoel.

maandag 15 juli 2013

Een krantengebouw als breekijzer

wal2_by_jan_van_de_ven
Fotograaf/Journalist en oud-collega Jan van de Ven (van wie bovenstaande foto) is er op zijn fotoblog al twee keer op in gegaan. Ik dacht er aanvankelijk maar het zwijgen toe te doen, maar nu voel ik me toch als uitgedaagd: de sloop van het ED-gebouw, Wal 2, Eindhoven.

Hopeloos ouderwets wordt het genoemd, sinds de krant een nieuw kantoor in de binnenstad betrok, maar rond 1961 was het een belofte, een uitdaging, ja zelfs een bedreiging in de toenmalige concurrentieslag tussen de Eindhovense dagbladen..

Dat zit zo. Op dezelfde plaats, met de achterzijde en de drukpers-hal aan de Paradijslaan stonden de panden van het toenmalige dagblad Oost-Brabant, de voortzetting van de in de oorlog foute Meijerijse Courant en concurrent van het Eindhovens Dagblad. Die krant, die haar abonnees voornamelijk in de Kempen had, was door het uitgeversconcern van de familie Teulings in Den Bosch, Cebema, opgekocht en werd zodoende een zusje van het Brabants Dagblad.

De Teulingsen volgden ‘n soort salami-tactiek.in Eindhoven (en later in Helmond en Tilburg!). Sloten geld werden er in ‘Oost-Brabant’ gepompt, om door journalistieke kwaliteit de hegemonie in de stad op het ED te veroveren. De redactie werd drastisch uitgebreid, waarvoor journalisten uit het hele land (onder wie schrijver dezes) werden geronseld. De stadseditie van Oost-Brabant kreeg een al even uitdagende naam: Nieuwe Eindhovense Krant. En natuurlijk moesten er toen ook een nieuw krantenpaleis en een reus van een rotatiepers  komen. Door een kunstenaar beschilderde bouwschuttingen gaven aan, hoe de toekomst van de nieuwsvoorziening in Eindhoven er uit zou gaan zien. Vergeet niet dat het dagbladwezen toen in zijn gouden jaren verkeerde.

Een krantengebouw als breekijzer. De Nieuwe Eindhovense Krant heeft er nauwelijks gezeteld. In 1963 werd het Eindhovens Dagblad, toen nog steeds het belangrijkste nieuwsmedium van de regio, door de enige eigenaresse, de van origine Waalse mevrouw E. Mignot-Lebrun ‘als een zak appelen’, schreven andere kranten geschokt, aan de Teulingsen verkocht. Zij lieten een trots ED-logo met wereldbol op de zijgevel van het gebouw aanbrengen.

De rest van het verhaal staat in het boek van Cas van Houtert, ‘Uit doorgaans betrouwbare bron’ over de geschiedenis van het ED (2003).

Zondag

Laatst had ik met een eveneens gepensioneerde collega, die nog rapper de tachtig nadert dan ik, een gesprek over dingen, waarvan wij vonden ‘dat ze niet deugden’. Ik zei: Maar vergeet niet, wij zijn ouwe mannen hè? Dat zal ons telkens weer worden ingepeperd. Ja, antwoordde hij met bemoedigend zelfbewustzijn, oud maar niet gek.
Ik wil maar zeggen, je standpunten worden op zo’n leeftijd al gauw bestreden met de kwalificatie ouwe mopperkont.  De enige troost die daar tegenover staat is het feit dat het de besten overkomt. Mensen als de in 2010 op 83-jarige leeftijd, in het harnas overleden Jan Blokker, die wellicht de beste Nederlandse columnist van de vorige eeuw was.
Toch is het daarom dat ik soms aarzel een onderwerp aan te snijden. Zoiets als wat ooit in onze christelijke maatschappij de ‘zondagsheiliging’ werd genoemd. Volgens de bijbel de zevende dag, waarop god uitrustte van zijn scheppingsarbeid. Vergeet niet, dat de wijze waarop wij ooit de zondag beleefden gedurende eeuwen onze westerse cultuur heeft bepaald.
Bij katholieken, had je natuurlijk de zondagsplicht. Je moest naar de kerk. Verder was het verboden op die dag wat heette slafelijke arbeid te verrichten. Wat dat was, werd nauwelijks omschreven. Ik dacht werk waarvan je moest zweten. Een vriend van mij, die tot een streng-gereformeerd kerkgenootschap behoorde, deed echt helemaal niets. Wat ik me van onze zondagspraktijk herinner, is – afgezien  van de mis, bij voorkeur de hoogmis want dan kon je uitslapen – is het verbod om evenementen als carnaval en kermis vóór het eind van die laatste mis te starten.
Wij droegen een zondags pak, dat na enkele jaren met Pasen door een nieuw werd vervangen. Dan was je op z’n paasbest. Dat soort dingen. Verder deed je zo ongeveer waar je zin in had, maar het kenmerk van de zondag was toch wel een zekere saaiheid. Alles was dicht, behalve de horeca en de bioscoop. Wandelen, gearmd met je meisje, dat je niet op straat mocht zoenen (‘Hotel de warme klauw,’ zei mijn vader dan) en dat was het. Werd je als dienstplichtige  ‘s avonds door haar met je plunjezak vol door je moeder gewassen spullen weer naar de trein begeleid, met bestemming kazerne. Afscheid nemen met een tent in m’n broek, verklaarde een zwager van mij eens openhartig, want o, die onkuisheid, waar je hel en verdoemenis mee riskeerde.
Dus breek me de bek niet open. Er worden nu, ook hier in Best, proeven genomen met winkelopening op zondag. Als ik nu zeg dat dat van mij helemaal niet hoeft, dan is dat niet uit nostalgie. Ik begrijp het zelfs, want sinds de zondagsheiliging, tegelijk met het geloof is afgeschaft, wordt er van alles ondernomen om de nieuwe verveling te verdrijven. Maar deze vernieuwing zal uiteindelijk de kleine winkelier de kop kosten en dan zal de voorspelling van  mijn schoonvader (ook zo’n kleine middenstander) in de jaren zeventig uitkomen: ‘Straks zullen we niet meer kunnen kiezen.’
Zo, is deze ouwe man toch weer even niet leuk geweest.

(Gesproken column Omroep Best 17.07.13)

woensdag 10 juli 2013

Vel over de neus

Het Mediaforum, onderdeel van het NCRV-programma Lunch, behoort tot mijn favoriete ‘luisterpunten’, hoewel daar de meningen worden gevraagd van telkens dezelfde coryfeeën, die vaak al over een eigen podium beschikken. Het is inherent aan het incestueuze karakter van ‘Hilversum’, waar men schaamteloos elkaar het balletje  toespeelt en – je kunt er de klok op gelijk zetten – prijzen of awards toekent.

Als je dit weet, is het niet zo erg. Minder vind ik het ontbreken van de mogelijkheid, deze dames en heren enig wederwoord te bieden. En zelfcorrectie (door de presentator of de deelnemers onderling) is doorgaans ook ver te zoeken.

Vanmiddag gebeurde dat gelukkig wel bij het bezigen van de niet bestaande uitdrukking ‘vel over de neus halen’. Bedoeld werd ‘het lid op de neus krijgen’, waarbij dus sprake was van verwarring met ‘het vel over de oren trekken’.

Dit soort verhaspeling van gezegden en spreekwoorden en de taal in het algemeen is op radio, tv en in de krant aan de orde van de dag, zodat ik razend benieuwd ben naar het Nationaal Dictee, dat dit jaar is toevertrouwd aan Kees van Kooten. Hij heeft immers gekscherend laten weten, dat hij  zich irriteert aan het het hedendaagse taalgebruik en de goegemeente in december eens ‘n poepie zal laten ruiken. Ik heb me voorgenomen, na jaren, weer eens mee te schrijven.

Intussen hoor ik op dat mediaforum zo’n ‘deskundige’ keihard zeggen, dat de media ‘zich moet bezinnen’. Voor mijn part maakt iedereen enkelvoud van een meervoudig woord, als een taalprofessional dat maar uit zijn hoofd laat.

maandag 8 juli 2013

Dolle Dagen

Het zijn Dolle Dagen. Hoezo? Op de kermis in Moergestel heeft men verhitte gemoederen geprobeerd te blussen met heet water. In Stramproy bleek het nodig, de plaatselijke schutterij, volgens de traditie gekleed in zwarte uniformen, bij 28 graden af te koelen met een koude douche. De mannen vielen flauw of stonden op het punt dat te doen. De vraag rijst, hoe hoog de temperatuur moet zijn om het complete schuttersgilde naar het ziekenhuis af te voeren.

Op dit moment lopen er in dit land duizenden mensen met een opzetstukje op hun smartphone rond om het in de (blauwe) lucht aanwezige fijnstof te meten. Waarom? Omdat fijnstof niet fijn is voor mensen met ademhalingsproblemen. De resultaten zijn hier op een kaart te volgen. Ook hier weer een vraag, die al door De Persdienst van Wegener aan de initiatiefnemers van de Onderzoekschool voor Astronomie in Leiden (NOVA), is gesteld: En dan? Nou, dan kunnen die stakkers overwegen te verhuizen naar een landsdeel waar de lucht zuiver is. Ik wens iedereen het beste. Nu ik nog eens ga kijken, meldt de website van NOVA problemen met de kaart. Digitale vervuiling, neem ik aan. Het houdt ook nooit op.

Intussen voltrekt zich in de Tour de France het ene wonder na het andere, terwijl het woord doping daar uit het vocabulaire lijkt geschrapt. Wout Poels, die vorig jaar zo ongeveer uit elkaar viel, zag zijn droom vervulling gaan, nog eens bij de eerste tien van een grote bergrit te eindigen. En dan ‘onze’ Bauke Mollema (derde in het algemeen klassement) en Laurens ten Dam (vierde).

En dan: echt dolle pret. Dat geldt zonder meer voor de aflevering van  Andere Tijden Sport van zondagavond over de eerste servicebus in de Tour, in de jaren zeventig geïntroduceerd door Corrie en Frans Siemons van Sauna Diana in Zundert. Wat heb ik gelachen om de volstrekt Brabantse manier waarop deze mensen (met eigen videobeelden) zelf hun verhaal vertellen. Bekijk Een bordeel dat de Tour binnen rijdt. Wees gerust, waar nodig wordt het gesprokene ondertiteld.

woensdag 3 juli 2013

Nog eens het Friesch Dagblad

Mede dankzij die oude donkere kamer op de zolder van het Friesch Dagblad aan de Galileeër Kerkstraat, in de binnenstad van Leeuwarden, die ik mocht gebruiken, was ik daar in de jaren vijftig – hoewel verbonden aan het katholieke Ons Noorden - kind aan huis. Had een sleutel van de voordeur. Ik kwam er zelfs ‘s zondags, als alles er, naar de gereformeerde traditie doodstil was.
friesch_dagblad


Het logo van de krant in ‘mijn tijd’.
Het FD had toen al een kleine redactie, die huiselijk in één lokaal hokte. Hoofdredacteur was Hendrik Algra, de steile orthodoxe AR-politicus, die slechts ter redactie verscheen om er zijn dagelijks hoofdartikel af te leveren. Algra was de felle bestrijder van (de ‘godslasterlijke’ boeken van) Gerard Reve, die dan ook prompt, toen hij in Greonterp ging wonen een bordje in de tuin zette met de vermelding Huize Algra. Op het eerste gezicht leek het op die redactie wel een oligarchie, maar, honi soit qui mal y pense, daarvoor waren neef Arend Algra en zoon Nico, jurist en rechtbankverslaggever (ook voor ons!) te goedmoedige lieden.

Het Friesch Dagblad werd in de praktijk geleid door Piter Wybenga, consequent aangesproken met ‘baas’. Met hem had  ik ooit een ‘diepgaand gesprek’ over de positie van de Moeder Maagd, die hij natuurlijk Marije noemde. Dit naïeve roomse kind ging roemloos ten onder, bij de verpletterende belezenheid (vooral van de bijbel) van de toch al wijs en streng ogende redactiechef. En de rest maar grinniken. Arend Algra, sowieso een vreemde eend in die bijt, voorop.

Arend was een vrijbuiter, die het zich permitteerde, het leven wat luchtiger op te vatten dan in zijn milieu gewenst werd geacht. Biljartend in het toenmalige etablissement ter plaatse, Amicitia, vroeg hij mij eens:
‘Hoeveel kinderen heb je nou?’
‘Eentje’, antwoordde ik.
‘Dan heb je geen goeie pastoor.’ Kets.
Arends luchthartigheid ging ook met een zekere verstrooidheid gepaard. Zo kan het gebeuren dat stadsredacteur Sjoerd van de Werff onder een vakantierubriekje, dat wij als kranten uitwisselden, ‘n keer als voetnoot voor de redactie plaatste: ‘Volgende week heeft Arend Algra dienst. Houd ‘m in de gaten.’ Dat kwam in Ons Noorden. Laaiend enthousiast viel Arend ons kantoortje binnen voor drie exemplaren van de krant. Zijn verstrooidheid heeft hem trouwens de das omgedaan. Hij is op relatief jonge leeftijd in het verkeer omgekomen.

dinsdag 2 juli 2013

Laatste regionale krant verliest zelfstandigheid

Het gaat hard in krantenland. Het negatieve nieuws over de exploitatie van vooral de regionale dagbladen dendert maar door. Vandaag werd bekend dat het protestants-christelijke Friesch Dagblad, de laatste nog zelfstandige provinciale krant in Nederland, tegen de symbolische som van 1 euro (namelijk met schulden en al) wordt overgenomen door de Noordelijke Dagblad Combinatie (NDC), met onder meer de Leeuwarder Courant en Het Dagblad van het Noorden (Groningen). Terwijl ook die NDC in zwaar weer verkeert. Hoe groot moet de nood zijn.

Hoewel je het al lang aan zag komen – het Friesch Dagblad werd nota bene al op de persen van de Leeuwarder Courant, ooit ‘de vijand’,  gedrukt – doet het fusiebericht pijn.

Sinds 1956 heb ik iets met het Friesch Dagblad. Als fotograferend journalist, verbonden aan het r.-k. dagblad Ons Noorden, kopblad van het Noordhollands Dagblad, mocht ik in de nok van het oude gebouw aan de Leeuwarder Galileeër Kerkstraat, de leegstaande doka ‘voor niks’ gebruiken. Dat was in een gesprekje met de toenmalige FD-directeur Rein Boomgaard zo gepiept. Geleidelijk aan groeide er een samenwerking (tegen de oppermachtige LC) tussen de journalisten van FD en ON. Wij, als armsten, mochten vaak meerijden in de redactieauto’s van het FD en we wisselden kopij uit.

Ach, breek me de bek niet open. Ik herinner me collegialiteit die tegen vriendschap aanleunde. De ‘algemeen-christelijke’ band culmineerde in de loop van de jaren zestig, toen Ons Noorden werd opgeheven (ik was enkele jaren eerder alweer naar Brabant verkast) in het overnemen van personeel door het Friesch Dagblad.

Er is de laatste tijd – niet voor het eerst – actie gevoerd, om de zelfstandigheid van het Friesch Dagblad, te continueren. Ik heb daarvoor ook een bescheiden, symbolisch bedoeld bedrag voor toegezegd. Het heeft allemaal niet mogen baten. Ook deze krant is uiteindelijk niet opgewassen gebleken tegen ‘de nieuwe gedigitaliseerde tijd’, ook al heeft ze wel degelijk initiatieven ontplooid om dat allemaal bij te benen.

Hoe de samenwerking met de NDC gaat verlopen, staat nog te bezien. Erg veel reden tot optimisme is er niet, ook niet als het gaat om de andere kranten in die noordelijke combinatie.

maandag 1 juli 2013

Buitenparlementaire actie van parlementariër

Geert Wilders heeft niet genoeg aan zijn PVV-zetels in de Eerste en Tweede Kamer en is voornemens, over te gaan tot buitenparlementaire actie.

Wilders zegt dat hij een vergunning voor een grote manifestatie gaat aanvragen bij de Haagse burgemeester Van Aartsen. Hij wil dat Het Plein, voor het Tweede Kamergebouw, op 21 september, vlak na Prinsjesdag, vol staat met mensen die zogezegd ´klaar zijn met het kabinetsbeleid´.

Het een of het ander. Je bent gekozen politicus, doet je werk, al dan niet in de oppositie en wacht af wat de kiezer er t.z.t. van vindt. Of je verlaat – wat al eerder gebeurde, maar dan nu definitief – de vergaderzaal van de TK en wordt actievoerder.

Zoals het er nu naar uit ziet, eet Geert Wilders van twee walletjes. Wat hij nu wil gaan doen, is bij mijn weten op deze schaal nimmer vertoond. Maar met dit soort ‘inventiviteit’ zaait de aartspopulist alleen maar verwarring.

Altijd weer die wolken

wolkenHet moet in het begin van de jaren zeventig zijn geweest dat ik bij mijn broer in de Ardèche was, hij naar boven keek en gekscherend zei: ‘Altijd dat blauw.’ Ja daar kwamen we voor. De zon aan de  azuurblauwe hemel, zoals je die in Noordwest-Europa hoogst zelden ziet. Bij ons zit er immers altijd wat vocht in de lucht en dat zie je, dat maakt het uitspansel grijsblauw. Het hoeft niet te betekenen dat er ook wolken te zien zijn.

Het bovenstaande had beter in de verleden tijd kunnen staan. Want in het zuiden mag dan dat azuurblauwe nog wel aanwezig zijn, wolken zijn ook daar veel vaker present. Onlangs – in mei en juni – waren we drie weken in Zuid-Frankrijk en ik geloof dat we hooguit één wolkeloze dag hebben meegemaakt. Op de openingsdag van de Tour de France was het stralend weer op Corsica, maar…wolkjes! Het is wel minder saai, geef ik toe. De oude meesters schilderden hun landschappen zelden zonder een wolkje. Stapelwolken prikkelen de fantasie (foto).

Maar het staat nu wel vast dat onze ‘zomer 2013’ voornamelijk wordt dwarsgezeten door wolken. Niet eens door zoveel regen. Als de weermensen – zij het onder tekenend voorbehoud – temperaturen rond 30 graden beloven, lukt dat vaak niet omdat de zon door een wolkendek wordt gehinderd. Vandaag ook weer, hier in Zuidoost Brabant.

Ik wil even ‘geen wolkje aan de lucht’. Voor mijn part komen dan na ‘n week of zo de donderkoppen. Maar nu even niet!