vrijdag 28 februari 2014

Vliegende bommen

De V1 (Vergeltungswaffe 1) die deze week in Kruisland is opgegraven, was eigenlijk het eerste onbemande vliegtuig. Geen raket, maar ze had wel een ‘vlammende pijp’, meestal aan de zijkant, In 1944-‘45, na de bevrijding van het zuiden, kregen wij ze over ons heen, als ze vanuit Den Haag richting haven van Antwerpen werden gestuurd. We noemden ze vliegende bommen.

Lang niet alle V1’s haalden Antwerpen (aanvoerhaven geallieerden), want ze waren zeker niet perfect. Aan de ene kant waren ze angstwekkend, maar dan vooral omdat ze voortijdig naar beneden konden komen en dat ook deden (zie Kruisland), aan de andere kant wekten ze de lachlust op met hun raar knorrende motoren, die soms stopten (adem inhouden) en dan weer tot algemene opluchting verder ratelden. ‘Er vliegen weer van die verrekes door de lucht,’ zeiden ze in Breda.

Lachwekkend ook omdat de V1 duidelijk werd gezien als een laatste stuiptrekking van Hitler-Duitsland. Als zo’n ding in een weiland was neergekomen en niet een halve meter onder het maaiveld ‘verdween’ zoals in Kruisland, waarboven gedurende 70 jaar regelmatig is geploegd, dan gingen we op onderzoek uit, helemaal niet denkend aan wat voor springstof dan ook. Wat we wel zagen, was het ‘ongeregeld goed’ dat als ballast in die machines was gestopt: tot matrassen met springveren aan toe. Nog eens: lachen.

Nee, dan de V2, de eerste raket die – eveneens vanuit Den Haag – met enig succes op Londen en Parijs werd afgestuurd. Als Hitler daar eerder over had beschikt, had hij de oorlog wel eens kunnen winnen.

zondag 23 februari 2014

Osschot

Osschot. Dit is geen verbastering van de plaatsnaam Oirschot maar dialectische weergave van het Belgisch-Kempische Aarschot, een stadje, niet ver van Mechelen. Wij logeerden daar dit weekeinde in  ‘s Hertogenmolens, een complex watermolens uit de zestiende eeuw op een kunstmatig eiland in de Demer, dat op liefdevolle wijze tot hotel is gerestaureerd. Zorgvuldig, dat wil zeggen met consequent gebruik van hout en zichtbaar gehouden historische bouwmaterialen. In de badkamer kijk je naar een decoratief fragment van ‘n vier eeuwen oude balk. De Demer kolkt er momenteel (bij een overvloed aan hemelwater) woest onderdoor.

De Belgen, of moet ik zeggen de Vlamingen, kunnen dat. Zowel in Mechelen als in Diest zag ik gestutte historische gevels, waarachter nieuwe winkelpanden worden gebouwd. Veel eerder gebeurde dat in Brugge, waar bij voorbeeld C&A kunstig achter een middeleeuwse gevel is ‘weggewerkt’.

aarschot_d'ellef-ure-misBij Aarschot moet ik denken aan het toneelspel van mijn vader dat mij het meest lief  is: De Vuurwolf, een massa-spektakel,dat speelt in de tijd van het hertogdom Brabant, waarin op een gegeven moment wordt geroepen: ‘En nu een kruik Aarschotse voor allen. dat bier
smaakt, ge zoudt er uw tong bij inslikken.’  

Het bier bestaat nog steeds.

Aarschot heeft zo nog het een en ander, waaronder een gerestaureerd begijnhof, zij het dat de beslotenheid daarvan verloren is gegaan. Nieuwbouw in de omgeving is qua vormgeving ‘in stijl’, zonder dat het op namaak lijkt. Asfalt kom je in het stadje nauwelijks tegen, des te meer kasseien. (De spotnaam luidt: Kasseistampers). De reusachtige Duracell-batterijen op een rotonde mogen van mij direct weg. En de majestueuze O.L. Vrouwekerk maakt helaas een gesloten, om niet te zeggen doodse indruk. Zelfs op zondagmorgen zwijgen de klokken. Het ernaast gelegen klassieke café heet d’ Ellef Ure Mis en dat lijkt dan ook slechts historie.

Wat ik me wel afvraag: gingen de mannen daar uitsluitend ná de hoogmis op café of ook tijdens?

O ja, welkom in Aarschot. Ik parkeerde daar op een onbestrate strook modder en kuilen langs de rivier, niet in de gaten hebbend dat het wel eens een ‘blauwe zone’ zou kunnen zijn. Vlamingen zijn er tuk op, ‘die verwaande Hollanders’ te pakken, waarbij NL één pot nat is. Ik ben geen Hollander, men roots liggen zelfs in Vlaanderen, maar ik heb toch maar de geëiste 25 euro overgemaakt. Over zoiets valt niet te discussiëren.

maandag 17 februari 2014

Voor de kiezen (2)

In een eerste politieke column hield ik de luisteraar/kijker voor, wat hij allemaal voor de kiezen had, met uiteraard als belangrijkste de komende raadsverkiezing. Maar er lijkt meer aan te komen. En deze keer noem ik wèl namen.

U weet waarschijnlijk, dat het de landelijke politieke partijen, sorry voor de plastische beeldspraak, dun door de broek loopt. Want ze zijn als gevolg van de barbaarse maatregelen van het zittende kabinet uit de gratie. En ze weten dat in 'de provincie' de plaatselijke partijen en partijtjes daar garen bij zullen spinnen.

Niet alleen de coalitiepartners in Den Haag hebben het benauwd, ook aan de kant van de oppositie is men op zijn hoede. De burger vindt het daar immers één pot nat. Dus is het voor de landelijke politiek ook hoogtij wat betreft de de verkiezingsretoriek. Mooier is het natuurlijk als je – zoals Arie Slob van de Christen Unie met zijn gevecht voor het behoud van kleine basisscholen – daadwerkelijk een politiek succes in de wacht kunt slepen. Slob verwaardigde zich overigens naar Best af te dalen om de nieuwbakken kandidaat van zijn partij in deze gemeente een hart onder de riem te steken.

Maar dan Sybrand Buma van het CDA. Die toverde in een Volkskrantinterview de gekozen burgemeester als een duveltje uit een doosje. Overduidelijk verkiezingspraat. Eigenlijk is de gekozen burgemeester een kroonjuweel van D66, waar het CDA altijd mordicus tegen was. Maar nu de zich nauwelijks meer terecht christelijk noemende volkspartij uit het centrum van de macht is geraakt en daarin mogelijk nooit meer zal terugkeren, is dat ineens 'opportuun'. Als het vriendjes benoemen er niet meer in zit, dan maar op een andere manier. Je weet maar nooit hoe een koe een haas vangt.

Buma liet in het midden, wie de burgemeester zou moeten gaan kiezen: de burger of de gemeenteraad. Dit is meer dan een detail, namelijk een krikkel punt. De burgemeester die in een gemeente wordt gedropt, zelfs al gaat dat via een zogenaamde vertrouwenscommissie uit de raad, is natuurlijk in deze tijd, democratisch gezien, geen fraaie figuur. Toch had deze methode uit de negentiende eeuw één voordeel: de aldus benoemde burgemeester stond boven de partijen. Het is daarom dat ik geneigd ben om te zeggen: doe geen half werk met een getrapte verkiezing (door de raad dus), maar laat het aan de burger over. Dat een kandidaat burgemeester zich met pilsjes in de kroeg op het pluche gaat lullen.

(Gesproken column Omroep Best radio 12.03.14 en Best TV, 13.03.14)

Grootstedelijk

Het Eindhovens Dagblad heeft deze week gebombardeerd tot Week van de Binnenstad. Het is niet meer en niet minder dan een journalistiek thema, waarbinnen een serie artikelen met veel grafisch geweld wordt gewijd aan de winkelstad en haar actuele problematiek. Die wordt gekenmerkt door leegstand en (dreigende) verloedering, waaraan uiteraard het veranderde koopgedrag (internet) debet is. Eindhoven staat daar niet alleen in. Maar uit recente cijfers blijkt, dat de leegstand in het centrum als ‘boven gemiddeld’ moet worden beschouwd.

Veel recente onderzoeksgegevens over Eindhoven als winkelstad zijn niet beschikbaar. Zo moet de krant een vier jaar oud rapport citeren, waarin staat dat de stad een weinig grootstedelijke uitstraling heeft. Wie of wat dat – in opdracht van de gemeente – heeft onderzocht, staat er niet bij. Dat is jammer, want ‘de onderzoekers’ zouden aan ‘landelijke opinieleiders’ hebben ontleend dat Eindhoven ‘saai, kil, provinciaal en braaf zou zijn’. Een tamelijk louche bron.

Eindhoven is voor mij niet de mooiste, leukste en gezelligste stad van het zuiden, maar in het beeld dat hier wordt geschetst valt vrijwel niets te herkennen. In de eerste plaats is ‘grootstedelijk’ natuurlijk een subjectieve kwalificatie. Met andere woorden, het is maar hoe je het bekijkt, welke maatstaven je aanlegt en in het bijzonder, met welke Nederlandse grootstad je Eindhoven vergelijkt. Amsterdam zeker? Dat knipperlichtje gaat bij mij branden als ‘landelijke opinieleiders’ worden aangehaald. Wie zijn dat? Elkaar nabouwende grachtengordeldieren die zich, behept met jaloezie, neerbuigend uiten in tot op de draad versleten termen over alles wat beneden de grote rivieren ligt?

Wil je het van me weten? Ik loop tien keer liever over de Kleine Berg in Eindhoven dan door de P.C. Hooftstraat in Amsterdam.

Het ED enquêteert intussen zijn lezers over hun beleving van de binnenstad. Het zou me verbazen als daar een uitgesproken negatief beeld als dat van die opinieleiders uit te voorschijn zou komen.

woensdag 12 februari 2014

Voor de kiezen

Dat hebben we toch maar weer voor de kiezen. Nee, niet voor de kiezeR, maar voor de tanden, wat zoiets betekent als: er wordt iets van ons verwacht. Een daad, een karwei. We moeten naar de stembus.

De leden van de gemeenteraad zijn de politici die het dichtst bij de burger staan. Ze bepalen bijna letterlijk wat er bij ons in de straat gebeurt. Of niet, want de plaatselijke politiek neigt er steeds meer toe, taken die van oudsher bij de overheid lagen, over te dragen aan het particulier initiatief. Overeenkomstig de landelijke trend van 'hier schuift men af en over.' Privatisering, ofwel zoek het voortaan zelf maar uit. Daar staat geen verlaging van gemeentelijke belastingen en heffingen tegenover, dus men zou ook gewoon kunnen zeggen: betaal het zelf.

Vertel me maar eens, hoe het nu verder moet met de buurthuizen. En met de zomerse kindervoorstellingen in het Joe Mann Theater – een vakantietraditie van bijna 60 jaar – nu dat theater aan een horeca-ondernemer is overgedragen. En krijgt Best Vooruit nu ook een kunstgrasveld, of moet daarmee, net als bij dat voor de Wilhelmina Boys, de basis voor de nieuwe coalitie worden gekocht bij de partij van oudere jongeren? Zeg het dan nu maar vast, voordat we weer zo'n beschamende hete formatie-zomer krijgen, waarbij van alles over de vakantie heen wordt getild. Wie durft er voor te zorgen dat de mist die nu over de toekomst van onze mooie buurtschappen Aarle en De Vleut hangt wordt weggeblazen?

Dit zijn zo wat dingetjes, die kunnen gaan spelen. Dan heb ik het nog niet eens over de opwaardering van het centrum gehad. In Groeiend Best las ik een zogenaamde 'brief uit de raad' van een plaatselijke groepering, waarin alleen maar stond wat er niet zal gaan gebeuren. En, o ja, in het heetst van de strijd drukken wethouders hun snor, laten ze ambtenaren ten overstaan van burgers de kastanjes uit het vuur halen. Wat die, bij gebrek aan bevoegdheden, niet kunnen. Dat zag ik vorig jaar in een vergadering over de voorlopige regeling van het gebruik van de buurthuizen – een warrige, ontluisterende bijeenkomst. En dat zagen we onlangs ook weer in de soap rond het beleid dat moet voortvloeien uit de monumentale status van Batadorp.

Beste medeburgers, kies de beste. Nee, ik noem geen namen. Kies de partij die er oog voor heeft, wat er in Best toe doet. Die ook het onderscheid weet tussen ons aller belang en dat van handige jongens met het motto 'samen voor ons eigen'.

(Gesproken column Omroep Best, radio, 12.02.14 en Omroep Best TV, 06.03.14)

zaterdag 8 februari 2014

t, d en dt

Geen taaldeskundige zijnde, maar wel taalfreak, mede dankzij uitstekend lager onderwijs, zal ik jullie eens ‘n kunstje leren om voor eens en altijd af te komen van die ellende met de t, de d of dt aan het einde van een werkwoord.

Ooit heb ik voor huis-, tuin- en keukengebruik ‘n computerprogrammaatje gemaakt, een vraag- en antwoordspelletje met hetzelfde doel. 

Dat deed ik in Basic, een programmeertaal voor beginners, geënt op het aloude DOS, voluit Disk Operating System, zeg maar de voorganger van Windows. Dat DOS zit tussen haakjes nog steeds in Windows gebakken. Tik in het startmenu (linksonder) maar eens ‘Cmd’. Dan krijg je een zwart schermpje waarin je opdrachten kunt geven als ‘chkdsk’. Daarmee wordt het bestandssysteem op je computer gecontroleerd. Ik heb het net nog even in Windows 7 gedaan en kreeg de geruststellende mededeling: ‘Geen problemen gevonden.’

Dat oude programmaatje ben ik kwijt, maar het taalkunstje kan best in een stukje als dit worden voorgeschoteld.
Wij leerden dus dat we bij de spelling moesten uitgaan van de stam van een werkwoord. Je kijkt naar deze tekst. Het woord is kijken. De stam is kijk. Alleen bij jij (je), hij, zij (ze) en het moet er een t achter de stam. Dus ‘ik kijk’, maar ‘jij, hij, zij kijkt’. Je zult zeggen, da’s toch simpel. Het ‘probleem’ doet zich dan ook niet voor bij woorden waarvan de stam niet op een d eindigt. Je kunt het immers hóren. Daarom staat er ook t, d en dt boven dit stukje. Dus neem ik ‘worden’ als tweede voorbeeld. De stam is word. En als jij, hij, zij of het in het geding zijn dan moet er ook hier een t achter: jij wordt etc. (Zonder dat je het hoort.)

Zit je te schrijven en worstel je met het de vraag t of niet, vervang het woord waarvan de stam op een d eindigt dan in je hoofd tijdelijk door een woord dat niet op een d eindigt en je weet of de t er aan te pas moet komen of niet.

Dit ezelsbruggetje werkt ook als het persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, hij etc.) achter het werkwoord staat: ‘kijk je’, dus ‘word je’ -  ‘kijkt hij’, dus ‘wordt hij’. Helemaal consequent is dit niet, want waarom wel ‘je kijkt’ en niet ‘kijkt je’? Wat ‘n geluk dat vrijwel niemand, behalve sommige Rotterdammers, zoiets zegt als ‘Ik kijkt mij de ogen uit’, wat trouwens nog niet zo erg is als wat ik onlangs een radio-presentator hoorde verklaren: ‘We zagen onze ogen uit.’

woensdag 5 februari 2014

De man die zelf een hype werd

De man die zelf een hype werd. Dat zou je wel kunnen zeggen van de journalist Rob Wijnberg, die op 20 februari in mediastad Hilversum de onderscheiding Journalist van het Jaar 2013 in ontvangst mag nemen. Wijnberg pionierde eerst als hoogst eigenzinnig hoofdredacteur van nrc.next, zo eigenzinnig dat hem na verloop van tijd niets anders te doen stond dan ander werk te zoeken. Dat heeft Wijnberg dus gedaan, door opnieuw te gaan pionieren, nu op het terrein van de internetjournalistiek.

Zijn concept is DeCorrespondent, ‘een dagelijks, advertentievrij medium met als  belangrijkste doelstelling om de wereld van meer context te voorzien.’ Geen puntgaaf Nederlands, maar het staat nu eenmaal in een soort preambule van Wijnberg. Meer dan 26.000 lezers betalen 60 euro per jaar om de bijdragen op dit weblog tot zich te nemen.

Iemand vroeg mij onlangs wat ik van DeCorrespondent vond. Ik kon er niet veel over zeggen, omdat ik daarvoor te beperkt kennis had genomen van de doorwrochte artikelen op dit medium. Wel had ik tot dat moment de indruk dat de medewerkers aldaar voornamelijk opiniërend bezig zijn en daar zit ik, als het over journalistiek gaat, nu niet direct op te wachten. Ik vind toch al dat ook de meeste dagbladen de laatste jaren te veel nadruk leggen op meningen en meninkjes, waardoor de grondslag van hun bestaan, het brengen van nieuws, dreigt onder te sneeuwen. Aan duiding kun je ook ten onder gaan.

Hiermee is toegelicht, waarom ik de kop ‘Nieuw medium voor nieuwe journalistiek’ die boven een twee pagina’s groot interview met Wijnberg in de Wegener kranten staat, minstens voor de helft met een korrel zout neem.

Misschien ben ik te dom, om in staat te zijn, Rob Wijnberg te volgen. Ik mag dan wel van mening zijn dat schrijven – dus ook journalistiek bedrijven – voor meer dan tachtig procent nadenken is, ik heb niet, als Wijnberg filosofie gestudeerd. Mogelijk is dat een handicap. Hij  zegt: ‘Bij de krant leerde ik op één manier naar duizend dingen te kijken. Bij filosofie leer je op duizend manieren naar één ding te kijken. Ik dacht dat moet een krant ook gaan doen.’

Sakkerloot, dan ben ik het meer dan veertig jaar helemaal fout bezig geweest. Ik heb namelijk steeds gewoon naar de dingen gekeken en daarvan verslag gedaan. Beschouwde journalistiek als een nederig vak, bij de uitoefening waarvan je een kameleon-achtige houding moest aannemen om niet de aandacht op jezelf te vestigen. Zo simpel, zo weinig filosofisch is dat. En zo onveranderlijk, wil je, met inachtneming van enkele codes, het vertrouwen van de nieuwsconsument winnen en behouden.

Op hoeveel manieren is de afgelopen 24 uur ‘gekeken’ naar de ‘aardbeving’ die dinsdagavond het noorden, van Ameland tot Drente en van de Dollard tot Friesland ‘trof’? Bij mijn weten op twee manieren en achteraf is dat ruim voldoende gebleken. Was het de zoveelste schok, als gevolg van de gaswinning, die deze keer een compleet landsdeel overeind deed schieten, of…een luchtknal ergens boven waddeneilanden, veroorzaakt door wie of wat dan ook?

Vanmiddag kwam de oplossing. Geen komeet of zoiets, maar een doodgewone F16 die door de geluidsbarrière ging. Mogelijk moet er nog een derde keer worden gekeken maar, hoe het zij, hier is gewoon huis, tuin en keukenonderzoek bedreven volgens gedegen journalistieke waarden die dan ook geen vernieuwing behoeven.

Terug naar de kern van het vak, weg van de hypes.