zondag 28 november 2021

Oppepper

Derde prik gehad. Zaterdagmiddag 27/11, 16:35 uur, vijf minuten later dan gepland. In Veghel aan De Hamert, ergens achter het centrale magazijn van de Jumbo. Niks booster, de zoveelste 'internationale' term die opduikt en die burgemeesters in de veiligheidsregio blijkbaar stimuleert statements af te leggen in plaats van verklaringen. Ik beshouw de derde prik maar als oppepper en het zou best kunnen dat Hugo de Jonge deze vertaling al eens heeft gebruikt.

'Rij voorzichtig,' maande Levensmaatje ten overvloede, met het oog op de 15 km A50 in het (schemer)donker. Minstens een kwart houdt zich daar niet aan de 100 km.

Als het goed is krijgt L. die van 1945 is, dezer dagen ook een uitnodiging begrijpen we uit diverse telefoontjes.

Ik behoorde tot de minderheid zonder begeleiding daar bij de GGD Hart voor Brabant.

Gaat het goed met ons mam?'

'Ja hoor'

'War zegt-ie?'

'Hij vraagt of het goed met je gaat.'

We worden via een met nylon linten afgebakend zigzagpad naar de administratie geleid, zoals dat gaat op luchthavens. Maar wat een rust. Nauwelijks hoorbaar geklets, laat staan geschreeuw. En de rij blijft in beweging, wat het wachten draaglijk maakt. Anderhalve meter afstand is vanzelfsprekend.

Deze generatie is opgegroeid met het gezegde 'Geduld is een schone zaak en geeft het mensdom veel vermaak.'


maandag 15 november 2021

Wat er toe doet en wat niet

Drie tieners kwamen om het leven bij een ongeluk in Helmond. een vierde jongen werd zwaar gewond. Dit drama hield de media het afgelopen weekeinde uiteraard bezig, maar er rezen daarbij enkele onbeantwoorde vragen. De bestuurder van de auto was onbevoegd en bij de auto waarin ze reden, toen ze frontaal op een ambulance botsten, werd een cilinderfles lachgas aangetroffen. Van wie was de auto en hoe kwamen ze eraan? Mijn hoop op beantwoording van onder meer deze vragen was gevestigd op de regionale krant. Die hoop is ijdel gebleken. 

In eerste instantie zijn er dus vooral 'ongeloof en verdriet' en die zijn dan ook het 'thema' van de berichtgeving in het Eindhovens Dagblad, dat zijn 'beschouwing;  besluit met: 'Natuurlijk waren de jongens te jong om al achter het stuur te zitten, werd er misschien te hard gereden en lag er een fles lachgas in de auto. Het doet er deze middag niet toe.' (Cursivering van mij, G.).  

Wanneer doet het er dan wel toe? Heeft de politie nog niks kunnen of willen zeggen over de via het kenteken te achterhalen eigenaar van de auto? Is er al onderzoek gedaan naar eventueel lachgasgebruik? Zijn 'Ongeloof en verdriet' twee dagen na het gebeurde nog steeds elementen die zo'n drama in een taboesfeer trekken, een gevoel dat gedegen journalistiek niet in de weg mag staan?

donderdag 11 november 2021

Toch wel 'n beetje beter

Nee, vroeger was niet alles beter, schreef ik onlangs, in een poging als ouwe man te laten weten dat ik de veranderingen wel aan kan en met mijn tijd meega. Maar laat zich nou de laatste tijd van alles voordoen, dat oproept tot nuancering van deze filosofie van de kouwe grond, immers...

Toen zakten er ondanks nieuwe technieken en 'scherpe controles' nog geen parkeergarages, flats en voetbaltribunes in elkaar. 

Toen hadden we een eigen postkantoor, waar Harrie je met een brede lach begroette en op het formulier schreef  'mij bekend'  in plaats van om een identiteitsbewijs te vragen.

Toen waren de banken blij met het - onvermijdelijk - openen van een rekening, zonder je met 'kosten' op te zadelen.

Toen de kleine spaarder nog wat rente kreeg.

Toen reden de treinen op tijd, mits ze reden, maar dat deden ze altijd.

Toen wapperden de vakbonden nog niet met het verschijnsel 'werkdruk' als ze de ziekte van medewerkers wilden verklaren.

Toen werd je niet gedwongen, een smartphone aan te schaffen en apps te installeren, voor contact met overheid en andere instanties.

Toen was de tekst 'ik zal handhaven' in het rijkswapen geen dode letter, al staat er nog steeds letterlijk je maintiendrai.

Toen kinderen op school leerden foutloos rekenen en schrijven.

Toen waren kranten voor iedereen leesbaar en sprekers op radio en tv verstaanbaar.

Toen was de de vrijheid van meningsuiting geen voer voor roeptoeters, maar werd ze gewoon 'fatsoenlijk' toegepast.

Toen hadden we binnen luttele weken een missionaire regering.

Toch wel 'n beetje beter. Ja maar, dat was toen. Snap ik.





vrijdag 5 november 2021

'Carnavalsseizoen' gewoon zin in feest

Als het carnavalsseizoen bestaat, dan beperkt het zich van oudsher (nee, vroeger was niet alles beter) tot de drie dagen vlak voor de veertigdaagse vasten, te beginnen op zondag na de hoogmis.

Het woord carnaval betekent zoiets als ‘afscheid van het vlees’. Nog net niet geannexeerd door de PvdD. De start van dit ‘seizoen’ op 11 (gekkennummer) november bestond uit een avondlijke bijeenkomst, waarop de (nieuwe) prins en zijn gevolg hun intrede deden. Tattaaa en Schluss. Op naar Sinterklaas en de rest van de decemberfeesten. En daarna, da's waar, volgen de 'zittingen' met tonproaters en buutreedners. Afwachten of dat straks ook weer kan.

De seizoensgekte valt dus te herleiden tot de behoefte aan feesten, in deze coronatijd wellicht sterker dan ooit. Als het een traditie is, dan is die van pakweg de laatste twintig jaar.

Het heeft te maken met de loskoppeling van carnaval van het r.-k. geloof. En ook ‘n beetje met het gegeven dat wij de kunst van het wachten hebben verleerd. Daarom is het wachten op het einde van het coronavirus ook zo moeilijk.

Eén troost: de meeste besmettingen gebeuren volgens het RIVM in thuissituaties. Dus, carnaval of niet, allemaal naar buiten.