woensdag 30 september 2009

Weer die privacy

Privacy is 'n goed ding, daar zal je mij verder niet over horen. Maar ik vind wel dat de eis tot privacy soms wat overdreven kan zijn. Je mag niet eens een foto met een auto erop publiceren, als het kenteken niet onleesbaar is gemaakt. Zulke dingen.

Andersom kan ook. Het kan je gebeuren, dat een redelijke wens tot bescherming van je privacy door een journalist, gesteund door zijn vakbond, wordt afgewezen op grond van nagestreefde 'betrouwbaarheid van informatie, die herleidbaar moet zijn naar de bron'. De betrokken journalist, Hans Matheeuwsen, die een boek schreef over de Herculesramp op vliegbasis Eindhoven in 1996, meent dat 'namen van brandweermensen, politie en hulpverleners het boek transparanter en persoonlijker maken'.

Matheeuwsen en zijn uitgever vinden twee hulpverleners, die bij de ramp in actie waren, tegenover zich. Zij hebben een kort geding tegen hem aangespannen, waarin zij eisen dat hun namen uit het boek worden verwijderd.

Ik vind de argumenten, op grond waarvan Hans Matheeuwsen het verzoek van de hand wijst niet echt sterk. Als journalist kan hij immers garant staan voor de betrouwbaarheid van zijn bronnen, zonder die met naam en toenaam weer te geven. Dat heeft met 'transparantie' geen donder te maken. En het verlangen, het boek daardoor 'persoonlijker' te maken is gewoon een kwestie van journalistieke stijlvoorkeur. Natuurlijk 'versterkt' zoiets het verhaal.

Ik zou niet graag 'n eurodubbeltje neertellen voor iedere door welk medium dan ook geïnterviewde persoon, wiens identiteit 'om privacyredenen' is verdoezeld. En het verschil met de 'Herculeskwestie' zie ik niet.

Zie ook: ED.nl

maandag 28 september 2009

Een Bredase lummel

Een of andere Bredase lummel, heeft het gepresteerd ‘n straatnamenboekje te schrijven, waarin hij zich laatdunkend heeft uitgelaten over mijn vader, Henri t’Sas (Breda, 1877-1966). Ik kwam dat toevallig aan de weet – ik lees noch koop straatnamenboekjes – doordat de website Ginneken-Dorp.nl (de plaats waar Henri driekwart van zijn leven heeft gewoond) er aandacht aan besteedde.

htsas1In ‘t Ginneken, al 67 jaar onderdeel van Breda,  is in de jaren zeventig van de vorige eeuw een pleintje naar Henri genoemd, dus kon de lummel er niet omheen. Hij vond het echter belangrijk te vermelden, dat ‘het werk van Henri t’Sas  geen enkele literaire waarde heeft’. Aangezien deze t’Sas gedurende pakweg zestig jaar een oeuvre heeft opgebouwd van (vooral) toneelstukken, romans en meer dan duizend verhalen, lijkt mij dat ‘n enigszins boude bewering.

Alle gekheid op een stokje, mijn vader (op de foto van Leo Legrand is hij ongeveer 30 jaar) was natuurlijk een broodschrijver, over wie Anton van Duinkerken, denk ik terecht,  opmerkte, dat hij met  die veelschrijverij ‘zijn talent  verknoeide’. Maar dat neemt niet weg dat hij ook dingen heeft gemaakt, die boven de middelmaat uitsteken. Los daarvan, ook al is het waar wat lummel – ach laat ik man en paard noemen, Gerard Otten - denkt, dan nóg schrijf je zoiets hatelijks niet in een boekje over ‘Bredase’ straatnamen. Het voegt immers niets toe aan het gegeven dat Henri t’Sas gedurende meer dan een halve eeuw op laat ik zeggen ‘uiterst verdienstelijke wijze’ als kroniekschrijver van Breda is opgetreden.

Voornamelijk om af te reageren, heb ik lummel maar eens een mail gestuurd, met de vraag waarop hij zijn oordeel over de schrijverskwaliteiten van Henri t'Sas baseert. ‘Literatuurstudie? Bestudering van het werk van t'Sas? Bij voorbeeld zijn toneelstukken? Van horen zeggen misschien?’

Lummel laat automatisch weten, dat hij tot 5 oktober met vakantie is. Pas daarna kan hij verder werken aan zijn carrière bij de gemeente Breda, die hem wellicht ook een straatnaam zal opleveren (Geen plein!).

Meer over Henri t’Sas

Kranten laten keihard nieuws gewoon liggen

Over de onmisbaarheid van de krant gesproken, ik heb ze, eufemistisch gezegd, vanmorgen niet allemaal  kunnen inzien en bij de meeste was ik aangewezen op de websites, maar op grond van de inhoud van met name de papieren nrc.next en Eindhovens Dagblad kan ik stellen dat kranten  keihard nieuws gewoon laten liggen liggen.  (Ik betrap mezelf op trendy taalgebruik, want ‘gewoon’ moet natuurlijk weg.)

Dat die dagbladen, bij wèl alert reageren,  achter het internet aanhobbelen is tot daaraan toe, maar het nieuws dat op dat web door redelijk betrouwbare voorlichtingsinstanties wordt aangeboden, ontsnapt blijkbaar aan de aandacht van de gemiddelde nieuwsdienst.

Zondagmiddag om 17:05 uur plaatsten Theo Copper en André van den Hul van Politie Midden- en West-Brabant het volgende  ‘persbericht’ op de daarvoor bestemde website:

‘Opsporingsdiensten van Nederland, België en Luxemburg hebben donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag gezamenlijk een internationale actie gehouden tegen drugshandel en drugstoerisme. Tijdens de zogeheten Etoile-actie zijn onder andere in Nederland in totaal 80 personen aangehouden en is circa 22 gram hashish, 277 gram hennep, 5 gram heroïne, 10 kilo cocaïne, een busje traangas, een busje pepperspray en een stroomstootwapen in beslag genomen. Mede dankzij het Benelux-verdrag over politiesamenwerking is de actie goed verlopen. Door dit verdrag kunnen politieagenten uit de Benelux sinds januari 2005 in de drie landen verdachten achtervolgen en controleren. De actie startte donderdagmiddag om 14.00 uur en duurde in Nederland tot zondagmorgen 03.00 uur. ‘

‘De controles concentreerden zich in de deelnemende landen op de vervoersassen Rotterdam-Roosendaal-Antwerpen-Parijs en Maastricht-Luik-Luxemburg-Metz. De controles werden uitgevoerd op snelwegen en provinciale wegen, maar ook in de treinen op de internationale treinverbindingen en in bij de politie bekende drugspanden. In totaal werden in de drie landen honderden voertuigen gecontroleerd op de aanwezigheid van verdovende middelen.’

Volgen nog flink wat details.

Als ik eindredacteur van een dagblad was, zou ik hier de krant mee openen. Met de flauwekul, die vandaag wèl in de door mij nageplozen kranten staat, zal ik lezer dezes maar niet vermoeien. Er zijn trouwens meer ‘traditionele’ media, zoals het NOS Journaal, die gisteren hebben zitten slapen.

Ooit maakte de Nederlandse Dagblad Pers (NDP) reclame met de volgende slogan: ‘De krant kun je niet missen, geen dag’. Nu wel, zou ik willen zeggen, als kiespijn. En vergeet die internetheffing, wil je?

zondag 27 september 2009

Brunnenkresserahmsenfsamtsüppchen

We kregen het opeens in 't hoofd, voor één overnachting naar Monschau te gaan. Dat liefelijke, middeleeuwse stadje met z'n vakwerkhuizen en z'n grootse barokke handels- en weet ik wat nog voor meer panden, gelegen in een door de Rur diep uitgesneden dal van de noordelijke Eifel, 7 kilometer van het Belgische, maar Duitssprekende Eupen en van De Hoge Venen.

berg_komt_winkel_binnen In de jaren vijftig van de vorige eeuw was Monschau al doelwit van schoolreisjes: gegil in de bus als die de helling afdaalde naar het parkeerterrein. Een bergstadje en toch zo dichtbij. En altijd Kerst; er is zelfs een duidelijk als zodanig herkenbaar Weinachtshaus. Hotels, restaurants, terrassen, souvenirwinkels, kledingzaken rijgen er zich aaneen. Het kan nu wel crisis zijn, maar in de voorbije welvaartsjaren is alles piekfijn gerestaureerd, vernieuwd en opgepoetst. Ik zag een sportwinkel, waar men de schoonheid had ingezien van de bergwand, waar het huis tegenaan was gebouwd, maar die eeuwenlang achter een binnenmuur verborgen was geweest (foto).

In M. is het in vakantietijd en weekends altijd druk. Is het niet van Nederlandse en Belgische dagjesmensen, dan wel van de Akenaren, die er hun Ausflug van maken. Dus ook deze zonnige septembervrijdag, die je doet twijfelen aan het kwalijke van de klimaatsverandering.

In Duitsland kun je tegenwoordig beter eten dan ooit. Natuurlijk gelden nog wel de maatstaven van de gutbürgerliche Küche die zich vooral concentreren op schnitzelvarianten, maar ik heb er 'n stuk varkenslende nach Monschauer art gegeten, in een saus met een licht mosterdaroma. Prima. Men doet het voorkomen, of mosterd een exclusief product van Monschau is, maar een Duitser, met wie ik 's avonds in een Gasthof een langdurig want amusant gesprek had, haalde zijn schouders op en zei dat Nordrhein Westfalen vergeven was van de mosterd. En dat in Europees verband die van Dijon de beste is en blijft.

Het was een min of meer artistiek aangelegde man, van 'n jaar of zestig die z'n baard soms 'n paar dagen laat staan, een taalfreak, die een dagboek bijhoudt en in een amateurtoneelclub Schiller speelt. Hij wilde kennelijk niet al teveel over zichzelf kwijt, want beperkte zich tot: 'ingenieur uit een dorpje, 80 km ten oosten van Frankfurt'. Hij had zich toen al cynisch uitgelaten over de verkiezingen van heden: 'Geen van de partijen wil inzien, dat de grenzen van de economische groei zijn bereikt', oreerde hij. 'Ik vind dat, al ben ik ingenieur.'

Ook de Groenen niet?

'Ook de Groenen niet.'

Daarbij bleef het, wat de politiek betreft, want ik zei al, het was een amusant gesprek.

Zo verhaalde hij van een onmoeting hier in Monschau, met een bejaarde Zwitser, die met openbaar vervoer en te voet onderweg was van Noorwegen naar huis. 'Die man zei tegen mij: Schrijf in je dagboek, “Ik heb een zeevarende Zwitserse bergbeklimmer ontmoet”.'

Even later zal die zeevarende Schweiszerischer Bergsteiger de Gasthof betreden en een stuk appeltaart tot de laatste molecuul van zijn bord schrapen, om vervolgens boven dat bord in een diepe slaap te vallen. Diep, want zelfs een groep luidruchtige Nederlanders, die ook nog eens 'n drumstel bij zich hadden, konden hem er niet uit halen. (Ze waren zich trouwens niet van zijn aanwezigheid bewust.)

Onze taalfreak inmiddels, wees mij op de volgens hem onhebbelijke gewoonte van de Duitsers, woorden eindeloos aan elkaar te koppelen. Hij had een treffend voorbeeld op de menukaart van de Gasthof gevonden: Brunnenkresserahmsenfsamtsüppchen. Gelukkig stond de vertaling in het Nederlands erbij: Soepje van tuinkers, gearomatiseerd met mosterd en room. Toch ook weer die mosterd.

vrijdag 18 september 2009

Drie Hoefijzers

Het verdwijnen van Oranjeboom Bier in getapte vorm (trouwens niet meer dan een merk, gebrouwen bij Jupiler en in de Dommelsche Brouwerij) is voor BN/De Stem aanleiding tot het op haar website ventileren van wat Bredase brouwershistorie.

Veel mensen schijnen te denken dat Oranjeboom (je hebt daar ook een Oranjeboomstraat en het is vanouds een Oranjestad) een bij uitstek Breda's biertje is. Valt wel mee. De (bier)bron bevond zich namelijk in Rotterdam.

BN/De Stem over de Bredase brouwerijgeschiedenis: 'Vanaf 1538 zit in de Boschstraat brouwerijtje Den Boom, negentig jaar later omgedoopt in De Drij Hoefijssers. In de 19e eeuw wordt ook dit, onder de familie Smits van Waesberghe, een grote biermaker, vooral na de bouw van de nieuwe pilsbrouwerij aan de Ceresstraat in 1887.'

Ik kan er nog aan toevoegen: Kort na de eeuwwisseling liet de Smits aan het zuidelijk deel van de de Baronielaan (toen nog Boulevard genoemd) een grote villa bouwen, genaamd Trianon, een verwijzing naar het speelpaleisje van Marie Antoinette in het park van Versailles. Het illustreert welvaart en het aanzien die de Bredase brouwer had verworven. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw was Drie Hoefijzers het hoofdmerk. In 1968 werd de brouwerij aan de spoorlijn overgenomen door het Britse Allied Breweries en dat kan cultuurhistorisch én commercieel als het begin van het einde worden beschouwd.

Vanaf 1973 moet men in Breda Skol gaan brouwen, maar dat merk slaat absoluut niet aan. In 1980 keert, weet BN/De Stem, het merk Oranjeboom terug. Vijf jaar geleden was het afgelopen met het bierbrouwen in Breda. InBev, inmiddels eigenaar, concentreerde de fabricage in Valkenswaard (Dommelsche Brouwerij - trouwens groot geworden met het brouwen van het huismerk van de inmiddels ook al verdwenen grootgrutter De Gruyter) en in België.

Waarom schrijf ik hierover? Omdat ik als geboren Ginnekenaar, later Bredanaar, iets heb met De Drie Hoefijzers (een roemruchte zeventiende-eeuwse merknaam, die het volgens mijn beperkt marketiersinzicht vandaag de dag minstens zo goed zou doen als bij voorbeeld  Hertog Jan). Ik heb de door Zeeuwse knollen getrokken sleperskarren nog gekend, waarmee de fusten gerstennat en de staven ijs voor de koeling naar de café's werden vervoerd. Ook heb ik eens met succes deelgenomen aan een slagzinwedstrijd van de brouwerij. Het was in de tijd van de 'paardenmoppen'. Een paard zat op het telkens in de kranten terugkerende tekeningetje zodanig op een barkruk, dat je drie van zijn vier hoefijzers kon zien en zei dan zogenaamd iets grappigs. In mijn versie was dat: 'Beter dan vier is drie met bier.' Ik geloof dat ik er een bierglas voor kreeg. Ruimschoots beloond.

Kwalijke suggestie

Jos Kessels maakt zich in zijn dagelijkse ED-column terecht Kesselsiaans boos over de vetbetaalde debielen (van het Arnhemse Gerechtshof), die de gevaarlijke vrouwenhandelaar de kans hebben gegeven, zich aan zijn gevangenschap te onttrekken.

Maar Kessels maakt een uitglijder, als hij schrijft: ‘Als de kranten en de tv er meteen opgedoken waren, was de rechtbank onder publieke druk beslist tot een ander oordeel gekomen.’

Waar wij in dit land echt beducht voor moeten zijn, is voor rechters die onder druk van de publieke opinie tot hun uitspraken komen. Helaas ligt dat gevaar de laatste jaren door de intensieve en veelzijdige media-aandacht voor het doen en laten van de gelukkig onafhankelijke rechterlijke macht voortdurend op de loer. In dat licht bezien is de suggestie van Kessels niet te pruimen.

woensdag 16 september 2009

Vet

Niet alleen de burgemeester zat vorige maand met vakantie in Frankrijk. Ik ook! Gelijkberechtiging moet er wezen. Er was in zoverre nog meer overeenkomst tussen de burgervader en mij, dat wij daar allebei columns zaten te schrijven; hij voor Best Informatief, ik voor mijn website.

Vakantie is voor mij betrekkelijk als het over de schrijverij gaat. Ik lees daar in Frankrijk ook kranten en gedraag me met mijn laptop en een incidentele internetverbinding, soms tot ergernis van mijn wederhelft, even bemoeizuchtig als hier. Niet dat die Fransen zich daar iets van aan trekken natuurlijk, die kunnen dat trouwens toch niet lezen... Hoewel, twee jaar geleden, kreeg ik opeens een verzoekje uit de Provence, of ze mijn foto van een of andere abdij mochten gebruiken. Zeker gevonden met Google. Er zijn geen grenzen meer. En als ze er nog zijn, dan overschrijd ik ze.

Het nadeel van vakantie is, dat je wel eens wat mist. Maar gelukkig lag er na thuiskomst nog dat speciale krantje van Beerens, Slager en Traiteur over de opening van de vernieuwde zaak aan de Hoofdstraat. Knap werk hoor, die renovatie en dat nieuwe concept voor een smulbedrijf anno 2009. Ik telde op een groepsfoto meer dan twintig medewerkers – je moet maar durven, midden in crisistijd. Hoe zeg je dat tegenwoordig? Echt vet!

Maar het meest werd ik geboeid door die twee pagina's geschiedens van wat je gerust een slagersdynastie mag noemen, in elk geval zit nu met Twan Beerens de vierde generatie op de troon. Mooie historische foto's en dan die advertenties in de trant van: 'Bekendmaking. Heffing op gesmolten Vet is weer verhoogd.' Niettemin: 'Vet Gerookt Spek vanaf 35 cent', meldt Piet Beerens (telefoonnummer 21), beleefd aanbevelend, in 1936 in het toenmalige plaatselijke krantje. 'Beleefd aanbevelend' ja, zo ging dat in een tijd, waarin rekeningen werden gestuurd: 'Voor u-edele geleverd, één varkenskop.'

Alle gekheid op 'n stokje: Neem er nota van, dat vet vleesch nog tot na de oorlog een aanbeveling op zich was. Was het toen dan niet ongezond? Het heeft alles te maken, met de mate van verbranding. Het werk was zwaarder, werd veel in de buitenlucht verricht, je zat niet voortdurend met je luie reet in de auto en we hadden nog niet van die door-en-door verwarmde huizen.

Wat ik trouwens ook mooi vind van Twan Beerens is, dat hij in zijn krantje een monument opricht voor zijn moeder Nelleke, die trots poseert met drie kleinkinderen. Volgens mij klopt wat er in dat stukje staat. Nelleke is een kordate vrouw, die in 1973, 21 jaar zijnde, met haar man Ton de slagerij op poten zette. Ze belde mij eens op, omdat een stukje op mijn website haar niet zinde en ze liet zich niet met een kluitje in het riet sturen.

(Gesproken column Omroep Best, 16 september 2009, 18:10 uur)

dinsdag 15 september 2009

nrc.next omarmt het Engels definitief

Het is zover, nrc.next, de populaire ochtendeditie van NRC Handelsblad, heeft het Engels als voertaal definitief omarmd. Vanmorgen afficheert ze haar benadering van Prinsjesdag met de kop Being Wouter Bos.

Hoeveel abonnees zullen dit blijven slikken? Ik ken mensen die inderdaad uit principiële overwegingen aangaande de taal, een abonnement op die krant weigeren.

next

nrc.next heeft een nogal voor de hand liggend rubriekje met de naam next question. Onlangs stelde iemand  de retorische vraag: Waarom heet deze rubriek niet gewoon ‘volgende vraag’?

Het antwoord, beginnend met ‘Dat is simpel’ van mede-oprichter Gijsbert van Es hoef ik hier niet weer te geven. Interessanter is dat op de vraag waarom de krant nrc.next heet.  Dat antwoord eindigt met de klapper: ‘Natuurlijk, een mooi Hollands (sic!) woord, daar hebben we als eerste naar gekeken, want daar genieten we zelf ook het meest van.’ (Wat ‘n huichelarij, tSs.)  ‘Probleem is dat ze al gauw een spruitjesgevoel opwekken.’

Dat weten we nu dus. Wie in Nederland Nederlands spreekt, wekt volgens nrc.next een spruitjesgevoel op. Regelrecht verraad van de moedertaal.

Er is maar één oplossing: een gedwongen integratiecursus en anders oprotten.

zondag 13 september 2009

Houten Harry

Gek dat je het soms aan iemands gezicht kan zien, dat-ie het zal verliezen. Zo'n geval is Harry Borghouts, tot 1 december Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland. Houten Harry? O nee, da's de baas van inspector Frost - merkwaardige gelijkenis trouwens.

Wat zeg je, als je het verliest?  'Ik heb er geen plezier meer in.' Precies, het is als bij het bordspelletje Mens erger je niet, dan veeg je de pionnen van tafel en neem je de kuierlatten.

Borghouts maakte carrière als een komeet, begrijp ik uit een verhaal in de Volkskrant van zaterdag: marine-officier (het lijkt premier Pietje de Jong wel, stond ook op de brug), secretaris-generaal op het Ministerie van Justitie en - sinds 2002 - dus commissaris, ondanks zijn lidmaatschap van GroenLinks nog wel. Nimmer zo'n arrogante en autoritaire GroenLinkser gezien.

En nu lijdt die carrière dan een schipbreuk à la  Titanic (ijsberg). Was het nog maar gebleven bij die in IJsland verdwenen miljoenen van de provincie, waarvoor iedereen al was het maar schijnverantwoordelijkheid wilde nemen, behalve Harry. Nee, er moest eerst nog zo iets miezerigs aan te pas komen als een goedkeurende handtekening onder niet door bonnetjes gedekte declaraties van een gedeputeerde. Drieduizend gulden aan taxikosten in Hongkong (wat moest die gedeputeerde trouwens in Hongkong?) hadden ze er maar gauw eventjes van gemaakt.

Ach ja, zo blijk je dan een geboren loser te zijn.