zaterdag 29 juni 2013

Het 40-jarig printerschandaal

Hoe lang duurt dit schandaal nu al voort? Kan goed veertig jaar zijn. Vanmiddag weer eens naar de Milieustraat gereden met en grote doos,, waarin, afgezien van plastic en piepschuim, een nog goed functionerende laserprinter van het merk Brother.

Reden: een drum met toner alleen kost minstens 50 procent meer dan een fonkelnieuwe printer inclusief cartridge. Kortom, wie milieubewust is, is aanwijsbaar een dief van zijn eigen portemonnee.

Zei de bewaker van de Milieustraat: ‘Zo hebben wij er hier nu wel 200 liggen. Het is een regelrechte schande, mijnheer.

Er is over deze werkwijze van de fabrikanten al die veertig jaren eindeloos geschreven, gezeverd, geklaagd, maar geen overheid of politicus die tot dusver geroepen heeft gevoeld, hier een einde aan te maken.

Denk niet dat die fabrikanten niet, tot eigen eer en glorie de milieuridders proberen uit hangen. Brother in haar handleiding ‘Snel Beginnen’: ‘Voorzichtig. EET de Silica Pack verpakking NIET OP. Gooi haar onmiddellijk weg.’

Sjonge, jonge, ‘t is dat het zo’n goeie printer is…maar zou je ze niet door elkaar rammelen?

donderdag 20 juni 2013

Waar is het zetduiveltje?

Staat dat bronzen zetduiveltje nog ergens in het nieuwe onderkomen van het Eindhovens Dagblad? Het bronzen beeldje dat je toegrijnsde in de entreehal van het gebouw uit de jaren zestig aan de Wal.

Dat duiveltje werd in die tijd van het in lood zetten van de krantenregels te pas en te onpas aangewezen als de schuldige  van de fouten in de krant. De werkelijke oorzaak van de uitglijders moest natuurlijk worden gezocht bij respectievelijk de schrijvers en de correctoren – de machinezetters aan de linotype zouden wel eens eerder de krant voor blunders hebben behoed dan dat zij zelf de oorzaak waren. Zelf ben ik meermalen door zo’n graficus met een triomfantelijke grijns benaderd, vanwege een tikfout of een grammaticale misser.

Het zetduiveltje als alibi verschaffend monstertje  is al minstens veertig jaar met pensioen. Dankzij de computertechnologie die ervoor heeft gezorgd dat de journalist als het ware zijn stuk rechtstreeks in de krantenpagina tikt. Precies in de tevoren door zijn chef bepaalde maat zelfs. Met dat duiveltje verdween ook de corrector.

Is het er beter op geworden? Mwah. Veel van de fouten, waarover de lezers – niet alleen die van het ED - regelmatig klagen, komen waarschijnlijk voort uit het feit dat de gemiddelde scribent in de haast van de mediawedloop teveel vertrouwt op de digitale spellingscontrole. Hoewel, ik vond in nota bene een officieel commentaar van het ED vanmorgen het woord technologie tot tweemaal toe gespeld zonder n (techologie). In dit geval is de spellingscontrole buiten werking gewest of genegeerd.

Trouwens, als men bij de spellingscontrole van ‘verstand’ zou kunnen spreken, dan ontbreekt dat in elk geval in grammaticale zin. En bepaalde verschrijvingen door misslagen op het toetsenbord (bij voorbeeld ‘boor’ in plaats van  ‘voor’ – die letters liggen pal naast elkaar) kán ze domweg niet zien. In andere teksten dan die van de krant is het probleem eveneens zichtbaar. Ook het fraaie, recent verschenen boek over verkeer en vervoer in Brabant gaat er onder gebukt.

Taalontwikkeling en –gevoel liggen aan de basis  van het schrijven en het herhaaldelijk overlezen van de tekst vormen de enige remedie. Voor de grap tikte ik hier ‘enigste’ om de kwaliteit van mijn spellingscontrole te testen. Ze bleek van niks te weten!

En nu ga ik dit stukje nog twee keer overlezen.

woensdag 19 juni 2013

Bijen

Na drie weken vakantie, vonden wij op ons overdekt balkon (in makelaarstermen loggia) een bak met blauwe bloemetjes, daar liefdevol neergezet door de familie, die de boel in de gaten had gehouden. Terwijl langzaam, langzaam de zomer naderde, verscheen daar boven die bloemen opeens 'n bij! Ik heb hier een uitroepteken gezet want je moet wel soep in je ogen hebben als je niet al eens ergens gelezen of gezien hebt dat het over de hele wereld niet goed gaat met de bijen en dat het niet overbodig is, je daar ongerust over te maken.

Al in maart 2011 maakte het VARA-onderzoeksprogramma Zembla een tv-documentaire over het probleem, waarin deskundige mevrouw Van der Zee zei dat Nederland met 30% bijensterfte aan de top in Europa staat. Die mevrouw zei ook dat 70% van wat in de winkel van de groenteboer ligt, afhankelijk is van de bestuivingsarbeid van bijen. Maar, in tegenstelling tot landen als Frankrijk, maakt de politiek hier zich liever druk over de scheet van een Kamervoorzitter dan dat ze maatregelen overweegt tegen de waarschijnlijke hoofdoorzaak: nieuwe typen landbouwpesticiden. 'Den Haag' verlaat zich op een professor in Wageningen, die zijn onderzoeksinstituut laat financieren door...de chemische industrie.

Terug naar mijn balkon. Na 'n paar dagen kreeg de bij gezelschap van een collega. Was-ie getipt? Opeens realiseerde ik me dat wij weliswaar in een mooie groene wijk wonen, maar dat daar nauwelijks bloemen zijn te vinden. In het voorjaar wat narcissen en dan heb je het gehad. En de bewoners houden steeds meer van onderhoudsvrije coniferen en steentjes, waar ze hun auto op kunnen parkeren.

Die bijen op onze bloembakje, zouden die uit de kasten van onze imker in Aarle komen? Op zoek naar honing, zijn ze immers bereid honderden meters af te leggen. Bij die Aorzelse imker haal ik af en toe 'n paar potjes honing, ook als hij ze niet met een bordje langs de straat te koop zet. We zijn erkend als vaste klanten.

Vorige week ving ik bot. 'Ik heb alleen nog wat dikke honing', zei de imkersvrouw. Waren de bijenkasten dan niet zoals elk jaar naar de bloesembomen in de Betuwe geweest? 'Jawel', zei mevrouw, 'maar door het koude voorjaar hebben ze alles zelf opgegeten. Wat we hebben, moet nog geslingerd worden.' Over 'n maand mag ik nog eens informeren. Ik begin onderhand te denken dat in Nederland niemand meer gelijk heeft, behalve de bijen.

(Gesproken column voor Omroep Best, 19.06.13.)

YouTube-versie van de tv-documentaire van Zembla over bijensterfte in Nederland:

woensdag 12 juni 2013

Schoonschrijven

‘n Heel enkele keer krijg ik van een generatiegenoot (of nog ouder iemand) wel eens ‘n handgeschreven brief. Ik ervaar dat dan als iets bijzonders, vooral wanneer de schrijver duidelijk een afgeleide hanteert van het schoonschrift dat hem/haar op de lagere school is geleerd. Ik denk hierbij aan het handschrift van mijn vorig jaar overleden broer Berry. Die kon er wat van.


handschrift2 Mijn handschrift in 1956.
Zijn schrift was in de principe ‘schuin’, want dat was destijds het uitgangspunt. Daarbij moest je met staarten en lussen ‘tussen de lijntjes’ blijven. Zelf heb ik me geleerd, als de latere generaties, rechtop te schrijven, omdat ik dacht dat dat de leesbaarheid voor de zetters op de krant bevorderde. Ongeveer op de manier van Levensmaatje, maar lang niet zo mooi. Haar liefhebberij in het hanteren van de pen culmineerde zelfs ooit in een cursus kalligrafie, het oude monnikenwerk van voor de uitvinding van de boekdrukkunst.
handschrift

’Rechtop’ handschrift van Levensmaatje.
Schoonschrijven was zeker tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw op school een vak apart, los van het leren spellen. Maar natuurlijk had het een met het ander te maken. Gedachtenvol schrijven bevordert taalkennis en –gevoel, zo lees ik in een artikel in de Wegener kranten. Dat verhaal is zeer relevant, gezien het ronduit kwalijke voornemen van basisscholen, het taal- en schrijfonderwijs helemaal toe te spitsen op het gebruik van de tablet-computer, Dat onderwijs is trouwens inmiddels nu al zo ver afgezakt, dat de meeste kinderen (vooral jongens!) nauwelijks meer kunnen schrijven. Met z’n allen  op weg naar het analfabetisme.

Er is echt wel meer aan de hand dan examenfraude.

maandag 3 juni 2013

Machines

Rustzoekers kunnen het best ‘n eind de bergen in rijden; eventueel daar een kleine camping in de bush opzoeken. Dan heb je kans. Hoewel, de auto is het verlengstuk van het Franse lijf. De hele maatschappij is er op ingericht. Maximum snelheden zijn er om te negeren. ‘s Morgens om ‘n uur of acht zie je de ene na de andere met schoolkinderen de buitenweggetjes afrijden. Pooling is er duidelijk niet bij. Hoewel…ik heb het in de Jura wel eens gezien.

Op de grote ‘camping communale’ Les Prés Hauts (De Hoge Weiden) in Sisteron – ooit moeten hier koeien hebben gegraasd – waar heden een kolonie van de ANWB is neergestreken, de vlag is gehesen en af en toe horen we applaus, benut men de ongetwijfeld respectabele exploitatiewinsten voor onderhoud en verbetering. Daaraan ontlenen heel wat gemeentelijke ambtenaren hun werkgelegenheid wat mooi meegenomen is bij een werkloosheidspercentage in dit deel van de Provence van maar liefst 12 procent (het landelijk gemiddelde in Frankrijk ligt momenteel op tien). Zodoende is het buitengaatse parkeerterrein vorige week door de Routier Midi van een nieuwe asfalt-slijtlaag voorzien. In het voorjaar is een deel van de beplanting vervangen, kale plekken in het gras zijn opnieuw ingezaaid (afgezet met rood-witte linten) en zijn er nieuwe wasmachines en droogtrommels geplaatst.

Machines! Ooit dacht ik dat de Engelse country met haar onafzienbare gazons en golfcourses daar het patent op had, maar nu weten we beter. Motormaaiers en dito zeisen voor de kantjes bij de vleet. Zo gauw de campingbaas met zijn omvangrijke pens even niets om handen heeft, gaat-ie z’n rondjes draaien. En als-ie zelf niet op het idee komt, dan zal z’n vrouw hem wel even tippen. Oorbeschermers op het hoofd, kan je nagaan hoe de campinggasten dat ervaren.

Nu de ANWB er is, zal hij zich wel even koest moeten houden, want dit verhoudt zich niet tot de 1300 euro per persoon die de klanten van de voormalige wielrijdersbond naar verluidt betalen voor een rustige en veilige kampeerreis in groepsverband.