zondag 29 januari 2023

Een droom die zich voortzet

 Droom regelmatig, maar zoals de meeste mensen, kan ik ze doorgaans niet  navertellen. Sommige zogenaamde faaldromen (dromen, waarin iets mis gaat) wel. Dromen zijn vaak te herleiden tot wat je recentelijk hebt meegemaakt. Interessant vind ik de dromen, die zich ‘n enkele keer vervolgen nadat je even wakker bent geweest.

Dat laatste had ik afgelopen nacht. Ik droomde dat ik in Haarlem woonde (een van de steden die ik liefheb en waar trouwens een kleindochter van ons woont). We kregen bezoek van een collega, die inmiddels is overleden. Ik constateerde en ik zei hem dat ook, dat-ie dronken was; stelde hem – tot irritatie van L. – voor, bij ons te blijven slapen. Maar dan moest er wel brood worden gehaald (klopt met de voorgaande dag).  Dus op de fiets de stad in. Maar ik verdwaalde. Vroeg nog ‘n keer zonder resultaat aan ‘n paar jongens of er een avondwinkel was.   En dat was het.

Wakker geworden, dacht ik: hier zou wel eens ‘n stukje in kunnen zitten. En dat kwam terug in de volgende droom. Ik vertelde mijn voornemen in die tweede droom aan L. en vroeg, zal ik daarin vermelden dat die collega konijnentandjes had? Niet doen, zei ze want dat leidt tot identificatie.

Toen ik daarna weer wakker werd, had ik alles onthouden. Vandaar dit schrijfsel.

donderdag 26 januari 2023

Paniekvoetbal

De stallendeadline. Die vreselijke samenstelling met een Engels woord verdient nauwelijks meer uitleg. Boeren moeten hun verouderde stallen voor 1 juli 2024 aanpassen teneinde de uitstoot van stikstof te verminderen. Anders is  het voor hen einde verhaal. En de provincie moet daar op toezien. (Een van de taken die door het rijk over de schutting is gegooid.) Paniek en niet alleen bij de boeren, want de provinciale verkiezingen komen eraan.

Paniek, die ook tot paniekvoetbal kan leiden. Want het is al wel vijftig jaar geleden dat de CDA-affiches als vanzelfsprekend op de staldeuren prijkten. In de jaren zeventig  van de vorige eeuw heette dat – klinkt nu merkwaardig – ‘het groene front’. Het CDA stond immers vierkant achter het boerenbedrijf en alles wat  daar bij hoorde. Voorstanders van het anti-stikstofbeleid worden niet moe daarop te wijzen en de huidige crisis te wijten aan het toenmalige beleid.

Paniekvoetbal, oftewel een kat in het nauw maakt rare sprongen. Hoor de nummer drie op de CDA-lijst in Brabant, mevrouw Van de Ven – Vogels. Zij verkondigt van de daken dat die stallendeadline van tafel moet. Met andere woorden, de kans dat het CDA straks tot een coalitie-akkoord komt met nogal wat andere partijen die wèl aan die deadline willen vasthouden is nul-komma-nul, zeggen de kranten.

Nou, het staat allemaal nog te bezien. In de eerste plaats is het de vraag of het CDA er wel in zal slagen, de (agrarische) kiezer weer over de streep te trekken en opnieuw een  in de pap brokkende deelnemer aan het provinciaal bestuur zal worden. De versplintering, ook in de provinciale politiek, gaat door en de jacht op de boeren stem is inmiddels ook geopend door de BBB. Of het zou zo uit moeten pakken dat beiden een congsie kunnen vormen.

Het is veel te vroeg voor dit soort speculaties.

woensdag 25 januari 2023

Zandzakken

 Zaterdagavond 31 januari 1953 gingen wij als voortrekkers (oudere scouts) naar Jan Goderie, die pas was getrouwd en aan de Teteringsedijk in Breda woonde. Ik herinner me dat we daarna naar huis zijn gewaaid, ternauwernood voorkomend dat we in de singel zouden raken; zo stormde het. Van de ramp die Zeeland, Zuid-Holland en West-Brabant op dat moment trof hoorden we pas op zondagmiddag rond 12 uur.

Communicatie stelde toen nog niets voor. Terzijde: in de Brabantse Kempen moest men het in de jaren vijftig nog met een handbediende telefooncentrale doen en de aldaar dienstdoende vrouwen plachten om 21 uur naar huis te gaan. De Nederlandse radio, als ik het goed heb Hilversum 1 en 2, sloten om 24 uur met het Wilhelmus. Van Maarten van Rossem hoorde ik dezer dagen dat iemand van het KNMI de noodtoestand had zien aankomen en vergeefs had geprobeerd, minstens een zender in de lucht te houden. We waren toen al niet zo goed in luisteren, wat ook blijkt uit de voortreffelijke ntr-serie Het water komt: de waterstaatsingenieur Johan van Veen stelde al in de jaren dertig vast, dat ons dijkensysteem niet bestand zou zijn tegen het soort calamiteit dat ons in 1953 trof. Zijn herhaalde waarschuwingen belandden in de onderste la bij een of andere directeur generaal in Den Haag.

Je bent jong en je wil wat doen. Voor ons kwam het er op neer dat we op maandagavond in een vrachtauto werden geladen om aan de rand van een polder achter Steenbergen in een bitter koude natte sneeuwstorm zakken met zand te gaan vullen. Want het gevaar was nog niet geweken en zelfs voor het onderlopen van de Belcrumpolder (Breda Noord) werd gevreesd. Dienstplichtige militairen lichtten ons met enorme schijnwerpers bij en sjouwden de gevulde zakken naar de bedreigde dijk.

De scholen waren de dagen erna nog dicht. Mijn dadendrang mondde uit in het verlenen van assistentie op de redactie van De Stem in Breda, wat in feite de aanloop was naar mijn journalistieke carrière.

maandag 16 januari 2023

Moet provincie zich bemoeien met fusie van gemeenten?

KiesKompas, een stemhulp online, bereidt zich met ondersteuning van de Vrije Universiteit in Amsterdam voor op de verkiezingen van Provinciale Staten in maart. Dat gebeurt mede aan de hand van een onderzoek via een panel, waarvan ik de omvang niet ken en dat is toegespitst op elke provincie dus ook op Noord-Brabant. Interessante vraag onder meer: moet de provincie zo nodig de herindeling van gemeenten stimuleren? Dat kan ik nu wel boeiend vinden, maar van de antwoorden heb ik geen hoge verwachtingen. De gemiddelde burger denkt waarschijnlijk niet in de eerste plaats aan het nut van samenvoeging van gemeenten, maar aan 'verlies van zelfstandigheid' en dat is niet populair. Het is ook afwachten, welke politieke groepering dit onderwerp in haar verkiezingsprogramma zal opnemen.

Toch is samenvoeging van te kleine gemeenten in relatie tot het groeiende takenpakket ook in deze provincie wel degelijk een heet onderwerp. Dat blijkt onder meer uit de discussie die in de gemeenten Boxtel en Oirschot gaande is over wat heet het mislukken van het tot dusver geprobeerde alternatief van de intergemeentelijke samenwerking, een fenomeen waarop de gemeenteraden, laat staan de inwoners, nauwelijks of geen greep hebben. De griffier van de gemeente Oirschot, Han Struijs, gooide onlangs bij zijn afscheid een steen in de vijver door zich over de intergemeentelijke samenwerking in de Kempen uit te laten in de geest van 'het is niks en het wordt niks'. Ambtenaren in functie zwijgen, maar als ze weggaan willen ze hun mening nog wel eens ventileren.

Op mijn website, hhBest.nl kreeg ik enkele reacties op deze uitspraak, waaronder de volgende: 'Voor een stevige inbreng om de belangen van de bewoners te garanderen zou een fusie van Oirschot met Best en Boxtel een goede ontwikkeling zijn. Een redelijk grote landelijke gemeente met een aantal mooie dorpskernen dat garandeert een stevige positie tussen de drie grote steden Den Bosch, Eindhoven en Tilburg.' Een ander schreef: 'Zeer mee eens. Zou een verstandige zet zijn, Verder kijken dan beperkte eigen grens. Toekomstgericht durven besturen.'

Uitgaande van mijn oekazes in het verleden over dit onderwerp, kan ik hier alleen maar aan toevoegen: hoort u het eens van een ander. Hoewel Best in de buitenparlementaire discussies al meermalen is genoemd, houdt het gemeentebestuur aldaar de kop in het zand en ontwikkelt allerlei plannen, waaronder zelfs de bouw van een nieuw gemeentehuis, zonder met de toch niet ondenkbare mogelijkheid van een gemeentelijke herindeling rekening te houden.

Goeie vraag van KiesKompas dus, over een eventuele provinciale bemoeienis met de status van onze gemeenten.