De typering is niet van mij, maar van oud-wethouder Jan van Beerendonk: ‘We staan weer met beide benen op de grond.’ Het slaat op de plannen met het centrum van Best. Niet langer is sprake van een Centrumplan, het gaat nu over ‘herinrichting van het centrum’ en dat is heel wat anders. Dat komt dichter bij de tijdsomstandigheden en bij de financiële mogelijkheden, niet in de laatste plaats die van het particulier initiatief. Want je kunt wel van alles willen, zoals alweer zes jaar geleden, een dorpsplein naast de Odulphuskerk en meer ‘grootse visies’ van een gerenommeerd Antwerps architectenbureau, maar waar niets is, verliest de keizer zijn recht. Dat architectenbureau deed trouwens destijds de ‘meubilering’ van het toen fonkelnieuwe spoortunneldek af met de kwalificatie truttig.
De stationsomgeving, altijd beschouwd als een deel van het centrum is nu even ‘vergeten’, zoals ook de steenmassa van een voormalige kousenfabriek, waarin sinds jaar en dag Tapijtcentrum Nederland is gevestigd.
De reconstructieplannen beperken zich tot een ‘kerngebied’ omsloten door de Hoofdstraat met Koetshuistuin, Nazarethstraat, Raadhuisstraat, d’Ekker en een stukje Nieuwstraat. Hier en daar valt nog wel een witte vlek waar te nemen, zoals achter het gemeentehuis. En over de moeizame onderhandelingen met Albert Heijn, die een stuk van het winkelcentrum Boterhoek zou moeten ontruimen teneinde een opwaardering aldaar mogelijk te maken, wordt in het openbaar angstvallig gezwegen.
Ik was op 5 november in Prinsenhof, waar Harold van de Ven van best architecten ten overstaan van een bomvolle zaal tekst en uitleg gaf bij de schetsen die hij en zijn compagnon hadden gemaakt voor een ‘gezelliger’ en meer leefbaar centrum. Het woord ‘bruisend’ kom je alleen nog maar tegen in Groeiend Best en in het vocabulaire van het gemeentebestuur. Sleutelbegrippen van de herinrichting zijn: volwassen groen, activiteiten-stroken en gebakken straatstenen. Die laatsten zullen eerst in een proefvak worden gelegd, teneinde rampen als het Eindhovense Catharinaplein te voorkomen.
‘Gezelligheid die de mensen vasthoudt,’ daar zal het centrum het van moeten hebben. Versmalling van een deel van de Hoofdstraat zal de nodige ruimte opleveren, voor de voetganger, door ondernemers te ontwikkelen activiteiten en terrasjes. Het dorpsplein, de Hoofdstraat en de Koetshuistuin zullen vrijwel naadloos in elkaar overgaan.Dit stuk Hoofdstraat zal niet voor autoverkeer worden gesloten, maar het verkeer zal er door aanpassing van de rijbaan-profielen omheen worden geleid, met als wenkend perspectief de drastisch uit te breiden parkeervoorzieningen in blauwe zones.
In hoeverre de automobilist op deze ‘zachte aandrang’ zal ingaan, blijft afwachten. De praktijk, bij voorbeeld in het centrum van Oirschot, wijst uit dat waar gereden kán worden, wordt gereden.
De Hoofdstraat gaat in juli 2014, direct na afloop van de kermis op de schop. Wie gaat de horeca doen, die op het nieuwe Dorpsplein (bij het gemeentehuis) is voorzien? Goeie vraag. Harold van de Ven: ‘We hebben een vermoeden dat we weten wie dat gaat doen.’