vrijdag 29 november 2013

Flauwekulbericht van de dag

oortjeHet flauwekulbericht van de dag is dat van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), zelfs overgenomen door Vlaamse kranten: ‘Ruim vier op de vijf muziekspelers - zoals mp3-spelers en telefoons - kunnen te luid spelen en daardoor blijvende gehoorschade veroorzaken.’ De NVWA voegt eraan toe dat het vooral om goedkopere apparaten zou gaan. Merken worden niet genoemd. Lastig, want met name goedkope MP3-spelers zijn er overal te kust en te keur.

Maar waarom flauwekul? Omdat al die apparaatjes, hoe klein ook, een potentiometer hebben, waarmee je de geluidssterkte kunt regelen, en  de gebruiksaanwijzing doorgaans duidelijk waarschuwt voor te hard geluid. Maar zoals bekend luistert ‘de ware muziekliefhebber’ (en dat is zoals bekend de liefhebber van hard, harder hardst) niet naar dit soort raad. De disco die z’n muziek op zacht zet, kan de tent maar beter meteen sluiten.

De NVWA begint aan de verkeerde kant, maar toegegeven, het zijn daar geen pedagogen.

donderdag 28 november 2013

Persfiguren

Er is langzamerhand behoefte aan  een lijstje met woordverklaringen onder sommige krantenverslagen.

Wat is bij voorbeeld het verschil tussen een Officier van Justitie en een persofficier? En hoe moeten we een persadvocaat-generaal plaatsen? Wat valt er te persen?

Het lijkt me voor de duidelijkheid nuttig, een stukje uit het verslag van het hoger beroep van het Openbaar Ministerie (OM) in de Vestdijkzaak, in het Eindhovens Dagblad te citeren:

‘De rechtbank had vrijwel alle strafeisen gehalveerd en daar ook nog eens twee maanden van af gehaald omdat ze twijfelde of het OM wel zorgvuldig had gewogen of de beelden op de buis pasten (sic!) maar ook omdat ze een fout had gemaakt in de procedure: alleen de hoofd- of persofficier mag zo’n besluit nemen. Volgens de persadvocaat-generaal klopt dat niet.’

Die niet op de buis passende beelden laat ik maar even zitten, maar van een persofficier – om me maar tot deze figuur te beperken – had ik tot dusver het beeld voor ogen van een aan het rechtbankwezen verbonden jurist, wiens taak het zou zijn, de media te informeren. ‘n Voorlichter dus, een communicatieadviseur, of zoiets. Hier wordt hij min of meer gelijk gesteld aan de hoofdofficier.

Leg het me even uit. En anders, gooi het maar in m’n pet.

woensdag 27 november 2013

Sportverslaggeving en echt nieuws

Jammer dat Jan Blokker er niet meer is. Ik mis ‘m nog dagelijks. Reken maar dat-ie  zich zou hebben bezig gehouden met de inertie van de gemiddelde sportverslaggever, zoals die weer aan de dag trad bij de val van die supporter in de ‘gracht’ van het stadion tijdens Ajax-Barcelona.

Of was het normaal dat Studio Sport dat afschuwelijke incident op het moment zelf even liet liggen en zich bleef concentreren op de wedstrijd? Ik vind van niet. Zelfs niet onder het motief dat ‘er te weinig van te zien was en het nog te onduidelijk was wat er precies aan de hand was’. Nu.nl, dat ook live rapporteerde, zou (ik heb dit van horen zeggen) het beter hebben gedaan. En natuurlijk was er Twitter, waarop in het mediaforum van de NCRV vanmiddag weer eens meesmuilend werd gezegd dat het uiteraard niet professioneel is en dus onbetrouwbaar.

Een non-discussie, temeer omdat het incrowdwereldje geen enkele behoefte toonde, zich - zelfs niet vragenderwijs - nog bezig te houden met de toestand van het zwaar gewonde slachtoffer in het ziekenhuis, bijna een etmaal na het gebeurde.

De Nederlandse journalistiek zou eens wat minder met zichzelf in de weer moeten zijn, in plaats van met het nieuws.

zaterdag 23 november 2013

Bewoners hoeven niet alles te slikken

Omwonenden hoeven niet alles te slikken, wat de regionale overheid allemaal plant en uitdenkt. Dat is de interessante les die te trekken valt uit een beslissing van de bestuursrechter in Den Bosch over het geëxperimenteer met de maximum snelheid op de provinciale snelweg tussen Eindhoven en Helmond (A270).

De weg is een proefvak van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en de provincie had de belangen van deze club zonder voldoende onderbouwing boven die van de omwonenden gesteld. Zodoende werd de maximum snelheid van 80 km/u verhoogd tot 130, met uitzondering van de nacht (23-7 uur). Dan geldt 100 als maximum.

Buurtbewoners klaagden over verkeerslawaai en stapten dus naar de rechter, die vindt dat de provincie haar huiswerk moet overdoen.

Wie nu denkt dat het pleit definitief gewonnen is, juicht te vroeg, want de overheid kan natuurlijk met een nieuw besluit komen dat de rechter wèl aanvaardbaar acht. Maar verkeersgedeputeerde Ruud van Heugten, die aanhoudend onder vuur ligt vanwege zijn drammerige pogingen de voltooiing van de Eindhovense wegenruit er door te jassen, kan zijn borst nat maken. Zijn tegenstanders zullen zeker moed putten uit deze gerechtelijke uitspraak.

Burgers zijn een belangrijke partij. Mooi dat de provincie is voorgehouden dat alles niet zomaar gaat.

woensdag 20 november 2013

Het begin en het ‘einde’ van het kloosterleven

abdij_montecassinoHet begin en het ‘einde’ van het kloosterleven. Ik heb einde tussen aanhalingstekens gezet, want je weet maar nooit. Misschien komt er vroeg of laat wel weer een heropleving. Je zou er naar gaan verlangen als je een bezoek brengt aan de Benedictijner abdij Montecassino, een reusachtig complex hoog in de bergen tussen Rome en Napels, bewoond door nog slechts elf monniken. Bezig museum te worden vrees ik.

Het klooster moet, veel kleiner van formaat, in de plaats van een Romeinse Apollotempel zijn gesticht door Benedictus-zelve, dus ergens tussen 480 en 547 (je vindt nergens het bouwjaar), wel de tijdstippen van herhaalde verwoestingen, de laatste in 1944, bij een ‘vergissingsbombardement’ van de geallieerden. Dat was, weet ik nog, wereldnieuws, zoals de verwoesting van Dresden. Weer opgebouwd voor rekening van de staat!

PAX staat met enorme kapitalen boven de hoofdingang. Wat zou dat betekenen, vroeg een Nederlandse toeriste aan Levensmaatje, waarop deze: Vrede!

´O, ja? Ik zal het nog even aan de reisleider vragen.’

Met ‘n beetje onderwijs en wat roomse achtergrond, weet je dat het eigenlijk een verkorting is van Pax intrantibus, Vrede voor wie hier binnengaat. Boven de ingang van Café de la Paix in Parijs staat natuurlijk iets anders.

Tijdens de mis geven de monniken hier elkaar een accolade, wat het midden houdt tussen een buiging en een omhelzing. met de woorden pax tecum (vrede zij met je) of vobis (met u). Mooi toch? Zoals ook de Gregoriaans gezongen mis, waarin de Benedictijnen zeer goed zijn en die hier nog elke zondag om 10:30 wordt gecelebreerd. 

Die toeriste van daarnet had er een handje van om af en toe, zonder aanwijsbare of begrijpelijke redenen hysterisch te lachen. Allemaal best, als ze dat maar niet voor het (nog) gesloten hek van de abdij had gedaan, waarboven het verzoek: ‘Stilte aub’. Maar ja, er stond Silencio en je kunt niet alles aan de reisleider vragen.

Montecassino ziet er nog steeds tamelijk ‘nieuw’ uit. En in de kathedrale basiliek is alles goud wat er blinkt, zodat je je afvraagt, of die destijds aan de bommen is ontsnapt. Heel on-Benedictijns trouwens, die pracht en praal daar.

dinsdag 19 november 2013

Stillekes laten liggen

De Nationale Raad voor Liturgie. Nooit van gehoord, terwijl ik qua verbondenheid met het katholieke geloof (wat iets anders is dan praktisering) toch al ‘n aantal jaren meega. Dat laatste houdt per definitie in, dat ik behept ben met een natuurlijke weerzin tegen bemoeizucht met wat ons van kindsbeen af is ingegeven; het zingen van traditionele kerstliederen, die vaak ook nog met een zekere romantiek zijn omgeven.

Zo’n Oostenrijkse schoolmeester als Franz Gruber, die in 1818 het Stille Nacht uitvond en dat toen in zijn ingesneeuwd dorpskerkje uitvoerde. Dat is toch alleen daarom al mooi? Vooruit, kerstmooi. Daar ga je geen ‘liturgische regels’ mee verbinden? Daar blijf je gewoon van af. Ik zou bijna zeggen, net als van Zwarte Piet.

De Herdertjes lagen bij Nachte, ochgottegot en ze hadden hun schaapjes nog geteld ook. ‘Laat ze maar stillekes liggen’ werd er bij ons thuis geroepen, als kinderen dat aan de deur kwamen zingen. Van het slot werd ik ‘n beetje weemoedig, want ‘t ‘liep tegen het nieuwe jaar’ en dat betekende dat het feest alweer bijna voorbij was. En dan die straal uit hoogte, die viel op het kribje ‘beneên’. Dat leek me niet ongevaarlijk.

Het heeft allemaal nooit iets met liturgie te maken gehad, dus valt er niks over te mauwen. En Stille Nacht, dat lied is zo internationaal, dat het alle mensen van goede wil in de wereld verbindt. De Duitsers zongen het ook in de oorlogswinters en ja, dat dééd je toch wel iets. Zo van, het zijn óók maar mensen. Trouwens honderd jaar geleden zwegen aan het IJzerfront de kanonnen voor dit ultieme lied van de vrede.

‘Ouw spullen’ worden nieuw

Tijdens een reis door Indonesië, ook alweer bijna twintig jaar geleden, hoorde ik een vrouw uit Zeeuws Vlaanderen zeggen: ‘Ik hou niet zo van die ouw spullen’. Dezelfde dame had tassen vol snuisterijen, zeg maar spiegeltjes en kraaltjes, bij zich en haar voornaamste genoegen bestond daarin, zich al uitdelend te laten omringen door die jonge Javaantjes in hun rood-witte schooluniformen. Vorige week was ik in Zuid-Italië en ook daar trof ik weer iemand, die de variant uitsprak: ‘Ik houd niet zo van geschiedenis.’

mariet2Ouw spullen. Denk je daaraan bij een bezoek aan de Romeinse stad Pompeï, in het jaar 79 bedolven onder de as van de Vesuvius en inmiddels voor tweederde (44 van de 66 hectare) uitgegraven? Dat hangt ervan af. Tegen het einde van een groepsreis naar onder meer Rome, Napels en omgeving werd mij gevraagd, wat me het meest had aangesproken. Pompeï dus. Dat was voornamelijk te danken aan de gids, de Nederlandse Mariet, die al 35 jaar in Italië woont en die de kunst verstaat ‘ouw spullen’ nieuw te maken. Ik schat haar toch wel op zeventig, maar wellicht kan zij het best worden omschreven als (nog steeds) elegant en geestig.

De organisatie waarmee wij reisden gebruikt wat zij noemt ‘het oorsysteem’, ontvangertjes met oortjes dus, waardoor de uitleg van de gidsen tot op tientallen meters afstand is te volgen. De ramp van het vroeg of laat afhaken - van het ‘geef mijn portie maar aan fikkie’, bleef daardoor uit. En als er dan ook nog sprake is van een gids die de antieke wereld weet te vertalen naar het heden, dan zit je als toerist gebakken.

Mariet – vaste reisleider Marianne beloofde het al – is ‘de beste’. Dat enthousiasme. Ik had eigenlijk enkele uitspraken van haar moeten opschrijven. ‘Rechts een tempel, links een bordeel, ja, van alles wat.’ Halverwege komen de zwerfhonden die daar van de toeristen leven, haar verwachtingsvol tegemoet. Altijd heeft ze stukjes worst bij zich, ‘Het zijn kleine zelfstandigen’, zegt ze en accepteert dankbaar de tip dat die tegenwoordig in Nederland zzp-ers worden genoemd. ‘Kijk, Amsterdammertjes zijn ook al niks nieuws. Hier plaatsten de Romeinen stenen paaltjes om te voorkomen dat ze met karren het forum op zouden rijden.’
pompei_hondDe meeste dieren waren, in tegenstelling tot de 20.000 inwoners van het oude Pompeï, pleite toen de asregen kwam. Een jongen, die het op afstand zag gebeuren, heeft het later allemaal opgeschreven, zodat we de timeline van de ramp hebben. Een collega van de zwerfhonden had de pech dat hij aan de ketting lag en zichzelf al rondtollend  wurgde.

Mariet heeft ons ook nog een stuk van Napels laten zien, waaronder een van de oudste straten met ontelbare kerstgroepen waaraan, naar  Napolitaanse traditie Berlusconi was toegevoegd.

Eerst Napels zien en dan sterven? Welnee, de uitdrukking die soms aan Goethe wordt toegeschreven, is in Italië onbekend en dan ook afkomstig van de zeevarende volken, die wisten dat je na het passeren van de Golf van Napels met de moorse zeepiraten te maken kon krijgen. Het misverstand ontstond door de betekenis van het Italiaanse woord voor sterven: morire.

maandag 11 november 2013

Van een andere wereld

Van een andere wereld, ofwel niet bij de tijd. Dat zou je van de Belgische Minister van Staat, Herman de Croo (76) kunnen zeggen.

Als, voor zover bekend, de enige in het land steunt De Croo de bedelarij van ex-, maar qua titel nog steeds koning Albert II om een hogere uitkering van de staat, al is het maar om zijn woonst Belvedère te kunnen verwarmen en met zijn koninklijk jacht te kunnen varen.

De inkomens van Albert en zijn opvolger Filip zijn ten opzichte van elkaar omgedraaid en dat schijnt bij hen die beter gewend is hard aan te komen. De Croo daarover, volgens de Vlaamse krant De Morgen:  ’Het was een heel goede koning, hij heeft twintig jaar voor het land gewerkt, was overal aanwezig, en nu - bom - zouden we hem als een vuilniszak op de stoep zetten?’

Alsof er in België verder niemand hard werkt en deze ‘ellende’ – zeker in deze tijd – alleen de koning-papa zou overkomen. Dat de ex-minister, met een respectabele politieke carrière op zijn conto, dat wel, niet helemaal meer bij de tijd is, blijkt uit zijn verwijzing naar de twee miljard aan Belgische franken die de staat per week aan de spoorwegen kwijt zou zijn. Hoeveel dat in euro’s is, weet waarschijnlijk alleen De Croo.

zaterdag 9 november 2013

Naar de periferie

De situatie bij de Wegener dagbladen ‘n beetje overziende, denk ik dat de redactie van het Eindhovens Dagblad in d’r handen mag knijpen met de verhuizing – volgend jaar – naar het voormalige Glasgebouw van Philips op Strijp S. Het had erger gekund.

Definitief weg uit het stadscentrum, waar de krant meer dan een eeuw ‘n prominente plek had. Nog maar enkele jaren geleden, verliet de krant het destijds door het uitgeversbedrijf van Teulings in de jaren zestig opgerichte ‘krantenpaleis’, vanwaaruit de drukfabriek al eerder naar een Bests bedrijventerrein was verplaatst. Maar het ED bleef tot nu toe, aan de voet van de Catharinakerk duidelijk in het centrum aanwezig.

Het stemt droevig, ook al weet men dat er geen keus is. Of er zouden opnieuw ontslagen moeten vallen. En er zijn al zoveel gekwalificeerde mensen ‘afgevloeid’.

Toch is het begrip ´periferie´ in dit geval betrekkelijk, als je ziet hoe de zusterkrant Brabants Dagblad in Den Bosch sinds kort is gehuisvest: in de voormalige fabriek van De Gruyter aan de Veemarktkade, achter de Brabant Hallen. Niks kwaads van dit bedrijfsverzamelgebouw, maar het is niet meer dan het woord zegt. Het BD is er een van de velen en van buitenaf nauwelijks herkenbaar.

Laatst moest ik er zijn en had ik gegronde redenen, met het openbaar vervoer te gaan. De aanwijzingen van 9292.nl waren zodanig dat er niets anders op zat dan vanaf het Bossche station NS dik twintig minuten te lopen.

De redactie van het Brabants Dagblad heeft nu een geweldig uitzicht over water en groen, dat wel.

donderdag 7 november 2013

Witte-boorden-criminelen?

Het ongenoegen over het opereren van de Rabobank is wat ons betreft niet van vandaag of gisteren. Daarvoor hadden we geen informatie nodig over het gesjoemel met rentepercentages, zoals dat eind vorige maand aan het licht kwam. Gelukkig zijn de klanten mondiger geworden en is er geen enkele reden hen er van te weerhouden, hun gal te spuwen over wat zij snerend ‘hun bank’ noemen en over het bankwezen in het algemeen. Graag zelfs, want we weten allen dat het, ondanks de lessen die uit het recente verleden kunnen worden getrokken, nog steeds niet goed zit in die branche.

Dat nu vooral de Rabobank de gebeten hond is, ligt in de lijn der dingen. En dat de media in alle informatie die het miskleunen van die bank onderstrepen nieuws zien past in deze tijd van elkaar op de hielen zittende hypes. Maar om nu maar alles, zonder controle of wederwoord af te drukken, wat de boze burger te berde wenst te brengen, gaat mij een tikkeltje te ver.

Zo staat er vandaag een (te) groot verhaal van een Rabocliënt in het Eindhovens Dagblad, dat ik geneigd ben, een schandvlek op de opiniepagina te noemen. Dat stuk bevat, om te beginnen, zo weinig nieuwe informatie dat het hooguit samengevat in de brievenrubriek geplaatst had kunnen worden. Maar, wat erger is, de schrijver denkt het zich te kunnen permitteren, de Rabotop zonder meer weg te zetten als witteboordencriminelen, al probeert hij dat te legitimeren met tussen haakjes de toevoeging ‘sorry bestuurders’.

De hoofdredactie is verantwoordelijk voor de inhoud van de krant. Welnu, dit stuk had zij niet zomaar mogen laten passeren. De bankiers zullen inmiddels wel een olifantshuid hebben ontwikkeld voor het vitriool dat dagelijks over hen wordt uitgestort, maar als zij de schrijver, respectievelijk de krant hierop zouden aanspreken, zouden zij volkomen in hun recht staan.

Zo makkelijk is het maken van een krant nu ook weer niet.

woensdag 6 november 2013

Volwassen groen en gebakken straatstenen

De typering is niet van mij, maar van oud-wethouder Jan van Beerendonk: ‘We staan weer met beide benen op de grond.’ Het slaat op de plannen met het centrum van Best. Niet langer is sprake van een Centrumplan, het gaat nu over ‘herinrichting van het centrum’ en dat is heel wat anders. Dat komt dichter bij de tijdsomstandigheden en bij de financiële mogelijkheden, niet in de laatste plaats die van het particulier initiatief. Want je kunt wel van alles willen, zoals alweer zes  jaar geleden, een dorpsplein naast de Odulphuskerk en meer ‘grootse visies’ van een gerenommeerd Antwerps architectenbureau, maar waar niets is, verliest de keizer zijn recht. Dat architectenbureau deed trouwens destijds de  ‘meubilering’ van het toen fonkelnieuwe spoortunneldek af met de kwalificatie truttig.

De stationsomgeving, altijd beschouwd als een deel van het centrum is nu even ‘vergeten’, zoals ook de steenmassa van een voormalige kousenfabriek, waarin sinds jaar en dag Tapijtcentrum Nederland is gevestigd.

De reconstructieplannen beperken zich tot een ‘kerngebied’ omsloten door de Hoofdstraat met Koetshuistuin, Nazarethstraat, Raadhuisstraat, d’Ekker en een stukje Nieuwstraat. Hier en daar valt nog wel een witte vlek waar te nemen, zoals achter het gemeentehuis. En over de moeizame onderhandelingen met Albert Heijn, die een stuk van het winkelcentrum Boterhoek zou moeten ontruimen teneinde een opwaardering aldaar mogelijk te maken, wordt in het openbaar angstvallig gezwegen.

Ik was op 5 november in Prinsenhof, waar Harold van de Ven van best architecten ten overstaan van een bomvolle zaal tekst en uitleg gaf bij de schetsen die hij en zijn compagnon hadden gemaakt voor een ‘gezelliger’ en meer leefbaar centrum. Het woord ‘bruisend’ kom je alleen nog maar tegen in Groeiend Best en in het vocabulaire van het gemeentebestuur. Sleutelbegrippen van de herinrichting zijn: volwassen groen, activiteiten-stroken en gebakken straatstenen. Die laatsten zullen eerst in een proefvak worden gelegd, teneinde rampen als het Eindhovense Catharinaplein te voorkomen.

‘Gezelligheid die de mensen vasthoudt,’ daar zal het centrum het van moeten hebben. Versmalling van een deel van de Hoofdstraat zal de nodige ruimte opleveren, voor de voetganger, door ondernemers te ontwikkelen activiteiten en terrasjes. Het dorpsplein, de Hoofdstraat en de Koetshuistuin zullen vrijwel naadloos in elkaar overgaan.Dit stuk Hoofdstraat zal niet voor autoverkeer worden gesloten, maar het verkeer zal er door aanpassing van de rijbaan-profielen omheen worden  geleid, met als wenkend perspectief de drastisch uit te breiden parkeervoorzieningen in blauwe zones.

In hoeverre de automobilist op deze ‘zachte aandrang’ zal ingaan, blijft afwachten. De praktijk, bij voorbeeld in het centrum van Oirschot, wijst uit dat waar gereden kán worden, wordt gereden.

De Hoofdstraat gaat in juli 2014, direct na afloop van de kermis op de schop. Wie gaat de horeca doen, die op het nieuwe Dorpsplein (bij het gemeentehuis) is voorzien? Goeie vraag. Harold van de Ven: ‘We hebben een vermoeden dat we weten wie dat gaat doen.’

dinsdag 5 november 2013

Dat maken we niet meer mee

Het moet ergens in de jaren zeventig zijn geweest, dat ik met mijn schoonmoeder, inmiddels zaliger, over het stuk noordelijke randweg bij Ekkerswijer reed en afdaalde naar de toenmalige N2 richting Best. Knooppunt Batadorp was toen volop in aanleg. ‘O, dat maak ik niet meer mee’, zei de schat. Dat overkomt menige oudere mens regelmatig, zo’n gedachte. Mij ook.

Einde Israëlisch-Palestijns conflict, laat staan andere vormen van vrede in het Midden Oosten? Maken we niet meer mee. Einde gehakketak over de bestuurlijke organisatie in de regio Zuid-Oost Brabant? Maken we niet meer mee. Hoe lang duurt dat laatste al, met onderbrekingen? Meer dan een halve eeuw, meneer. Ik kan het weten, want toen ik in 1961 terugkeerde in Brabant, was dat al aan de gang. Laatste bericht hierover: provinciaal bestuurder Pauli ‘aanmatigend’ als het gaat over de verdeling van de macht tussen de provincie Noord-Brabant en Eindhoven/Helmond.  Wederzijdse beschuldigingen van het  aantrekken van te grote broeken. Zo gaan die dingen.

Intussen denkt de VVD in Eindhoven het Ei van Columbus te hebben gevonden: de stad moet groter, wil ze meetellen in het land. Alsof het iets uit zou maken, als Brainport de vierde stad des lands zou worden. Deze week nog werd in een bericht van het NOS Journaal de scheidslijn weer nadrukkelijk bij de grote rivieren gelegd. Bij het beleid maken draait het om Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Aan Eindhoven wordt niet eens gedacht, ongeacht zijn omvang. Dat dit verandert, maken wij niet meer mee, zeker niet nu in het CDA een  tendens waarneembaar is van concentratie richting Randstad. Daar is in het zuiden genoeg woede over, dat wel.

En de VVD? Want daar hadden we het over. Die is tot op het bot verdeeld. Want denk maar niet dat de neo-liberalen in de randgemeenten het verlossen van het annexatiespook door de Eindhovense partijgenoten in dank hebben afgenomen. Trouwens, als argument voor schaalvergroting voeren zij aan, hou je vast, ‘meer efficiency’. Je moet maar durven als bestuurders van een stad, waar op tal van punten hoognodig orde op zaken moet worden gesteld. De janboel rond de onroerend-goed-portefeuille, om maar iets te noemen. En maar meesmuilend doen over Leeuwarden als ‘ontwikkelingsgebied’, nu dat de Culturele  Hoofdstad voor Brabantse neus heeft weggekaapt. Intussen staat vast dat ze daar beter een stadsplein kunnen aanleggen dan in Eindhoven.

Zelfs een behoorlijk functionerend Eindhovens gemeentebestuur, dat maken we niet meer mee.

maandag 4 november 2013

Digitalisering, vooruit met de geit

ed_digitaalRond elf uur zondagavond werd het beeld op het hd-tvscherm van de publieke omroepen (1, 2 en 3) horizontaal in tweeën gedeeld, alsof een filmstrook halverwege de lens bleef steken. Op hetzelfde moment vielen ook de Hilversumse radiozenders uit. Oorzaak: het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de stroomvoorziening in het Mediapark testte de noodstroomvoorziening en daarbij ´ging iets mis´, zo vernamen we vanmorgen via de radio-nieuwszenders.

Digitalisering, vooruit met de geit! Analoge tv-ontvangers zouden trouwens geheel op zwart zijn gegaan, zodat de p.o. van een nieuwe ontevredenheidsactie kon worden verdacht.  Een unieke gebeurtenis, in zoverre dat je in het volledig analoge tijdperk tenminste nog het woord Storing en/of het verzoek ‘Even geduld aub’ te zien kreeg.

Vanmorgen werd het Eindhovens Dagblad bij ons voor het eerst sinds ‘s mensenheugenis kan ik wel zeggen, niet bezorgd. Alsof de duvel er mee speelt, want juist vorige week hebben de Wegener kranten het feit dat nabezorging niet meer aan de orde is gecompenseerd met een gratis elektronische versie van de krant voor ‘alle abonnees’. Niet afdoende volgens een briefschrijver, die tot de tot dusver 70 procent behoort, aan wie de computer voorbij is gegaan. Als de wens van de hoofdredacteur/manager in vervulling gaat, zal toch nog de helft van het aantal abonnees overblijven, voor wie het doekje het bloeden niet stelpt. Cynisch geïnterperteerd: die mensen bloeden vanzelf dood.

In dit huis zijn vier apparaten, waarmee de krant elektronisch kan worden geconsumeerd. Laat ik nu toch maar op de positieve toer gaan: hoewel ik het met de smartphone nog niet heb getest, het werkt perfect. Het is zelfs mogelijk, dagelijks de verse krant bij het starten van je browser automatisch te laden. (Eenmaal aangemeld, blijf je aangemeld, dus verder geen wachtwoorden-gedoe.) Het navigeren verloopt, zonder (te)veel toeters en bellen, gladjes. Artikelen en berichten zijn in twee goed leesbare vormen op te roepen: als pure tekst of als vergroot origineel. Wijlen mijn moeder zou zelfs haar vergrootglas niet nodig hebben gehad; dat is als het ware ingebouwd.

Blijft alleen nog dit over: de digitalisering van de krant verschaft de uitgever niet de legitimatie om de papieren versie niet te bezorgen. Nog niet.

vrijdag 1 november 2013

De Kempen in en buiten Noord-Brabant

‘Campina is latijn en verwijst naar Kempen’, weet het ED vandaag. Sterker nog: Campina is de oorspronkelijke naam van de streek die De Kempen heet. De Romeinse heerscharen hebben ons meer nagelaten dan je zou denken. Campina betekent ‘te velde’.

Hoe die Romeinse officieren destijds naar huis schreven, weet ik zo niet, maar ze moeten ‘Campina’ boven hun brieven hebben gezet. We hebben hier, ‘n stukje noordelijker dan de huidige Kempen ook een Kampinase Heide. En het zou me niet verwonderen als ook de Duitse stad Kempen haar naam aan de Romeinen dankt. Ik kan zo nog wel ‘n tijdje doorleuteren, want via camp, camping, en camper is het ‘latijnse’ begrip zelfs tot over de oceaan geraakt,

Dat onze zuidgrens altijd kunstmatig is geweest, blijkt uit het feit dat De Kempen bestaan uit een Nederlands en een Belgisch deel. Tussen deze streken is door de eeuwen heen, ondanks oorlogen en politiek geharrewar, heel wat interactie geweest. Families die vanuit het huidige België naar Noord-Brabant verhuisden en omgekeerd.  Moet ik nog uitleggen dat de grens tussen Holland en Vlaanderen eigenlijk bij de grote rivieren ligt?

Als schoolkind vond ik het gek dat een provincie die in het zuiden van het land lag Noord-Brabant werd genoemd. Later leerde ik over het Hertogdom Brabant, dat zich in de vijftiende eeuw uitstrekte van Brussel tot Den Bosch, dat een enorme economische en culturele potentie had (sinds 1430 in Leuven de eerste universiteit in de lage landen) terwijl Amsterdam nog nauwelijks meer was dan een vissersdorp.

Van dat oude machtige Brabant zijn in naam twee stukken overgebleven, de Belgische provincie Brabant en ons Noord-Brabant.  De provincie Brabant ligt in het hart van België. Ze bestaat uit een Vlaams en een Waals deel, met als een enclave het Brussels gewest. Tussen dat Brabant en Noord-Brabant liggen onder meer de provincies Antwerpen en  (Belgisch) Limburg.

D66 in Provinciale Staten van Noord-Brabant haalde vanmorgen (de opening van) het Radio 1 Journaal met een pleidooi voor het schrappen van de toevoeging ‘Noord’. Brabant sec zou beter beantwoorden aan wat D66 ‘de Brabantse identiteit’ noemt. Klets. Zou die politieke club niks beter te doen hebben, dan het ondergraven van het historisch besef in deze provincie? Zeg gerust ‘Brabant’, maar laat de provincienaam met rust.