donderdag 31 maart 2011

Boerenverstand

Op de website Scientas.nl is een discussie aan de gang over de vraag: ‘Kunnen we denken zonder taal?’ Interessant. Ik heb ooit ongeveer het omgekeerde beweerd: Schrijven is voor 95% nadenken. Je kunt dat dagelijks in de kranten ‘aan den lijve’ ondervinden. Soms lopen je daarbij de rillingen over de rug.

Over denken gesproken, het gezond boerenverstand lijkt ook niet meer wat het geweest is. Neem nou die, via het tijdelijk voorzitterschap van het CDA, tot staatssecretaris van landbouw omhoog geklauterde boer Henk Bleker. Die kwam als secondant van het prinselijke paar, op werkbezoek in Vietnam, op het lumineuze idee, een aldaar pasgeboren kalf ‘Hare Koninklijke Hoogheid’ te noemen, Her Royal Highness, wisten de kranten precies te melden.

Aan dat rare lakeigedrag van de staatssecretaris ga ik maar gauw voorbij – het is kenmerkend voor BN-ers, respectievelijk zich BN wanende mensen, dergelijke zogenaamde eerbewijzen aan de royals te leveren. Ze tekenen voornamelijk hun serviliteit jegens het eigen ik.

Wie moet er trouwens slimmer zijn, een medeverantwoordelijke (onder)minister of het onschendbare, dus niet op zijn of haar daden aanspreekbare lid van het koninklijk huis? Hoe het zij, het gezond boerenverstand bleek in dit geval bij prinses Máxima te berusten: Zij hielp de heer Bleker uit de droom: ‘Dat lijkt me geen goede naam voor dat kalf’, hield ze hem voor, ‘want het is een jongetje.’

Hadden we eindelijk weer eens een leuk bericht over het doen en laten van de leden van ons kabinet. Dat wel.

donderdag 24 maart 2011

Geslachtsloos

De gemeente Best, doet met het verspreiden van het ene persbericht na het andere haar uiterste best, wat aandacht te krijgen voor wat zij noemt ´de wereldpremière’ van een, door een zekere Willem Jeths gecomponeerd muziekstuk.

Het gaat om een jaren geleden door Best gegeven compositieopdracht, ter herdenking van het vanuit deze gemeente geëntameerde homohuwelijk. Van de uitvoering zou het toch eindelijk eens ‘n keer moeten komen.

geslachtsloosHelaas, staat het kunstwerk onder een wat ongelukkig gesternte, want de mensen om wie het gaat, behorend tot de kring van de sinds jaar en dag ook in Best gemaakte Gay Krant, zijn er helemaal niet blij mee. Niet alleen laat de operationeel directeur van dat blad, Hans van Velde, zich in een artikel in het Eindhovens Dagblad uiterst laatdunkend uit over de componist van wat hij noemt ‘een wazig stukkie muziek’. Hij opent ook min of meer oude wonden, door eraan te herinneren dat  ‘de mensen die zestien jaar lang hun ziel en zaligheid hebben gegeven om ervoor te zorgen dat het huwelijk open kon gaan voor paren van gelijk geslacht’ geen muziekstuk wensten maar een beeld. De gemeente heeft daar indertijd van afgezien uit angst voor, eufemistisch gezegd, straatvandalisme.

Van Velde spreekt over het komende vrijdag in de Lidwinakerk te houden ‘feestje’ als een vorm van zelfbevlekking. Wellicht zou het woord schaamlap iets meer op z’n plaats zijn geweest, gezien het op z’n zachtst gezegd nogal ongelukkige beleid van de gemeente Best op het gebied van beeldende kunst in de openbare ruimte. Een beleid dat, zoals de omschrijving (openbare ruimte) al aangeeft, zich trouwens zou moeten uitstrekken over alle al dan niet vermeende kunst die zichtbaar is vanaf de openbare weg, dus ook die op particuliere grond. Het feit doet zich namelijk voor, dat als een provocatie in de richting van de geblutste homowereld in een voortuin op de prominente hoek van de Nieuwstraat en de Oranjestraat een bronzen sculptuur van een minnekozend heterostel is geplaatst. De mannelijke helft van dat paar is – wat een ironie - geslachtsloos. Geen schaamlap nodig. Of juist wel?

dinsdag 22 maart 2011

Smaad!

ingrid_spapens_reijnders_zemblaMevrouw Ingrid Spapens-Reijnders, ex-ambtenaar van de gemeente Oirschot, overweegt volgens Eindhovens Dagblad een aanklacht wegens smaad tegen (eveneens) ex-wethouder Ted van de Loo voor diens uitlatingen in het tv-programma Zembla over de Brabantse megastallen.

Bij ‘overwegen’, denk ik altijd: schiet daar eens mee op, of geef maar meteen toe dat je overweging tot niks leidt.

Van de Loo beschuldigde Spapens van ‘lekken’ naar de boeren toe en van belangenverstrengeling, door het combineren van haar ambtenaarschap met een adviesbureau ten gerieve van die agrariërs. Het enige wat zij daarop in de uitzending wist te zeggen was, tot drie- of viermaal toe: ‘Dat zijn insinuaties van de heer Van de Loo.’ Het droeg niet bij tot haar geloofwaardigheid bij de kijker.

We zullen zien.

Meer verbaasd ben ik eigenlijk over de reactie van Oirschots burgemeester Ruud Severijns op de rel. Hij zou volgens het ED gezegd hebben: ‘Dit kan gewoon niet. Bestuurders moeten rugdekking geven aan ambtenaren.’

Wat ‘n flauwekul. Ook als iets stinkt, zoals in velerlei opzicht de Brabantse megastallen-affaire?

Dit gekissebis illustreert temeer, hoe terecht de eis is van het Burgerinitiatief Megastallen Nee tot een diepgaand onderzoek door een  commissie van Provinciale Staten naar het nu al meer dan een jaar durende politiek gekrakeel rond die megastallen. Inclusief de rol die de landbouworganisatie ZLTO daarin speelt.

Foto: Ingrid Spapens in de uitzending van Zembla

ING schrok zich te pletter

De Raad van Bestuur van de ING Bank moet zich te pletter zijn geschrokken van de reacties op zijn stommiteit (Ronald Plasterk in de Volkskrant van heden: ‘Top ING kan toch zelf nadenken’) met de bonussen, een woord dat daar trouwens opeens taboe lijkt te zijn. Bestuursvoorzitter Jan Hommen: ‘Variabele beloning’

Ik weet haast wel zeker, dat het politieke geharrewar dat daaruit voortvloeide, inclusief het gebazel van Jan-Cees de Jager, qua efect op de toplieden niet in de schaduw kan staan van de woede onder de klienteel. Heb ik daarin gelijk, dan  smaak ik het genoegen hieraan als stokoude klant van wijlen de Postcheque en Girodienst, respectievelijk de Postbank (mijn rekeningnummer telt nog steeds niet meer dan zes cijfers, als je het niet zou geloven) mijn steentje te hebben bijgedragen.

Vorige week donderdagmiddag liep ik met een oortje in ‘naar stad’, luisterend naar Plasterk die in de Kamer reageerde op die stommiteit, zij het dat hij de banken in het algemeen niet afschilderde als losers maar als de partij die zich ‘een kriek lachte’ om de politiek en de klanten. Ik kan gerust zeggen dat ik kookte van woede. Dus besloot ik het plaatselijke kantoor van de ING Bank (modern, modern, met balie en terminals) binnen te stappen om als klant met niet enkel wat snoepjes mijn beklag te doen.

Heel makkelijk, hoefde nauwelijks iets te verklaren, alsof de bankmedewerker al aan mijn gezicht had gezien wat ik daar kwam doen. Zeggen, dat ik overwoog alles bij de ING weg te halen. Ik had ook bepaald niet de indruk dat hij het met mij oneens was, eerder het tegendeel; wat dat betreft toonde hij minder het soort slaafsheid à la ‘wiens brood men eet etc.’ van ‘Medewerker Klantenservice’ mw L.I.M. van Bentern, die mij per omgaand een snel gefabriceerde standaardbrief zou sturen. Ik was duidelijk niet de enige, om het maar eens eufemistisch te zeggen.

Die brief, blablabla, eindigde met: ‘ING is zich terdege bewust van de publieke discussie over het bonusbeleid bij banken. Daar willen wij ook een constructieve bijdrage aan leveren. Tegelijkertijd moeten wij ook de belangen van onze medewerkers in ogenschouw nemen. ING hecht eraan een betrouwbare werkgever te zijn die haar afspraken nakomt.’

Och gut, die mevrouw Van Bentern, hoe komt ze erop. Gelukkig heeft de ING zich maandag gehaast, haar betrouwbaarheid jegens ‘de medewerkers’ te herzien.

Rest mij nog de hoop uit te spreken, dat het niet bij dit incident blijft, maar dat het in de bankwereld doorwerkt. Want denk maar niet dat de ING de enige is met een beleid van lik m’n vestje.

donderdag 17 maart 2011

Openingszin

Sommige literatuurkenners menen dat de eerste zin de kwaliteit van een roman bepaalt. Waar of niet, zou het ook gelden voor bij voorbeeld columns? Het is te hopen van niet, want neem nou Jos Kessels van het Eindhovens Dagblad. Die kan bij mij niet zo gauw iets stuk maken. Ik ken mensen die voor hem hun abonnement in stand houden.

Kan je nagaan… In de strijd om het voortbestaan – nou ja  dit is wat overdreven uitgedrukt, want als uitgever Wegener niet was uitgePerst, zou hij vorig jaar ‘n lekker winstje hebben gemaakt - heeft het ED de online-publicatie van columns gestaakt. Met andere woorden: kóóp die krant.

Waar ben ik? O ja, bij een openingszin van Jos Kessels. Toen ik die vanmorgen las, dacht ik: moet toch dat taalrubriekje van hhBest 1.0 maar eens in ere herstellen. Beetje nieuwsgierig gemaakt? De zin luidt als volgt: ‘Gekleed op de lentezon van de dag tevoren schuurde een gemene oostenwind zonder tegenwerking mijn oude botten kaal.’ Daar staat dus dat de oostenwind op de lentezon was gekleed.

Een verschijvinkje waarmee Jos zich in uitstekend gezelschap bevindt, want van onder anderen Arnon Grunberg staat vast, dat-ie zich ook wel eens taalkundig verslikt. Wie niet? Ik maakte dezer dagen op Twitter een kolossale spelfout, waarvoor ik door mijn broer discreet per email op de vingers werd getikt. Helemaal met de billen bloot? Ok, ik schreef carantaine in plaats van quarantaine.

Gooi dit stukje maar gauw in de prullenbak.

woensdag 16 maart 2011

Koning Midas

koning_midas7

‘Koning Midas’ gezien, een voorstelling voor kinderen vanaf 6 jaar met sculpturen van Theater Popject uit Leiden. Grappig en visueel – hoe heet dat? – bééldig. Ben er trots op, omdat mijn oudste dochter Anita speelt samen met haar man Ben van Kempen, beeldend kunstenaar.

Het was maar een klein publiek daar in Geertruidenberg, maar het voordeel voor de aanwezige kinderen was, dat ze na afloop de figuren van dichtbij mochten bekijken en zelfs aanraken.

‘Heeft er nog iemand wat te vragen?’

‘Ja, hoe laat is het eigenlijk?’

Verzekeren

We hebben een reisje geboekt. We willen ook wel eens wat. Naar een eiland in de Middellandse Zee, met het vliegtuig en dan rondrijen met een bus. Zoiets heet tegenwoordig een reisje. **** Maar daar moet ik altijd mee lachen. Als het koud is (en dat zou daar best kunnen) dan is het maar de vraag of er zoiets als een kacheltje is.

Kwam de vraag in het internetformulier aan de orde: annuleringsverzekering? Nou, daar antwoorden wij in principe altijd met ‘nee’ op. Dat principe houdt in, dat je je überhaupt niet moet verzekeren voor iets dat je zelf kunt opbrengen. Dus als je zo’n reisje kunt betalen… ik bedoel maar.

Vandaar dat een satanische lach mij ontschiet, als ik in de krant lees dat de enorme schade van vele miljarden die de natuurramp in Japan heeft veroorzaakt wel eens zou kunnen leiden tot verhoging van ook onze verzekeringspremies. Het lijkt ‘n beetje op de manier waarop ons een oor aan genaaid wordt met de benzineprijzen, als gevolg van de paar druppels olie die we vanuit Libië moeten missen, maar in dit geval ligt het toch ‘n tikkeltje anders, begrijp ik. Verzekeringsmaatschappijen doen namelijk wereldwijd aan herverzekering. Dus als de firma’s waar ze hun zaakjes hebben ondergebracht grote uitkeringen moeten doen, dan werkt dat ´natuurlijk´ door in de herverzekeringspremies. Zoiets.

Is dat nou zo om te lachen? Niet echt, maar het bevestigt natuurlijk wel de gezondheid van de redenering dat je minstens tot honderd moet tellen, voordat je je voor elk wissewasje een verzekering laat aansmeren. Zoals je bij te dure benzine uiteraard kunt overwegen, zo nu en dan het OV (mits niet ook te duur) de fiets of de pedes apostolorum te nemen.

zondag 13 maart 2011

Vasten

De EO heeft een zondagmorgenprogramma (scrabble!woord) op de radio, waarmee men met infotainment de luisteraar met de neus op de religieuze feiten (die zijn er ook) probeert te drukken. Bij voorbeeld: de zondag is de Dag des Heren. Dat lukt niet altijd echt.

Afgelopen zondag hoorde ik een ex-katholieke arts over obesitas en wat daar  de oorzaak van is: gewoon teveel eten, al dan niet uit frustratie. Wat hij vond van de Veertigdaagse Vasten.  Die bleek voor hem niet meer te bestaan, wat hij min of meer maskeerde met de opmerking: Je moet altijd vasten. Het klonk echt niet anders dan als een dooddoener.

Hoe ziet zijn zondag eruit? Ontwaken zonder wekker, ontbijt (gelukkig geen ontbijtje) met ei en spek (ja zeker, je wordt niet dik van vet, maar van teveel eten) mail checken, wandeling met de honden in het bos, muziek opzetten: Gregoriaans!  Daarmee loopt de hedendaagse zondagsheiliging langzamerhand ten einde. Na het avondeten gaat de arts weer naar zijn mail en naar zijn ‘dossiers’, ter voorbereiding van de werkweek.

Ik ben net niet oud genoeg om het echte vasten, zoals dat in de Katholieke Kerk verplicht was, in de praktijk te hebben gebracht. In de oorlog werd het buiten gebruik gesteld omdat er toch te weinig eten was en toen die ellende eenmaal voorbij was, bevond ik me nog ‘in de groei’, wat een reden tot vrijstelling was. Mijn oudste zuster die al vroeg een autootje had, placht de plicht tot vasten te compenseren met een reep chocola uit het handschoenenkastje. Da’s nog eens roomse blijheid.

We zijn dus ‘t een en ander verloren, wat voor het nageslacht betekent dat ze van niks weet, inclusief de zin van carnaval, dat letterlijk ‘afscheid van het vlees’ betekent.
of-gods-and-men-movie-photoAlsof het zo moet zijn, zag ik deze zelfde zondag bij de Bestse Filmliga Des hommes et des dieux, ‘Van de mensen en  hun goden’. Speelt in het Algerije van de jaren negentig, waar de gevestigde orde op leven en dood vecht tegen het moslimterrorisme. De ene partij om de macht te behouden, de andere om die te verwerven. Daartussenin de arme, weerloze voornamelijk islamitische bevolking en de met haar verweven gemeenschap van zeven, van origine Franse Cisterciënser monniken in hun kloostertje in het Atlasgebergte. Mensen, Allah en God. Het is verder voldoende, te weten dat de monniken na een heftige gemeenschappelijke en individuele geestelijke strijd ten onder gaan. Maar vanuit hun uiteindelijk onwrikbare geloof is het een overwinning, die zij bij voorbaat met een laatste avondmaal vieren.

In een informeel nagesprek met leden van de Filmliga waren we het er over eens, dat deze film door iedereen gezien zou moeten worden, vooral door degenen die de islam verwarren met terrorisme en die de notie van wat het christendom in zijn kern inhoudt missen. Maar ja, de keuze zal wel weer vallen op Gooische Vrouwen, de film. Je kunt natuurlijk ook gewoon doorcarnavallen, zoals in Son en Breugel. Ja zoiets heet tegenwoordig ‘gewoon’.

(Gesproken column voor Omroep Best, 16.03.11, 18:10 uur.)

zaterdag 12 maart 2011

Telefoontje

Het schijnt tegenwoordig regelmatig voor te komen, dat je met iemand, bij voorbeeld op een receptie, staat te praten en dat die ander dan intussen met zijn of haar telefoontje staat te sms-en of te twitteren.

Niet te geloven? Het kan nog erger. Het kan voorkomen dat een nauwelijks 16-jarige zuipschuit op zaterdagavond – wat zeg ik? zondagnacht natuurlijk – tijdens een party telefonisch ruzie krijgt en dan naar buiten loopt, op de parkeerplaats van een appartementengebouw door z’n IPod gaat staan schreeuwen. En dat anderhalf uur volhoudt. Totdat iemand vanaf het balkon van dat appartement hem toeroept: ‘Zeg hou es op, of ga ergens anders staan toeteren.’ Waarop de telefonandus terugschreeuwt: ‘Dit is een belangrijk telefoongesprek hoor! En ik wens niet als een kleuter behandeld te worden.’

Een gemankeerde kleuter die een zatte of gedrogeerde puber blijkt te zijn.

Het telefoonnummer 112 voor de politie mag alleen gebruikt worden in dringende gevallen. Was dit een dringend geval?

donderdag 10 maart 2011

Informateurtje spelen

Eindelijk mag de oude heer Wiegel, tegenwoordig door de regiopers aangeduid als het Orakel van Heeze, weer iets belangwekkends doen naast zijn wijsneuzerigheden in dagblad De Pers. Niet minder dan vier weken (het kunnen er ook meer worden) heeft de VVD-prominent uitgetrokken voor een onbekend aantal informatierondes ter vorming van het college van Gedeputeerde Staten (zeg maar het dagelijks bestuur) van Noord-Brabant.

Ach, waar is de tijd gebleven, waarin de onvolprezen VVD-leider in de Brabantse staten, Ym van der Werff, ginnegapte: ‘De Brabant Pers is bezig het college te vormen.’ Die Brabant Pers, je gelooft het niet, was ik. De zaken lagen toen wel wat simpeler dan nu. Ik meen dat  zo’n christelijk splinterpartijtje de sleutel in handen had. Of nee, het was toen al die VVD. Van der Werff wist wie hij aan de lijn had gehad.

Laat ik niet te neerbuigend blijven doen richting Wiegel want als jongeheer (steevast door Opland getekend met een snotbel aan z’n neus) is hij wel degelijk, gepokt en gemazeld in de politiek, heeft zelfs van zijn coach Harm van Riel havana’s leren roken. Hij vormde onder het lampenkapje van een Haags restaurant, samen met Van Agt op de achterkant van een bierviltje een kabinet, was zelf minister, commissaris van de koningin te Oentsjerk (het begin van de orakeltijd) en slaagde er tussendoor ook nog in, vanuit de Eerste Kamer een kabinet te laten struikelen.

Of het in Brabant, dankzij Wiegel allemaal goed zal komen, blijft nog even afwachten. De hemel is nog verre van opgeklaard. Het rijk zou de provincie een deel van de opbrengst van de verkoop van Essent willen afpakken. Essent dat zijn waardevolle positie volledig dankte aan het beleid van zijn voorganger, de Provinciale Noordbrabantsche Electriciteits Maatschappij, later kortweg pnem genoemd. Een financieel beleid dat diametraal stond tegenover dat van andere, minder slim rekenende en  plannende provinciale stroombedrijven. Zodat Brabant – of liever de stroomverbruiker met zijn destijds laagste tarieven van het land - eigenlijk al is gepakt bij de monsterfusies in de jaren negentig van de vorige eeuw.

Een woord dat je bij het gefilosofeer van Wiegel niet hoort is megastallen. Terwijl er volop reden is, benieuwd te zijn, of een provinciaal bestuur met het CDA in de minderheid er wèl in zal slagen met deze kwestie, die burgers en buitenlui ten diepste verdeelt, in het reine te komen.

dinsdag 1 maart 2011

Schrijver speelt dat-ie schrijver is

De schrijver Arnon Grunberg gaat een schrijver spelen in een toneelstuk van Thomas Bernard, zo meldt de Volkskrant. Benieuwd, want het is nog niet zeker dat iemand die goed kan schrijven ook goed kan spelen dat-ie een schrijver is.