woensdag 29 september 2010

Burgemeester

De burgemeester van Cranendonck (Budel en Maarheeze) staat er gekleurd op. Het Eindhovens Dagblad heeft gemeend, uitvoerig – al te uitvoerig naar mijn smaak – te moeten aantonen dat hij een probleemdrinker annex drankrijder is. Nooit eerder heb ik een Fries als Bourgondiër horen kwalificeren, laat staan van een (kop) ‘iets te Bourgondische levenswijze’ zien beschuldigen. Maar het lijkt inderdaad tamelijk ernstig als je regelmatig naast in plaats van in je stoel gaat zitten.

Evenwel, de burgemeester ontkent. En hij is terzake nimmer bekeurd of veroordeeld.

Punt.

En nu?

Wat kennelijk eerder met de mantel der liefde is bedekt (herbenoeming voor vier jaar, waarbij ook de toenmalige Commissaris der Koningin, Maij-Weggen, de andere kant uit keek) geeft ook nu nog geen aanleiding tot maatregelen. Het komt me voor dat er door de krant nog heel wat valt te followuppen, voordat de politiek in Cranendonck, respectievelijk de verantwoordelijke  minister conclusies trekken en over het al dan niet handhaven van de burgemeester beslissen.

Is er iets nieuws onder de zon? Eigenlijk niet. In de contreien van Cranendonck is het naar verluidt eerder voorgekomen dat een monnik door de burgemeester in een kruiwagen van het café naar zijn klooster werd vervoerd. Dat noem ik nog eens drankrijden.

In het diepst van de Kempen kon nauwelijks ‘n halve eeuw geleden een burgemeester  zich straffeloos midden in de week aan de jacht en alles wat daar bij hoorde overgeven, om vervolgens zijn roes in een hooiberg uit te slapen.

Maar dat waren toch andere tijden?  Zeker, met déze overeenkomst: het bleef bij smiespelen achter de hand. Het verschil met toen is, dat de raadsverslaggever nu in zijn krant signaleert dat de burgemeester af en toe met een dubbele tong aan de bar zit en vervolgens in de auto stapt.

donderdag 23 september 2010

Friemelende kamerleden

Het toppunt van hypocrisie is natuurlijk, als kamerlid schande spreken van de tweet van een collega, waarin deze een sneer uitdeelt richting Nationale Ombudsman. Wie nooit een ‘schandalige’ tweet intikt, werpe de eerste steen. Kenmerk van Twitter is immers het spontane, niet altijd even doordachte zinnetje van (maximaal) 141 tekens. Ik ben de afgelopen jaren als twitteraar wat dat betreft al heel wat tegen gekomen, ook van politici.

Straks krijgt betrokkene – PVV-er Hero Brinkman - er ook nog de schuld van dat Kamervoorzitter Verbeet de goêgemeente heeft verzocht, tijdens de debatten niet meer te twitteren. Hoewel Twitter voor de journalist uiteraard een, laat ik zeggen, aardige bron kan zijn, ben ik geneigd de praeses gelijk te geven. Telefoneren in het openbaar (Ik hoorde gisteren nog op een terras een of andere patser tijdens zijn te declareren lunch met secretaresse of minnares even een ‘representatieve auto’ bestellen) is ergerlijk, het gefriemel met het mobieltje door inmiddels 100 van de 150 kamerleden ministers en zelfs de MP, is dat des te meer. Van Balkie heb ik trouwens, geloof ik, ooit één tweet gelezen en die luidde: ‘Goede morgen, Nederland!’. Jos Kessels merkte deze week nog op over zo’n friemelaar: ‘Eerst dacht ik dat-ie met zichzelf zat te spelen’. Dat was Geert Wilders niet, want die doet alleen close als-ie met z’n balpen z’n neus omhoog duwt en twittert kippig met gestrekte arm.

De Kamer staat er vandaag in de Wegener kranten gekleurd op, doordat de Haagse redactie op het idee was gekomen, foto’s van ‘n  stuk of zeven twitterende kamerleden aan te bieden. Ontluisterend, voor zover dat nog mogelijk is.

De Kamervoorzitter voere een plas-, rook- en twitterpauze in. Want nieuwsgierig naar de uitglijders van de leden blijf ik natuurlijk.

dinsdag 21 september 2010

Als dat

Jan Blokker draait zich in z'n graf om. De de Volkskrant laat vandaag op haar pagina Opinie en Debat 'projectontwikkelaar en Oranjekenner' Bas Romeyn (Wie zegt u?) aan het woord over de kwestie De Horsten; de plannen van de familie Van Oranje, enkele na-oorlogse boerderijen op het landgoed te slopen, om plaats te krijgen voor de bouw van riante villa's.

Zinnen als de volgende, worden door de redactie doorgelaten: 'In 1903 had koningin Wilhelmina vernomen als dat prinses Marie, die al een aantal percelen grond verkocht had aan projectontwikkelaars, de plannen opgevat had om ook de domeinen Raaphorst, Eikenhorst en Ter Horst (juist: de Horsten) wilde verkopen.'

Wat een wonder dat die Romeyn 'niets begrijpt van het verzet tegen de mogelijke sloop van boerderijen op het door Willem-Alexander bewoonde landgoed'.

En ik begrijp zomin als destijds Blokker iets van de maatstaven die de Volkskrant aanlegt bij zijn plaatsingsbeleid rond opiniestukken.

Zie ook: Nieuwslawaai

Mastodonten

mastodont_kreon_by_leon_obadic_2003._2[1] Mastodont, volgens Wikipedia:

De mastodonten behoorden tot de slurfdieren.
'Mastodon' is de naam die deze dieren in het Engels hebben. (…) De schouderhoogte van een mastodont kon wel 3 meter bedragen. De groep kende verscheidene soorten, zo waren er soorten met 2 slagtanden maar ook soorten met 4 slagtanden. (…)
In het taalgebruik wordt "mastodont" ook overdrachtelijk gebruikt voor een groot gevaarte of een groot persoon. Hiermee wordt verwezen naar de grootte van de dieren.

Tot zover Wikipedia.

Voorbeeld: Een  vuilniswagen van de firma Ganzewinkel, zou je dus kunnen aanduiden met mastodont.

Maar sinds enkele weken behoeft dit lemma enige aanvulling. Er worden namelijk sinds de kamerverkiezingen op 9 juni 2010 in het Nederlandse taalgebied geestelijke, en met name – hoe is het mogelijk – politieke zwaargewichten mee aangeduid.

Dat moet niet te vaak meer gebeuren, want begint heel vervelend te worden.

maandag 20 september 2010

De bijstand voor de kunstenaar

De overheid is bezig, zich van de bulk schilderijen te ontdoen, die ze in de tweede helft van de vorige eeuw heeft ‘gekocht’ van kunstenaars, die hun werk anderszins aan de straatstenen niet kwijt konden. Dat gebeurde in het kader van de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR), die je gerust een specifieke vorm van bijstand kon noemen.

image002[1]Religieuze kunst van Hugo Brouwer

Het heeft tientallen jaren geduurd alvorens men tot de conclusie kwam dat men met deze categorale behandeling op de verkeerde weg was. Intussen zaten de kelders van het ministerie van OK en W en andere instanties boordevol beschilderde doeken en andere creaties, waarvan de waarde door de bank genomen op z’n zachtst twijfelachtig was.

Veel jonge mensen begaven zich in het kunstenaarsvak, aangespoord door het succes van de Amsterdamse kapperszoon Karel Appel, die zijn beginperiode eens typeerde met ‘Ik rotzooi maar wat an’. En door de betrekkelijke zekerheid dat als het niet zou verkopen, de gemeente het wel zou afnemen. Van Appel hangt trouwens in de kantine van het Brabantse provinciehuis een kleurrijk reliëf, voorstellende een lunch van taartjes, waarvoor natuurlijk heel wat meer is betaald dan een BKR-uitkering.

De gemeente Nuenen hield dit weekeinde een veiling van tijdens de BKR-regeling verworven kunst. Tot mijn niet geringe verbazing, kwam daar ook een werk onder de hamer van de ‘meer dan plaatselijke’ schilder en glazenier Hugo Brouwer (1913-1986), waarvoor – nog verbazingwekkender - volgens het verslag in het Eindhovens Dagblad nauwelijks of geen belangstelling bestond. Zodat de veilingmeester het niet nader omschreven kunstwerk maar zelf kocht. Voor 300 euro.

Uit het krantenverslag blijkt trouwens ook dat er in Nuenen en omstreken wel degelijk gerichte belangstelling bestaat voor het werk van Brouwer. Hij was ook geen slecht portretschilder. Ik heb hem eens geïnterviewd, toen hij – ik meen in opdracht van de gemeente Son en Breugel – een portret maakte van koningin Juliana. Daarvoor was de majesteit in die tijd bereid, op Soestdijk ‘n uurtje voor de schilder te poseren.

Vandaag de dag kom je in gemeentehuizen en rechtszalen (en dus ook op tv!) tot vervelens toe, overal dezelfde repro tegen van Beatrix met hoed tegen een rood-wit-blauwe achtergrond.

zaterdag 18 september 2010

Nieuwslawaai

De discussie over de waarde van verschillende vormen van journalistiek gaat onverminderd door. Er zijn mensen die pleiten voor gecertificeerde journalistiek – nog net niet voor een of andere vorm van ballotage, die natuurlijk de vrijheid van het beroep zou elimineren.

Het heeft allemaal te maken met het einde van de monopolistische positie van de reguliere media, steeds vaker aangeduid met dode bomen, naar de grondstof voor het krantenpapier – alsof dat productiehout per definitie dood is.

Als men het mij zou vragen, dat doet men natuurlijk niet, daarom schrijf ik het hier toch maar op, dan dienen de oude media zich van de zogenaamde door amateurs geproduceerde bagger te onderscheiden door kwaliteit en vooral aantoonbare betrouwbaarheid. Dat moet voorop staan, niet het geëxperimenteer met multimedia, wat in de praktijk neerkomt op het pogen te eten van verschillende walletjes en het zich indekken tegen het mogelijke deficit van het traditionele medium. Ik zeg niet dat dat laatste niet zou mogen, ik beweer dat de prioriteit ergens anders ligt.

Wat bij voorbeeld veel dagbladredacties nog steeds niet snappen, is dat het volstrekt zinloos is, allerlei verhalen en berichten op te nemen, die eerder – in de praktijk daags tevoren – al op het internet te vinden waren. Daarmee geven zij er blijk van, niet te erkennen dat hun primaat voorbij is. Natuurlijk is er nieuws dat je als krant niet kunt laten liggen, maar zorg dan in elk geval dat je er iets aan hebt toe te voegen. Nog erger is het, als die berichten kunnen worden afgedaan als nieuwslawaai.

Op een willekeurige binnenlandpagina van een van de Wegener kranten, waartoe alle drie Brabantse dagbladen behoren, lees ik bij voorbeeld: ‘Wesley en Yolanthe klagen AVRO aan’. Met fotootje van het stel. Voetballer Sneijder en de presentatrice Cabau van Kasbergen, zijn door een of ander satirisch programma bij de neus genomen en de aanklager van het paar vindt dat daarbij grenzen zijn overschreden. Een onnozel, incompleet en rellerig berichtje dat ik overgeslagen zou hebben als het niet zo’n duidelijk voorbeeld was van nieuwslawaai, waarmee de kranten geen blijk geven van enige kwaliteit, hoogstens van de alomtegenwoordige hijgerigheid.

Het aanduiden van de stakker, die vorig jaar haar kind in de Amsterdamse Bijenkorf van vier hoog naar beneden gooide als Bijenkorfmoeder leidt bij mij tot een zekere onpasselijkheid. Zeilmeisje, ook zoiets. Uitgerekend op Twitter schreef iemand onlangs: ‘Als ik dat nog eens lees, ga ik gillen.’

Diskwaliteit. Op dezelfde pagina zie ik een bericht staan over een plan van de VVD-fractie in Provinciale Staten van Noord-Brabant, een nieuwe kandidaat aan te wijzen voor het lidmaatschap van Gedeputeerde Staten, in plaats van de tot burgemeester te benoemen Onno Hoes. Hoewel het maar voor een half jaar zou zijn (op 2 maart 2011 moeten we een nieuw provinciaal bestuur kiezen), vindt de fractievoorzitter van de VVD ‘het door Hoes bestreken beleidsterrein van milieu en ecologie te belangrijk om door te schuiven naar een zittende gedeputeerde’.

Of welke lezer dan ook het nu eens of oneens is met deze VVD-redenering, hij mag zich bekocht voelen met dit flodderige krantenbericht. Waarom niet de opvattingen van andere fracties in de Staten gepeild? Uiteindelijk zal het al dan niet benoemen van een nieuwe gedeputeerde voor deze korte termijn afhangen van wat de meerderheid ervan denkt.

Dit is dus geen nieuws, maar nieuwslawaai.

Zie ook: Als dat

woensdag 15 september 2010

Wat ik niet wil weten

Van zorgverzekeraar CZ heb ik wel eens een brief ontvangen, waarin de bestuursvoorzitter als was het een geboorteaankondiging, mij meedeelde dat men tot zijn grote vreugde een nieuw logo hadden. Waarom moest ik dat weten? Waarom ging men er niet van uit dat ik dat vanzelf wel eens zou zien? Waarom daar dure administratieve handelingen voor verricht, papier voor gebruikt en porto betaald?

Het Heerbeeck College, een instelling voor voortgezet onderwijs ter plaatse, heeft haar gebouwen recentelijk drastisch uitgebreid en gemoderniseerd. Dat heeft iedereen op de voet kunnen volgen. Op de Ringweg in Best heeft daarvoor, in verband met de uitrit van het werkverkeer, gedurende meer dan een jaar zelfs een maximum snelheid van 30 km gegolden, waaraan trouwens geen hond zich hield,  terwijl er natuurlijk niet werd gehandhaafd. Die school heeft nu een enorm, in een frame gespannen ‘doek’ op haar zijgevel waarop de mededeling: Het Heerbeeck is klaar voor de toekomst. Wist ik dat dan nog niet? En, hoe dan ook, wat kost zo’n ding wel niet? Volstrekt overbodig. Geef les en vorm de jongeren. Basta!

Tijdens een bezoek aan een specialist in het Máxima Medisch Centrum viel aan de balie mijn oog op een document, waarop vertikaal in de marge in koeien van letters was gedrukt: ‘Gewoon goed.’ Die specialist hebben wij na een eerste bezoek afgezegd, aangezien zijn manier van doen ons niet beviel – hij kon in elk geval niet naar zijn patiënt luisteren en meende te moeten aangeven dat het consult ten einde was, door woordeloos naar de deur te lopen en die open te zetten.

Kortom: Doe gewoon je werk goed en laat de beoordeling van de kwaliteit aan de cliënt over.

Gaatje

Kan iemand mij vertellen, wat dat betekent respectievelijk waar het vandaan komt. Je hoort/leest het overal: ‘Tot het gaatje gaan’. In de STER-reclame, in de krant, op straat…  Ronald Giphart citeert vandaag in de Volkskrant VVD’er Jeanine Hennis-Plasschaert: ‘Als ik ergens aan begin, dan ga ik tot het gaatje.’

Wat voor gaatje? Heeft het iets met een broekriem te maken, soms? Alles best, als het – dirty mind - maar geen onzedelijke handeling is. Want daar zie ik geen gat in.

dinsdag 14 september 2010

Buigen maar niet naar links of rechts

Zie het Van Agt nog declameren met zijn houding van acoliet in de katholieke kerk: ‘Wij buigen niet naar links en buigen niet naar rechts.’ Visch nog vleesch.

Nu zegt Maxime Verhagen, die vandaag 54 wordt: ‘Het CDA is een middenpartij en daar ben ik ook trots op. Een kabinet waarin het CDA zit, kan dus geen rechts kabinet heten.’

We buigen weer vroom naar het midden dus? Deze CDA-voorman is even ongeloofwaardig als zijn voorganger in de jaren zeventig.

Ik heb deze gegevens van het ANP, overgenomen door de website van de Volkskrant. Maar is het ANP tegenwoordig ook al commentariërend in zijn berichtgeving of is het volgende een dichterlijke vrijheid van de krant? ‘Op de vraag aan Rutte wat die voor verjaarscadeautje bij zich had, sprak de VVD-voorman vroom “onze intentie om hier een succes van te maken”.’

Op wiens vraag trouwens?

maandag 13 september 2010

Uitsluiting

Op de Universiteit van Utrecht zijn – laat ik me voorzichtig uitdrukken – stemmen opgegaan, om mensen met dyslexie en/of  psychische stoornissen (depressies) uit te sluiten van de opleiding tot arts.

Het winkelcentrum Heuvelgalerie in Eindhoven laat juristen uitzoeken, of het mogelijk is, lieden al na een eerste winkeldiefstal voor een jaar de toegang te verbieden.

Veiligheid voor alles.

Met een vriend heb ik eens een discussie gehad over het door hem geopperde idee adspirant vrachtautochauffeurs een verplichte psychologische test te laten ondergaan. Dat gesprek was zó voorbij, toen ik zei dat die test dan op z’n minst ook voor gewone automobilisten zou moeten worden ingevoerd.

UItsluiting, op grond van geestelijke of lichamelijke beperkingen is in dit land bij wet verboden en dat is maar goed ook. Het eind zou zoek zijn. Want wie beoordeelt bij voorbeeld geestelijke gesteldheid van de beoordelaars? Dyslexie is in elk geval geen psychische stoornis en kan geheel of gedeeltelijk door training verholpen worden. Bovendien is door mensen die het weten kunnen aangevoerd dat dyslectici ‘extra op hun hoede zijn’ zodat er zelfs kans bestaat dat ze minder fouten maken dan laten we zeggen ‘normale’ functionarissen.

Wel eens een handgeschreven recept van een huisarts gezien? De gemiddelde onleesbaarheid van die briefjes is legendarisch. Om niet te zeggen dat die tot ‘n soort cultuur in de medische wereld is verworden. Gezellig geheimtaaltje onder amices.

zondag 12 september 2010

Daar stond-ie dan…voor lul

Vanmorgen om tien uur zaten zo’n 1900 mensen op de website van de PVV te kijken. Wilden Wilders zeker nog eens (kan ik me niet voorstellen) of voor het eerst horen spreken op Ground Zero.

Daar stond-ie dan, in New York, als – eufemistisch gezegd – Jan met de korte achternaam. Zelf zou-ie dus in normale doen zeggen: Voor Jan Lul.

Trouwens, was het niet zo dat vooral de schreeuwende, aan islamafobie lijdende Amerikanen zich op z’n zachtst gezegd bij de neus genomen voelden? De stotterende commentator van Nieuwsuur (Willem Lust is als tv-presentator echt niet om aan te zien en te horen) kwam zelfs niet op het idee. In Nederland waren er ‘n paar mensen die in hun vuistje lachten. Verhagen en – voor iedereen zichtbaar – CDA-senator Hans Hillen. Wilders had zich gelukkig niet uit zijn (toekomstige) gedoogpositie gekletst.

Is dit nu wat zijn kiezers wilden? Ach die denken er niet eens over na. Je hoefde geen VVD-er te zijn om de speech te laten voor wat-ie was en intussen  ‘met vrienden te gaan eten’ (Rutte) of in Friesland te gaan zeilen (Pechtold). Van de laatste kan ik me het nog voorstellen, maar onze ‘veelbelovende’ minister-presidentskandidaat drukt gewoon z’n snor.

Hoogst merkwaardig eigenlijk, dat Amerikanen in een zekere dienstbaarheid werden gedrongen aan de politieke constellatie in Nederland. Er zijn geen grenzen meer.

Het zompige toespraakje stond natuurlijk in de kortste keren op het web. Wat ik niet kon vinden, is de Uitzending Politieke Partijen van de PVV afgelopen week, waarin De Leider niet alleen de  eeuwig thee drinkende Job Cohen beschimpte maar ook als vanouds planken zaagde van het dikke islamitische hout. Zoals gewoonlijk zonder enige nuance alle moslims als extremistische monsters op een hoop gooiend.

Hoogst merkwaardig dus dat die uitzending, nota bene gericht tot het binnenland, geen factor is als het gaat om de fähigkeit van Wilders als gedoger van een zich democratisch noemend liberaal-christelijk kabinet.

vrijdag 10 september 2010

Verkeerslawaai

Het ervaren (al dan niet hinder hebben) van verkeerslawaai is een subjectieve aangelegenheid. Dat zei een man van Rijkswaterstaat dezer dagen tegen de bewoners van enkele wijken in Best, die waren komen luisteren naar  elektronisch gereproduceerde ‘lawaai-effecten’. Er stond een verslag van in het Eindhovens Dagblad. De bijeenkomst in buurthuis De Voeg kan dus letterlijk een hoorzitting worden genoemd. Ze hield verband met snel te realiseren plannen tot verbreding van de A2 tussen Den Bosch en Eindhoven en de onvermijdelijke geluidswerende maatregelen die daar ook bij nodig zijn.

Subjectieve lawaaibeleving. Praat me er niet van. Over Best wordt wel eens op wervende toon gezegd, dat het ‘gunstig, in een oksel van autowegen’ is gelegen… Tot voor ‘n jaar of tien woonde ik in de wijk Speelheide, gesitueerd ongeveer ter hoogte van het punt waar de zogenaamde tunnelbak van de A2 in de richting Eindhoven weer boven het maaiveld gaat. Eigenlijk te vroeg, maar dat kon niet anders omdat de autoweg even verderop over het Wilhelminakanaal moest. Bij oostenwind had je in je slaapkamer met twee verschijnselen te maken: je rook de varkens in het aan de andere kant van de autoweg gelegen agrarische gebied De Vleut en je hoorde het verkeer.

Bij een mooie zomer en een koude winter kon het dus wel eens knap vervelend worden, nog afgezien van het feit dat de in de richting knooppunt Batadorp afbuigende weg bij zuid-westelijke wind ook te horen was. In die tijd heb ik de gemeente Best wel eens benaderd, of zij Rijkswaterstaat wellicht zo ver zou kunnen krijgen, de aanwezige geluidswerende schermen uit te breiden. Ik kreeg ten antwoord, dat ik dan eerst maar eens moest onderzoeken, of er genoeg mensen in de wijk waren die last van het lawaai hadden.

Niet dus! Ik maakte een rondschrijven met antwoordcoupon. Resultaat: 1 (een) reactie, van de buurman, die mijn klacht deelde. Bewoners van Speelheide die ik erover aansprak, hadden ‘nergens last van’. Nu is dat een bekend verschijnsel: Het is niet prettig, toe te geven dat je wellicht je huis op een minder goede locatie hebt gekocht. Maar een adviserende makelaar stak, tijdens  de bezichtiging van ons te koop staande huis in Speelheide, in de tuin, tegenover de adspirant-kopers veelbetekenend z’n wijsvinger in de lucht…

Vandaag zit ik op het balkon van ons appartement in de wijk Heivelden. Dat gebouw staat, dwars op de zuidelijk daarvan lopende A58, dus we horen die weg zelden. Nu, bij een flinke bries uit het zuiden wel maar elk nadeel heb z’n voordeel: die zuidenwind brengt warmer weer mee. Over subjectiviteit gesproken.

donderdag 9 september 2010

Hé HEMA

De HEMA staat weer te koop. Het investeringsfonds, dat de oer-Hollandse tent enkele jaren geleden overmeesterde en tot dusver alleen maar voor ‘n hoop onrust heeft gezorgd, vooral onder het personeel, wil – mede gezien de florissante gang van zaken bij het bedrijf – nu wel eens z’n winst nemen, dus dat gaat een slordige duit kosten.

images[1] Als we nu eens met z’n allen hutje bij mutje zouden leggen? Want wie, vooral in Nederland (over de vestigingen elders in Europa, wil ik het even niet hebben) heeft er nou helemaal niets met de HEMA?

Ja, er was ooit een tijd dat je drie keer om je heen keek, voordat je die winkel binnen ging. Kwestie van niet gezien willen worden. Ik weet nog dat ik pas voor mezelf moest zorgen en nieuw ondergoed nodig had. Hoe zeg je nou zoiets, tegen zo’n winkelmeisje? ‘Hebbie ook ‘n onderbroekie voor me?’

Het was nog in de tijd dat die meiden, zomin als de winkel, erg hoog aangeschreven stonden. Een heel verschil met vandaag, nu we worden geholpen door deeltijdwerkende moeders, die, het viel me onlangs weer op, je uiterst vriendelijk en correct tegemoet treden.  Terwijl de HEMA allang van dat worstimago af is en er een origineel en vooruitstrevend inkoopbeleid op na houdt. Dat was trouwens al ver voor die buitenlandse investeerder toesloeg.

In de tijd waarover ik het heb, hadden we bij de voortrekkers een leider – oûbaas werd-ie genoemd, zoals veel termen bij de oudste verkenners toen nog verwezen naar de Suid-Afrikaanse Grote Trek – die de functie op verzoek van de kapelaan van het jeugdwerk op zich had genomen op één voorwaarde: ‘Ik ga niet in zo’n korte laaibroek lopen en zet ook niet zo’n gedeukte hoed op m’n kop. Laat staan dat ik kniekousen aantrek met van die rare kwastjes eraan.’

Als er ideale schoonzoons bestaan, dan was hij de ideale vader. Bij oûbaas Henk kon je met je puberale problemen terecht. Hij had z’n ogen niet in z’n zak. Ik kon de mijne haast niet afhouden van zijn bloedmooie, maar tamelijk ongenaakbare dochter, die voor ons het echte ideaal vertegenwoordigde: een madonna. De kuise, wel te verstaan. Als je het geluk had, met zo’n meisje verkering te krijgen, dan hield dat wel in: Zoenen mag, maar de rest is voor na de huwelijksplechtigheid. Vandaar dat ik destijds een ‘gevleugeld woord’ uitdroeg, dat luidde: ‘Het leven bestaat uit wachten.’

Maar Henk was een vent die gewoon met beide benen op de grond stond. Hij zei: ‘Als je het niet meer kunt uithouden, doe het dan niet met een verkoopstertje van de HEMA, maar ga naar een gecontroleerde prostituée. (Daar wist de kapelaan natuurlijk niks van.)

Klopt helemaal, reageerde dezer dagen een leeftijdgenoot, die vergelijkbare ervaringen zei te hebben, al waren we het er ook over eens dat wij als nette roomse jongens misschien iets aan de te brave kant zijn geweest.

Spijt? Echt niet, ik vind nog steeds dat wachten een kunst is en dat het doel, als het dan eindelijk bereikt is, daardoor zoeter smaakt.

(Column uitgesproken voor Omroep Best, 15.09.10)

woensdag 8 september 2010

Het mankeert de Oranjes aan feeling

De lakeien  van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) weten het weer goed over te brengen: Op de exploitatie van het landgoed De Horsten in Wassenaar, eigendom van de Oranjes en bewoond door kroonprins Willem Alexander c.s., wordt jaarlijks verlies geleden. Niet dat het de bedoeling is, er winst op te maken, maar het kan financieel gezonder.

De de Volkskrant (om compleet te zijn, tenslotte heeft die krant het ook over de familie Van Oranje) heeft uit de Wassenaarse politiek opgedoken, dat het Koninklijk Huis, plannen heeft, enkele op het landgoed staande, 'naoorlogse wederopbouwboerderijen' te vervangen door riante villa's.

Bij monumentenbeschermers als de Bond Heemschut is het huis natuurlijk te klein. Daarbij gaat het nog niet eens om de boerderijen-zelf, over de monumentale waarde waarvan je zou kunnen kibbelen, als wel over het 'slechte voorbeeld' dat van een dergelijke ingreep uit zou gaan richting andere landgoedeigenaren in den lande, die zich in allerlei bochten moeten wringen om hun cultuurhistorisch bezit in stand te houden. Hierbij valt aan te tekenen, dat die eigenaren daarbij soms een grote vindingrijkheid aan de dag leggen. Ik denk dan aan onder anderen Jan Hein van de Mortel en zijn fraai historisch domein Baest in Oostelbeers.

Ach het is in de mode, het doen en laten van het koningshuis en in het bijzonder dat van het kroonprinselijk gezin, uiterst kritisch te volgen. Ik zou zeggen, ga daar vooral mee door. Tenslotte heeft de Koninklijke Familie zelf voor dat glazen huis gekozen. En tot dusver is uit van alles gebleken (vakanties Mozambique, Argentinië), dat de toekomstige koning allesbehalve is uitgerust met een portie feeling voor wat je in een turbulente, om niet te zeggen rampzalige tijd als deze doet en nalaat.

maandag 6 september 2010

Saint Riquier bij voorbeeld

Over belforts (zie ‘De monding van de Somme) gesproken, Saint Riquier, 9 km ten oosten van Abbeville, heeft ‘n heel fraaie en nog veel meer, zoals een middeleeuwse, gotische abdijkerk, met reliekschrijn van de heilige. Beeldje en doodskoppie.reliekschrijn_saint_r

In die kerk ook een groot orgel. Verder onder meer een café (plat du jour), een boulangerie en zowaar ook een boucherie wat op het Franse platteland steeds meer een zeldzaamheid wordt, aangezien de dagelijkse levensbenodigdheden worden gehaald bij de steeds groter wordende supermarché’s.  boulangerie Op het parkeerterrein bij de Carrefour had ik bijna een botsing, als gevolg van de chaos die daar in het weekeinde heerst. En stapvoets rijden, daar hebben Fransen nog nooit van gehoord.

Een oude man op het terrasje, hand aan het oor vanwege de langsroffelende zondagsrijders,  bevestigt: Over 10 jaar zijn ze weg. die kleine, gezellige winkeltjes. Maken wij niet meer mee, gelukkig.

De monding van de Somme

pier

Als je zo dichtbij de Franse kanaalkust zit en het is mooi weer, ben je wel gek als je daar niet af en toe gaat kijken. Le Tréport, met z'n krijtrotsen (als) losgescheurd van die van Engeland. Aardige badplaats met jachthaven, niet verknoeid door reusachtige appartementscomplexen, zoals de Belgische kust - Visrestaurants bij de vleet. Eén ervan, waar wij toevallig op het terras zaten, bekwam een 96-jarige bezoekster minder goed. Ze werd onwel en door de sapeurs-pompiers van het departement Seine-Maritime afgevoerd. Ze werden door de serveerster enigszins besmuikt ( ‘ ‘t Is me toch wat.’) bij de eters op het terras aangekondigd. Vlaamse invloeden zijn hier trouwens evident. Stadjes met belforts, zoals het rustieke St. Valerie sur Somme, dat een goed bewaard middeleeuws centrum achter de wallen heeft.  valery_medieval Hier en daar in de streek ook een beiaard, toch een specialiteit van de Lage Landen. St. Valery ligt aan de monding van de Somme, een schitterende delta met slikken en schorren, ongetwijfeld bevolkt door ontelbare vogels, al zagen er er alleen maar meeuwen. Vlaams: een royale pan mosselen met frieten gegeten. De Fransen om ons heen, die zich de fraaie nazomerdag ook niet lieten ontgaan, toonden een opmerkelijke voorkeur voor Leffe. St.Valery heeft nog karakteristieke villa's uit de belle époque; in tegenstelling tot soortgelijke bouwsels langs de Normandische en Bretonse kust goed geconserveerd. Hoewel het is alweer 'n jaar of tien geleden dat we dáár het verval aanschouwden.

woensdag 1 september 2010

Picardië

Picardië, gelegen ten zuidoosten van Calais, met als hoofdstad Amiens, is een streek waar de meeste toeristen snel doorheen karren, op weg  naar het zonnige zuiden. Je moet francofiel zijn en/of geboeid door de Franse geschiedenis (die overigens wel onze westerse cultuur heeft bepaald!) om daar voor ‘nader onderzoek’ domicilie te kiezen.
Zij die de  kasteelcamping van Bertangles, ca. 10 km ten noorden van Amiens, niet als doorgangsgelegenheid gebruiken, komen voor minstens een van de zes kathedralen, waarvan die van A. tot de hoogste (middenschip 43 meter) en mooiste van het land behoort. Boordevol middeleeuwse kunst en met sculpturen van heiligen en deugnieten volgestouwde portalen. gotisch_reliëf

Maar Picardië is vooral schuldige grond - denk alleen maar eens aan de slag bij de Somme tijdens de Grote Oorlog. Eerder was het samen met (inmiddels Frans) Vlaanderen en Calais veelvuldig gebied dat Fransen en Engelsen (100-jarige oorlog!) elkaar betwistten. Jeanne d'Arc werd in 1430 bij Compiegne gevangen genomen. De streek grenst aan het Ile de France, de kern van het koninkrijk, zodat er nog volop sporen zijn te vinden van de feodale heerschappij en van (ongescheiden daarvan) Kerkelijke bemoeizucht. Kastelen en abdijen dus.

Een bijzonder souvenir aan de riddermacht is de ruïne van het château fort (versterkt kasteel) van Coucy, ongeveer 90 km ten oosten van Amiëns, tussen Noyons en Soissons (kathedralen!). De Amerikaanse historica en begenadigde schrijfster Barbara Tuchman geeft in haar boek A distant mirror, over de veertiende eeuw, een gedetailleerde beschrijving van deze vesting, waaruit valt af te leiden dat Coucy hooguit zijn weerga had in hét symbool van feodale macht en onderdrukking, met de bestorming waarvan de Franse Revolutie begon: de Parijse Bastille. eglise_XII-XV Tuchman maakt de vergelijking met een 'wereldwonder' als de pyramiden van Egypte. Opvallend detail: Coucy had latrines, in het vier eeuwen later gebouwde paleis van Versailles poepten ze in de vensternissen. Soms is arrogantie terecht, zoals de arrogantie die spreekt uit deze lijfspreuk: 'Ik ben koning noch prins, hertog noch graaf, ik ben de heer van Coucy.'

Op een herfstige zondag zijn we er naar toe gereden. Van de burcht is nog heel wat bewaard gebleven, zoals de bijna tegen de vestingmuur aangeplakte kerk (XII-XVe eeuw) en twee stadspoorten, de Porte de Soissons en de Porte de Laon.

Straalde ooit de grandeur van de Heer af op de directe omgeving, vandaag de dag is Coucy een armzalig stadje. En de bar-tabac tegenover de Porte de Laon met aanpalend museum, mag z'n wc wel eens grondig poetsen.