maandag 27 juli 2020

Koffie

Na de jenever en sigaren lijkt me nu de beurt aan de koffie. Dat komt door Peter van den Besselaar die op zijn blog TilburgDailyPhoto een lans breekt voor het edele vocht, waar de gemiddelde Nederlander vooral ‘s morgens absoluut niet buiten kan. Ik ken van dat smachten naar koffie wel enkele voorbeelden. Zo bezocht een dochter van mij in het kader van haar Europese Studies eens ‘n seminar in Luxemburg of Straatsburg (hou me ten goede), waarop het tijdens een lange morgen maar aan één ding ontbrak: koffie! Het scheelde een haar of die studenten legden hun hoofden op de vergadertafels.

In de Franse cultuur moet je daar niet om komen. Na lunch of diner kun je een petit café bestellen en daar is niks mis mee. Maar bij le petit dejeuner krijg je slappe wats, oftewel wat ze bij mijn Levensmaatje thuis piepzak noemden. En dan is het afgelopen met alles wat ook maar enigszins naar koffie riekt.

Koffie maken moet je van de Italianen leren en dat hebben we in Nederland de laatste decennia dan ook, zij het  met wisselend succes, gedaan. Starbucks laat ik even buiten beschouwing. Ik zeg met wisselend succes, want ik vind bij voorbeeld de gemiddelde cappuccino buitenshuis een te slappe basis hebben.

Peter van den Besselaar meent trouwens ergens ook een nadeel van (teveel) koffie te hebben gelezen: ze zou vochtafdrijvend werken en ‘daar krijg je hoofdpijn van’. Altijd gedacht, dat het glaasje water dat degelijke hotels als Bonnema, tegenover het station in Leeuwarden, standaard bij de koffie serveerden iets met smaak-neutralisatie te maken had. Ach, Bonnema, dé lokaliteit ter plaatse, waar de ondernemers elkaar ontmoetten en waar je de obers regelmatig twee Bokma! kon horen roepen. Dat had ik nog best nog in mijn jeneververhaaltje kunnen vermelden.

vrijdag 24 juli 2020

Voor straf mondkapje

Rond het coronavirus is het in Nederland dus een chaos. De mensen kunnen geen wijs uit de richtlijnen en de daarover elkaar tegensprekende al  dan niet zelfbenoemde ‘deskundigen’. Ze zijn coronamoe, willen toch iets maken van hun vakantie. Jongeren maken zich geen zorgen over zichzelf, laat staan over ouderen en andere kwetsbaren. Het is stervensdruk in de Kalverstraat en andere om welke reden dan ook populaire locaties. Kabinet, ga er maar aan staan.

De verkiezingen komen steeds dichterbij, dus is het voor Rutte cs spitsroeden lopen. Bezwijken zij voor de roep om mondkapjes, ook al is het effect daarvan allerminst zeker en wordt die roep vooral ingegeven ‘omdat alle omringende landen het doen’.

Laten we ons bij de overwegingen over dit fenomeen vooral realiseren, dat invoering van het mondkapje, in welke mate dan ook, de straf is voor het zich niet houden aan het bewezen, meest effectieve middel tegen het virus: afstand.

En, o ja, chaos. Vergeet niet, mensen die komend vanuit Texas, het meest getroffen gebied in de VS, landen op Schiphol, gewoon te testen. Weet je tenminste zeker dat ze in quarantaine moeten. Zonder test wordt handhaving in Nederland inderdaad, de absolute chaos.

woensdag 22 juli 2020

Geliefde sleurhut

De caravans zijn niet aan te slepen. Een bijkomend economisch voordeel van het coronavirus. BNR Nieuwsradio, die altijd uiterst behendig is in het plunderen van de ochtendbladen (zonder bronvermelding) weet zodoende te melden dat de aanwas in NL zo omvangrijk is, dat de stalling een probleem wordt. Wie in de grote stad woont, moet soms wel veertig kilometer rijden om het ding na de vakantie op te bergen. Wat de situatie met de tarieven doet, blijft nog even afwachten. Economie betekent heel vaak van de nood een deugd maken en schaarste drijft sowieso de prijs op.

Bij BNR zijn ze bedreven in meningen-journalistiek (als dat geen contradictio in terminis is). Dus moest er vanmorgen meesmuilend - mooi vergeten woord voor De Taalstaat - worden gedaan over de caravan. De combinatie is zo tráág. Het woord sleurhut bleef nog net achterwege. ‘Geef mij dan toch maar een camper,’ aldus de presentator.

Nou ja, de caravan heeft vooral onder jongeren een tuttig imago. Een TV-programma als ‘We zijn er bijna’ is daar mede debet aan. Maar hier spreekt een man met ervaring. Wij zouden die sleurhut nooit aan kant hebben gedaan, als de omstandigheden ons daartoe niet hadden gedwongen. Wat een vrijheid, en wat een mogelijkheden om het massatoerisme te ontwijken. Best wel relevant in coronatijd.

Toch liever een camper? Als dát er ook maar niet teveel worden. Op de camping vind ik het maar gesloten, individualistische dingen en als het over het verkeer gaat, in de Franse Alpen (Route Napoleon) hebben wij noodgedwongen met onze sleurhut heel wat uren achter zo’n trage slak gehangen. Nou jij weer.

zondag 19 juli 2020

‘Generatie-egocentrisme’

Vanmorgen hoorde ik in Vroege Vogels, een radioprogramma over natuur en milieu van BNN-VARA, dat op zondagmorgen maar liefst drie uren op NPO1 in beslag neemt, wat niet altijd meevalt, zeker in vakantietijd, een nieuw woord. Of eigenlijk is het meer een uitdrukking, want zonder koppelingsstreepje is het niet leesbaar: generatie-egocentrisme. Het kwam van de heer Copijn, misschien wel de eerste boomchirurg van Nederland en als ik het goed heb iemand van in de tachtig.

Copijn heeft grote moeite met een plan tot het saneren van naar schatting 700 ongeveer 200-jarige beuken op een landgoed in Leersum. De initiatiefnemers zeggen geen andere uitweg te zien dan het vervangen van de ‘deels zieke’ bomen door linden (die keuze zou met de klimaatverandering te maken hebben).

Helemaal niet nodig, vindt Copijn, die beuken kunnen bij een goede aanpak nog wel honderd jaar mee. Maar hij vindt ‘de nieuwe generatie’ dus tegenover zich. Volgens mij, als ook oude man, is dit een bekend verschijnsel, dat eerder dit jaar opdook met de standaard-reactie ok boomer, een gekuiste versie van ‘flikker toch op man’.

Je kunt in dit soort situaties op twee manieren reageren. Boos en geërgerd, als de heer Copijn, of met de opmerking die ik in mijn omgeving ook wel eens hoor: ‘eigenwijs is ook wijs’. Sommige zogenaamde generatieconflicten zijn lachwekkend en lachen is gezond.

dinsdag 14 juli 2020

Ouwe jongens krentenbrood

Ben het niet gauw eens met Marianne Zwagerman en allerminst gecharmeerd  van haar triomfantelijk stemgeluid op BNR Nieuwsradio, maar vanmorgen schoot ze in mijn ogen toch raak met haar kritiek op de journalistieke aanpak van Mark Rutte, zondagavond in OP1. Verbroedering titelde zij en dat was het, tussen de meer dan gearriveerde Jeroen Pauw en de MP. Ouwe jongens krentenbrood.
Naarmate het interview zijn einde naderde, zag je de bekende opgeluchte fysionomie bij Rutte – nog net geen grijnslach.

Maar één belangrijk aspect miste ik toch nog in de dinsdagcolumn van Zwagerman: de reactie op Ruttes obligate lofzang op de zorg en de verpleging. De vervolgvraag (van Pauw) lag immers voor de hand. Was een structurele verbetering van de beloning van deze mensen dan niet vanzelfsprekend? Maar ja, ‘laten we het elkaar vooral niet moeilijk maken’.
Moet de voorgeschiedenis nog uitgelegd? De VVD en de christelijke partijen vonden dat bonusje van 1000 euro genoeg.

maandag 13 juli 2020

Jenever en sigaren

Het is vakantie, dus laten we het eens over iets gezelligs hebben, met het risico van oubolligheid. Zit er dik in, want het gaat over jenever (genever) en sigaren. Ik beken maar meteen, ik houd beide in ere.

Eerst de jenever maar. Toen ik in 1956 in Friesland  kennis maakte met een aanstaande schoonfamilie, was ik als uitgeweken Brabander een bierdrinker – voor zover ik dronk want dat gold toen nog voor ‘gelegenheden’. Die Friezen zeiden: da’s toch geen drinken en ze nipten aan een echt borreltje. (Zat wel degelijk iets in, want het klimaat scheelde sowieso een jas. Niet direct uitnodigend voor bier. We waren trouwens net voorbij een Elfstedenwinter.)

Eerlijk gezegd associeerde ik in die tijd jenever met alcoholisme. Dat kwam door de reclames als Ik heb trek in Ouwe Vlek, waarbij een lelijk oud menneke in een slobberbroek was afgebeeld. Nu moet ik ook weer terugdenken aan de weduwe Adank in mijn geboortedorp. Die had op haar slijterij een lichtreclame, luidend Weduwe Adank - Hulstkamp, altijd bij de hand. Duidelijk, totdat de merknaam van de jenever kapot ging.

Mijn vader was een liefhebber van oude jenever. Na zijn dood vond ik in een kistje heel wat rekeningen van de plaatselijke slijter: Blankenheym met de baard. Het merk bestaat nog, maar het wordt niet meer in Schiedam gestookt en de oude man met de baard is allang afgeschaft. De productie van Bokma, egte oude Friesche genever, is trouwens ook naar de Randstad verhuisd.

In het Eindhovens Dagblad stond onlangs een verhaal over de teloorgang van de sigarenfabrieken in stad en streek. Daar moet je niet licht over denken, want ooit waren die de kurk waar de economie op dreef. Al lang voordat de overheid streefde naar een rookvrije samenleving keerden de jongeren zich van de sigaar af; niet cool. Reclames als ‘Ik verkies Derk de Vries’ op de vrachtauto’s van de BBA versnelden waarschijnlijk dat afwijzingsproces. Zoals ook ‘Abonnee stemt tevree’ van het fabriekje van de Eindhovenaar Nico van Hussen. Die stopte er al rond 1960 mee en werd directeur van het toenmalige dagblad Oost Brabant. Van de ene abonnee naar de andere.

donderdag 9 juli 2020

Gaapgaap

Een geinige opmerking van een Volkskrant-columnist over een gaper in de gevel van een Amsterdamse drogisterij heeft tot heel wat commotie geleid. Ken je ze niet, die koppen met een pilletje op de uitgestoken tong? Je hebt ze in allerlei kleuren en maten en dus ook in het zwart. Het laat zich raden, die zwartkoppen moeten weg, want ze lijken op Zwarte Piet en zijn ‘natuurlijk’ een uiting van racisme.

Na de standbeelden de gapers. Zo verdwijnt alles wat nog een beetje kleur geeft aan het straatbeeld. Gaapgaap. Nooit hoeft een ouder meer aan een opmerkzaam kind uit te leggen waarom die man daar z’n tong uitsteekt.

Nou ja, zo ver laten we het natuurlijk niet komen. Eerder verdwijnt het borstbeeld van een volkszanger van het Waterlooplein, omdat kinderen de microfoon in zijn hand aanzien voor een ijsco.