Wat hebben kippen met gloeilampen te maken? Het zou kunnen, dat de kuikens daarmee zijn uitgebroed. Maar verder is het een kwestie van appels en peren vergelijken.
Toch maakt Ruud van Heugten, de Brabantse CDA-gedeputeerde Ruimtelijke Ordening, die vergelijking als hem door het Eindhovens Dagblad wordt gevraagd of Brabant wel 5,4 miljoen varkens en bijna 26 miljoen kippen nodig heeft. Stekelig – aldus het ED – antwoordt Van Heugten: ‘We hebben ons toch ook nooit afgevraagd of we miljoenen Philips-gloeilampen nodig hebben, net zo min als het Westland zich afvraagt of er zoveel bloembollen nodig zijn.’
Afgezien van het feit, dat we voor bloembollen niet in het Westland moeten zijn, tekent de gesignaleerde stekeligheid de plaats die gedeputeerde Van Heugten inneemt in het debat over intensieve veehouderij en megastallen in zijn provincie. Als gecaramboleerd tussen de boeren (ZLTO) aan de ene kant en de politiek (door maatschappelijke onrust opgejaagde Provinciale Staten) aan de andere kant. En dat in verkiezingstijd, waarin die boeren dreigen zich van het CDA af te wenden.
Zie, hoe hij nu olie op de golven probeert te gooien als het gaat over de vrees voor het overslaan van dierziekten op mensen: ‘Een op de drie gezinnen heeft een hond als huisdier. Wat gaat daar niet een dreiging van uit? Volgens mij moet de discussie over de megastallen los staan van de dierziekten.’
Is de gemiddelde hond in Brabant soms een grommende, ongemuilkorfde pitbull of zo? En is de discussie over de megastallen niet juist aangewakkerd door de bedreiging van de gezondheid van mens en dier? Ruud van Heugten gelooft zichzelf niet.