maandag 30 april 2018

Zorg of ik schiet

De oude man mag niet mopperen, al doet-ie dat toch regelmatig, maar daarvoor is het een oude man. Hij woont immers nog zelfstandig, in coöperatie met z’n vrouw, die trouwens ook niet meer van de jongsten is. Maar dezer dagen schoot hij toch in de stress, of misschien is paniek een beter woord.
‘De vrouw’ was de hort op met de dochters en toen het tevoren over het eten was gegaan, had hij gezegd: neem de tijd maar, ik trek wel ‘n blik snert open.

Hij houdt niet van dit soort uitdrukkingen maar dit was, zei hij, een kutblik. Zo een met ‘n trekring aan de bovenkant, waar geen beweging in was te krijgen. Dan maar de blikopener. (Later zei de buurvrouw: niet doen, daar is de bovenrand van zo’n blik niet geschikt voor.) De oude man heeft zich dus in de vingers gesneden. Niks bijzonders, zou Jos Kessels – een meester in associaties – zeggen, dat heb ik in m’n leven al zo vaak gedaan. Het was evenwel de linker duim: een diagonale jaap. Van het bloeden kan men zich makkelijk een voorstelling maken. Ochgottegot.

Met dotten keukenpapier om z’n hand, belde hij z’n vrouw. Haar mobieltje reageerde prompt, want dat lag thuis op de bank. Dan maar naar de goeie buur, die beter is dan de verre vriend. ‘Je moet naar de eerste hulp, want dat moet gehecht, ‘ riep die, ook al radeloos omdat zijn vrouw eveneens met de auto weg was.

‘t Is natuurlijk goed gekomen. De vrouw van de oude man kwam net aanrijden en in de noodhulppost van het ziekenhuis verzorgde een jonge arts de wond en bracht ‘even’ elf hechtingen aan. Met vrouw en dochter als getuigen.

En toen gebeurde het anno 2018 onvermijdelijke: ‘Zal ik even ‘n fotootje maken?’ Dochter had het bordje aan de muur achter haar, ‘niet ongevraagd fotograferen of filmen aub’ kennelijk niet gezien en de dokter sputterde niet tegen. Nu eens niet een bord restaurant-eten op de familieapp maar een nagenoeg dichtgenaaide duim.

Elk nadeel heb z’n voordeel. Het leverde de oude man steunbetuigingen op vanuit alle windstreken des lands en zelfs vanuit Californië en vanaf Cyprus. Allemaal trouw doorgegeven door zijn echtgenote, want zelf moet hij van What’sApp en Facebook niets hebben.

‘Hij mag inderdaad helemaal niet mopperen,’ verklaarde weer een andere buurman na het aanhoren van het verhaal. ‘Mijn vader is 98, woont nog zelfstandig, maar is aan het levensafscheid toe. Wij doen als kinderen ons best, maar hij heeft nu toch echt  zorg van buitenaf nodig. Om die te krijgen, zou hij met een geweer de straat op moeten.’

dinsdag 24 april 2018

De bomen hebben het weer gedaan

Minister Cora van Nieuwenhuizen (VVD) weet het weer zeker: Bomen in de bermen van de (rijks- en provinciale) N-wegen zijn obstakels, dus moeten ze worden weggehaald. Werk aan de winkel voor de Bomenstichting, die immers als motto voert Een boom is buitengewoon.

Ik kan nu natuurlijk de hele riedel weer gaan afdraaien. Van ‘nooit, maar dan ook nooit moet een boom wijken voor het verkeer’ tot en met ‘niet de weg is gevaarlijk, maar de gebruiker’. Laat maar, het wordt zo vervelend.

De minister wil 50 miljoen uittrekken voor het veiliger maken van die N-wegen, mits de provincies er 75 miljoen bij leggen. Potverdikkie, landelijk 125 miljoen euro. In mijn tijd – rond 1980 – kostte 1 kilometer fietspad (reken zelf even om) al ‘n miljoen gulden. Cora, gepokt en gemazeld in het Brabants provinciaal bestuur, kan dat weten. Wat zou ‘n kilometer vangrail – want daar heeft de minister het ook over – anno 2018 kosten?

Als het niet zo triest en verontrustend (ons toch al zo schaarse groen) was, zou je het hele verhaal een lachertje kunnen noemen.

maandag 23 april 2018

Even ‘n lintje regelen

Al eerder liet ik het daglicht schijnen over de nachtradio (met name npo1) in dit land. Jongens en meisjes die de puberale status nauwelijks zijn ontgroeid en die – omdat kritisch luisteren in het donker blijkbaar niet serieus wordt genomen – vast ‘n beetje mogen droogzwemmen, in de trant van ‘bedankt voor je belletje, hoi hoi’.

Afgelopen nacht was er zo eentje die vond dat een of andere mevrouw een koninklijke onderscheiding had verdiend en dus beloofde dat vóór dinsdag (lintjesregen) wel ‘even te zullen regelen’.

Had die jongen nu even op het internet gesnuffeld, dan had hij de bevestiging gevonden dat zoiets niet zomaar gaat. In elk geval niet in een vloek en een zucht.

Iedereen kan voor een ander een koninklijke onderscheiding aanvragen, maar dat loopt in eerste instantie via de burgemeester van de gemeente waarin de kandidaat woont en de hele procedure vereist in tijd minstens een half jaar. Want daarna gaat het voorstel naar de Commissaris van Koning, die zo nodig, als-ie beren op de weg zou zien, de zaak nog even ‘terugkoppelt’ naar de burgemeester. Vervolgens is het Kapittel voor de Civiele Orden aan de beurt en tenslotte beslist ‘de minister die het aangaat’ over de voordracht en het ontwerp koninklijk besluit, waarna de koning zijn handtekening kan zetten.

Bedankt voor je ideetje, hoi hoi.

zondag 15 april 2018

Moeke wie?

Topics is een digitale kiosk, waarin alle dagbladen van De Persgroep (NL en B) samen komen. Wie op één van die kranten geabonneerd is, kan overal bij. Mooi. Maar het automatisch genereren van die pagina’s  lijkt tot de gekste situaties. Als bij voorbeeld in een artikel over een Eindhovense aangelegenheid, al is het maar met een enkel woordje, naar België wordt verwezen, dan verschijnt België in wat heet de tagline.

Grappig? Niet echt, vind ik. Het leidt tot rare situaties. Zo heeft het  Twentse dagblad Tubantia een restaurant-rubriek, waarin het Enschedese grand café Moeke wordt besproken. Het logo van die tent vermeldt het jaartal 1893 (flauwekul, maar zoiets doet het altijd goed, denkt men). Dus duikt de schrijver in de historie. Aldus: Moeke is een café in Breda waar moeke Spijkstra aan het einde van de 19de eeuw achter de tap stond. Het biercafé bestaat nog steeds, maar het concept - 'Bij Moeke kom je thuis'- is door slimme marketeers culinair uitgewerkt en met succes uitgerold in Rhenen, Delft, Nijkerk en nu dus ook in Enschede - Brabantse gezelligheid in het glas en op het bord.

In de tags boven het stuk verschijnen ‘als gevolg’ Breda en Nijkerk, maar niet Enschede waar het om draait. Dus ga je denken: Moeke wie? Welaan, er is inderdaad zo’n café (ooit, in mijn tijd, hotel-pension) aan de Ginnekenmarkt in Breda, eigendom van de familie Brauers. Totdat het werd verpacht, werd het nog door een dochter des huizes geëxploiteerd, die – inderdaad – door het leven ging als moeke Brauers.

Ach, weten ze veel in Enschede. Het stikt immers van de moekes.

Moeke wie?

Topics is een digitale kiosk, waarin alle dagbladen van De Persgroep (NL en B) samen komen. Wie op één van die kranten geabonneerd is, kan overal bij. Mooi. Maar het automatisch genereren van die pagina’s  lijkt tot de gekste situaties. Als bij voorbeeld in een artikel over een Eindhovense aangelegenheid, al is het maar met een enkel woordje, naar België wordt verwezen, dan verschijnt België in wat heet de tagline.

Grappig? Niet echt, vind ik. Het leidt tot rare situaties. Zo heeft het  dagblad Tubantia een restaurant-rubriek, waarin het Enschedese grand café Moeke wordt besproken. Het logo van die tent vermeldt het jaartal 1893 (flauwekul, maar zoiets doet het altijd goed, denkt men). Dus duikt de schrijver in de historie. Aldus: Moeke is een café in Breda waar moeke Spijkstra aan het einde van de 19de eeuw achter de tap stond. Het biercafé bestaat nog steeds, maar het concept - 'Bij Moeke kom je thuis'- is door slimme marketeers culinair uitgewerkt en met succes uitgerold in Rhenen, Delft, Nijkerk en nu dus ook in Enschede - Brabantse gezelligheid in het glas en op het bord.

In de tags boven het stuk verschijnen ‘als gevolg’ Breda en Nijkerk, maar niet Enschede waar het om draait. Dus ga je denken: Moeke wie? Welaan, er is inderdaad zo’n café (ooit, in mijn tijd, hotel-pension) aan de Ginnekenmarkt in Breda, eigendom van de familie Brauers. Totdat het werd verpacht, werd het nog door een dochter des huizes geëxploiteerd, die – inderdaad – door het leven ging als moeke Brauers.

Ach, weten ze veel in Enschede. Het stikt immers van de moekes.

zaterdag 14 april 2018

Alles is vergif

Zouden we de media geloven, dan is alles wat we doorslikken vergif. Suiker voorop. Allemaal ontleend aan onderzoek en wetenschap. Zo vliegen we van de ene hype naar de anderen. Het is de kunst, het allemaal in je pet te gooien. Gifvrij eten lijkt niet te bestaan.

Nu is er weer een universiteitsmevrouw, die op het journaal met een sarcastisch lachje weet te melden, dat op grond uit onderzoek bij maar liefst 600.000 mensen blijkt dat één glas alcohol houdende drank het leven met een half uur bekort. De reacties bij – voor de variatie – terrasinterviews zijn uiterst voorspelbaar: ‘dan maar wat korter leven. proost!’.

We zijn dus al duizenden jaren verkeerd bezig, inclusief joodse en christelijke rites (aha, roepen de moslims). De bijbel is, ik blijf in stijl, van alcohol vergeven. Nochtans is aartsvader Methusalem 969 geworden. Kom daar tegenwoordig maar eens om. Al kun je natuurlijk ook ‘zie je wel’ roepen.

En dan de Bruiloft van Kana (Joh. 2,1-11), waar de moeder van Jezus Hem erop attendeerde dat de wijn op was. Waarop de Heer water in de best drinkbare wijn veranderde. Volgens het Johannesevangelie zou  Hij tevoren tegen Maria hebben gezegd: ‘mevrouw, wat heb ik met u.’

Zou je ook tegen die mevrouw van het onderzoek kunnen zeggen: wat heb ik met u?

maandag 9 april 2018

Opgebrand

Burnout, al weer zo’n uit Amerika overgewaaid begrip. Zeg maar gerust ‘opgebrand’. Bij driekwart van haar vriendinnen, meldt een kennis – niet eens studenten – zou de kaars uitgegaan zijn. De stakkers. Ik word er eerlijk gezegd ‘n beetje verward van. Alles goed en wel, als het in elkaar draaien van zo’n verhaal maar niet tot de onderzoeksjournalistiek wordt gerekend.

‘n Paar weken geleden kwamen hier twee monteurs een nieuwe koelkast inbouwen. Het had nog heel wat moeite gekost, een leverancier te vinden die dat erbij deed. Met open mond aanschouwde ik de precisie waarmee ze te werk gingen en dacht: die zijn pas hoger opgeleid. Geen spoor van te hoge werkdruk – alleen maar plezier in het leven.

Nu schijnt het de studenten, die last zeggen te hebben van overbelasting en  van een op z’n minst dreigende burnout, ook niet aan plezier te ontbreken, al noemen ze dat sociale bezigheden. Die houden namelijk heel wat meer in dan af en toe een terrasje pikken en uit eten gaan, vaker dan af en toe.

Het leven in de grote stad, bij voorkeur Amsterdam, vraagt veel van onze vrienden en vriendinnen in hogere opleiding. Je moet ze even weten te vinden, die etablissementen, waar op de toiletten druk wordt gesnoven en geslikt, maar dan heb je ook wat: op oorverdovend gestamp, met glazige, nietsziende ogen staan ze daar dan te armzwaaien.

Dat ik niet uit m’n nek klets, blijkt uit onderzoek, ja ja, van het Eindhovens Dagblad. Dat meldt over xtc: populair op festivals, bij jongeren (18-24 jaar) met hbo-opleiding of universiteit. En over amfetamine: gebruikers voornamelijk 25 tot 29 jaar, hoog opgeleid.

Zak…eh…brand maar lekker door, als je maar niet over burnout zeurt.