zaterdag 31 juli 2010

Uit de hand eten

Als ik de Volkskrant van heden mag geloven, heeft de Haagse Journalistiek zich afgelopen week behoorlijk laten schofferen.

Door de woordvoerders, die zich tegenwoordig kunnen koesteren in anonimiteit, omdat ze door de journalisten niet met naam en toenaam worden genoemd.

Journalisten, die wachten - en wat hébben ze moeten wachten, deze week - in de zitjes voor de werkkamers van de fractieleiders krijgen van 'Ruttes woordvoerder' te horen: 'Jongens, het is hier geen hangplek.' Let vooral op dat 'jongens'. En dan de woordvoerder van Maxime Verhagen, die herhaaldelijk zou heben opgeroepen 'iets nuttigers te gaan doen'.

Haagse mores, geleerd van de politici-zelf, zoals Balkenende die zich maar al te vaak al waggelend over het Binnenhof liet interviewen. Zo van, wees blij dat ik wat wil terugzeggen.

Dit is nou iets, wat ik altijd heb geweigerd: uit de hand eten, van wie dan ook. En helemaal niet het gevoel, daardoor iets gemist te hebben. Integendeel.

vrijdag 30 juli 2010

Valse tanden

Nauwelijks een voorwerp te vinden, dat sterker onderhevig is aan een eufemistische sequentie dan het kunstgebit. Het voorlopige stadium is gebitsprothese. Daarvoor hadden we valse tanden, kunstgebit en – besmuikt uitgesproken - klappergebitje

‘Tante Koosje, haal uw tanden nog eens uit uw mond.’ Groter sensatie was onder ons kinderen niet denkbaar. Valse tanden! Opeens duikt die aanduiding weer op in de media nu het gaat over de prothese van Winston Churchill. Heeft trouwens bij een veiling wel eventjes 21.500 euro opgebracht.

Zijn ze wel echt? Immers te koop gezet door de zoon van de tandtechnicus die ze maakte. Heeft Churchill het ding voor z’n dood uit gedaan en aan die technieker teruggegeven? Of had die nog de mal en maakte hij een replica? Helemaal vertrouwen doe ik het niet. Het ziet er ook te schoon en te nieuw uit. Waarom wel een sigarenpeuk van Churchill bewaren en de door die sigaar veroorzaakte aanslag niet? Vies, ja, maar ook authentieker.

De Britse staatsman en oorlogsheld zou indertijd met het gebitje zijn uitgerust om een einde te maken aan het geslis tijdens zijn toespraken voor de radio. Heeft-ie dan ‘n tijd zonder tanden rondgelopen? Nooit iets van gemerkt, eerlijk gezegd. Integendeel, Winston liet in die tijd Hitler regelmatig zijn tanden zien. De tanden van een bulldog. Maar als meest kenmerkend zitten toch nog in het geheugen de reusachtige havana (fallussymbool) en het V-teken.

Die tanden zouden wel eens valser dan vals kunnen zijn.

woensdag 28 juli 2010

JubJam

Volgens de NRC dankt Scouting Nederland zijn 100-jarig voortbestaan aan ‘het met de tijd meegaan’. Klopt, op JubJam100 in Roermond slingerden vanmorgen bij het ontwaken zonder appèl, laat staan vlaggenparade, nog wat bierflesjes rond (‘alleen voor boven de zestien’). Niettemin was er – terug naar NRC – nog ‘een enkele gleufhoed te zien’. Gleufhoed? Werd volgens mij nog gedragen door Monsieur Hulot en daarna niet meer. En niet door de stichter van de Boyscouts, <- lord Baden Powell en zijn volgers, onder wie trouwens ondergetekende.

Met de tijd mee. Ja, het militaristische imago is er ‘n jaar of vijftig geleden haastig uitgegumd. Vlak na de bevrijding, toen we oorlogje speelden met gevonden Duitse helmen (soms met een kogelgat erin!), waren dat kaki uniform en die uit het bos gesneden verkennersstok nog een verwijzing naar het heldendom van de geallieerden. Op Sint-Jorisdag keken wij met mateloos ontzag naar die stoere voortrekker, die het metershoge kampvuur onstak, een jongen van wie eerbiedig werd gefluisterd dat-ie intussen ook bij de Commandotroepen in Roosendaal zat.

Niet iedereen zag het zo. Mijn onderwijzer van de zesde klas: ‘Jij, stomme sufferd in je nazihemd. Weet je wat jullie kunnen? Gekke liedjes zingen en dansen rond het kampvuur, net als de negers.’ Andere tijden. Op de website Geschiedenis laten ze een filmpje zien van een bezoek van chief scout Baden Powell aan Nederland, in 1933. Griezelig, met marsmuziek en dito getrommel, op het fascisitische af. Wordt daar heil geroepen?

De padvinderij (in r.-k. kringen verkennerij) was behoorlijk elitair, in die zin dat voornamelijk goed-burgerlijke jongens en meisjes (gidsen) er zich toe voelden aangetrokken. De afkeer van jonge boeren en arbeiders is te herleiden tot ‘n soort klassenstrijd: ‘Hé, padschijter!’. Mijn vader had ook zo z’n bedenkingen. Het parool Weest paraat, werd mij te pas en te onpas onder de neus gewreven.

Valt er wel iets goeds te zeggen over scouting? Nou, en of: je leerde er sociale vaardigheden, waaraan het nu jonge mensen vaak ontbreekt. In hoeverre dat geschiedenis is of nog hedendaagse realiteit kan ik op grond van de verhalen en beweringen rond YabYum, sorry JubJam, niet beoordelen.

Zie ook: Kampeertrektocht anno 1955

Laura en zo

Laura heeft er heel erg veel zin in. Een nogal voorspelbare kop boven een al even voor de hand liggende, flink opgeblazen foto van het zeilmeisje op haar jacht in Brouwershaven. Volgens Radio 1 is de champagne daar alvast ontkurkt. Geef dat kind toch ook ‘n slokje.

Het gemis van Jan Blokker is evident. Al was het alleen maar om de manier waarop hij kon sneren over de nieuwsfokkende media, die daarvoor niet eens ‘n komkommertijd nodig hebben.

Hebben we geen professioneel opgediept en gecheckt nieuws, dan schakelen we toch de burgerjournalistiek in? Je kunt er zelfs de krant mee openen. ‘Timco hield zich niet aan de regels’, aldus het ED, voortbordurend op de kolossale bedrijfsbrand in Valkenswaard. De pallets met plastic rommel zouden te dicht bij de erfscheiding en/of een brandscherm hebben gestaan. Volgens getuigen. En volgens de bij de brand veelal met telefoontjes gemaakte foto’s.

Bedrijfseigenaar: ‘Geen commentaar.’ Vergunningverlener (gemeente Valkenswaard): ‘Geen commentaar.’

Als gevolg van die verkeerd opgeslagen pallets, kon de brandweer er mogelijk niet goed bij, zeggen de uiteraard anonieme getuigen en ‘bewijzen’ de foto’s. Brandweer: ‘De gemeente is woordvoerder.’

Laat ik maar gewoon meedoen: Naar verluidt worden de kades van de Amsterdamse grachten alvast verstevigd voor de te verwachten zegetocht van Laura. Als er maar met nationale saamhorigheid gefeest kan worden. Met publieksmassa’s kunnen wij veel beter omgaan dan die Duitsers. En de overbelaste politie? Die moet niet zeuren.

maandag 26 juli 2010

Het klikte tussen vader en zoon

Hoe vaak zou ik niet bij Zomergasten, met de beste bedoelingen gemaakt en met de beste bedoelingen aangezet, hebben afgehaakt?

Gaap gaap. Wat een geouwehoer, wat een ijdeltuiterij, wat een snobistisch geleuter en wat een zelfpromotie van presentatoren (Ischa M., Margriet van der L., de anderen ben ik vergeten) . En dat drie uren lang als afsluiting van de zondag.

Maar deze avond heb ik ‘m dus uitgekeken. Wat? Drie uren op ‘t puntje van m’n stoel  gezeten. Dat kwam niet alleen door de gast, de 57 jaar geleden r.-k. gedoopte Brabander (zoals bekend, is er geen middel tot ontdoping) Jan Marijnissen, maar zeker ook door beroepsnaïeveling Jelle Brandt Corstius.

Ze hadden méér gemeen, dan dat ze beiden op hun eigen wijze door de rug waren gegaan. Nou nee, ze hadden helemaal niks gemeen, maar laten we zeggen dat er sprake was van chemie tussen de oude en de jonge man. Tussen vader en zoon. Ouwe Jan gaf jonge Jelle, wat hijzelf, sinds zijn tiende vaderloos, zo node had gemist.

Het ligt in de natuur van Jan, het initiatief over te nemen, en jellebc (twitternaam, waarmee hij z’n boekjes en cd’s promoot) slaagde erin daar begrip voor te tonen.

- ‘Hoe oud ben je?’
- ‘Zes en vijftig.’
- ‘Dan schelen we maar een jaar’, reageerde Marijnissen  zonder met z’n ogen te knipperen. Brandt Corstius is 32 en heeft de achtergrond van een niet-gelovige dertiger.

Dus dan kijk je wel even op, als je de begrafenisstoet van bisschop Bekkers, sonoor becommentarieerd door KRO’s Brandpuntpaus Ad Langebent,  in 1966 door de Rooise dreven ziet trekken (‘Rooi, is dat een carnavalsnaam? – Nee,  zo noemen wij in de Meierij Sint-Oedenrode.) En van moeder Bekkers in een volgauto, als een van de laatsten met de Brabantse poffer op.

Dan staar je verbijsterd naar Don Camillo met een ‘sprekende kruislievenheer’ en naar de Moeder van Smarten, gespeeld door de moeder van Passolini, aan de voet van het kruis.

Aan de hand van ontluisterende beelden van de ‘onafhankelijkheidsceremonie’ in Congo (1960), waarbij Patrice Lumumba een schaamteloze en domme toespraak van koning Boudewijn afstrafte, een bekentenisscène van Alan Greenspan die toegeeft dat hij de vrije markt ten onrechte heeft gesteund en gepropageerd en het uitzichtloze leven van een Afrikaans jongetje, geïnterviewd door Adriaan van Dis, slaagde Marijnissen erin zijn politieke gelijk aan te tonen. En of je nou voor of tegen hem bent, dat was uitermate boeiend.

Zomergasten is geen serie interviews, maar een programma over de televisie-voorkeuren van bekende mensen. In dit geval kwam dat nu eens uitstekend uit de verf.

Ik kijk de volgende keer zeker, al is het maar even om ‘n hoekje.

Zie ook: Jan Marijnissen hield stand

TV-recensenten (audio)

De Britse kunstenaar Howard Hodgkin, ter sprake gebracht door Jan Marijnissen, exposeert vanaf 2 oktober in Museum De Pont, Tilburg.

zaterdag 24 juli 2010

Zorgontzorging

Je schrikt je als consument op leeftijd toch het laplazerus, als je van je zorgverzekering, in dit geval CZ, een brief krijgt, dat er een verzoek is binnengekomen, jou uit een collectieve verzekering te verwijderen.

Gauw gebeld, natuurlijk. De boosdoener is waarschijnlijk een of andere minkukel bij VNU Media B.V, die kennelijk denkt, hiermee een eind op scheut te raken met het verdienen van een eindejaarsbonus. Wat dat nou scheelt, zo’n collectiviteit en een ‘normale’ polis? Niet misselijk: 8% op de basispremie en 15% op de aanvullende verzekering. Bij te betalen, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010: euro 271,50.

De bonusjager heeft er even niet aan gedacht, het ‘slachtoffer’ in te lichten, laat staan dat die enig idee heeft wat de reden kan zijn van dit gedoe.

Heeft u ook een telefoonnummer van die lui, vraagt gedupeerde aan de Klantenservice van CZ. Sorry, maar dat zult u even in de Telefoongids moeten opzoeken. Gelukkig is er Google.

Met de vriendelijke VNU-mevrouw, die hem uiteindelijk te woord staat, gaat hij niet in discussie, zeker niet, omdat zij onmiddellijk concludeert dat hij als pensioentrekker van de VNU (hij viel nog net in dat pensioenfonds, toen Wegener de dagbladen in 2000 van die uitgever kocht) gewoon recht heeft en behoudt op die collectieve verzekering. Ze bevestigt dat nog even per email en laat daarin namens CZ weten, dat hij de in de aanhef dezes genoemde brief als niet geschreven kan beschouwen.

Maar, wat hij verwacht gebeurt: CZ stuurt toch nog een nieuwe polis en geeft daarbij als reden op: ‘Einde collectiviteit.’ Die polis ligt nu naast zijn toetsenbord met de aantekening: Ontzorgen!

woensdag 21 juli 2010

Waar deden ze het van?

parkeren_grote_markt

Belgen in de rij voor een ondergrondse parkeergarage in Mechelen.

Heb nog even geen genoeg van de Belgen en hun auto’s. Heeft met mijn roots te maken, denk ik: geboren in het grensdorp, nou ja de grensgemeente Ginneken, thans onderdeel van Breda. Bréda (met accent op de e) zeggen ze in Antwerpen. Die steden liggen 50 km van elkaar, maar er was altijd een gevoel van nabuurschap. Eerder dan met Rotterdam, dat op dezelfde afstand ligt.

In de jaren vijftig had ik een Vlaamse vriend, die vlak over de grens  in Meersel Dreef woonde en in mijn klas op het Bredase lyceum zat. Die kwam opeens met de geweldige chevy van zijn vader aanrijden. Want als je in die tijd, als Belg, 18 jaar werd, dan kon je zomaar achter het stuur van een auto kruipen.

Destijds waren wij Nederlanders voor de Antwerpenaren goedkoop van eten en drinken, dus kwam die Sinjoren op zondag massaal naar ons toe gereden. Allemaal, zonder uitzondering, in grote Amerikanen. Van achter het tuinhek stonds ik ze na te gapen. Let wel, in die naoorlogse opbouwperiode, toen wij nog geen nagel hadden om onze kont te krabben, laat staan een auto. Waar deden die Belgen dat toch van? Daar deden de meest fantastische verhalen over de ronde. Zoals: er zat in die auto’s een muntautomaat, waar je af en toe ‘n paar franken is moest gooien en dan kon je weer vooruit. Of –meer prozaisch – ze zijn nu eenmaal luchthartiger bij het kopen op krediet dan wij krenterige Hollanders.

Onlangs stond ik in het Zuid-Franse Sisteron met een hoogbejaarde Antwerpenaar naar de beroemde rotspartij aan de Durance te kijken. Hij zei – leunend op zijn stok – dat hij bezig was er afscheid van te nemen. We hebben het toen nog even over ‘vroeger’ gehad en ik had bij hem veel succes met de volgende anecdote. Na de oorlog richtte Breda, als bijna alle zichzelf respecterende steden, een bevrijdingsmonument op. “Judith met het hoofd van Holofernes’, een hardstenen beeld op een dito zuil, gemaakt door Niels Steenbergen en geplaatst op de Grote Markt. Over de vorm van dat beeld liepen de meningen nogal uiteen. De Antwerpenaren, weer eens op zondagsbezoek, deden ook een duit in het zakje door aan het monument een briefje te hangen: ‘Is ‘t geen schone veldfles?’

Zie ook: Rood-wit blijft rood-wit

Rood-wit blijft rood-wit

Rood-wit blijft rood-wit. Nee, het gaat niet over de naam van een voetbal- of hockeyclub. De Belgische regering – is er nog een regering in België? – heeft besloten, de kentekens van de auto’s rood-wit te laten. Rode letters op witte achtergrond. De politie ziet het liever zwart op geel of zwrat op wit, want de bestaande kentekenplaten zijn moeilijk leesbaar, laat staan goed te fotograferen.

vlaamse_leeuw Het eerste wat je geneigd bent te denken is, laat Europa maar weer eens de knoop doorhakken, maar dat is hoogst onkuis, uitgerekend op de Belgische Nationale Feestdag, aan de vooravond waarvan koning Albert zei: Het komt allemaal goed met ons. De koning loopt het, excusez le mot,  dun door de broek, nu de grootste politieke partij te lande het liefst zou zien dat België barstte en het Huis van Saksen Coburg en Gotha na 180 jaar eindelijk eens ging doppen, de ww inging.

coq_rouge De kentekenkwestie heeft alweer te maken met de onverenigbaarheid van karakters in België. De demissionaire Minister van Mobiliteit gaf de voorkeur aan zwart op geel, maar dat zien de Walen helemaal niet zitten, omdat dat de kleuren van de Vlaamse vlag zijn. Hoe kom je er op? Terwijl er ook zoiets bestaat als le coq rouge, ja wel, rood op wit. Het symbool van de Franstaligen. Het llijkt of de Walen zich vastklampen aan het laatste restje van hun negentiende-eeuwse hegemonie.

Zit dat geel en zwart ook niet samen met rood in de nationale vlag? Ik heb de oplossing: kentekenplaten, zwart op geel met een rood randje!

Zie ook: Waar deden ze het van?

dinsdag 20 juli 2010

Gezag

In een afscheidsstuk over zijn vriend Jan Blokker in Vrij Nederland, schrijft Rinus Ferdinadusse over de gezagsgetrouwheid van de Nederlander in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Als er een bordje stond, 'verboden op het gras te lopen', dan liep men niet over het gras, vermeldt hij.

Ferdinandusse vergist zich. Er stond geen bordje 'op het gras te lopen', maar 'verboden zich op het gras te bevinden'. Het gezag had namelijk vastgesteld dat de Nederlander eerder slim is dan gezagsgetrouw en lekker op  het gras ging liggen of zitten picknicken. De surveillerende politieagent had het nakijken, zolang hij niet kon vaststellen dat iemand over dat gras liep. De logica dat je je niet op het gras kon bevinden, zonder er eerst over te lopen was kennelijk in de zin der wet niet houdbaar gebleken.

zaterdag 17 juli 2010

Laat ontwaken

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft de Koninklijke Wegener, uitgever van onder meer Brabants Dagblad, ED en een reeks titels in Zuid- en Oost-Nederland, een boete van 19 miljoen euro opgelegd. Vijf ‘leidinggevenden’ moeten bovendien samen nog eens 1,3 miljoen betalen. Over het lot van laatstgenoemden hoeft men zich, neem ik aan, geen zorgen te maken. Een kwestie van vestzak-broekzak waarbij het concern dokt.

Toen Wegener in 2000 de dagbladen van de VNU, waaronder het Bredase BN/De Stem (met Zeeuwse editie) opkocht - voor veel te veel geld is achteraf gebleken want direct daarna begon de afkalving van de kranten als gevolg van internet-concurrentie en economische crisis - zijn bepaalde afspraken gemaakt over de ‘redactionele zelfstandigheid’ van BN/De Stem respectievelijk de Provinciale Zeeuwse Courant, die al eerder in handen van Wegener was.  Die afspraken zouden onvoldoende zijn nagekomen. Zo is de drukkerij in Breda ontmanteld en worden beide kranten nu bij Wegener Nieuwsdruk Zuid in Best gedrukt.

De realiteit is inmiddels, dat de PZC en De Stem, samen met ED en al die andere regionale kranten, in belangrijke mate centraal in Apeldoorn worden gemaakt en onder verantwoordelijkheid van ‘eigen’ hoofdredacties verder regionaal worden ingevuld. De kranten mogen onder meer een eigen voorpagina maken en de nodige regionale katernen. De weekendbijlage is een met ‘n paar eigen pagina’s doorregen eenheidsworst. Een columnist als Derk Bolt kom  je zodoende van Zoutelande tot Zwolle tegen.

De samenwerking uit pure economische noodzaak, heeft bij de kranten tot de ‘overbodigheid’ van tientallen redacteuren en technici geleid. De ene bezuinigingsoperatie is de afgelopen jaren de andere opgevolgd. Inmiddels probeert Wegener, onder druk van haar nieuwe eigenaar, het Britse Mecom, zich te onwikkelen tot een crossmediaal bedrijf, waarbij de hoop is gevestigd op het internet als middel om inkomsten te genereren.

De gang van zaken lijkt als twee druppels water op wat er in de Randstad rond het AD is gebeurd, concentraties en reorganisaties waarbij Wegener ook ten nauwste betrokken was. Van eerbiedwaardige kranten als de Haagsche Courant en het Utrechts Nieuwsblad zijn ook maar nauwelijks van elkaar verschillende tabloids overgebleven, die het naar het oordeel van veel abonnees nauwelijks waard zijn hun gerenommeerde titels te dragen.

Wat is eigenlijk redactionele zelfstandigheid? De journalistenvakbond NVJ hanteerde daarvoor sinds de persconcentraties in de jaren zeventig van de vorige eeuw het principe ‘een eigen hoofdredacteur’. Houd je dat criterium aan, dan zijn ook BN/De Stem en de PZC nog steeds zelfstandig. Maar de hoofdredactie van nu is niet meer die van 30 jaar geleden. De strenge scheiding van journalistiek en commercie is allang verlaten en van de hoofdredacteur wordt verwacht dat hij economisch meedenkt en daar ook naar handelt. Een vanuit journalistiek oogpunt bezien allesbehalve benijdenswaardige positie. Het feit dat de directie niet meer borg staat voor de journalistieke onafhankelijkheid, heeft dit voorjaar bij NRC Handelsblad geleid tot het opstappen van de hoofdredacteur.

In tien jaar tijd is er op mediagebied zoveel gebeurd en zoveel veranderd, dat terugvallen op in 2000 gemaakte afspraken,zoals de NMa nu doet, kan worden gezien als een te laat wakker worden. Trouwens, wat doet de NMa met die 20 miljoen? In het steunfonds voor de pers stoppen? Dat zou wel eens hard nodig kunnen zijn, al was het maar om…Wegener te helpen.

Reacties: 17 juli 2010 om 14-04

               17 juli 2010 om 14-41

hhBest.nl

woensdag 14 juli 2010

Kleurstelling

Tot genoegen van sommigen en tot afgrijzen van anderen (hier ligt een mini-enquete aan ten grondslag) heb ik de kleurstelling van dit blog in overeenstemming gebracht met die van de hoofdsite  hhBest.

Mijn opvatting: De idee dat tekst in de regel zwart moet zijn op een witte achtergrond, is conservatief. Op een beeldscherm vind ik dat hinderlijk voor de ogen. Door kranten en tijdschriften toegepaste kleurcombinaties kunnen trouwens tot ronduit onleesbare resultaten leiden. Voor mijn part houden die media het in doorsnee bij het vertrouwde zwart-wit.

Ik blijf openstaan voor kritische opmerkingen.

Best lekker bekt best

Als ik de regels tik die tot deze maandelijkse radiocolumn moeten leiden, is het op ons balkon – ooit door een makelaar wervend aangeduid als loggia – 23 graden. Er strijkt een verfrissend briesje langs de platanen aan de vrije busbaan en niets wijst op naderend onheil. Even naar de buienradar kijken. De komende twee uren nog geen vuiltje aan de lucht.

De journalist in mij, zegt dat ik het eigenlijk over de structuurvisie van de gemeente Best, het centrumplan, inloop-inspraak en klankbordgroepen zou moeten hebben, maar zaterdag begint ook in het zuiden de schoolvakantie en ik geef er nu vast de brui aan.

Het valt mij op, dat nu het zoet en het zuur van de WK achter de rug zijn en we toe zijn aan de flauwe komkommers, de hondachtigen  een nogal dominante rol spelen. Nadat in Roosendaal een vos in een hangmat was gesignaleerd, kwam uit Australië – altijd is het een ver land – het bericht dat een hond zijn baas in diens bil had geschoten. Nauwelijks bekomen van de schrik hoorde ik op Radio 1 vertellen dat een hond, die bij 40 graden in een auto zat opgesloten, de omgeving alarmeerde met de claxon. Blijkbaar zijn honden tot alles in staat. Is het verhaal dat mijn vader me ooit vertelde dan toch waar? Weet je waarom honden aan elkaars achterste ruiken? Ze zijn op zoek naar de soortgenoot, die tijdens een algemene hondenvergadering het ontwerp voor een nieuwe hondengrondwet aan zijn gat afveegde.

dijkpadOm het toch nog even over Best te hebben: Van een ondernemer hoorde ik eens, dat men bij de Kamer van Koophandel, als het over het kiezen van een bedrijfsnaam of slogan gaat, waarschuwt tegen een te frivool en al te voor de hand liggend gebruik van de dorpsnaam Best. Het risico van het opnieuw uitvinden van het wiel ligt op de loer. Woordspelen met Best is aan slijtage onderhevig. Vraag maar aan waarnemend burgemeester Kortmann.

Het kan allemaal wel zijn, maar de horecajongens die voor een culinair festijn het motto Best Lekker lanceerden, hadden natuurlijk groot gelijk. Best lekker bekt best. En de Koetshuistuin als locatie is een regelrechte vondst gebleken, al moesten sommigen daar natuurlijk woorspelig weer Kotshuistuin van maken. Ons dorp kon wel eens ‘n oppepper gebruiken, dus daar zijn we de plaatselijke cuisiniers en supermarketeers  dankbaar voor.

Waar ik heel erg hard om moest lachen, dat was een verzoek van een keurige inwoner aan de gemeente, om het Dijkpad (dat is het enkele jaren geleden royaal verbrede fietspad langs het kanaal naar Oirschot) open te stellen voor snorfietsen. Dat zijn van die brave rijwielen met hulpmotor, die niet harder dan 25 km mogen. Het tragi-komische zit ‘m hierin, dat bedoeld fietspad nu al illegaal volop wordt gebruikt door snelle brommers en scooters. Zoals bekend, maken wij tegenwoordig zelf onze regels. De gemeente sondeert intussen de opvatting van omwonenden over dit verzoek. Maar neemt Best hierover ook contact op met Oirschot? Ik vraag dit, want enkele jaren geleden werd dat fietspad ongecoördineerd in etappes verbreed.  Och mensen, breek me de bek niet open. En wacht daar zeker mee tot na de vakantie.

(Column Omroep Best, 14 juli 2010, 18:10 uur.)

PS Voor wie het allemaal niet gelooft, het kan nog fantastischer. Zie hier een NOSfilmpje van een eland in in een Noorse supermarkt.

dinsdag 13 juli 2010

Afkoelen

Had ik net een afkoelingsperiode willen voorstellen tussen sommige kranten en sommige kritische webloggers, gooit het ED roet in het eten. Uitgerekend de krant, wier hoofdredacteur onlangs nog zijn lezers lastig viel met een klaagzang over die vervelende webloggers.
afkoelen Over de kritiekloze waanzin, die het ED dezer dagen over ons uit heeft gestort aangaande het op kickboksen lijkende voebele van Oranje (gelukkig is er columnist Jos Kessels, dat wel), wil ik het niet hebben. Ook niet over de dociele manier waarop de nieuwe Philipsbaas Frans van Houten (ook gevolgd door een correctie door JK) is binnengehaald. Zelfs niet al te uitvoerig over de onprofessionaliteit (gevolg van de ontslagen van ervaren redacteuren) waarop we door deze Wegenerkrant voortdurend worden getracteerd: Aankondiging van een videofilmpje, ‘want we zijn crossmediaal’: Noodweer niet hevig in deze regio. Begeleid door een fotootje van O.L. Vrouw van Lourdes, alsof die dat noodweer bij de Pyreneeën heeft tegengehouden. Was er nou noodweer of niet? Zo ja, bestáát er dan noodweer dat niet heftig is?

Nee, dan het absolute dieptepunt dat heden in de krant kan worden aangetroffen. Een zorgcentrum in Bladel is op het mallotige idee gekomen, de aan hem toevertrouwde oudjes als middel ter afkoeling, afwasteiltjes met water voor te zetten. Een ‘vondst’, waarvan je anno 2010 toch zegt: hoe halen ze het in hun hoofd. Tweede stommiteit, waarbij de privacy van de bewoners totaal over het hoofd is gezien, het ED toestemming geven daar een mooie foto van te maken.

Nou, ik vertel jullie, als mijn moeder daar bij had gezeten (aangenomen dat zij aan dit vernederende afkoelingsexperiment had deelgenomen), dan zou ik de instelling én de krant hebben aangepakt.

maandag 12 juli 2010

Liempde

Voor rijbewijskeuring (Zit ik niet dement achter het stuur?) moest ik bij dokter Van Laere in Liempde zijn. Moest? Nou nee, ik kon volgens de bejaardenbond  kiezen tussen een arts in Eindhoven en een in Liempde. Natuurlijk Liempde! Natuurlijk (9 km) op de fiets. Kon misschien nog net, chatte vriend die buienradar nauwkeurig in de gaten houdt en weer een reeks ontploffingen vanuit België zag aankomen. Vriend vroeg zich trouwens af, of dokter niet zou denken dat ik niet durfde te autorijden.

Ik houd dus van Liempde. Mooie herinnering aan gesprek met inmiddels allang wijlen burgemeester P.A. (‘Pa’) Smits, in het oude raadhuisje. Vanuit de burgemeesterskamer kon die het hele dorp overzien, terwijl de dorpelingen hem konden zien zitten. Dat was dus, tijdens dat gesprek, voortdurend de hand opsteken.

Toen in de jaren zeventig van de vorige eeuw voor het eerst sprake was van annexatie van Liempde door Boxtel, schreef ik een pinnig stukje, iets té pinnig vond de toenmalige staatssecretaris, Marius van Amelsvoort, omdat ik het woord endlosing had gebruikt. Dat hebben we toen uitgepraat tijdens een lunch in  Le Bistroquet, ja hetzelfde Haagse restaurant, waarin ooit Van Agt en Wiegel samenzweerderig in het schijnsel van een hanglampje werden gefotografeerd, terwijl ze plannen voor hun kabinet zaten te smeden. Ik geloof trouwens dat Liempde daar tijdens die ‘werklunch’ met Van Amelsvoort nauwelijks ter sprake is gekomen.

‘Pa Smits? Goeie vrind van me’, zei dokter Van Laere, die meer dan 40 jaar huisarts in Liempd (altijd uitgesproken zonder e) is geweest. Aha, het klassieke bondgenootschap van notabelen.

In de bloei van zijn burgemeesterschap heeft Smits nog eens ‘n skon gedicht gemaakt over de functie van het Liempdse gemeentehuis. Ik moet van de steen waarin dat is gebeiteld nog een foto hebben, maar dan moet ik in mijn analoge archief duiken en daar is het nu eventjes te warm voor. De ingemetselde steen is inmiddels afgedekt door het logo van een zorgverzekeraar die momenteel in een deel van het raadhuis zit. Maar het ‘doodsprentje’ van Liempde mag er ook wezen. Het werd, gemeentewapen met bijschrift, onthuld op 31 december 1995, dus straks al 15 jaar geleden:

1420 – 1995
Het schild, van al zijn macht ontdaan,
Blijft in de geest slechts voortbestaan.

zaterdag 10 juli 2010

Botten

Arnon Grunberg geeft in zijn Voetnoot in de Volkskrant vanmorgen een dialoogje tussen hem en zijn petekind weer.

Jongetje: ‘Ik zou dood willen zijn.’

G.:  ‘Dan kunnen we niet meer spelen.’

Jongetje: ‘Dan speel je maar met mijn botten.’

Doet me denken aan m’n eigen zoon, die ooit vroeg: ‘Pap, als je dood bent, krijg ik dan je doodshoofd?’

Makaber idee in een voetbalweekend.

vrijdag 9 juli 2010

Vrije marktwerking

Twee keer per week moeten we om medische redenen in het centrum van Eindhoven zijn. Telkens voor minder dan een uur. Betekent 2 euro voor een goor parkeerterrein aan de Fuutlaan. Ja. de gemeente weet daar wel te incasseren, zoals uiteraard ook op andere plekken in de stad. En maar uitbreiden die zones van betaald parkeren. Ja de studiereis van Rob van Gijzel dezer dagen naar Zuid-Afrika moet toch ergens van betaald worden?

Als het op parkeren aan komt, weten ze op Eindhoven Airport, waar de gemeente een dikke vinger in de pap heeft, ook waar Abraham de mosterd haalt. Volgens het ED kost het daar tussen de 18 en 28 euro per dag. Sinds ‘n maand of drie geldt betaald parkeren ook op het aangrenzende bedrijventerrein. Ze hebben daar in Eindhoven flink de smaak te pakken.

Maar op deze manier creëer je als gemeente natuurlijk wel een niche. Je hoeft als vrije ondernemer in de periferie van de luchthaven, die als gevolg van een Brabants minderwaardigheidscomplex geen Welschap meer mocht heten, niet zo héél slim te zijn om te bedenken, dat er enige winst te halen valt met ongebruikte ruimte op je terrein. Zo’n ondernemer is onder anderen een garagehouder, die aan de Luchthavenweg parkeerplaatsen aanbiedt voor 5 euro per dag. Daarnaast is er een parkeerbedrijf (!), dat een kleine 400 auto’s kwijt kan op ongebruikte parkeerruimte bij leegstaande kantoorgebouwen.

Je voelt het al aankomen. Airport en de gemeente hebben beide ondernemers de oorlog verklaard, waarbij – altijd makkelijk –  met de bepalingen in bestemmingsplannen wordt gewapperd. Dwangsommen die oplopen tot 180.000 euro. Het woord is binnenkort aan de bestuursrechter in Den Bosch, aan wie beide ‘vrije ondernemers’  het geval hebben voorgelegd.

In het algemeen moet ik er niet zoveel van hebben, maar voor één keer geloof ik dat privatisering in het belang van de consument kan zijn.

donderdag 8 juli 2010

Goede Doelen

‘n Week of wat geleden stonder er een man op leeftijd bij de MAKRO, met zo’n enorme collectebus van het Rode Kruis. Ik passeerde hem, mijn weigering motiverend: ‘Blijft teveel aan de strijkstok hangen.’

Intussen is er een politieke actie gaande, het salaris van de RK-directeur te normaliseren.

Voldoende uitgelegd, denk ik, waarom ik de Goede Doelen, tegenwoordig met de nodige reserve tegemoet treed (om niet te zeggen, geneigd ben, m’n rug te laten zien). En dan heb ik het nog even niet over de enorme bedragen die door ons naar de zorg worden gedragen, los van de tegenwoordig onaftrekbare ziektekostenpremie. Om die reden raad ik degenen die het wel aftrekbare eigen aandeel in de kosten kunnen betalen, het te houden op de basisverzekering.

Lees ik heden in de Volkskrant: ‘Goede doelen zijn niet immuun voor de economische crisis. Na vijf vette jaren is de totale opbrengst uit eigen fondsenwerving van de twintig grootste goede doelen in het crisisjaar 2009 licht gedaald.’ Enzovoorts.

Aan het verband met het gegroeide wantrouwen jegens de bestemming van de gelden, heeft de krant deze keer kennelijk niet gedacht.

woensdag 7 juli 2010

De geest uit de fles

‘Mijn enige hoop is dat hij nu ook weer doorgaat met schrijven. Ik zie hem ervoor aan,’ schrijft Aaf Brandt Corstius vandaag op de Achterkant van de Volkskrant over Jan Blokker zaliger. En dat hij haar held is. Nooit persoonlijk ontmoet trouwens, terwijl beiden toch voor nrc.next schreven.

De meeste generatiegenoten van Aaf vonden Blokker maar een ouwe brombeer, maar dat zal hij ongetwijfeld als een geuzennaam hebben beschouwd, zoals BN-ers dat deden met vernietigende Blokkeriaanse kwalificaties als Kereltje Pechtold en Meisje May.

Benieuwd of er nog een biografie komt. Jan Blokker jr kan daar wellicht iets over vertellen: dat pa een idee in die richting al jaren geleden heeft weggehoond? Zou me niet verwonderen.

Anecdotes bij de vleet trouwens. Persoonlijk heb ik eens de vrijheid genomen, hem, in prime time nog wel, want het is bekend dat hij om half elf  ‘s avonds vaak nog aan zijn column werkte, op te bellen. Maar hij had daar zelf aanleiding toe gegeven door in een boekje of bundeltje te schrijven: ‘Mijn telefoonnummer is (…)’

Toch ‘n tikkeltje zenuwachtig, hoorde ik aan de andere kant van de lijn: ‘Blokker!’  Een vertederende soort barsheid. Zijn stijl nabootsend, zei ik: ‘Godallemachtig, het nummer klopt ook nog’. Het leek of hij erop had zitten wachten. Het werd een geanimeerd gesprekje, waarin ik opperde, dat hij met de openbaarmaking van zijn telefoonnummer de mogelijkheid had geopend, de verkoop van zijn boek te controleren. ‘Nou, stel je daar maar niet teveel van voor’, reageerde hij met cynische ondertoon.

Een en andermaal horen en lezen we dezer dagen dat Blokkers schrijfproces – perfectionist als hij was – vaak tobberig verliep. Zijn stukken schreven zich bepaald niet vanzelf. Henk Hofland vermeldt dat al over de periode dat B. filmrecensies schreef voor Algemeen Handelsblad. Drie regels tikken op zijn schrijfmachien, roetsj het papier eruit, in de prullenbak en opnieuw.

Was deze Hollander (geen ‘echte Nederlander’, zoals Harry Mulisch hem bij zijn dood typeerde) een jeneverdrinker, gelijk  collega Han Lammers, die ik eens de combinatie snert–oude genever hoorde aanprijzen? Hoe het zij, bij een krantenoverzicht van de radiorubriek Met het oog op morgen, vernam men van de Volkskrant dat bij Jan Blokker ‘de geest nog niet uit de fles’ was.

maandag 5 juli 2010

Collina

Pierluigi Collina, de inmiddels vijftigjarige Italiaanse ex-topscheidsrechter die van nature  onophoudelijk zó boos kijkt, dat hij  vertedert, krijgt bij de UEFA  een vinger in de pap als het gaat om de vraag, in hoeverre zijn voormalige collega’s de beschikking krijgen over technische hulpmiddelen die aan alle geharrewar rond de arbitrage een eind moeten maken.

Sinds wanneer interesseer jij je daarvoor, hoor ik Passant vragen, de man die het als zijn dagtaak beschouwt, op het internetforum Plein568X iedereen voor gek te verklaren, die van voetbal en pop houdt en niet van klassieke muziek. Laat ik duidelijk zijn: ik ben geen liefhebber van het foebele. Maar ik vind het wel leuk, tijdens een WK of EK Oranje te controleren, bijgestaan door Levensmaatje dat,  kennelijk genetisch bepaald, over een opmerkelijk  inzicht beschikt. (Met weemoed herinnert zij zich  van thuis het geroep  Skieten Willy, ten tijde van de gebr. Van de Kerkhof bij PSV, een periode die mij trouwens geheel is ontgaan.)

Maar tijdens dat kijken, zitten we regelmatig met de handen in het haar, voor zover dat laatste nog voorhanden is (nauwelijks meer dan Collina). Want zomin als de 16 miljoen andere kenners van de natie, snappen wij enige bal van een verschijnsel als buitenspel, om maar eens ‘n probleempje te noemen. Met de nagels in de handpalmen plegen wij naar de scheidsrechter en zijn vlaggende assistenten te kijken, over de beslissing die zij nu weer uit hun tovenaarshoeden vissen, soms een kwestie van leven of dood zoals men weet.

Zoveel weet ik wel van dat internasionale foebele dat het als het meest conservatieve wereldje ter aarde moet worden beschouwd. Overal in de sport, bij het schaatsen, het tennissen, het zwemmen, het hardlopen het discuswerpen en noem maar op, bepalen uiteindelijk de camera’s en meetinstrumenten of het duim op of duim neer is. Terwijl het voetbal het in principe nog steeds bij dat antieke keizerlijke gebaar, om niet te zeggen de natte vinger, houdt.

De scheidsrechters verkeren daardoor in een onhoudbare positie, zo leerde ik vorige week van een tv-documentaire. Elke beslissing is er een ten nadele van één van de partijen en de agressie die dat genereert richt zich dan natuurlijk tegen hém.

Ik zou zeggen, meneer Collina, kijk in die UEFA-vergaderingen nog eens extra boos.  Ik vertrouw er op dat het dan helemaal goed komt met die technologisch aangestuurde arbitrage.

zaterdag 3 juli 2010

Rolleiflex

Na lange tijd weer eens oog-in-oog met een Rolleiflex. Prominent in handen - nou ja, niet helemaal want op statief - bij fotograaf Martien Coppens (1908-1986). De Rolleiflex is niet de eerste de beste, maar wel de eerste èn de beste twee-ogige spiegelreflexcamera ter wereld. Uiteraard Duits fabrikaat. Tot op zekere hoogte nagemaakt. Door de Japanners. Ik denk dat de Rolleiflex nog, zoals in de film Blow Up, in ateliers wordt gebruikt, hoewel… de digitalisering gaat nu wel heel erg hard.
In mijn tijd (hoor mij) was niet de Leica of een andere kleinbeeldcamera hét toestel van de persfotograaf. Dat was de Rollei zoals-ie liefkozend werd genoemd. Vanwege z’n universele inzetbaarheid en gemakkelijke hanteerbaarheid. Hier en daar zag je in de jaren vijftig van de vorige eeuw, bij onder anderen de fotografen van het ANP, de Linhof opduiken, maar de Rollei heeft het toch nog heel lang volgehouden.
rolleiflex Martien Coppens dus, met een Rollei op de eerste pagina van een weekendkatern van het Eindhovens Dagblad. <- De schacht aan de bovenkant opengeklapt, het 6 x 6 matglas dat exact het te fotograferen beeld weergeeft, door de turende fotograaf tegen ‘vals licht’ afgeschermd. De rechterhand afdrukkensgereed aan de draadontspanner (evenals het statief ter voorkoming van bewegingsonscherpte). Rechterhand? Jazeker, want de foto is kennelijk een via de spiegel gemaakt zelfportret.
Met een Rollei kan je ‘om ‘n hoekje’ fotograferen. Gewoon een kwartslag draaien, om ongemerkt bij voorbeeld een persoon te verschalken. Het lijkt immers, of je met een hoek van 90 graden een andere kant uitkijkt. Je kunt de camera ook ver boven je hoofd ten onderste boven houden en zo bij voorbeeld over een rij publiek heen fotograferen. Allemaal kunstjes, waaraan de camera niet in de eerste plaats haar roem heeft te danken. Die vloeit namelijk voort uit de fabelachtige kwaliteit van het tot in het oneindige uitvergrootbare beeld. Ik denk nog steeds niet geëvenaard door welke digitale camera dan ook.
De Rollei heeft aan de rechterkant een uitklapbare slinger voor snel filmtransport. Draaien tot-ie stuit, knip, draaien…Uiteraard rolfilm, in schutpapier. Rechts zit een dikke, ronde knop voor het scherpstellen.
Ik heb als 20-jarige ‘n tijdje op de tweesprong gestaan: schrijvend journalist of fotojournalist. In die tijd had ik een Rollei. Gelegenheitskauf in Koblenz. In die tijd was het nog smokkelwaar. Als ik snel ‘n paar foto’s maakte en ontwikkelde, knipte ik in de doka het eerstvolgende nog onbelichte ‘beeldje’ op het gevoel doormidden en het eerste (belichte) beeldje langs de plakstrook. Als ik dan de met cellotape aan het schutpapier geplakte rest van de film er weer in zette, ging de teller bij de oude plakstrook weer werken. Ik transporteerde dan door tot de plek waar de filmrest begon. Zo kon ik met een film voor 12 opnamen wel drie sessies doen. Had ook nog een adapter, waarmee je kleinbeeldfilm in de Rollei kon gebruiken. Geen succes, want je kreeg een ‘uitsnede’ van het 6 x 6-formaat.
Mijn Rollei is nooit helemaal meer de oude geweest, sinds ik met een vriend-collega in een speedboat op een Leeuwarder gracht zat en ik met mijn camera bij een zwenking een golf water over me heen kreeg. Hoewel… hij is nu in het bezit van mijn oudste zoon en die heeft hem toch maar weer eens laten opknappen. Intussen zoek ik al jaren naar een scanner die mijn historisch 6 x 6-archief aan kan.

Zie ook Sante Brun: Een doos vol negatieven

donderdag 1 juli 2010

Zandweg

Dankzij Twitter kwam ik een opmerkelijk bericht in het Eindhovens Dagblad op het spoor. De gemeenteraad van Someren heeft een motie van de VVD verworpen tot herverharding van een zandweg tussen het  dorp Someren en Sterksel, een kerkdorp van de gemeente Heeze-Leende.

Motief van de VVD was: goede ontsluiting.

Maar verharding druist in tegen de opvatting dat er in Nederland uit cultuur-historische en milieuwelgevallige overwegingen nog enkele zandwegen moeten overblijven. Zeker daar, waar verharding niet echt nodig is. Je hoeft niet álles te verharden of, zoals in Frankrijk in toenemende mate gebeurt, met asfalt dicht te plakken.

Het  grappige van het bericht vind ik, dat de zandweg in kwestie tot voor kort verhard was, maar weer in de oorspronkelijke staat was teruggebracht.  Terug naar de natuur!

In Someren en omstreken is men dus van een dwaling teruggekeerd, dankzij politieke partijen die wat minder automatisme (en automobilisme) in hun beleid doen.

ED.nl