zaterdag 30 juni 2012

Gelach van boven

Onlangs afscheid moeten nemen van onze lieve vriendin Marianne. Samen met onder anderen haar zonen Mike en Rob en hun vader Henk.

Ruim een week later zou haar 68e verjaardag zijn geweest. Heet nu voortaan geboortedag. Die hebben we met z’n allen gevierd op de manier zoals zij die zou hebben gewild, in haar tuin. Haar foto stond op een tafeltje tegen het raam, met twee kaarsjes ervoor.

Op zeker moment kwam er iemand aanzetten met de krant van die dag. Op de voorpagina stond een foto van drie éénjarige leeuwen, die een dag eerder van Ouwehands Dierenpark in Rhenen waren overgebracht naar Dierenrijk in Nuenen. Die leeuwen heten: Mike, Rob en Henk.

Het kwam ons voor dat daarboven werd gelachen.

vrijdag 29 juni 2012

Zooi

‘Gooi die zooi maar tegen de vlakte’ moet de fractievoorzitter van D66 in de gemeenteraad van Best, Jan Willem Slijper, hebben gezegd, over het <- diep-middeleeuwse boerderijfragment, behorend tot de Amelrijck Boot Hoeve, aan de Oirschotseweg. Die monumentale stal (waarvan wetenschappelijk vast staat dat ze de oudste van ons land is) staat op instorten, maar is voor de raad weer eens een object van besluiteloosheid. Het mocht eens wat kosten of de doorsnee kiezer niet behagen.

Hier kan ik niet kwaad over worden, zei iemand in mijn omgeving, want dit is zó verschrikkelijk dom. Netjes gezegd, toch? Dom, inderdaad en passend in de slopersmentaliteit het gebrek aan creativiteit van D66. De heer Frits Speetjens heeft inmiddels voorgesteld, ter hoogte van de Amelrijck Boot Hoeve een kleine grenscorrectie ten gunste van Oirschot toe te passen, want die gemeente weet wel hoe ze met monumenten om moet gaan. Hiermee heeft Speetjens, die oud-burgemeester van Oirschot is, alvast een straatnaam verdiend.

Intussen zitten we toch maar met die bestuurlijke zooi in Best, van waaruit men doodleuk laat weten dat de herformatie van B en W, na de fatale struikeling van de D66(!)-wethouder, maar over de vakantie moet worden heen getild. Wie zegt dat? Harry Jannink. En wie is dat dan wel? De voorzitter van het plaatselijke CDA. Is die door de bevolking gekozen, terwijl-ie kennelijk toch de leiding heeft van, of minstens grote invloed heeft op de onderhandelingen? Welnee, want ‘zo doen wij dat in Best’.

Je zou haast gaan denken dat Jannink iemand is, die je geen hand moet geven zonder daarna je vingers te tellen, om wijlen Hans Gruijters te citeren, want wat voegt-ie er aan toe? ‘We zullen het zomerreces gebruiken om ons te beraden over de marsroute naar een nieuwe coalitie.’ (ED van heden.) Til je het nu over de vakantie heen, of is dat alleen maar een advies voor de wederpartijen? Het is net als in het bedrijfsleven: er zijn omstandigheden, waarin het ernstig moet worden ontraden, met vakantie te gaan. Want dan kan er achter je backpack van alles gebeuren.

Relevante links:

Bestuurscrisis

Historische waarde Armenhoef

woensdag 27 juni 2012

Opbouw

(Het in deze column genoemde verhaal is online goed in een
e-reader te lezen. Je kunt het ook
downloaden als *.pdf-bestand.)

De opbouw is in volle gang. Die van de kermis Best. Wereldberoemd in heel de regio. Niks bordjes ‘verboden op het werk te komen’, of ‘bouwhelm verplicht’. Natuurlijk voldoen de werken aan de eisen van de ARBO- en andere veiligheidswetten, hoewel de ladder die daar minstens tien meter hoog lijkt te zweven  tussen de spanten van het reuzenrad…?
Nou ja, de kermis is wel heel iets anders dan die in mijn tijd.
Toen de  stoomcarrousel <- nog echt stoomde. (Lees eventueel mijn verhaal Een kermisje van niks dat zich afspeelt in oorlogstijd.)

Maar het blijft wérken. Vanuit de pakwagens die kris-kras door elkaar staan, een zelfs voorzien van ‘n hijskraan. De mensen van de spelletjeskraam, die al die prijzen, groot en klein, moeten uitpakken en ophangen even goed als de mannen van het griezelkasteel uit Aken, dat helemaal is samengesteld uit huiveringwekkend realistische animatie-decors. De mens van de 21e eeuw is door het virtuele computergeweld zó verwend dat een al dan niet scheel kijkende dame in een gondel op een zwanenmeer niet meer volstaat.

Dat loopt daar op het Raadhuisplein allemaal door elkaar, ogenschijnlijk als kippen zonder kop, maar zoals gebruikelijk op de kermis, schijn bedriegt. In werkelijkheid moet de coördinatie  sluiten als een bus, ook al zie je een man de verbindingen tussen stukken geleiderails aanbrengen en worden die vastgeklonken door iemand anders die toevallig voorbij lijkt te komen. Staat alles waterpas? Dat doen ze met blokken hout en met timmermansblikken.

Open monden van tientallen kijkers, die geen strobreed in de weg wordt gelegd. Het is woensdagmiddag, dus de jongeren zijn ook ruim vertegenwoordigd; nemen er hun gemak van, zittend op de stangen van ‘n paar dranghekken. Wonderlijk dat er nooit eens van onderen wordt geroepen en dat alles zo onverstoorbaar z’n gangetje gaat.

Routine meneer, routine, zegt een senior.Maar het is wel ploeteren en zweten voor maar ‘n dag of vier feest, waarvan al die werkers moeten eten.

dinsdag 26 juni 2012

IJskelders

ijskelder2 538x403
In het beukenbos achter het kasteel van Heeze, even buiten de slotgracht, ligt wat intussen niet meer is dan de ruïne van een ijskelder: een gewelf van baksteen, eertijds (sinds 1907) afgedekt met zand. Aannemer Nico de Bont uit Vught, gespecialiseerd in de restauratie van monumenten, heeft er een hek omheen gezet, plus de nodige waarschuwingen voor instortingsgevaar. Voor het opknappen van het bouwsel is subsidie aangevraagd (het kasteel met bijgebouwen is een rijksmonument), over welk verzoek hopelijk nog deze zomer wordt beslist. Meer hierover op de website van kasteel Heeze.

In daartoe geëigende winters werd ijs uit de gracht gehakt en in het ‘hol’ opgeslagen. Zo konden de bewoners van het kasteel het in de zomer nog gebruiken voor koeling en eventueel het maken van consumptieijs. De techniek van dat laatste was in de achttiende eeuw al bekend. In het paleis van Versailles werden ijsjes gegeten!

Het gebruik van staven ijs voor het koelen van bij voorbeeld bier, was tot het midden van de vorige eeuw in zwang. Ze werden door de brouwer aan de café’s geleverd en met paard en wagen aangevoerd.

Menige buitenplaats, ook in Brabant, had zo’n ijskelder als die in Heeze. Als jongen van zeventien jaar was ik lid van een voortrekkersstam (oudere scouts) en wij mochten de ijskelder van het landgoed Wolfslaar bij Ulvenhout als stamhut gebruiken. We noemden haar De Den. Tweemaal per week fietsten we daar naar toe. Het hol had een gestuct gewelf waaraan een petroleumlamp hing. Om een ronde tafel (de ridders van de ronde tafel!) waren tegen de wand banken getimmerd. Het tunneltje direct achter de ingang was afgeschermd met een dik gordijn van gobelinachtige stof, dat binnen de kortste keer al aardig begon te schimmelen. Want dat was wel een nadeel van ons unieke hol, het was gruwelijk vochtig.

Ik moet nodig nog eens op Wolfslaar gaan kijken, of die ijsberg (opgeworpen met zand dat vrijkwam bij de aanleg van de vijver) met bovenop een houten prieel, nog bestaat. Misschien ga ik het combineren met een bezoek aan een beeldenexpositie die momenteel in het park wordt gehouden.

Wolfslaar gevonden: Als het kasteel van Doornroosje

Zie ook: De ridders van de ronde tafel

vrijdag 22 juni 2012

Bestse coalitie staat op springen

De nieuwe burgemeester die op 1 september in Best aantreedt wacht allesbehalve een gespreid bedje. De coalitie die het dagelijks bestuur vormt staat op springen, nu de D66-wethouder, mevrouw Ine Meeuwis-van Langen, is afgetreden en haar fractie zich heeft teruggetrokken. De coalitiepartners, CDA en VVD, verkeren in een panieksituatie.

Los daarvan – of min of meer in samenhang daarmee – de problemen in deze gemeente zijn, huizenhoog. De bezuinigingen, waaraan ook Best niet ontkomt, spelen daarbij een cruciale rol, maar dat is het niet alleen. Vastgesteld moet worden dat het dit gemeentebestuur, inclusief de raad, aan de bestuurskracht ontbreekt die in deze tijd nodig is.

Een samenvatting: Best slaagt er niet in, een redelijk aanvaardbare oplossing te vinden voor de bouwvallige staat waarin een verenigingsgebouw, bekend als Het Tejaterke, verkeert. Wethouder Meeuwis oogstte stormen van kritiek voor de door haar, respectievelijk het college, aangedragen compensatie voor de sloop van de voormalige kerk, namelijk medegebruik van de accommodatie in het ene dan wel het andere schoolgebouw.

Hoewel los van dit conflict staande, is er ook het ‘lied zonder einde’ wat betreft de reorganisatie van het bestuursapparaat.

Knellend is – en meer de onderling tegenstrijdige belangen van de bevolking rakend is verder het verkeersprobleem in het te pimpen centrum, in het bijzonder de Hoofdstraat, waarvoor het laatste  nog embryonale voorstel van het college is: doe niets! (Ter verduidelijking: het gaat om het tijdens de winkeluren voor autoverkeer afsluiten van die straat.)

Er is sprake van een opeenstapeling want het laatste nieuws is dat het geduld van de ondernemers aan de Oirschotseweg binnen de ring, het verlengde van de Hoofdstraat, op is. Die weg is een aantal jaren gereconstrueerd zonder dat het tot aanwijsbare oplossingen heeft geleid. Genoemde ondernemers willen er eindelijk bij horen.

Het meest schrijnende van alles is dat het gemeentebestuur er niet in slaagt, het verkeersprobleem in het centrum echt te doorgronden en bij voorbeeld niet inziet dat dit niet los kan worden gezien van het functioneren van de Ringweg. Die zou een hoofdrol moeten spelen bij het reguleren van het doorgaande verkeer. Het houden van een enquête door een extern bureau naar de vraag, wie het autoluw maken van het centrum wil en wie niet, is natuurlijk slechts ‘n facetje van de studies die aan de uitvoering van maatregelen ten grondslag zouden moeten liggen. Bovendien is zo’n enquête weinig meer dan vragen naar de bekende weg.

Tot overmaat van ramp, kwam de nu afgetreden wethouder dezer dagen ook nog met het ideetje, ‘n paar ton per jaar te besparen door het gemeentelijk openluchtzwembad te sluiten. Het huis was te klein natuurlijk en mevrouw gaat hiermee de geschiedenis in als Ine de sloopster. Wie had dat gedacht van een voormalige oppositieleider (jarenlang) die het destijds allemaal zo goed wist.

donderdag 21 juni 2012

Internetjournalisten steken nog wel eens iets op van dagbladcollega’s

Internetjournalisten steken nog wel eens iets op van dagbladjournalisten – in  hoeverre het omgekeerde geldt laat ik nu maar even in het midden. Da’s een verhaal apart.

Een mooi voorbeeld treffen we aan op/in de internetkrant Persbureau Ameland. Die website had een aardig verhaal, over een in het wad weggezakte vw-pickup, die na veertig jaar weer letterlijk boven water kwam. Tenminste, ze ontleende dat onder dankzegging aan een ‘primeur’ van de Leeuwarder Courant; een bericht dat ze even goed zelf had kunnen hebben, mits ze wat minder scrupules zou hebben gehad bij het benaderen van de bron. Die bron wilde Persbureau Ameland, namelijk niet lastig vallen omdat hij op het festival Oerol op Terschelling (hier schreef ik eerder per ongeluk Ameland) bevond. Terecht dacht de verslaggever van de LC daar anders over.

Moraal van het verhaal: Wees als journalist niet brutaal, maar vrijmoedig en  laat het nieuws niet liggen uit beleefdheid. Zelfs mededogen kan niet altijd aan de orde zijn.

Het bericht op Persbureau Ameland

woensdag 20 juni 2012

De Bronzen Bos

Enkele uren de tijd passeren in Heeze. Geen straf. Op naar het kasteel, waar ik al zo lang niet meer was geweest. Een van de laatste nog bewoonde kastelen van ons land – al minstens 200 jaar door de familie Van Tuyll van Serooskerken.
Het hoofdgebouw uit het midden van de zeventiende eeuw, ontworpen door niemand minder dan Pieter Post (onder meer ook Huis ten Bosch). Je hoeft het overwegend in achttiende-eeuwse stijl bewaarde interieur (gobelins uit de ateliers van de Franse koningen, een uit de marmeren vloer uitgespaarde badkuip) niet eens te betreden om je terug in de tijd te voelen. In die kamers heeft de schrijfster Belle van Zuylen (ook ‘n Van Tuyll) nog vertoefd. Het gevoel, wordt niet minder bepaald door de entourage van een parkachtig cultuurlandschap met reusachtige eiken en beuken, weilanden, een bakstenen duiventoren.
Ik wandel langs de slotgracht, waar een met zandloperluiken (rood-wit van de Van Tuylls) uitgeruste dienstwoning zich spiegelt in het water met bloeiende waterlelies en witte eenden; kom uit op de Boschlaan (rentmeesterswoning, jachthuis). Een wel drie meter hoge beukenhaag schermt daar het kunstmatig eiland af van de buitenwereld – wandelaars en vooral veel fietsers die de Herbertusbossen bezoeken. De Heren van Heeze, Leende en Zesgehuchten hadden nóg een kasteel, in het naburige Geldrop. Er is daar een sportpark dat De Bronzenwei heet: de baron z’n wei. Ik bedenk opeens dat ik me dus in de Bronzen Bos bevind, ook al lijkt me daar taalkundig een steekje aan los. Die bossen zijn genoemd naar Herbertus, een ridder-eigenaar uit de twaalfde eeuw, die stellig het oorspronkelijke slot Eymerick heeft bewoond. De restanten, van dat slot zijn geconserveerd en maken deel uit van het kasteelcomplex. Brabants Landschap beheert nu de bossen, waardoor de Sterkselsche Aa meandert. Ik hoor enkel vogels, geen enkel verkeersgerucht.
Hier liggen persoonlijke herinneringen, die precies een halve eeuw teruggaan. Mijn tweede dochter was net geboren, het was een schitterende, warme vakantiedag en we besloten met ons gezinnetje naar het zwembad De Smeelen in Geldrop te gaan. Gesloten! Dan maar met de reiswieg in het pas door de krant mede-gefinancierde autootje (Simca 1000, MU-35-26) naar het bos van de baron.
Naar oud adellijk gebruik, hijsen de Van Tuylls hun vlag op het dak van het poortgebouw als ze aanwezig zijn. Toen was de vlaggenstok leeg, dus moet ik mijn oudste (toen bijna 4) wel het volgende oude liedje hebben voorgezongen:
Meneer de baron is niet thuis,
Hij is er al wekenlang van huis,
Hij maakt ‘n expeditie naar het noordpoolijs,
Meneer de baron die is niet thuis.

Nou, vooruit, ik laat het maar weer even horen (als je dat wilt):

Ik kan dus sindsdien niet meer in ‘de bronzen bos’ komen, zonder daaraan terug te denken.

http://www.deheerlijkheid.nl/

Meer over de familie Van Tuyll van Serooskerken in Brabant

IJskelders op buitenplaatsen

Meer over het kasteel van Heeze op de website van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven

Mijn jongste dochter van wie in bovenstaand stukje sprake is werd 50 jaar. Met tekening van Ben, de echtgenoot van mijn oudste dochter.

dinsdag 19 juni 2012

Hyperige berichtjes

Soms circuleren er over ICT en internet berichten door de media, die kant noch wal raken en waaraan zodoende niemand wat aan heeft. Ze roepen alleen maar meer vragen op.

Neem nou het het stukje ‘Google vaker gevraagd, informatie te verwijderen’ uit San Francisco, aangevuld met een commentaar van een woordvoerder van Google Nederland. Ik kan natuurlijk wel op het internet gaan zoeken naar dat ‘halfjaarlijkse transparantierapport’ dat ‘de internetgigant zondagavond vrijgaf’, maar dat doe ik even niet, omdat Google wel gigantisch is, maar niet allesbepalend wat het wereldwijde web betreft. Vraag anders maar aan Twitter of Facebook.

Dus als Google verzoeken van overheden krijgt, om onwelgevallige teksten of negatieve commentaren te verwijderen, dan zegt dat wel iets over democratie en censuur in de betrokken landen (wees gerust, het aantal Nederlandse verzoeken is niet significant) maar niet alles. Waar stáán die teksten en waar slaan dus die verzoeken eigenlijk op? Op een blog, dat door Google wordt gehost, zoals mijn Manieren? Op het tot dusver nog niet echt succesvolle sociale netwerk Google+? Het zou best kunnen, maar is het ingrijpen aldaar niet zoiets als water naar de zee dragen? Stel dat Google, om bij het voorbeeld te blijven, een tekst van mijn blog zou verwijderen (wat voor mij een reden zou zijn, dat blog onmiddellijk te beëindigen), dan zou ik kunnen terugvallen op mijn website hhBest en geen hond die daar iets aan kan veranderen, laat staan Google.

Nee, als het over het internet gaat, is het voor de overheden die dat zouden willen, gelukkig nog steeds vechten tegen de bierkaai. En al duikt er af en toe wel iets op dat lijkt op een bedreiging, ik heb geen redenen om te verwachten dat daar verandering in komt.

Wees als medium dus zuinig met dit soort hyperige berichtjes.

zaterdag 16 juni 2012

Wat is het mooist?

Hein van Dooren, rechtbankverslaggever van het Eindhovens Dagblad die ook wekelijks een licht ironische column schrijft, geeft vandaag aan een verzoek, ook eens over voetbal te schrijven, een verrassende wending:Haydn ‘Voor deze keer dan: het Duitse volkslied is vele keren mooier dan het onze.


Joseph Haydn <- schreef de melodie voor het Oostenrijkse, later het Duitse volkslied.


Knappe wetenschapper die mij van dit standpunt afbrengt.’

Ik ben geen wetenschapper, laat staan een knappe, toch reageer ik. Het is maar wat je mooi vindt – dit niet in de context van ‘over smaak valt niet te twisten’, maar in praktische zin van: het is maar wat je bedoelt, de melodie of de tekst.

De tekst van het Wilhelmus vind ik mooi, omdat ze teruggrijpt naar een bewogen episode uit onze (ontstaans)geschiedenis als onafhankelijk volk. De melodie is veel ouder dan die waarin de 80-jarige bevrijdingsoorlog zich voltrok (1578-1648) en stamt uit Frankrijk.

De tekst van Das Lied der Deutschen ontstond in 1841 en begint met de beladen woorden: Deutschland, Deutschland über alles. Beladen natuurlijk, gezien de Tweede Wereldoorlog. Uit de literatuur hierover, die ik op het internet vond, valt echter af te leiden dat de bedoeling van de dichter iets heel anders was: in de negentiende eeuw had elke soevereine Duitse staat een eigen Fürstenhymne, een loflied op de vorst. Het Deutschlandlied was daarvan een tegenhanger. Het ‘Deutschland, Deutschland über alles’ richt zich niet tegen andere volken maar verwoordde de wens, een vereend Duitsland boven de belangen van al die vorstendommetjes te stellen. Dit nam natuurlijk de reden niet weg om na de oorlog in West Duitsland expliciet voor het derde couplet te kiezen: Einigkeit und Recht und Freiheit - für das deutsche Vaterland! Na de scheiding van het oosten ook nog eens buitengewoon actueel.

Maar natuurlijk bedoelt Van Dooren bij zijn vergelijking de melodieën. En dan ben ik het hartgrondig met hem eens. Niemand minder dan Joseph Haydn  schreef in 1795 de muziek voor wat tot 1918 in verschillende tekstversies het Oostenrijkse volkslied was. In eerste instantie begon het met: Gott erhalte Franz den Kaiser - Unsern guten Kaiser Franz. Later verwerkte Haydn het thema in het tweede deel van een strijkkwartet, dat daarom bekend staat als het Keizerkwartet. In 1922, zestien jaar voor Oostenrijk als staat (de Anschluss), annexeerde Duitsland de melodie voor zijn eigen hymne.

woensdag 13 juni 2012

Promotie

Zoals je niet om de mediale sportterreur heen komt – vanmiddag switchte ik van Radio 1 naar BNR, met het eigenlijk voorspelbare effect van de ene voorbeschouwing in de andere te belanden – zo ontkom je als automobilist ook niet aan de uitlaatgassen.

Die van dieselmotoren is niet langer mogelijk kankerverwekkend, zo hebben wetenschappers vastgesteld, maar zeker. Het staat gelijk aan ‘meeroken’. Een bedenkelijke, om niet te zeggen huiveringwekkende promotie.

Ben ik effe blij, niet meer in de levensfase te verkeren dat ik om wat voor reden dan ook regelmatig tussen de wielen wordt gedwongen. De laatste tien jaren van mijn arbeidsleven moest ik dagelijks van Best naar Den Bosch. Om meer dan een reden koos ik toen, als het even kon, voor de trein. Met het fietske naar het station en in Den Bosch was het slechts ‘n paar honderd meter lopen naar de krant.

In die tijd zat tegenover mij een collega, die al jaren eerder van het roken was af gekomen. Die ex-rokers zijn de felste anti’s. Ik had ook een aantal jaren niet gerookt, maar had ‘daardoor’ zo’n dikke kop gekregen, dat ik er geen been in zag, die verderfelijke gewoonte weer op te nemen. Inmiddels was ik echter overgestapt op de kleine sigaar. Die rookte ik, laat ik zeggen, in afzondering. Maar mijn collega nam elke gelegenheid te baat, zijn weerzin tegen het roken uit te bazuinen. Ik dacht hem evenwel tuk te hebben, door hem te wijzen op het feit dat hij dagelijks tussen Geldrop en Den Bosch x kubieke meters uitlaatgassen tot zich nam. Terwijl er ook voor hem een uitstekende treinverbinding beschikbaar was.

Hij leeft nog steeds, gelukkig. En ik ook, zoals je ziet.

maandag 11 juni 2012

Kampioenspapa

Volgens zijn kinderen bakt hij de lekkerste pannenkoeken en hij draaft achter zijn kinderen aan om hen fietsen te leren.

Dit zijn de motieven op grond waarvan die kinderen, hun papa – eigenlijk heit, want het gaat om Douwe Ybema uit het Friese Grou – bij het Kruidvat hebben voorgedragen voor de titel leukste papa. Van Friesland dus. En hij won!

Natuurlijk kun je als kind niet om de uitdaging heen, zeker als je gek bent op je papa. Maar dat je als volwassene, sterker nog, als serieus klassiek medium gelijk de Leeuwarder Courant in deze zoveelste reclamestunt van een drogisterijketen trapt… met groepsfoto en al, inclusief ‘winnaarsdiploma’ en Kruidvatlogo goed in beeld.

Ach, het hoort bij vaderdag, die nakend is, maar nog nooit de impact heeft gehaald van die van moederdag. Overigens, wees slim en doe het als in Frankrijk: noem het ‘Feest van de vaders’ en laat het ‘n week of langer duren – voor een nóg beter resultaat.

Er staat ons trouwens nog heel wat te wachten in het kader van deze actie. Precies: een landelijke kampioenspapa, die het allerbest pannenkoeken kan bakken en achter fietsertjes hollen.

Kees ging voor in de aanbidding

handoplegging_178x208Op de ANP-foto zie je ‘n pop, iets wat het midden houdt tussen een pinguïn en een panda, met een blauw gekaft boek, waarop nog net een gouden kruis zichtbaar is, de hand opleggen bij een lachend blond meisje. Haar vriendin zorgt voor de digitale vereeuwiging. Wat is hier in godsnaam aan de hand?

Een meer prangende vraag: wat bezielt 26.000 jongeren – 4000 minder dan een jaar geleden, dat wel, terwijl Nederland-Denemarken toch tijdens de strategisch ingelaste pauze op scherm was te volgen – naar het Gelredome te komen voor ‘het grootste christelijke jongerenevenement van Europa’? Dat van de EO.

Toch niet, omdat Kees Kraayenoord de aanbidding leidde? Aanbidding? Dit staat in het van oorsprong roomse dagblad De Gelderlander en zusjes van de firma Wegener. Volgens de oude katholieke traditie, kan ik als ervaringsdeskundige zeggen, betekende aanbidding expliciet het bidden voor het uitgestalde Heilig Altaarsacrament, een rite die de protestanten  een gruwel was. Ik neem aan dat nu niet de pinguïn onderwerp van verering was.

Wat bezielt ze, vroeg ik me af. Laat ik ‘n gooi doen: vroeger zouden ze het een huwelijksmarkt hebben genoemd, heden ten dage heet zoiets een dating. Als de R.-k. Instuif, waarop ik in de jaren vijftig mijn derde meisje aan de haak sloeg. Dat was in Leeuwarden, waar het nogal ‘n probleem was, een partner van je eigen geloof te vinden, want ‘twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen’.

In Arnhem was dat natuurlijk geen probleem meer. De pinguïn met zijn blauwe bijbel helpt. En anders wel de panda.

woensdag 6 juni 2012

Burgemeester Stegerstraat niet zo’n goed idee

In Oirschot gaan stemmen op, een straat te noemen naar burgemeester E.A.M.A. Steger (ambtsperiode 1938-1967) vanwege zijn verdiensten voor het behoud van de monumentaliteit van het dorp. Met alle respect, (voornamelijk voor de goede bedoelingen) ik zou daar toch nog maar eens even mee wachten.

Een klein jaar geleden mocht ik op deze plaats m’n ei kwijt over de verandering van het burgemeestersambt, met name ten plattelande, waarbij de heer Steger onder de dramatis personae werd opgenomen. De man komt daarin naar voren als een tamelijk ijdele, maar vooral kleurrijke figuur die meermaals de landelijke pers haalde met zijn nogal excentrieke wijze van opereren en daarmee zelfs kamervragen uitlokte.

Dat is evenwel niet het complete verhaal. De oplettende lezer zal het niet zijn ontgaan dat Eduard Steger tijdens de oorlogsjaren ‘gewoon’ als burgemeester heeft doorgefunctioneerd, een feit dat minstens een belletje moet doen rinkelen. Ik zeg niet dat alle burgemeesters die in die tijd aanbleven (het alternatief was een NSB-bewind) fout hebben gehandeld, integendeel er zijn er genoeg die hun gemeentenaren op deze manier ‘voor erger dingen’ hebben kunnen behoeden.

Het idee, Steger te vernoemen in een straatnaam komt van de Oirschotse Heemkundekring; ik raad de dames en heren van deze club aan, eens te rade te gaan bij de zusterorganisatie Den Beerschen Aard, die over een archief bezit aangaande het gedrag tijdens WO2 van de burgemeesters in oostelijk Brabant. Dat komt doordat de toenmalige burgemeester van Oost-, West- en Middelbeers (tegenwoordig gemeente Oirschot), Jan Smulders, op een cruciaal moment weigerde, aan een bepaalde opdracht van de bezetters te voldoen, wat hem op een transport naar Duitsland en uiteindelijk op de uitputtingsdood aldaar kwam te staan. Bij dezelfde gelegenheid, zo las ik in dat Beerse archief, drukte burgemeester Steger, populair gezegd, zijn snor. Tussen hem en de weduwe T. Smulders-Beliën, na 1945 opvolger van haar man en de eerste vrouwelijke burgemeester van Nederland, is het nooit meer helemaal goed gekomen.

Steger is dus, op z’n zachtst gezegd, een omstreden figuur, zodat eerbewijzen aan zijn nagedachtenis sommige inwoners van de gemeente Oirschot of hun nabestaanden wel eens pijnlijk zouden kunnen treffen.

(Gesproken column Omroep Best, 13 juni, 18:10 uur.)