Enkele uren de tijd passeren in Heeze. Geen straf. Op naar het kasteel, waar ik al zo lang niet meer was geweest. Een van de laatste nog bewoonde kastelen van ons land – al minstens 200 jaar door de familie Van Tuyll van Serooskerken.
Het hoofdgebouw uit het midden van de zeventiende eeuw, ontworpen door niemand minder dan Pieter Post (onder meer ook Huis ten Bosch). Je hoeft het overwegend in achttiende-eeuwse stijl bewaarde interieur (gobelins uit de ateliers van de Franse koningen, een uit de marmeren vloer uitgespaarde badkuip) niet eens te betreden om je terug in de tijd te voelen. In die kamers heeft de schrijfster Belle van Zuylen (ook ‘n Van Tuyll) nog vertoefd. Het gevoel, wordt niet minder bepaald door de entourage van een parkachtig cultuurlandschap met reusachtige eiken en beuken, weilanden, een bakstenen duiventoren.
Ik wandel langs de slotgracht, waar een met zandloperluiken (rood-wit van de Van Tuylls) uitgeruste dienstwoning zich spiegelt in het water met bloeiende waterlelies en witte eenden; kom uit op de Boschlaan (rentmeesterswoning, jachthuis). Een wel drie meter hoge beukenhaag schermt daar het kunstmatig eiland af van de buitenwereld – wandelaars en vooral veel fietsers die de Herbertusbossen bezoeken. De Heren van Heeze, Leende en Zesgehuchten hadden nóg een kasteel, in het naburige Geldrop. Er is daar een sportpark dat De Bronzenwei heet: de baron z’n wei. Ik bedenk opeens dat ik me dus in de Bronzen Bos bevind, ook al lijkt me daar taalkundig een steekje aan los. Die bossen zijn genoemd naar Herbertus, een ridder-eigenaar uit de twaalfde eeuw, die stellig het oorspronkelijke slot Eymerick heeft bewoond. De restanten, van dat slot zijn geconserveerd en maken deel uit van het kasteelcomplex. Brabants Landschap beheert nu de bossen, waardoor de Sterkselsche Aa meandert. Ik hoor enkel vogels, geen enkel verkeersgerucht.
Hier liggen persoonlijke herinneringen, die precies een halve eeuw teruggaan. Mijn tweede dochter was net geboren, het was een schitterende, warme vakantiedag en we besloten met ons gezinnetje naar het zwembad De Smeelen in Geldrop te gaan. Gesloten! Dan maar met de reiswieg in het pas door de krant mede-gefinancierde autootje (Simca 1000, MU-35-26) naar het bos van de baron.
Naar oud adellijk gebruik, hijsen de Van Tuylls hun vlag op het dak van het poortgebouw als ze aanwezig zijn. Toen was de vlaggenstok leeg, dus moet ik mijn oudste (toen bijna 4) wel het volgende oude liedje hebben voorgezongen:
Meneer de baron is niet thuis,
Hij is er al wekenlang van huis,
Hij maakt ‘n expeditie naar het noordpoolijs,
Meneer de baron die is niet thuis.
Nou, vooruit, ik laat het maar weer even horen (als je dat wilt):
Ik kan dus sindsdien niet meer in ‘de bronzen bos’ komen, zonder daaraan terug te denken.
http://www.deheerlijkheid.nl/
Meer over de familie Van Tuyll van Serooskerken in Brabant
Meer over het kasteel van Heeze op de website van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
Mijn jongste dochter van wie in bovenstaand stukje sprake is werd 50 jaar. Met tekening van Ben, de echtgenoot van mijn oudste dochter.
Ik zie het helemaal voor me, enorme beuken met een gladde bijna wulpse stam, een kronkelende beek, het water en de bomen geven een zalige koelte met het warme zomerweer, ik hóór de vogels. Was ik nog maar een baby? De liefde voor voor natuurschoon is er dus met de paplepel ingegaan!Bedankt voor deze mooie tekst en het liedje!
BeantwoordenVerwijderen