donderdag 25 september 2014

Een zeer professionele robot

Linkedin is een sociaal netwerk als Twitter, maar dan professioneler. Ik denk dat het wel degelijk een rol speelt bij het tot stand brengen van contacten tussen, laat ik zeggen (taalkundig de voorganger van zegmaar) belanghebbenden. Dat kunnen ondernemingen zijn, zzp-ers of gewoon particulieren die iets voorstellen of denken dat ze wat waard zijn. Als blogger ben ik ‘lid’, hoewel ik er de laatste tijd steeds minder mee doe. Berichten of notificaties die ik er plaats worden automatisch doorgegeven aan Twitter en dat is meegenomen. Volg je een persoon of bedrijf op Linkedin, dan kun je verwachten dat je af en toe persoonlijk wordt aangesproken. Althans die suggestie wordt gewekt.

Mogelijk dat het de ijdelheid streelt, men zal wel van mij willen aannemen dat ik er bij in de lach schiet. Neem nou zoiets als de aansporing Guido, blijf op de hoogte en volg Philips. Innovation and you. Veelbetekenende (?) contactpijltjes tussen een wereldconcern (volgens sommigen overigens in staat van ontbinding) en een man die twee keer de leeftijd heeft van ‘onbemiddelbaar’.

Op Linkedin is één van de twee icoontjes aanklikbaar, namelijk het Philipslogo. Toch maar even gekeken wat Philips met mij te schaften heeft (het werkt hoor, meneer Van Houten, het werkt!).

En wat zie ik daar: Marijke Roskam van BNR Nieuwsradio, die enkele dingetjes met en ten faveure van de Firma heeft gedaan. Nu is Marijke Roskam iemand, die dingen zegt als ‘We zagen onze ogen uit,’ dus dan ben ik gauw uitgekeken.

Linkedin is zéér professioneel, maar voorlopig nog op het niveau van een ordinaire robot.

woensdag 24 september 2014

Heeft de gemeente Best nog tanden?

Heeft de gemeente Best nog tanden? Die vraag dringt zich op, bij voorbeeld als je het drama van De Mol 'n beetje volgt.

De Mol is een beeld van Tom Claassen dat in 2009 is geplaatst op het dek van de spoortunnel ter hoogte van de Willem de Zwijgerweg. Of je het nu wilt of niet, je kunt er niet omheen. Het is een gevaarte van bijna zeven meter hoog, dat het 'gegraaf' (van die tunnel) tussen 1998 en 2002, symboliseert. Zijn fysionomie is zodanig, dat je er kleine kinderen mee zou kunnen dreigen, als ooit met de – grim, gram grimmeland – Bietenbouw of Zwarte Piet. De Mol is dan ook in Best niet onomstreden. Ze lijkt blindelings door de gemeente voor de lieve som van 100.000 euro te zijn aangeschaft, op basis van de internationale vermaardheid van de kunstenaar en de hoge kwaliteit van diens werken.

Eigenlijk had ik me voorgenomen, er geen woord meer aan vuil te maken, maar vijf jaar na zijn plaatsing staat De Mol nog steeds in het nieuws. In 2010 bleek namelijk dat ze scheuren vertoonde en sindsdien is er onophoudelijk aan gesleuteld. Ik heb er vergeefs op de website van de gemeente in de besluitenlijsten van B en W naar gezocht, maar ik herinner mij een berichtje dat het college in een bepaald stadium de kunstenaar 'in gebreke' heeft gesteld. Hij moet dus zorgen dat het met zijn beeld piekfijn in orde komt.

Dus? Niet dus. Onlangs stond in het Eindhovens Dagblad een interview met Gerard van Opstal, die per 1 januari als kartrekker van de Bestse cultuur aan de dijk wordt gezet. Een tragedie op zich, vind ik, maar daar kom ik wellicht nog eens op terug. Van Opstal bracht in dat interview De Mol ter sprake en verklaarde: 'De kunstenaar wilde er zoveel mogelijk aan verdienen en daarom werd de constructie in China gemaakt. De gemeente had het geraamte destijds door een deskundige moeten laten inspecteren. Nu is het volgens mij niet meer te repareren en wordt het alleen maar erger.' Tot zover Gerard van Opstal, die in de gang van zaken de reden ziet waarom 'we er niks meer van horen'.

Dat laatste valt nog te bezien, nu het plaatselijke weekblad Groeiend Best weet te melden dat kunstenaar Claassen 'geen geld heeft' om De Mol te repareren. GB citeert wethouder Peet van de Loo (D66). Zij zegt: 'Ik weet dat de kunstenaar in dusdanige financiële positie verkeert dat hij niet in staat is het beeld te repareren. Andere bedrijven zouden het kunnen maar die moeten wel worden betaald.'

Ik bekijk die mededeling over de financiële positie van Claassen met gepast wantrouwen. Wie op de website van de man zijn oeuvre bekijkt en in aanmerking neemt dat, dat je bij hem niet voor een dubbeltje op de eerste rang komt te zitten (zie de prijs van De Mol), zal dat op de reguliere manier willen controleren. Met andere woorden: de reparatie betalen en, zo niet, desnoods een faillissementsaanvraag. Daarvoor hoef je als gedupeerde niet eens tanden te hebben, je dient alleen maar te weten hoe je met ons belastinggeld dient om te gaan.

maandag 15 september 2014

Duitsers

Het zal 1943 zijn geweest. Midden in de oorlog. Een Duitse colonne marcheerde over het marktplein in het dorp waar ik woonde. Ze zongen, zoals Duitsers kunnen zingen: Und wir fahren, und wir fahren, und wir faaaaahren gegen Engeland, Enge...land. Een Feldwebel liep ernaast. Ik kon het niet laten, ik stak, schielijk dat wel, m'n tong uit. De Feldwebel schoot op me af. Wegwezen. Veel meer kon je als negenjarig jongetje niet doen, tegen de gehate vijand. Hoewel, mijn twee jaar jongere broertje durfde pas. Die sloeg op het kruispunt bij Albert Heijn, rats, een richtingbord. van de Duitsers dat naar de Ortskommandantur wees van z'n paaltje. Werd-ie door een soldaat bij z'n oor gepakt en bestraffend toegesproken. Hij moest naar huis gaan, daar een hamer en spijkers halen en het bordje weer bevestigen. Maar toen bewees dat broertje zijn ware heldendom. Hij ging wel naar huis, maar trok daar z'n matrozenpakje aan en wandelde vervolgens, zich onherkenbaar wanend, weer doodleuk naar Albert Heijn. Natuurlijk was die Duitse soldaat in geen velden of wegen meer te bekennen.

Het was vanzelfsprekend dat je de Duitsers haatte. Mijn zus, die de bevallige leeftijd had bereikt, werd in de stadsbus door een officier aangesproken, maar gedroeg zich natuurlijk nuffig en afwijzend tegenover zijn avances. Ze weerstond de reprimande in de geest van Sonst mitkommen, die daarop volgde. Er belde een soldaat aan, omdat het licht van de gang door het bovenlicht van de voordeur scheen. Licht aus! Ze zei: 'Loelen Sie maar raak' en smeet de deur voor zijn neus dicht.

Toch wisten we dat de ene Duitser niet de andere was. Het waren niet allen nazi's. Ook de Wehrmacht is in 1945 in Neurenberg wegens oorlogsmisdaden veroordeeld maar de de fanatici, de echte zware jongens zaten bij de SS en de Gestapo. Vlak ook de indoctrinatietechnieken van Joseph Goebbels, toegepast op onder anderen de Hitlerjugend (Kindsoldaten!) niet uit. In diverse boeken van krijgskundigen over belangrijke fases in WO2 (Normandië, Market Garden) wordt de gang van zaken van twee kanten belicht en daaruit blijkt dat aan beide zijden scheve schaatsen zijn gereden, maar dat ook door de Duitsers in het algemeen de regels van de Conventie van Genève, bij voorbeeld over de behandeling van gewonden en krijgsgevangenen, in acht zijn genomen.

Na de oorlog bleef de anti-sfeer natuurlijk lang hangen, in de geest van 'ik wil mijn fiets terug' en, vergeet niet, de voetballerij. Toen ik als adolescent mijn weerzin tegen de Duitse taal liet blijken, wees mijn romantisch ingestelde vader op Goethe en op des Försters Töchterlein met haar lange vlechten. Toch ontvingen wij als verkenners (tegenwoordig scouts) rond 1950 Duitse leeftijdgenoten, even onnozel als wijzelf. Maar zes jaar later vond ik het nog steeds gek als mensen een busreisje naar Altenahr maakte. Totdat we niet lang daarna zelf ook eens in Duitsland gingen kijken en aardige contacten hadden met Duitsers, van wie het zonneklaar was dat ze niet anders dan 'schoon' konden zijn. Althans zo ervoer je dat.

En nu? Ik ben een bewonderaar van Angela Merkel en haar Tweede Wirtschaftswunder. Want Duitsland doet het toch maar opvallend goed in het Europa van 2014 en tijdens recente reisjes naar Berlijn en, ja ja, naar de Moezel, heb ik de Duitsers ervaren als evenwichtig, gastvrij volk dat in verste verte niet lijkt op de arrogante schreeuwers van de kritieke jaren in de vorige eeuw. Ze hebben hun verleden verwerkt.

Bij de bevrijdingsherdenkingen in Brabant hebben zich nu weer strubbelingen voorgedaan rond 'de aanwezigheid' van Duitsers, al waren het maar acteurs in Duitse uniformen. Onder anderen kleine groeperingen anti-fascisten, is het gelukt die vieringen te frustreren.

Het lijkt erop dat we opnieuw bevrijd moeten worden. Maar nu van achterlijke betweters die van vrijheid geen enkel benul hebben.

donderdag 11 september 2014

Bellen

Volgens actievoerder Marga Bult 'kun je in deze moderne tijd niet verlangen dat mensen via een vaste lijn bellen'. Dit naar aanleiding van het tumult rond de onbereikbaarheid van 112 met mobieltjes in de grensstreek.

't Is maar wat je modern noemt. Eerst maar eens die mobiele telefoon. De onbereikbaarheid van 112 is niet het enige euvel waaraan die dingen lijden. Ze mogen dan mateloos populair zijn, wil je er echt iets aan hebben dan moet je ermee het internet op kunnen, al is het alleen maar voor WhatsApp. Als telefoon zijn ze bras. Hoe vaak heb ik iemand al niet gevraagd, even opnieuw te bellen omdat de verbinding niet deugt en hij daardoor niet is te verstaan. Hoe vaak heb ik een radiopresentator al niet zuchtend horen vaststellen dat het contact met de geïnterviewde is 'weggevalllen': we proberen het straks opnieuw. Volgend onderwerp. Hou nu maar eens vol dat de mobiele telefoon een 'vrucht van de moderne tijd' is.

Weet je wat wèl modern is? Een combi-abonnement bij een internetprovider: internet, tv, radio én vaste telefoon in één. Ik betaal tegenwoordig maandelijks evenveel voor zo'n abonnement als vroeger voor de koperdraad-telefoonaansluiting van KPN. En bel ook nog eens in het binnenland 'gratis' zoveel en zo lang als ik wil. Nou jij.

Ga maar fijn extra steunzenders installeren in Twentse en Zeeuws-Vlaamse kerktorens. De garantie dat het dan feilloos werkt, zoals de vaste telefoon, krijg je nooit voordat de tijd echt modern is geworden.

donderdag 4 september 2014

Stofzuiger en luiwagen

Europa heeft weer eens ingegrepen in ons dagelijks leven. Wie mocht denken dat Frans Timmermans daar, met de hem toegedachte spectaculaire macht op dat niveau iets aan kan veranderen, wordt straks alleen maar bevestigd in zijn overschatting van die macht.

Je wilt natuurlijk weten waar het over gaat. De stofzuiger. Die mag, behalve stof, niet meer stroom vreten dan 1600 watt; vanaf 2017 wordt de limiet zelfs 900 watt. Krijg je straks met zo'n slappe zuiger de kattenharen nog wel uit het tapijt, zo klonk een vraag op het internet. Zover zijn we gevorderd met onze welvaart.

Het laatste stofzuigerverbod dateert van 1944 of zoiets, toen een stad als Breda op de stroom moest teren van de Suikerfabriek ter plaatse. Stofzuigers zijn altijd stroomvreters geweest, da's waar.

Alternatieven bij de vleet. Goed om te weten voor een dorpje als het Belgische Ravels, onder Tilburg, dat naar verluidt het eerst zal worden afgekoppeld, als de resterende kerncentrales het in België niet meer aan kunnen.

Allereerst kun je natuurlijk denken aan veger en blik. Voor het reinigen van het karpet werden vroeger ook wel theeblaren gebruikt; niet meer aan denken, je kunt daarvoor toch geen gebruikte theezakjes gaan sparen.

Waar ik wel direct aan dacht, was de luiwagen. Ik heb op het web nergens de bevestiging kunnen vinden dat dit apparaat iets met luiheid te maken heeft. Noch vond ik een afbeelding van de wagen, jazeker, waarmee ooit thuis de vloer van rommel werd ontdaan. Een plat ding met een steel dat, net als een stofzuiger, over het tapijt heen en weer werd gerold, waarbij de wielen tevens een ronde borstel in beweging brachten die het stof als het ware naar binnen slingerde. Stroomloos. Als het nu op de markt zou verschijnen, zou je onmiddellijk geloven dat iemand een grootse het milieu sparende uitvinding had gedaan.

Eens kijken, wat onze stofzuiger, die ik regelmatig hanteer, wanneer ik wordt uitgenodigd, liefst bij afwezigheid van Levensmaatje (wekelijks zangkoortje bij voorbeeld) dat te doen: 1800 à 2300 watt, afhankelijk van de stand.

Dat wordt luiwammesen.

Breda en Tilburg

Rivaliteit tussen Noord-Brabantse steden (Noord-Brabant presenteert zich dezer dagen in Brussel als Brabant en dat is daar een grote fout) is van alle tijden. Of dat verstandig is, laat ik nu maar even in het midden, behoudens de opmerking dat je als geheel meer bereikt met het erkennen van elkaars specialiteiten. Ik weet niet of het nu nog geldt maar in mijn tijd was Tilburg zoiets als het Utrecht van Noord-Brabant. In het midden van de provincie gelegen, was (is?) het de geëigende plaats voor provinciaal georiënteerde organisaties om te vergaderen. Tilburg was ook heel lang de onderwijsstad bij uitstek, maar nu houd ik daar over op.

Zelf een geboren Ginnekenees zijnde (afkomstig dus uit een dorp dat sinds 1943 noodgedwongen een wijk van Breda is) kan ik niet ontkennen dat mijn hart uitgaat naar deze stad. Ik ben er al zestig jaar weg, maar volg er de gang van zaken op de voet, daartoe de laatste jaren beter dan ooit in staat gesteld door het internet.

De veranderingen. Ach, breek me de bek niet open. De haven van Breda die in de jaren zestig van de vorige eeuw wordt leeggepompt, waarna er een parkeergarage voor in de plaats komt; die in deze eeuw weer wordt opengegraven en gevuld met vers water van de Mark, de afbraak van de Sint-Barbarakathedraal aan diezelfde haven met verplaatsing van de bisschopsstoel naar de nederige Antoniuskerk (waar mijn vader trouwens nog misdienaar was). De vervanging van het station uit de negentiende eeuw, om vergelijkbare nederigheid wel getypeerd als gebouw in barakstijl door een raar verschijnsel met rare betonnen panelen langs de sporen, dat nu op zijn beurt weer een mega-metamorfose ondergaat, die mede te danken is aan een zijtak van de HSL Amsterdam-Brussel, het gaat maar door en zo hoort het. De ranke toren van de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk blijft toch wel als een machtig icoon overeind. Wijlen Bredanaar Bert Voeten wijdde er een gedicht aan: 'Weerzien met Breda'. De stad heeft een activiteitenstichting, genaamd Breda Nu. Ooit werd onder die naam een zomerfestival georganiseerd. Omdat 'nu' in het Frans 'naakt' betekent, riepen de Antwerpenaren (Sinjoren): 'Daar gaan we naar toe,' waarop de feestnaam, ijlings werd veranderd in 'Nu Breda.' Het Frans heeft inmiddels afgedaan en de moraal ook.

Voor ik, uit een oogpunt van gelijkberechtiging, weer over Tilburg begin, toch nog heel even Ginneken. Het is toch een aparte gemeenschap met een eigen karakter gebleven. De Bredanaar komt er nog steeds graag voor de kermis of de braderie, of voor een pilsje op de terrassen van de Ginnekenmarkt. Twee dingen zijn mij de laatste tijd opgevallen: iemand opent een restaurant in de buurt van de Zandberglaan en BN-DeStem neemt voetstoots van hem aan, dat ' Het Ginneken weer een etablissement rijker' is. Ten eerste: de Zandberglaan ligt aan de Bredase kant van de voormalige gemeentegrens. Ooit gebeurde het dat je door een Bredase politieagent wegens fietsen zonder achterlicht werd achtervolgd en dan bij het Oranjeplein, op Ginnekens grondgebied kon staan lachen. De opgestoken middelvinger bestond toen nog niet. Verkoopt een restaurant in Ginneken beter dan in Breda? Ten tweede: Het (of 't) Ginneken was tot voor kort pure spreektaal. Vraag van vrouw bij bushalte in Breda: 'Gaat deez naar 't Ginneken'. Maar in geschreven taal is het nog steeds 'Ginneken = Ginneken' (de naam van een vereniging die het werk van de dorpsraad voortzet). Zonder lidwoord dus.

Even ex-Tilburger Ivo de Wijs citeren: 'Dan hebben we nog een viaduct, ge stoot oewen kop as ge nie bukt.' Fraai staaltje van zelfspot, toch?
Vanuit Breda ging je tot in de jaren vijftig naar Tilburg, omdat ze daar een C&A hadden. Breda had wel een Hollenkamp en een Jan van de Ven, maar die verkochten alleen maar Heeren- en Jongenskleeding.

In de stoomtrein naar Tilburg zaten we dan op twee dingen te wachten: een viaduct, inderdaad, dat we 'tunnel' noemden en op de olifanten in de dierentuin in het bos waar nu de gebouwen van Tilburg University zijn te vinden. Tilburg heeft ook een opgeknapte haven en wat er verder allemaal in de loop van decennia gebeurd is, hebben ze te danken aan de burgemeesters Cees Becht (alias Cees de Sloper) en – in iets mindere mate – Gerrit Brokx. Laat ik het zo zeggen: de stad, die oorspronkelijk bestond uit 'n aantal herdgangen, is er daardoor niet op achteruit gegaan. En de Heuvel is, ondanks het kappen van de eeuwenoude linde, verdomd gezellig. Ik kijk elke dag even op TilburgDailyPhoto van Peter van den Besselaar, waaruit diens onuitsprekelijke liefde is af te leiden voor zijn stad. En o ja, Tilburg had tot halverwege de vorige eeuw een 'best wel aardig' klassiek station. Toch kreeg het een nieuw, dat volgens de inwoners onmiddellijk werd gekaraktiseerd met kroepoekdak. Een npo-radiopresentator toonde zich daarover onlangs – echt waar – verbaasd, immers 'er waren toen toch nog geen chinese restaurants?'

Twee Brabantse dagbladen, allebei Wegener en allebei tegenwoordig gedrukt op een bedrijventerrein in Best, BN-DeStem en het Brabants Dagblad, editie Tilburg, hebben hun lezers gevraagd, hun mening te geven over respectievelijk Tilburg en Breda. Steeds vaker worden de kranten door de lezers gevuld. Zou in dit geval best leuk kunnen worden. Of de Bossche editie van BD en het Eindhovens Dagblad dit idee zullen overnemen, staat nog te bezien. Als het aan Brainport Eindhoven ligt, bestaat Den Bosch helemaal niet.

woensdag 3 september 2014

Tijd voor het ultieme integriteitsdebat

Wie de discussie over de teveel aan Bestse wethouders betaalde onkostenvergoedingen volgt, zal zich er over verbazen dat die zich geheel voltrekt via de media. De verslaggever van het ED, die het geval vorige week aan het licht bracht, verbaasde er zich maandagavond in een tweet over dat de kwestie in de raadsvergadering niet leek te bestaan. Het is tijd voor het ultieme integriteitsdebat. Ik heb nog even overwogen, op de tweet te reageren met de vraag: wel eens gehoord van politiek opportunisme? Want, ja, er zijn weinig groeperingen in de Bestse raad die in deze geen boter op het hoofd hebben. Ze hebben meegedaan aan de achterkamertjespolitiek die sinds mei van dit jaar in dit kader is bedreven. De verontwaardiging van CDA-er Paul Gondrie over wat hij – alweer op Twitter – 'een lek' noemt is dan ook op z'n zachtst gezegd onterecht.

Over opportunisme gesproken, soms kan die ook begrijpelijk zijn. Ik bedoel maar, vind tegenwoordig maar eens een goede wethouder; iemand die een aardige baan, geheel of gedeeltelijk laat schieten om zich voor een periode van vier jaren aan deze moeilijke, zeker niet overbetaalde functie te wijden, met de vraag of continuering daarna wel zeker is. De cijfers over voortijdig terugtredende wethouders in dit land liegen er niet om. Ook de beëindiging van een wethouderschap kost de gemeenten geld, wachtgeld.

Het zittende college van B en W zou zich bij de besluitvorming in deze zaak enigszins hebben laten leiden door een mededeling van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) – in samenspraak met het Ministerie van Binnenlandse Zaken – dat terugbetaling 'geen optie' is. Dus zou terugbetaling van de helft volgens burgemeester Van Aert 'netjes' zijn. De VNG deed haar uitspraak, mede naar aanleiding van een soortgelijk geval elders in het land. Maar wat ik node miste was de toelichting: Hoezo, geen optie?

De raad moet, dunkt mij, met de billen bloot. Een halfslachtige oplossing als nu bedacht, is onverteerbaar. Het lid Jo van den Bogaard constateert tegenover de krant terecht: 'Dit kan je niet uitleggen aan de inwoners van Best.' Het woord is aan de fracties die dat wel denken te kunnen.

dinsdag 2 september 2014

Pauw en Tan onvergelijkbaar

'Warm' zou zijn nieuwe talkshow worden, zei Jeroen Pauw niet eens maar meermalen, toen hem werd gevraagd, hoe het zou zijn zonder Witteman. Dus was het na zijn herdebuut gisteravond weer driftig meten van de kijkcijfers en natuurlijk die vergelijken met de animo voor Humberto Tan's RTL Late Night. De winnaar stond bij voorbaat vast: Tan. De getallen haal je maar van elders, want eigenlijk is vergelijking onzin en gelukkig zijn kijkcijfers, althans bij de NPO, niet allesbepalend.

Warm, warmer warmst. Appels en peren. De programma's duren beide een uur; ze worden op hetzelfde tijdstip uitgezonden en er zijn gasten. Maar warm of niet, Pauw ademt toch, als voorheen P&W, iets meer 'het officiële', legt het accent op het serieuze werk. Je kunt zelfs zeggen dat het nauwelijks streeft naar populariteit. En dat heeft er niet alleen mee te maken, dat onder de gasten – althans gisteravond – de autoriteiten de boventoon voerden. Defensie-minister Jeanine Hennis kreeg nota bene meer dan een derde van de tijd, volgens mij een vergissing. De warmte moest komen van een optreden van Ilja Leonard Pfeiffer, die met de opdracht het poëziecadeau 2015 te maken (primeur!), een compleet gedicht mocht voordragen. En, o ja, Pauw gooide er ook een cabaretier tegenaan. Of de duvel ermee speelde, maar daarover straks. De man toonde zich een bewonderaar van de simpele gedichtjes van Toon Hermans. Helemaal fout, volgens Pfeiffer. Ook voelde Pauw burgemeester Jozias van Aartsen van Den Haag, aan de tand. Kreeg die de kans, zich te wreken op degenen die over hem in de affaire Schilderswijk, onder meer op Twitter 'de grootst mogelijke onzin' hebben uitgekraamd.

Maar Tan had André van Duin. Nee, niet de lolbroek, maar de gouden jubilaris die met open mond zat te luisteren en te kijken naar zijn opvolger, cabaretier Jochem Myjer. En zijn primeur mocht er helemaal wezen: de tweede Grote Natuurfilm die er aan komt en waarvoor Tan de speciaal hiervoor gebouwde, 15 meter hoge toren in de Biesbosch beklom: ter observatie van de ook daar steeds meer voor komende zeearend. Tussendoor confronteert een internetfreak ons met allerlei trivia's, inclusief de internationale rel over de gekraakte naaktfoto's van Amerikaanse celebrities. En dan was er – heel serieus – mr. Peter Plasman, advocaat van de Nederlandse Bonnie, die vandaag voor de rechter zou verschijnen. Plasman kreeg ook uitgebreid de gelegenheid zijn bedenkingen tegen de aanpak van het jihadisme te formuleren.

Kortom, boks daar maar eens tegen op, meegenomen dat Humberto Tan toch ook een zekere warmte-uitstraling niet kan worden ontzegd. Daartegenover behoudt Jeroen Pauw zijn vileine trekjes. 't Is maar waar je van houdt.

maandag 1 september 2014

Goed in dorpsrellen

Gaan ze nu zaterdag bij boekhandel Plantage Vermeer in Emmen de ruiten in gooien? Ik moet uitkijken, want misschien breng ik mensen op een idee en dat mag niet. In Drenthe zijn ze – een week voor het verschijnen van het boek over zijn jeugd – laaiend op Peter Middendorp. Hoe noemen ze dat, bevuilen van het eigen nest.

Het is helemaal niet nieuw, je jeugd van je afschrijven en daarbij niet buiten beschouwing laten dat je maar een vervelende puber was (bijna alle pubers zijn vervelend). Brabander Leon de Winter bij voorbeeld deed het en, niet te vergeten, Jan Wolkers. Die deed het gaandeweg met een kip. Altijd succes, al moet ik toegeven dat de literaire kwaliteiten aanzienlijk kunnen verschillen. Vooral het nageslacht van wat ooit 'de misselijk makende middenstand' heette, heeft patent op dit soort verhalen.

Peter Middendorp kreeg in Volkskrant Magazine vast wat reclame voor zijn nieuwe, Drenthe tot de grond toe afbrandende boek, hij heeft er als columnist van deze krant recht op, moet je maar denken. En voor zo'n Amsterdams blad is het gefundenes fressen.

Het verhaal leidde, volgens de noordelijke dagbladen, al direct tot felle protesten op Twitter. Valt nogal mee, de tweet van een dorpsburgemeester bevatte niet meer dan een droge constatering en het ontbrak aan adhesiebetuigingen of tegenspraak. Zodat ook de verwachting dat voor zaterdag bij de presentatie van het boek in Emmen, de bakstenen klaar liggen, ietwat overdreven lijkt.

Middendorp schrijft en praat heel goed, wat hem volgens hemzelf onderscheidt van de gemiddelde Drenth, maar uit de context van het Vk-interview distilleer ik een nogal pathologisch vermoeide geest, waarmee 'het intussen goed gaat'.

Wat zijn we toch goed in dorpsrellen.