vrijdag 29 oktober 2010

To be or not to be?

‘Voor het geheel uit de regering verwijderen van de koningin is een Grondwetswijziging nodig en dus een tweederde meerderheid. Dat lijkt nog ver weg, maar als de sfeer van onvrede niet verdwijnt, kan de steun hiervoor doorgroeien.’ Zo schrijft Jan Hoedeman vandaag in de Volkskrant over de status quo rond de positie van de Koning (formulering Grondwet) in het Nederlandse staatsbestel.

Persoonlijk zou ik het niet hebben over ‘verwijderen’. Dat zie ik in een verhaal als dit als een schoonheidsfoutje, na alles wat de Oranjes in de loop van twee eeuwen voor dit land hebben betekend. Je hoeft geen royalist te zijn om zo te denken. Het gaat hier even niet over democratie – democratie is altijd onderhevig geweest aan een ontwikkelingsproces. De constitutionele positie van de vorst maakt deel uit van een fase daarin – een fase die mogelijk wat lang heeft geduurd, maar toch.

Wat mij eigenlijk verbaast is, dat in de discussie de koningin, Beatrix dus, het onderwerp is. Aan de ene kant logisch, want de meningen worden momenteel goeddeels bepaald door haar rol bij de recente kabinetsformatie. Aan de andere kant, de majesteit hoeft maar twee woorden te spreken om de situatie volledig om te schoffelen: ‘Ik abdiceer.’  Dat kan vandaag zijn, morgen, volgende week of met Kerstmis, maar lang zal het niet meer duren. En zal zij dan worden opgevolgd? Zo ja, door een Koning, die akkoord gaat met een louter ceremoniële rol, naar Zweeds model?

Alvorens verder te praten, zou het wel eens bijzonder nuttig kunnen zijn, de potentiële opvolger te vragen, hoe hij er over denkt. Het zou best kunnen zijn dat hij het ziet als een kwestie van to be or not to be, maar het omgekeerde is ook denkbaar: gezien de veranderde tijd het ceremoniële koningschap aanvaarden. Misschien vindt hij het wel zo makkelijk.

Naijver

Naijver is een woord dat je bijna niet meer tegenkomt. Het behoort tot de helaasheid der dingen dat de taal verarmt. Woorden worden dan zogenaamd archaïsch. Vooral jammer, omdat ze zo goed waren voor de nuance.

Naijver, kinnesinne, concurrentie. ‘Ik ben beter dan jij. Ik heb meer.’ Chroestsjov die in de VN met zijn schoen op tafel timmerde en de VS toeriep: ‘Onze kernbom is zoveel meer TNT.’ We snapten nauwelijks wat het betekende maar tijdens de koude oorlog klonk het onheilspellend.

Het schaakbord is totaal veranderd, dus nu is het China, dat roept: ‘Wij hebben de snelste supercomputer ter wereld. Ze maakt 2507 biljoen berekeningen per seconde.’ Daarmee is het Amerikaanse record van 1750 biljoen gebroken. Je vraagt je af, wat het verschil er nog toe doet, maar dat gold voor die bommen destijds ook. Kapot is kapot, verbrand is verbrand.

Naijver, kinnesinne. Ik herinner me nog het gevecht tussen Limburg en Brabant om een medische faculteit, die door Maastricht werd gewonnen. Het werd daar een universiteit, lang voordat de Economische Hogeschool in Tilburg en de Technische Hogeschool in Eindhoven, zich dat predicaat mochten aanmeten. Sindsdien is het rustig aan het front. Maar nu lees ik toch weer een krantenkop: ‘TU/e boos op collega’s Maastricht’.

Wat zijn die Limburgers nu weer aan het doen, wat de naijver en de kinnesinne van Brabant voedt? Wel, de Maastrichtse Universiteit, een typisch alpha-instituut, wil een Science College starten, bedoeld voor betastudenten die nog niet precies weten wat ze willen. Dat druist volgens ‘Eindhoven’ in tegen de landelijke afspraken en daarmee ‘schoffeert Maastricht alle universiteiten in het land’. Krachtige taal, die niet voor niets reminiscenties oproept met het met de schoen op tafel slaan.

Technisch Eindhoven vreest dat hem door die Limburgse alphagosers de kaas van het brood wordt gegeten en blaast de oude concurrentie nieuw leven in. Maar van enige afstand toekijkend, heb ik de neiging, te denken aan gezonde naijver. Zeker in een economisch zware tijd, verdient het aanbeveling, ver reikende ambities te koesteren op een in principe natuurlijk ook vrije wetenschappelijke markt. Toch benieuwd wie er deze keer wint.

maandag 25 oktober 2010

Wie zet wie nu eigenlijk onder druk?

Er zijn van die korpsbeheerders (de burgemeester van de  dichtstbijzijnde grotere stad bestiert doorgaans de politie op het platteland) die super-intelligent op de actualiteit kunnen reageren.

Neem de heer Bruls te Venlo. Die zei tegen de correspondent van NRC Handelsblad: ‘Dat mensen zo reageren als ze nu gedaan hebben, heeft misschien wel te maken met het gevoel dat ze onder druk gezet worden.’

Waar gaat het over? Twee cafébezoekers die in Nederweert de fractievoorzitter van het CDA in de raad in elkaar hebben geslagen vanwege diens afwijzend standpunt over het telen van hennep. Het ziet er volgens de krant naar uit dat hij daarbij een hersenschudding heeft opgelopen.

Och, wat sneu nou toch, de daders ‘hebben het gevoel, dat ze onder druk worden gezet’. Nou en? Geeft dat gevoel hun soms het recht, iemand lens te slaan?

Was het nou maar een incidentje, daar in de Limburgse Peel, maar daar is geen sprake van. Want in Weert zijn de laatste tijd ettelijke auto’s in brand gestoken en het huis van minstens een wethouder werd beschoten. Omdat ook de auto’s van medewerkers van energiebedrijven in de fik gingen, wijst alles in de richting van ‘hennepterreur’. Nochtans vindt de politiechef de aanpak van het probleem al hard genoeg. Keihard zelfs.

Wie zet wie hier nu eigenlijk onder druk?

Zonnestreken

Nee dit is geen tikfout, maar het zou best kunnen dat die zich nazaat van Lodewijk XIV noemende prins Sixte-Henri de Bourbon Parme een zonnesteek heeft opgelopen, gezien zijn actie tegen een tentoonstelling van moderne kunst in het ‘voorvaderlijk’ paleis te Versailles.

Niet alle Bourbons zijn van hetzelfde kaliber en ik zou best wel eens willen weten, of Sixte-Henri zijn afstamming van de Zonnekoning al heeft bewezen. Die sequentie van Franse koningen van voor en na de revolutie ziet er bar ingewikkeld uit en dan laat ik verder maar buiten beschouwing met wie allemaal de Bourbons binnen- en buitenshuis in bed hebben gelegen. De later onthoofde Lodewijk XVI had trouwens meer interesse in het knutselen aan hang- en deursloten dan in zijn vrouw Marie Antoinette, alias Madame Deficit. 

Over het Paleis van Versailles hebben de levende Bourbons natuurlijk niks te zeggen. Blijkbaar zijn ze vergeten dat, behalve de Bastille vele Franse kastelen kort na 1789 in naam van het volk zijn gesloopt als symbolen van de onderdrukking, het gehate ancien regime in het bijzonder. Dat ‘Versailles’ nog bestaat is in niet geringe mate te danken aan de familie De Rotschild, die in de negentiende eeuw ingreep toen het paleis al in vergaande staat van ontbinding verkeerde. Sindsdien is het meer ‘van het volk’ dan ooit.

Allemaal verlate zonnestreken dus, van die Bourbons.

woensdag 20 oktober 2010

Volksgericht

assisen_thumb1

Dat het Belgische rechtssysteem op de schop moet is lijkt mij – en mij niet alleen – zonneklaar. Het proces tegen de van  ‘parachutemoord’ verdachte onderwijzeres Els (‘Babs’) Clottemans dreigt vandaag, dankzij de aldaar nog steeds gehanteerde juryrechtspraak uit te draaien op een regelrecht volksgericht. Rechtspraak op basis van louter sentimenten, wellustig aangewakkerd door de ‘reguliuere’ media.

Bewijzen, ho maar… Aanwijzingen zeker. Verder heb je dan als aanklager alleen maar ‘een van de beste strafpleiters’ van het land nodig, een Jef Vermassen, ‘die alles uit de kast haalt’.

De vooraanstaande weblogger Luc van Braekel (die heb je ook in België) twitterde gisteren een citaat: Jef Vermassen: "Er zijn geen bewijzen voor haar schuld, maar juist dàt bewijst hoe doortrapt deze moordenares is"

Ja, op de sociale netwerken wordt niet uitsluitend flauwekul gedebiteerd. In een zogenaamde hashtag kwalificeerde Van Braekel de gang van zaken in het Tongerense assisenhof kort maar krachtig als een ‘heksenproces’.

Niets aan toe te voegen.

maandag 18 oktober 2010

Italiaanse worst en Frans stokbrood

italiaanse_worstBij Sante Brun, althans in zijn beschouwingen over landen, dorpen en steden op SanteLOGie, duiken regelmatig verslagen op van wat hij heeft gegeten en gedronken en waar. Maakt niet uit, of het Venetië of Vollenhove, Genua of Giethoorn is. Eten en koken is nu eenmaal zijn lust en zijn leven. Heb ik vragen over voedsel, vreemd voedsel dan klop ik in het informele idioom van onze collegiale verhouding bij hem aan. Zoals vandaag:

- Zeg halve Italiaan met kokkerel-deskundigheid, wat moet ik eigenlijk met door mijn kleinzoon uit Italië meegebrachte (on)redelijk vette worst die, als je het vel eraf stroopt, totaal desintregeert. Je zult zeggen, dat moet je aan je kleinzoon vragen, maar ik weet zeker dat die dat ook niet weet en misschien is het wel 'normaal' en moet je hem met huid en haar opeten.

- Zeg, hele Brabander, er zijn diverse mogelijkheden, het ligt er maar wat dat voor worst is. Zo te horen is het trouwens Musetto, die geheel bestaat uit slachtafval en die langdurig gekookt moet worden - inclusief het gesloten vel, natuurlijk. De kleur van de inhoud is, zeg maar, hersenachtig. Mogelijk is het ooki cotechino, ongeveer hetzelfde.
Is de kleur daarentegen duidelijk rood (vleeskleur) met vet, dan dichtmaken die worst en hierheen brengen, dan is het namelijk versche salami, die hier in huis in hoge mate gewaardeerd wordt.

Ik heb Sante beloofd, hem verder op de hoogte te houden.

Maar kun je vandaag de dag ook nog vragen hebben over zoiets simpels als Frans stokbrood? (Ik bedoel natuurlijk het originele, van de ambachtelijke bakker, die trouwens even goed aan de broodafdeling van de supermarché kan leveren.)

Met het dédain van de geroutineerde Frankrijkreiziger las ik in Trouw een ontboezeming van Rob Schouten, die sinds vorig jaar ginds een huisje heeft en ons regelmatig deelgenoot maakt van de ups and downs. Zoals het probleem, hoe de flacons in de douche (met uiteraard voor hem te laag gemonteerde sproeier) van elkaar te onderscheiden. En dan dat brood. ‘Het stokbrood van gisteren, schrijft hij op zondagmorgen, is al aardig oud en taai aan het worden. Dat is een chronisch nadeel van Frankrijk, dat heerlijke stokbrood begint na ‘n paar uur reeds te verstenen. Ik weet niet hoe Fransen zelf daarmee omgaan.’

Nou Rob, ten eerste kopen de Fransen het brood voor hun ontbijt, bij voorkeur een kwartier tevoren bij de warme bakker. Daar staan ze desnoods (zeker op zondag als ook de patisserie wordt ingeslagen) voor in de rij. Dus brood van gisteren, alleen als het beslist niet anders kan. Hoe lang dat brood knapperig blijft, hangt mede af van de klimatologische omstandigheden. Zit er veel vocht in de lucht, dan gaat het krokante er gauw af. Het begint met taai worden, ‘verstenen’ doet het meestal dagen later. En ja, ten overvloede, de ene boulanger is de andere niet. Soms vinden wij de baguettes van de Intermarché lekkerder dan die van de bakker om de hoek.

Hoe de Fransen met het ‘probleem’ omgaan? Voorbeeldje: De gloeiend hete uiensoep, waarin de met kaas gegratineerde stukjes stokbrood van gisteren drijven. Milieubewuste campinghouders zamelen trouwens ‘oud’ brood in, voor herbestemming, ik denk als voer voor de dieren of zo.

Slotmededeling, die wellicht door Rob Schouten en lotgenoten (beginnende Frankrijkreizigers) als goeie tip zal worden opgepakt. Wij zijn sinds enkele jaren dolgelukkig met een goedkoop (Lidl of zo) elektrisch oventje. Daarmee kan stokbrood van één, soms zelfs twee dagen oud in ‘n paar minuten ‘als nieuw’ worden gemaakt.

OV Chipkaart

In Zuid-Oost-Brabant is nu over de hele linie de OV-chipkaart ingevoerd, meldt het Eindhovens Dagblad.

Klopt. In de Hermesbus  klinkt al geruime tijd regelmatig door een luidsprekertje: ‘Reist u met de OV-chipkaart, vergeet dan niet uit te checken.’

Dat was vanmorgen bij de halte Brem in Best (waarom heet die trouwens niet MAKRO Best, zou meer voor de hand liggen) niet aan dovemansoren gezegd. Daar stonden vier passagiers in de rij om de voornoemde handeling te verrichten.

Geen van de apparaten deed het.

De chauffeur rommelde even aan wat knopjes en ditjes en datjes maar nikskenie. De reizigers kregen van hem alle vier een roze-rode kaart, waarop hij een stempel zette.

Kunnen ze daarmee geld terugvorderen? Ja, bevestigde de chauffeur. Wat ‘n gedoe.

Enkele haltes verder stapte weer iemand in met een chipkaart. Doet ‘t niet, zei de chauffeur en liet hem plaats nemen.

Op deze bus van lijn 145 is het verder vandaag gratis, tenminste als je de kaart bij je hebt. En de waarschuwing om uit te checken is ook voor de vaak.

vrijdag 15 oktober 2010

Dooie mus

‘Met een dode mus zou ik niet blij zijn,’ zei Geert Wilders na de totstandkoming van het door hem gedoogde kabinet tegen de Volkskrant, die de uitspraak meteen maar als citaat boven het interview zette.

Wie is er ooit blij geweest met een dode, laat staan met een dooie mus? Wat heb je trouwens aan een levende mus?

Van Dale: ‘Iem. blij maken met een dode mus, met iets zonder waarde, dat niet bestaat, dat niet gebeuren zal’

Deze uitlating van Wilders, zegt dus, zonder context, helemaal niks. Het is op zich een dooie mus, waar je niks aan hebt en waar je dus niet blij mee kunt zijn.

Concreter was daarentegen Emile Roemer van de SP, donderdagavond bij Pauw en Witteman. Hij zei: ‘De PVV zal met dit kabinet niets oogsten.’

Het ziet er toch naar uit dat de PVV-kiezers straks zullen moeten vaststellen dat ze zijn blij gemaakt met – precies – ‘n dooie mus.

woensdag 13 oktober 2010

Bruisend Best

Bruisend Best, bruisend dorpshart. Ik hoop dat men mij het niet kwalijk neemt, maar ik gebruik deze term nu voor het eerst en voor het laatst.

Want dat woord bruisend duikt nu al jaren op in elk document, in elke beschouwing en in elk ingezonden stuk over het Bestse centrumplan, dat nu eindelijk het stadium van de processie van Echternach (twee stappen vooruit, een achteruit) voorbij lijkt te zijn.

Dus eerst even afrekenen met dat bruisen; dat doet me ook teveel denken aan het ergerlijke geknoei met champagne, vooral door sportlieden die denken de ultieme prestatie te hebben geleverd. Een fles champagne is al eeuwenlang om op te drinken en niet om, toppunt van verspilling en decadentie, als brandweerslang te gebruiken.

Maar wat zégt dat bruisen nou eigenlijk over de eigenschappen die men aan het nieuwe centrum van Best wenst toe te kennen? In een van de zogenaamde klankbordgroepen meent men het te weten. Er staat letterlijk: ‘Zo mogelijk 24 uur beweging’. Hou me effe vast zeg. Ik moet er niet aan denken. Zomin als aan het “opwaarderen” van het voetpad langs het kerkhof tot ontsluitingsweg van het centrum. Hadden we al niet in een vroeger stadium vastgesteld dat het maatschappelijk draagvlak in Best daarvoor ontbreekt? Toch duikt het idee nu weer op, alsof men in panische angst verkeert, de auto ook maar ‘n strobreed in de weg te leggen. Het enige alternatief dat ik daar zou kunnen bedenken is een vrije busbaan met fietsstroken, nu in de wijk Heivelden gebleken is dat de rust bij een maximum van 30 km nog redelijk gegarandeerd is.

De verkeerscirculatie, die grotendeels neerkomt op handhaving van de bestaande situatie en waarvoor het begrip “centrumring” als schaamlap wordt gebruikt, is de achilleshiel van het hele plan, zodat ik eigenlijk hier zou kunnen stoppen met de woorden: naar de prullenbak ermee.

Die centrumring met tweerichtingsverkeer, ook op de Hoofdstraat, ligt daar als een wurgslang rond het winkelgebied. Dit illustreert overduidelijk dat het nieuwe centrum onmogelijk kan worden ontwikkeld, zonder de spoorzone daarin onmiddellijk te betrekken.  Dáár horen -- wie lacht daar? -- net als in Eindhoven, de haltes van het Openbaar Vervoer. Dáár zou een deel van de parkeerbehoefte moeten worden opgevangen, met als aanvulling eventueel een ondergrondse garage met parkeerdek voor de Prinsenhof. Het gaat hier om loopafstanden van 100 tot 200 meter tot de winkels, terwijl de verkeershectiek daar ons voortaan zou worden bespaard.

Natuurlijk is hiermee niet alles opgelost en moet ook verder worden nagedacht over de ontsluiting aan de kant van de Nieuwstraat en d’Ekker. Maar dat lijkt mij niet echt ‘n gordiaanse knoop.

In het basisplan wordt de beeldspraak gebruikt van een Hoofdstraat als lint met pleinen en pleintjes die als bedeltjes eraan hangen. Inderdaad, ik voel me met dit basisplan bedeeld. Ik vrees met een kat in de zak. Zonde van – alweer  - al die moeite, maar helaas.

dinsdag 12 oktober 2010

De positieve discriminatie voorbij

Eigenlijk is er geen beginnen aan, op de meest recente nationale kwestie te reageren, namelijk het tekort aan vrouwen in het kabinet Rutte-Verhagen, na de ultieme opmerking hierover van Jos Kessels vandaag in het ED Ik citeer: ‘Ik zou in de politiek en in het bedrijfsleven graag meer vrouwen aan de top zien, al was het alleen al om van die baasjes af te zijn.’

klompé_zijlstra
De eerste vrouwelijke minister in Nederland, dr. Marga Klompé (KVP), in 1956 in gesprek met haar AR-collega Jelle Zijlstra.

Trouwens, ik dreig sowieso in een writersblock te belanden, aangemoedigd door Kaj Elhorst, op Twitter opererend onder de naam Politicus1. Hij schreef: ‘Volgens mij is het een psychische aandoening als je bij voortduring denkt dat jouw mening congruent is met de waarheid…’ Ja het gaat op Twitter echt niet alleen over het zetten van koffie en het naar zwemles brengen van de kinderen. Trouwens, Elhorst, over waarheid gesproken, is het taalkundig nu ´congruent met´ of ´congruent aan´? Vooruit, je moet tegen de waarheid kunnen.

Maar, dit alles terzijde latend, is het nu waar dat vrouwen aan de top het beter doen dan mannen en heeft Neelie Kroes gelijk, dat er bij een regeerakkoord een quotum vrouwelijke ministers moet worden afgesproken?

Ik twijfel en niet zozeer omdat ik bang ben voor een psychische stoornis, maar omdat ik meen dat, om me maar eens tot de politiek te beperken, al zoveel vrouwen kansen hebben gekregen, dat we het stadium van positieve discriminatie lang en breed voorbij zijn. En hebben die vrouwelijke ministers, staatssecretarissen, burgemeesters, gouverneurs, gedeputeerden en wethouders zich nu zodanig onderscheiden, dat ik er meer van zou willen zien? Daarom liever een bazinnetje dan een baasje? Ik zou zeggen, vraag het de hond. Maar om het serieus te houden: Ga het overzienbare rijtje eens af en veracht of bewonder: Van Kroes, Maij-Weggen en Jorritsma via Netelenbos, Dijksma, Van Bijsterveldt, Verburg en Vogelaar tot Peijs.

Ik denk dat Mark Rutte de waarheid spreekt als hij de feministische klacht naast zich neerlegt met de verklaring: ‘We hebben gezocht naar de mannen en vrouwen die het best zouden passen op de te verrichten taken.’

Het is alleen maar jammer, dat er geen vrouwen zijn uitverkoren, naar wier eventuele opereren aan de top je het nieuwsgierigst bent. Vrouwen met een grote mond als Femke Halsema, van wie je eindelijk wel eens zou willen weten of ze zouden gloriëren of – pardon – op hun bek zouden gaan.

zaterdag 9 oktober 2010

Veilig Amsterdam

Het volgende is de reconstructie van een recent voorval in Amsterdam, waaruit blijkt dat de politie pal staat voor onze veiligheid.

Ze is 63, sinds vorig jaar weduwe, woont in de Bijlmer, al ‘n jaar of dertig. ‘n Tenger vrouwtje, waar je bijna overheen kijkt.

schaartjeMaar pas op, kan gevaarlijk zijn, misschien wel staatsgevaarlijk.

Uitgang metro. Politie.

- Wij zijn genoodzaakt u te fouilleren

- ?

- Heeft u het niet begrepen? Laten we maar eens beginnen met die tas van u.

- Maar…

- Doen we moeilijk? Nee toch! Geef die tas nou maar.

Tas wordt omgekieperd en wat zien wij? Een schaartje met stompe puntjes. Zo een, waarmee je veilig gezichtshaartjes kunt verwijderen.

- Dit kan gebruikt worden als steekwapen.

- Maar…

- U mag zoiets niet met u meevoeren.

- Maar ik heb dit al veertig jaar in m’n tas…

- Niks mee te maken. U geeft dit af, of u krijgt een bekeuring.

- Ongelofelijk. Neem dan maar mee en steek het in je reet.

- Wees blij dat je geen bekeuring krijgt wegens belediging van een ambtenaar in functie.

donderdag 7 oktober 2010

Schoolboeken

Ik lees vandaag in de Volkskrant dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit NMa weer eens een onderzoek instelt naar de situatie op de schoolboekenmarkt. Er blijkt nog van alles aan de hand sinds het vorige kabinet besloot, de scholen 321 euro per leerling te geven om de ouders van de kosten te vrijwaren. Te weinig, blijkt nu.

Volgens een schoolboekenuitgever zijn veel kleinere  distributeurs doordat de marges als gevolg van verplichte Europese aanbesteding (daar hebben we Europa weer) te sterk verkleind en de risico’s toegenomen. ‘Het is nog meer een vechtmarkt geworden,’ zei hij tegen de Vk.

Vechtmarkt? Daar kan de consument alleen maar voordeel bij hebben, zou je zeggen. Gooi het maar in m’n pet.

Onvermijdelijk denk ik terug aan mijn tijd op het Bredase lyceum. Je kreeg jaarlijks een boekenlijst en daarmee ging je naar een bekende boekhandel in de stad – of je keek op de dan georganiseerde ruilbeurs, wat meestal niet veel opleverde. Want het schrijven van schoolboeken was een bijverdienste van de leraren. Verberne (geschiedenis), Van Tol (wiskunde), De Bont (Nederlands), allemaal hadden ze hun eigen ‘methode’ en allemaal zorgden ze tijdig voor een nieuwe, ‘geheel bijgewerkte druk’.

Dat was nog eens vrije-markt-economie. En pa maar dokken. In die tijd kwam dat al gauw neer op drie, vierhonderd gulden (zeg maar ‘n kleine 250 euro) per jaar. Geen haan die er naar kraaide, laat staan zoiets als een NMa.

maandag 4 oktober 2010

Alweer een onchristelijke pastoor

De pastoor van de Sint-Jansparochie in Kaatsheuvel verbiedt de Brabantse zanger <-Gerard van Maasakkers, een concert te geven in zijn kerk, ook al zou dat ten bate gaan van de restauratie van dat bedehuis.

Reden: Van Maasakkers is niet katholiek meer. Bovendien voelt de pastoor niet voor wereldse muziek in de kerk.

Kleintjes en niet in de geest van Jezus Christus. De Kaatsheuvelse parochieherder, miskent hiermee de integriteit van de kunstenaar, wiens muziek eerder 'vragend en zoekend' is dan 'werelds'.

Van Maasakkers is allerminst een godloochenaar - hij heeft alleen zijn redenen om het instituut van de kerk niet langer te vertrouwen.

Ik geef als ex-katholiek de pastoor nog even de volgende uitspraken van zijn heer in overweging:

'Komt allen tot Mij, die belast en beladen is' en 'Wie zonder zonde  is, werpe de eerste steen'.

zondag 3 oktober 2010

Wereldklasse

Kop in de Volkskrant: ‘Sluiting Concertgebouw dreigt.’ Het lijkt wel een 1 april-grap. Lees je het verhaaltje, dan blijkt het te gaan over de plannen van het Bruine Kabinet, korte metten te maken  met de muzikale infrastructuur van de omroepen, die voor 20% van de inkomsten van de Amsterdamse muziektempel zorgt.

Zover zal toch niet komen? Tegen dat de nood aan de man komt – d.w.z. het Concertgebouw z’n begroting niet meer sluitend krijgt - is Bruin allang weer op stal gezet. Opperhoofd Mark Rutte heeft zich al gedwongen gezien, aan te kondigen dat hij de oppositie beleefd zal bejegenen. Ik dank je de koekoek. Je zult maar op basis van zo´n wankele meerderheid aan de slag moeten. Laat Markske maar eens beginnen met zorgvuldig te vermijden, van linkse hobbies of speeltjes te spreken, als het gaat over culturele voorzieningen als, jawel, de omroeporkesten.

Gisteravond was ik in het ‘totaal vernieuwde' muziekcentrum Frits Philips te Eindhoven, dat de  metamorfose meteen maar heeft aangegrepen om zichzelf om te dopen tot Muziekgebouw, met ‘Frits Philips’ in kleine lettertjes eronder. (Meneer Frits is immers alweer enkele jaren dood en de vergetelheid, mede bevorderd door de manier waarop de Firma haar Eindhovense roots verloochent,  komt eraan).

Terwijl we vanuit de file op de binnenring de parkeergarage onder  de Heuvelgalerie binnen sukkelden, had ik al niet het idee, een linkse liefhebberij te beoefenen laat staan dat het publiek in de vernieuwde design-foyers van het Muziekgebouw die indruk maakte. Wèl is evident dat deze riante culturele voorziening nog net aan de crisis en het aanhalen van de buikriemen is ontsnapt.

De directie van het Muziekgebouw wenste ons in het programma geluk, want we zouden gaan genieten van ‘de allereerste uitvoering’ sinds de verbouwing. Ik moet zeggen, gaandeweg het kamermuziekconcert in de kleine zaal, bekroop mij een gevoel van ‘bevoorrecht zijn’. Maar dat kwam niet in de laatste plaats door het formaat van het gebodene. Wereldklasse!

Een pianokwartet, gevormd door de 87-jarige(!) pianist Menahem Pressler, Alexander Kerr (viool) Lawrence Power (altviool) en Paul Watkins (cello), speelde onder meer Mozart en Dvorák op een manier, die ons nog lang zal heugen. Van kwartet spelen wordt vaak gezegd, dat het ‘een gesprek tussen vier’ is; althans hoort te zijn. Welnu, dit was een uiting van volmaakte, niet alleen muzikale vriendschap. En het meest was ik nog onder de indruk van de charme van de hoogbejaarde pianist, die door zijn strijkende vrienden bijna letterlijk op handen werd gedragen.

Hè, daar kikkert ‘n mens na wekenlang politiek geharrewar van op.