vrijdag 29 juli 2016

De moeder en haar puber

Over de moeder en haar puber schreef ik al eerder. Intussen gaat het ‘gevecht’ natuurlijk door, nou ja, misschien is het eerder een vorm van overleg. De knul wordt binnenkort vijftien en in verband met de vakanties mocht-ie z’n feestje alvast geven.

Het liefst zonder aanwezigheid van de ouders, natuurlijk. Maar dat is nog eens nadrukkelijk gestipuleerd: voorlopig niet. Zijn lijstje van uit te nodigen vriendjes omvatte liefst dertig namen, maar de moeder vond: begin es met vijftien. Het zouden er uiteindelijk zeventien worden; alla, vooruit dan maar.

Kinderen en drank. Komt er een jongen aanzetten met een fles Baccardi rum. Wat is het alcoholpercentage van dat spul? Vijfendertig procent? Vijfenveertig kan ook.

De moeder: Regel jij dat of ik?

De jarige: Ik zal het wel doen.

Het drankorgel moet zoiets gevraagd hebben als ‘Moet ik nu weg?’ Nee dus. En: ‘Belt je moeder nu mijn ouders op?’ Ook al niet.


Iedereen blij en tevreden. Kans op herhaling miniem. Die rum staat daar op het aanrecht. Misschien was het wel een collectief  'cadeau'. Daar zal dan wel flink over nagekaart worden.

woensdag 20 juli 2016

Boerenkinkels

Thijs Zonneveld is wellicht een van onze beste wielercommentatoren. Ooit prof, zonder sporen van roem weliswaar (die blijft zo ongeveer beperkt tot het winnen van de derde etappe van de Volta Ciclista Internacional a Lleida) weet hij natuurlijk waar hij het over heeft. Bovendien pleegt hij zijn Tourcolumns in briljante, meeslepende stijl te formuleren. Ze vallen onder de categorie ‘een goed verhaal is nooit te lang’. Zodoende is hij hier tijdens de Tour het zonnetje in huis. Hij is ook sterk in het terughalen van vergeten woorden, zoals vandaag boerenkinkel.

Zonneveld schrijft in de AD/R Nieuwsmedia in een weergaloze karakterschets van “de enige echte concurrent van koploper Froome in de Tour 2016”: ‘Bouke Mollema  is, zoals zoveel wielrenners tegenwoordig, bepaald geen ongeletterde boerenkinkel.’

We weten allemaal waar dat op slaat: op de eenvoudige katholieke mannen uit Brabant die in de vorige eeuw het wielrennen ‘op de kaart zetten’. De Wagtmansen, de Van Ests, de baanrenners Braspenninx en Schulte. Die ontwikkelden hun krachten en behendigheid op de fiets als pungelaars met een pak boter op de bagagedrager, achterna gezeten door de douaniers. Het waren géén boeren, eerder bouwvakkers. Sint Willebord, gemeente Etten-Leur, was hun biotoop. Van daaruit bouwden ze hun roem op. Inderdaad, met alleen lagere school, maar voor het fietsen hoefde je niet geletterd te zijn. En mannen als IJzeren Willem (van Est), waren gevormd uit één stuk, ruwe diamanten met lef, die zich aan fietsbanden uit een ravijn lieten hijsen – Wimme in 1951 – om enkele jaren later ‘nog even’ in één dag Bordeaux-Parijs te verschalken.

Ik verwijt Thijs Zonneveld (35) helemaal niks. Hij weet veel over het hedendaagse fietsen, maar weinig van het verleden. En hij is een Hollander en dan sta je wel heel ver af van de boerenkinkels.

woensdag 6 juli 2016

Hond ruikt meer dan je denkt

In het populaire radioprogramma Nachtzuster van Omroep Max kunnen luisteraars elkaar vragen stellen. Een bloemlezing van de flauwekul die dan voorbij komt, zou een apart stukje kunnen opleveren, maar dat doen we nu even niet. Onlangs was er iemand die wilde weten, waar honden het vermogen vandaan halen, vast te stellen dat het niet goed gaat met baasje. Een zinnige vraag, kan ik uit eigen ervaring zeggen, want toen mijn jongste zuster voor het einde van haar lang, gelukkig leven stond, vertoonde haar hond Elsa duidelijk tekenen van droefenis.

Het antwoord kwam vrij snel: honden ruiken dat. Ja, wat honden al niet ruiken. Dezer dagen had ik er een te logeren: de boxer Luna. Een apart geval, want zij is 'n week of wat geleden op het boerenerf waar ze thuis hoort in het donker aangereden waarbij haar kop zodanig werd gemaltraiteerd dat een aantal plat liggende kiezen moest worden getrokken en zij aan één kant doof werd. Volgens de dierenarts is het een wonder dat ze het heeft overleefd. Nog wonderlijker is het dat ze inmiddels zo goed als hersteld is. Daar hebben wij als 'revalidatiekliniek' tijdens vakantie van de bazen een rol in gespeeld. Luna was strikte rust voorgeschreven, nou daar is een min of meer stedelijk appartement geschikter voor dan een melkveehouderij, waar tankauto's en machines af en aan rijden.

Voorwaarde is natuurlijk wel dat zo'n hond zich kan aanpassen. Nou, dat zou op zich ook alweer een wonder zijn, ware het niet dat Luna van jongsaf met hondencursus en al uitstekend is opgevoed. Ze luistert! Wat er in zo'n dier omgaat, weet je natuurlijk nooit helemaal, maar Luna leek zich in de voor haar wel erg beperkte leefruimte al gauw thuis te voelen. Het weer was niet van dien aard dat er naar hartenlust in het open veld geravot kon worden, dus dat werd drie of vier keer per dag aangelijnd uitlaten. Plastic zakje bij de hand om de drollen op te ruimen.

Nu ben ik eindelijk bij de core business van de hond: het ruiken. Je ziet wel eens honden die van hun baasje daar de kans niet voor krijgen. Die worden met een ruk aan de riem 'tot de orde' geroepen. Wat? Desnoods voortgesleept. Wij vinden echter dat wij de hond dit kennelijk voor hem/haar ultieme genot, de vervulling van deze levensvoorwaarde moeten gunnen. Mijn zwager heeft daar een mooie uitdrukking voor: 'ze lezen de krant!' Nou reken maar dat Luna bij ons het wijknieuws tot zich heeft genomen.

En dan de vele ontmoetingen. De reactionairen zijn vooral die kleine k*thondjes, waarvan ik wel eens denk dat ze zo heftig keffen en blaffen uit frustratie. De kennismaking met grote soortgenoten verloopt doorgaans harmonisch. Uitzonderingen daargelaten, zoals de goeie ouwe sul van de overburen, die plotsklaps agressief op Luna reageerde. De buurvrouw verbaasde zich er ook over, maar had toch een verklaring: ze ruikt dat Luna iets onder leden heeft. Medicijnen.

Dan was er nog een grote zwarte hond, waarvan de baas op dreigende toon zei dat als je daar ruzie mee kreeg, de dokter niet meer nodig zou zijn. Flinke jongen, die baas. Moet het met een hond doen bij gebrek aan een kalashnikov.

(Gesproken column Omroep Best, 13.07.16, 18:10 uur.)

donderdag 23 juni 2016

Fanatisme anti-rokers nogal irritant

Het fanatisme dat de anti-rokers de laatste tijd (nou ja, eigenlijk altijd al) aan de dag leggen, begint behoorlijk te irriteren. Hoe straffer de rokers voorheen, hoe gedrevener. Frustraties?

Roken, dat wij van de natuurvolken hebben overgenomen, behoort eeuwenlang tot onze cultuur – en is trouwens ook al eeuwenlang onderwerp van discussie. Niet voor niets hanteerden de ‘pro’s’ in een nog niet zo ver verleden de slagzin Een tevreden roker is geen onruststoker. Het presenteren van een sigaret was toen een geijkt middel om een gesprek te beginnen, het ‘ijs te doen breken’.

Je zult mij niet horen zeggen dat roken niet ongezond is, maar de keuze wel of niet behoort nog steeds tot onze vrijheden. Ik denk even terug naar de tijd dat de VVD (die van P.J. Oud) nog een echte liberale partij was en dat uitdroeg met de kreet: ‘Een matig mens is zijn vrijheid waard.’ Sta je voor een dilemma? Luister dan eenvoudig naar de dokter. Wie met een hart- of vaatziekte kampt, dient te weten dat het een kwestie is van ‘vrijheid in gebondenheid’.

Ik verdenk de anti-rooklobby ervan, benauwd te zijn voor verlies van bestaansrecht. Met andere woorden, doormauwen dan blijf je iemand om rekening mee te houden. Aandacht! Alleen, er zijn grenzen aan de overheidsbemoeienis. Er zijn trouwens ook grenzen aan de reikwijdte van de overheidsarm. Zie de manier waarop het alcoholverbod voor de minder dan 18-jarigen massaal wordt ontdoken, vaak nog met collaboratie van de ouders. Van de handhaving komt niks terecht.

De meest recente acties van de anti-rokers treft opnieuw de horeca. Café’s die niet als gevolg van het eerder ingevoerde verbod ter ziele zijn gegaan, zijn de wet tegemoet gekomen door het creëren van aparte ruimten met afzuiginstallaties. Niet genoeg, zeggen de – sorry – kankeraars, want als de deur van die rookruimtes open gaat, krijgen de niet-rokers toch weer een walmpje mee. Dat is niet alleen ongezond, maar ook stimulerend!

Hoe ver kun je gaan? Nou, nog veel verder: moeders die een sigaretje opsteken in de speeltuin (openlucht) moeten daar maar eens mee ophouden. Het is tegenwoordig usance bij de media, ook voortdurend kinderen te vragen  naar hun mening. In dit geval hoorde ik het stemmetje van zo’n joch, dat duidelijk door pa, ma, de juf of de meester was geïndoctrineerd. Bij zich in drinkende pubers heeft dat trouwens geen zin, het levert slechts lacherigheid en stoerdoenerij op.

Tijdens mijn betaald werkzame leven, had ik een collega, die ook voortdurend oorlogskreten tegen de rokers placht te uiten. Die man reed elke dag over de A2, waar hij even goed de trein had kunnen pakken. Ik snoerde hem dan ook de mond met een waarschuwing tegen  de portie fijnstof die hij daar dagelijks door naar binnen kreeg.


Als het gaat over gezondheidsrisico´s, zijn wij altijd uiterst selectief, om niet te zeggen hypocriet.

dinsdag 21 juni 2016

Kleingeestig wereldje

Dat het mediabedrijf in Hilversum een kleingeestig wereldje is, wisten we eigenlijk al. Laat ik de banvloek die npo-baas Frans Klein uitvaardigde over een promotiefilmpje van de nieuwsrubriek Een Vandaag, daarom maar bestempelen als een nieuw dieptepunt. Motivatie Klein volgens onder meer De Telegraaf: ‘Soms kan iets tenenkrommend zijn als het over de rug van anderen gebeurt.’

Hoe zo tenenkrommend? Hoe zo over de rug van anderen? Klein zal moeilijk kunnen wegcijferen dat de zomerprogrammering van npo-radio en –tv heel wat luisteraars en kijkers in het verkeerde keelgat is geschoten. Sportzomer is een ramp, maar dat wisten we al van voorgaande jaren. En de grootverdieners van Pauw en DWDD zijn er weer tussenuit geknepen, alsof Nederland even niet bestaat. Is ook strijk en zet.

Het spotje van Een Vandaag doet niet meer en niet minder dan vaststellen dat deze rubriek er, in tegenstelling tot die anderen, wel is. De klachten van de gebruikers, och, die gooi je toch gewoon, onbeantwoord in de prullenbak en kritiek uit eigen kring (overigens niet als zodanig bedoeld, begrijp ik, maar als puur informatief en nuttig voor de klant), daar bedenk je een andere term voor dan nestbevuiling. ‘Over de rug van anderen.’ Je erkent er in elk geval mee dat je je voelt aangesproken.

Misselijk makend, die koninkrijkjes in ‘t Gooi.

woensdag 8 juni 2016

Opnemen wat de dokter zegt

Het idee komt van minister Edith Schippers (Volksgezondheid): digitaal-auditief opnemen van wat de dokter, in het bijzonder de ziekenhuisspecialist in de spreekkamer zegt. Als ruggensteun voor de patiënt, voor wie ‘het ook allemaal niet is te onthouden’. Maar een meerderheid van de artsen is daar tegen. Terecht?

Met een dergelijke handelwijze hebben wij enige ervaring, zij het dat het een alternatieve genezer betreft, die de patiënt metterdaad heeft verlost van de ziekte van Lyme (de nare gevolgen van een teekbeet, opgedaan in de natuur). Dit uiteraard terzijde, al mag niet onopgemerkt blijven dat de reguliere geneeskunst er op dat moment nog nauwelijks raad mee wist. In elk geval had de patiënt wel degelijk baat bij de geluidsopname, want het was behoorlijk ingewikkeld wat er allemaal werd gezegd en gedaan.

Maar de specialisten zijn dus tegen en voeren als motief daarvoor aan (ik vernam dat van Radio 1) niet zozeer dat het ‘tegen hen kan worden gebruikt’ als wel dat het besprokene wel eens een leven zou kunnen gaan leiden op het internet.

Jaja, Facebook! Ik ga uit – versta me goed -  van de integriteit van de gemiddelde arts, dus de vrees voor misbruik lijkt me terecht. Wie zich eenmaal aan Facebook heeft overgeleverd en er een gewoonte van maakt, ‘de vrienden’ (die geen vrienden zijn) van alles over zijn/haar privéleven, interessant of niet, mee te delen, zal het, als het er op aan komt, niet nalaten ook deze ‘bikkelharde’ informatie met de gôegemeenschap te delen. Om nog maar te zwijgen van de mogelijkheid dat iemand, zonder tussenkomst van de rechter, de gewraakte arts eens even, ja eventjes ofwel ff in internetjargon, een hak zet.

Is hiermee de kous af? Natuurlijk niet, want het maken en beschikbaar stellen van een audio-opname is heel goed in een contract tussen arts en patiënt te regelen. Zo’n standaard-overeenkomst, die oneigenlijk gebruik (dus misbruik) van de opname voorkomt, is door de juristen van de artsenorganisaties zo geregeld.

Nog even doorbakkeleien dus.

dinsdag 7 juni 2016

Duitsland

'n Paar dagen in Duitsland geweest. Zo’n aanbieding van de krant; hotel met ontbijtbuffet in de Eifel. Ik mag de Duitsers wel. Tegenwoordig. Je moet de geschiedenis achter je kunnen laten. Daarop hebben ze zelf gedurende zeventig jaar erg hun best op gedaan. Daarom is het zo oneerlijk hen nu nog de daden van Hitler en zijn trawanten na te dragen, zoals Erdogan en zijn perslakeien dat doen.
Angela Merkel verminken met een snorretje en zeggen dat de Duitsers de laatsten zijn die de Armeense genocide mogen bevestigen. Terwijl het ronduit verbijsterend is dat Turkije de ontkenning van die volkerenmoord nog langer volhoudt.

Ik heb enkele jaren geleden een boek van de vermaarde Britse journalist Robert Fisk gelezen waarin de afzichtelijke waarheid over de Armeense kwestie keihard wordt aangetoond. En van Merkel wil ik sowieso geen kwaad woord horen. Het weekblad Time verklaarde haar in 2015 tot de persoonlijkheid van het jaar en ik ben er trots op, daar met mijn stemmetje op het internet aan te hebben bijgedragen. Een volstrekt integere vrouw, op wie we onze hoop moeten vestigen, als het er om gaat, ‘de boel bij mekaar te houden’.

Maar laat ik het nog even over ons reisje hebben. In Trier zat ik even op zo’n stenen bankje dat rond een bronzen monumentje is aangebracht, te luisteren naar een hoboïst die voortreffelijk een stuk van Bach reproduceerde. Er kwam een (andere) oude man naast me zitten met de woorden: ‘Ik kraak.’ Ik informeerde naar zijn leeftijd en hij zei: zes en tachtig. Dan is het normaal, als je kraakt, repliceerde ik, waarop de man zijn hele ziekteverleden uiteen begon te zetten. Eerlijk gezegd gaf ik de voorkeur aan de hoboïst, die intussen het adagio uit het klarinetconcert van Mozart had ingezet. Dat klonk minder en wel hierom: Mozart schreef dit weemoedige stuk aan het eind van zijn leven en dat kun je horen, mits het wordt gespeeld op het instrument waarvoor het gemaakt is. De hobo klaagt toch minder.

Als ze goed spelen, geef ik straatmuzikanten altijd iets, zei ik tegen de oude man. ‘Ja,’ antwoordde hij, stond op en vertrok verder zonder een woord. Is dit de diskwalificatie van een Duitser? Nee hoor, het was een Luxemburger.

(Gesproken column voor Omroep Best, 15.06.16, 18:10 uur.)

maandag 30 mei 2016

Strak

Bij de groothandel die een verkapte Outlet is, was het twee broeken voor de prijs van één, dus dat betekende aanschuiven bij de pashokjes.

Een fors ontwikkelde vrouw kwam met neergetrokken mondhoeken naar buiten en zei: ‘Te strak in het kruis.’ Haar man keek, lijdzaam hangend over de stang van het winkelwagentje, schalks over zijn leesbril en zei ‘O.’

Het is trouwens wat met die retail. Ja, ik weet het, dat betekent ‘wederverkoop’ of zoiets, maar mede onder invloed van BNR Nieuwsradio gaat het steeds verder bergafwaarts met ons Nederlands. Het heet dat een fusie van PostNL en het Belgische B-Post is afgeblazen omdat die Hollanders te vaak BiePost zeiden.

Overigens een kwestie van tijd hoor, kijk maar naar De Persgroep. Die Vlamingen kwamen na een mislukte overname van Nederlandse dagbladen ook ‘gewoon’ terug. En kijk nou eens, of liever sla de handen maar voor de ogen. Het is een voortdurende worsteling om de regionale identiteit. Dan krijg je uitglijders als Steven Kruijswijk (wat zeg ik nou weer) die onverhoeds, omdat-ie uit Nuenen komt, tot aardappeleter wordt gebombardeerd. Dat noem ik nog eens strakke regie. Terwijl het Van Gogh-jaar allang door Bosch-jaar is vervangen.

Aardappeleter. Geen vondst van columnist Jos Kessels, want die weet uit betrouwbare bron dat Steven, de morele winnaar van de Giro, binnen zijn wereldje De Kleerhanger is gedoopt. Alles beter dan klerelijer.

Het is een mooie maandag, met het noodweer dat ons voor zondag was aangekondigd. En met het opwekkende bericht, dat het duurste onderdeel van de elektrische fiets, de accu, het binnen de kortste keren begeeft, wat een fraaie retailvondst inhoudt, want vervanging kost gauw 500 euro.

Lang leve de duurzaamheid.

vrijdag 27 mei 2016

Eindhoven Airport, daar gaat-ie weer

In juni ligt Eindhoven Airport twee weken stil in verband met de vernieuwing van een startbaan. Dat was een unieke kans om eens na te gaan hoe het staat met het fijnstof in de lucht als er niet gevlogen wordt: zogenaamde nulmeting. Maar de plannen daarvoor zijn afgevoerd, want…kosten 100.000 euro. Dit meldt het ED vandaag tussen neus en lippen – in een berichtje op pagina 2 van het regiokatern. Daar gaat-ie weer.

Wie de kosten had moeten betalen, weet ik niet. Airport-zelf? Zou heel normaal zijn geweest. Secundair belanghebbende de stad Eindhoven? Ook nogal voor de hand liggend. Tertiair: de provincie Noord-Brabant, immers toch zo begaan met de leefomgeving? Het bedrijfsleven, dat zo veel belang zegt te hebben bij de luchthaven. Brainport!

Ze zeggen dat je dit soort vergelijkingen niet mag maken, maar ik doe het toch: dezelfde krant, het Eindhovens Dagblad dus, opent heden met een snorkend verhaal over de ambilties van de de gemeente, waar het gaat om topsportevenementen. ‘Stad wil meer EK’s en WK’s.’ Daarbij denkt men aan onder meer een jaarlijkse World Cup zwemmen – niet voor niets is Robert van den Hoogenband, juist, de broer van…- aangetrokken als acquisiteur. Daarnaast is het azen op de Europese Hockey League-finale en zo nog wat meer.

Het budget van Van den Hoogenband is vier miljoen euro, op te brengen door Eindhoven (viermaal 350.000), de provincie (idem) en ‘het bedrijfsleven.’ Vier miljoen dus, voor iets waarvan je het resultaat nog maar moet afwachten.


Het is maar waar je de meeste waarde aan hecht, aan je sportimago of aan het welzijn van je inwoners en andere burgers voor wie je geacht wordt,  je als ‘hoofdstad’ van een regio verantwoordelijk te voelen.

woensdag 18 mei 2016

Uitpakken

In een alleraardigst boekje, dat ik op m’n verjaardag kreeg – Grutvaojers skrifje, Brabantprofessor Jos Swanenberg staat er achter en dan zit het wel snor – las ik: De èrmste minse koope de gròòtste paosèier. De toelichting luidt: ‘Mensen met een kleine beurs willen nog wel eens overdrijven in uiterlijk vertoon.’
 
Dat ‘grutvaojer’ klinkt (ook) mij wat vreemd in de oren, maar ja ‘het dialect verschilt per straat,’ zei iemand die het weten kan.

Het gaat hier evenwel om die grootste paaseieren en het uiterlijk vertoon. Hier wordt een volkswijsheid ten toon gespreid die, als zo vaak, de spijker op z’n kop slaat.

Armoede is op dit moment een gevoelig onderwerp, want als die ooit is weggeweest, dan is ze nu in elk geval weer een groot probleem en men gelieve er dan ook niet mee te spotten.
Laat ik het over de klassieke smalle beurs hebben: die van de gemiddelde arbeider in de eerste helft van de vorige eeuw, toen het socialisme nog een rijke voedingsbodem had en er voor de vakbonden volop werk aan de winkel was.

Een reden, krap bij kas of niet, om eens flink uit te pakken, c.q. de buurman en de straat de ogen uit te steken, was de Eerste Heilige Communie, de gang naar de Tafel des Heren door 7-jarigen, die men toedacht dat ze ‘tot de jaren des verstands’ waren gekomen. Qua eten, drinken en cadeaus om het maar even samenvattend te zeggen.

Ik herinner mij de preek van een pastoor in de jaren vijftig in de zin van ‘of het niet een onsje minder kon’. Maar als ik goed naar mijn vader geluisterd heb, dan was het zo rond de voorlaatste eeuwwisseling (1900 dus) heel gewoon dat vanuit een achterbuurt – toen nog zo geheten – voor de gang naar de kerk, ten behoeve van de communicant en zijn of haar ouders een rijtuig werd gehuurd, niet alleen met koetsier maar zelfs met een palfrenier achterop.


De overeenkomst met een grootse bruiloft dringt zich op; die ging tot halverwege de vorige eeuw gepaard met een stoet rijtuigen. En nu? Er zijn trouwerijen, waarop de spreuk met de grootste paaseieren nog volledig van toepassing is.

zaterdag 14 mei 2016

Dan maar minder gewiekst

Na afloop van Aboutalebs speech tijdens de 4-mei-herdenking op de Dam, twitterde iemand: ‘Kan er voor gezorgd worden dat landelijk op deze man gestemd kan worden?’
Journalisten hebben dit opgepakt, zoals journalisten wel vaker iets van Twitter oppakken, meer dan van het van trivialiteiten vergeven Facebook, denk ik. Dus de burgemeester van Rotterdam for MP.

Had je gedacht, want loopt het de PvdA – excusez le mot – al dun door de broek bij alleen al de gedachte aan verkiezingen, enige zelfreflectie is het met rechts collaborerende, landelijke politieke kader volslagen vreemd. Wir schaffen das.

Twee kwalificaties betreffende Ahmed Aboutaleb doen inmiddels de ronde. In het Radio 1 Journaal heette het vanmorgen dat de PvdA-top hem niet gewiekst genoeg vindt. (Men vreest, zo begrijp ik, een herhaling van het drama theedrinker Job Cohen.) Allereerst: wat zijn de synoniemen voor ‘gewiekst’? Dat zijn er nogal wat, volgens het puzzelwoordenboek: 1) Adrem 2) Berekenend 3) Bijdehand 4) Doortrapt 5) Geslepen 6) Gevat 7) Geslepen (listig) 8) Gehaaid 9) Glad 10) Goochem 11) Handig 12) Leep 13) Link 14) Niet dom 15) Pienter 16) Snedig 17) Sluw 18) Slim 19) Slagvaardig 20) Schrander 21) Slinks 22) Uitgerekend 23) Uitgekookt 24) Uitgeslapen.

Hierbij heb ik de neiging, uit te roepen: dan maar minder gewiekst. Immers, het wemelt in de politiek al van gewiekste, op eigenbelang gerichte lieden en me dunkt dat de kiezer daar de buik van vol heeft. Trouwens je vindt tussen die synoniemen bijna even veel positieve als negatieve verklaringen.

Dan is er (2) het ‘bezwaar’ dat door het AD – lees De Persgroep – aan de bobo’s in Amsterdam wordt toegeschreven: Aboutalebs recente tv-optredens zouden ‘te pompeus’ zijn geweest. Lammenielache. Het is het zoveelste blijk van nietszeggendheid en zwakte. Nooit heb ik meer vertrouwen ontleend aan het optreden van een publieke persoonlijkheid dan bij dat van Aboutaleb tijdens Zomergasten 2015 en de toespraak op 4 mei.

Natuurlijk weet de Marokkaanse Nederlander zichzelf uitstekend te verkopen. Mag dat? Zijn internationale bekendheid wordt hem trouwens in de schoot geworpen. Na de verkiezing van de moslimburgemeester van Londen, haastte The Independent zich, erop te wijzen dat die niet de Europese primeur had.

Volgens De Persgroep-bladen heeft Aboutaleb zich op het jongste PvdA-congres letterlijk op de voorgrond gezet door, tijdens diens speech, op de prominente stoel van ‘kroonprins’ Lodewijk Asscher plaats te nemen. Tja, is dat het hele verhaal? Had-ie dan ergens achter een pilaar moeten gaan zitten? Of in de nek moeten blazen van de niet weg te branden partijleider Samsom?


Intussen houdt iedereen zich wat betreft het toekomstig lijsttrekkerschap op de vlakte. Da’s prima. Laat maar lekker voortsudderen. We krijgen een heet najaar.

maandag 9 mei 2016

De Venus van Botticelli

Als je, puber zijnde, vindt dat je je niet aan de regels van de school hoeft te houden en de disciplinaire maatregelen van de concierge wil dwarsbomen, dan stap je toch naar de Rijdende Rechter? Pech als die niet alleen juridisch onderlegd is, maar ook over een goed verstand beschikt aangaande laat ik zeggen opvoeding tot een sociaal lid van de maatschappij. Misschien is die rechter ook vader. Dan feliciteer ik zijn kinderen.

Bij dit soort opmerkingen wil ik nog wel eens bij mezelf te rade gaan, immers hoog bejaard en nog dagelijks vol fouten. Ik moet dan ter zelftroost ook vaak denken aan de columnist der columnisten in de vorige eeuw, Jan Blokker, die in zijn nadagen, niet anders schrijvend dan daarvoor, de kwalificatie ouwe brombeer voor de voeten geworpen kreeg. Dus ga ik ook maar gewoon door. En prijs me gelukkig dat onderstaande ervaringen met puberaal gedrag mij zijn toegekomen van een stel veertigers. Nooit te oud om je te ergeren.

Vriendje mag bij vriendje blijven eten, maar deelt moeder van vriendje openhartig mee: ‘Ik lust alleen maar friet.’ En als er groente op tafel komt: ‘Dat lust ik dus niet.’

De ouders in kwestie zijn pas verhuisd naar een met een hek omheinde stek met zwembad en zoonlief heeft al bij voorbaat zijn status opgekrikt door op school mee te delen dat daar dus uitgebreid gefeest gaat worden. Er is wel tijdig een rem op gezet, met respectievelijk de mededelingen 1. niet als wij niet thuis zijn en 2. duiken verboden, want levensgevaarlijk.
Maar als de zomer eindelijk toeslaat geh’ts los. En de meiden komen ook. Het openen van de van binnenuit bediende poort niet afwachtend, klimmen ze maar vast over het hek en veroveren ze de lusttuin zonder zich voor te stellen, of zelfs het naar de zeden des tijds geroepen hoi.

Provocerende stoerdoenerij kent geen grenzen. Een van de knullen schrikt er niet voor terug, een kolossale penis – in het gangbare discours lul geheten – op een ruit te tekenen.
Er is, zonder rijdende rechter, korte metten mee gemaakt. Met de meiden en de knul. ‘Jullie kunnen gaan en hoeven hier niet meer terug te komen.’

Maar denk niet dat daar in en rond dat huis onverdragelijke mores heersen. Het zijn moderne ouders, zij het – zoals al aangegeven – met duidelijke grenzen rond wat kan en niet kan. Zij die er zich aan hielden, mochten urenlang in de jacuzzi badderen. Vraag aan de ouders: Zijn ze intussen ook naar de wc geweest? Eh…nee, ik geloof het niet. O.

En verder? Dat weet niemand. Wat ik wel weet is dat de moeder haar puberzoon nog een aardig lesje heeft gegeven, toen hij op een middag na school weer eens met een staart maten achter zich aan het domein wilde betreden. Ma zat naakt in die jacuzzi en rees bij het verschijnen van zoon uit het bad als de Venus van Botticelli uit haar schelp: Hallooooo!

Weg was-ie.

(Gesproken column, Omroep Best, 18.05.16.)

donderdag 5 mei 2016

Boergondisch

Als Den Bosch de bourgondische hoofdstad van Brabant is en Eindhoven de technische, dan kan Breda dé zakenhoofdstad van Brabant worden.

Dit zei de Bredase ondernemer Aad Ouborg (huishoudelijke apparaten, als Princess en ook bekend als redder van monumentale gebouwen – hij houdt kantoor in het 18e eeuwse raadhuis van Ginneken) onlangs in een interview met het West-Brabantse dagblad BN-DeStem.

Ouborg vindt dat Breda het niet moet laten bij het stimuleren van zijn gerenommeerde gezelligheid, wil de stad aantrekkingskracht uitoefenen op het internationale bedrijfsleven. Zo ongeveer.
Wat mij intrigeert zijn de typeringen die hij geeft aan andere Brabantse steden, waarbij het bepaald niet ingeslapen Tilburg buiten beschouwing blijft. Eindhoven, stad van techniek (en zoals het Eindhovens Dagblad dezer dagen constateerde, voorlopig blijvend ‘de lichtstad’) daar kan ik me in vinden. Persoonlijk spreekt het me zelfs meer aan dan het nogal drammerig-pretentieus klinkende Brainport. Maar Den Bosch komt er maar bekaaid af met dat bourgondisch.

Wat zegt dat nou helemaal, bourgondisch. Het is een kwalificatie, afgeleid van het ongehoord luxe hof van de hertogen van Bourgondië (vijftiende eeuw!) en wordt te pas en de onpas, vooral in toeristische folders, gebruikt om het savoir vivre aan te duiden van al het volk beneden de grote rivieren, inclusief België. Schransende, zuipende en dansende lieden, leuk, gezellig, zorgeloos, laat maar waaien enzovoorts. Een levend schilderij van Brueghel.

Er klopt geen hout van, want het veronderstelt een volksaard, die hier in geen velden of wegen valt te bekennen, tenzij je zoiets als het door een minderheid in stand gehouden carnaval als maatstaf hanteert.

Beschouw deze typering van meneer Ouborg maar als een bour, pardon boer, pardon loze oprisping.

zaterdag 30 april 2016

'Journalistiek met een crimineel luchtje'

Fred Teeven heeft mogen uithuilen bij de ‘regionale’ kranten van De Persgroep, dwz het Rotterdamse AD en wat doorgaans heet deze krant. Nou ja, de vorig jaar weggestuurde staatsseceretaris van justitie houdt natuurlijk de rug recht; hij behoort immers tot de zeldzame soort die na een periode bewind voeren weer in de Kamer gaat zitten.

De sportieve Teeven, hij jogt met mate gezien zijn actuele lichaamsbouw en poseert in de bijpassende kledij voor de fotograaf, weet precies wie hem de das om heeft gedaan, wat betreft de deal met Cees H., die veel hoger bleek te zijn uitgevallen dan hij en zijn ‘baas’, Ivo van Opstelten, aanvankelijk tegenover de volksvertegenwoordiging suggereerden.

‘Dit is aangereikt vanuit de misdaad,’ verklaart hij tegenover de verslaggever, daarbij min of meer suggererend dat er een luchtje zou zitten aan de activiteiten van de aanbrenger van het onheil, de tv-actualiteitenrubriek Nieuwsuur. ‘De media heb het gedaan,’ weet je wel?

Kan het ook zijn dat een journalist bijzonder goed werk heeft verricht, vraagt de AD-verslaggever. ‘Ja maar hij heeft het wel aangereikt gekregen vanuit de misdaad,’ enzovoorts. Alsof goede journalistiek per definitie uitgaat van één bron. Niemand verbiedt de onderzoeker een tip te accepteren, ongeacht de achtergrond van de tipgever, mits hij/zij het niet stante pede voor zoete koek slikt. Justitie doet dat ook. Toch, meneer Teeven?  ‘Het ging eerst naar een halve journalist en daarna naar een echte.’ Alweer zo’n diskwalificerende opmerking.

En verder? Ach het had niks om het lijf, vindt-ie achteraf. ‘Er worden zoveel deals gesloten.’ Niettemin: ‘We hebben het niet goed gedaan. Daarom zijn we ook samen (Teeven en Opstelten, tSs.) ten onder gegaan.’

Het heeft iets van Luctor et Emergo – ik worstel en kom boven.

zaterdag 9 april 2016

Even de controle passeren

Veel ophef al, voordat het op tv is: journalist Albert Stegeman wandelt ongehinderd de Legerplaats Oirschot op, simpel gehuld in een camouflagepak. (zondag SBS6 Undercover Nederland). Dat was in de suffe jaren vijftig wel anders, hoewel, toen had je toch de Koude Oorlog?

Dus was het heel wat dat (ook) een journalist de controle van de Luchtmacht Bewakings Korps op de vliegbasis Leeuwarden wist te verschalken. Het gebeurde nota bene tijdens een grote NAVO-oefening.

Dader was de stadsredacteur van de Friese editie van Het Vrije Volk, Fenno Schoustra , een practical joker pur sang (mooi hè, Engels en Frans gecombineerd? Het zijn dan ook sterk verwante talen).
Fenno benaderde de vliegbasis niet als een onopvallend geüniformeerde ondergeschikte, maar als hoge piet uitgedost in een operettekostuum. Op de foto in HVV zag je hem in een auto met chauffeur, streng de neus in de wind steken.

Het leukst vond ik nog de kinnesinne van de Leeuwarder Courant, die in die tijd onder de titel nog een banderol met de tekst ‘Hoofdblad van Friesland’ had. Wat Schoustra had gedaan ‘kón natuurlijk niet’. Zelfs zonder terreurdreiging.

Maar in datzelfde Friesland leeft Fenno (in 2012 op 88-jarige leeftijd overleden) wel als onovertroffen  legendarische figuur voort en dat kan niet van iedere verscheiden Friese journalist worden gezegd.

woensdag 6 april 2016

Tweede Kamer, wat is dat voor volk?

Wat is dat voor volk, politici, leden van de Tweede Kamer nota bene, die een ongeldige stem uit brengen als het gaat om de benoeming van een nieuwe kinderombudsvrouw? Van volksvertegenwoordigers mag toch worden verwacht dat zij hun taak uitoefenen en kiezen? Als de burger (m/v) – bij voorbeeld bij het referendum over Oekraïne – besluit thuis te blijven, of het stembiljet ongeldig maakt om wat voor reden dan ook, dan is dat zijn goed recht. Maar de politicus (m/v), beroeps of niet, dient gewoon zijn mandaat in praktijk te brengen.

Er zit sowieso een luchtje aan de gang van zaken bij de vervanging van meneer Dullaert, die als mentale hulpverlener van de kinderen in problemen niet terug mocht komen. Nu is het motief van de ‘stembiljetscheurders’, nota bene ruim een derde van de TK, vooral behorend tot de VVD en de PVV (pas étonné de se trouver ensemble, als je dit niet snapt, zoek het dan even uit) al even verdacht: de gekozene, Margrite Kalverboer, nota bene een erkend en onomstreden pedagogisch wetenschapper, zou te links zijn. Je moet wel extreem rechts zijn wil je het in je hoofd halen, iemand op grond van zo’n vrijwel ondefinieerbare kwalificatie af te wijzen. Je schept daarmee tevens een onmogelijk precedent. Stel nu, dat hetzelfde criterium van lik m’n vestje toegepast gaat worden bij het benoemen van mensen  in andere belangrijke functies?

Laat ik het nog eens op een andere manier uitleggen. De voorloper van de VVD, bij voorbeeld, de liberalen van de negentiende eeuw, die van Thorbecke (‘openbaarheid is licht, geheimhouding is duisternis’) waren, relatief bekeken, links. Vandaar trouwens, dat ik al sinds mijn jaren van verstand vind dat de VVD wel heel ver van het liberalisme is afgedwaald.

Wie het nog niet wist: ik voel me links. Om de doodeenvoudige reden dat je niet kritisch kunt zijn zonder dat. En het ombudswezen is per definitie kritisch, anders kan het maar beter weg blijven en/of achterover leunen, precies het tegendeel van wat kinderombudsman Dullaert, terecht ook ter linker zijde gepositioneerd of in elk geval door zijn tegenstanders daar geplaatst - deed. Daarom moest hij dus weg.

Wat is dat voor volk, daar in die Tweede  Kamer? Dom volk.

Een kwestie van ballen hebben

Eigenlijk had ik me voorgenomen, geen woord meer vuil te maken aan De Mol. U weet wel. het reusachtige beeld uit 2009 dat vanaf het tunneldek bij de Willem de Zwijgerweg in Best richting Eindhoven kijkt. Nog eens overlezende, wat ik over dat monster schreef op 24 september 2014, vind ik dat ik dat voornemen gestand zou moeten doen. Maar ja de ontwikkelingen – door de krant getypeerd als een soap – rond het verval van het kunstwerk, de daaraan verbonden kosten en de houding van de maker, de internationaal vermaarde kunstenaar Tom Claassen, in deze schreeuwen toch opnieuw om aandacht.

Boven genoemd stukje staat: Heeft de gemeente Best nog tanden? Nader bezien, kan ik alleen maar een iets meer eigentijdse variant bedenken: Een kwestie van ballen hebben. Immers, Claassen mag dan, al is het dan maar in eigen ogen, een beroemdheid zijn, hij is in de eerste plaats ondernemer en in dit geval een leverancier van de gemeente Best. En als zodanig is hij ernstig in gebreke. In het kwadraat kun je wel zeggen. Want eerst was er de terechte claim van de gemeente dat het afbrokkelende beeld op kosten van de kunstenaar zou worden gerepareerd. En toen was er het onbewezen verhaal dat het Claassen – een ondernemer met een zaakwaarnemer - aan de daarvoor benodigde middelen zou ontbreken. Vervolgens nam Best genoegen met de deal dat hij de reparatiekosten, recentelijk begroot op 60.000 euro, ‘in natura’ zou vergoeden. Dat wil zeggen in nog enkele van zijn beelden.

Maar wat is nu de magere mededeling van verantwoordelijk wethouder Peet van de Loo? De door de kunstenaar aangeboden beelden zijn niet (meer) zijn eigendom. Als dat waar is, hoe noem je dan zo iets? Verduistering, toch? Niettemin heet het nu, dat de gemeente opnieuw met Claassen in onderhandeling is voor een oplossing. Ik noem dat ongehoord. Het lijkt wel klassenbejegening.
Het gemis aan ballen bij de gemeente Best is op zich niet nieuw. Kijk maar naar de permanente zondagsopening van de zogenaamde groothandel Makro op het bedrijventerrein Heide. Ten nadele van de kleine winkelier. Dat bedrijf is ooit door de gemeente een dwangsom in het vooruitzicht gesteld, maar uiteindelijk zijn de bestuurlijke bezwaren geruisloos uit het dossier verdwenen.

Nogmaals, ballen gevraagd.

(Gesproken column Omroep Best, 13.04.16)

donderdag 31 maart 2016

Het blijft sappelen bij de regionale krant

Het blijft sappelen bij de regionale kranten van met name De Persgroep. De NVJ (vakbond journalisten) slaat via Twitter alarm over een verdere verlaging van de honoraria voor freelancers. In de praktijk bij die kranten zijn dat de plaatselijke correspondenten. Volgens algemeen secretaris Thomas Bruning gaat het tarief naar 13 cent, per krantenregel, neem ik aan. De NVJ heeft het over een korting van (soms) 67%.

Het plaatselijk correspondentschap bij de regionale pers is allang niet meer in de handen van de dorpsonderwijzer of de hobbyende gemeenteambtenaar; hun niveau is langzamerhand gaan aanleunen tegen de professionaliteit. Het heeft natuurlijk te maken met de algemene stijging van het ontwikkelingspeil, dat ook af te lezen is uit de gemiddelde lezersbrief op de opiniepagina´s van de kranten.

Al meer dan een jaar geleden, gaf een plaatselijke correspondent van het ED aan dat hij voor een tot in de kleine uurtjes durende raadsvergadering 25 euro incasseerde. ´Ik zie het maar als hobby,´ voegde hij eraan toe.

Dat de NVJ, met de blik op de nieuwe ontwikkelingen, zich ernstig zorgen maakt over de kwaliteit van de regionale journalistiek is meer dan begrijpelijk. Hobbyisme is geen houdbare basis.

De dagbladen hebben het moeilijk; het abonneebestand daalt voortdurend en voor de advertentieomzet geldt hetzelfde. Dagelijks sporen de Persgroep-uitgaven met stoppers op de voor advertenties bedoelde pagina’s de lezers aan, hun krant digitaal te lezen. Begin van het einde van het aan de deur bezorgde papier?

vrijdag 25 maart 2016

Superplie, vergeten r.-k. begrip

Als je iets schrijft over wat te maken heeft met het r.-k. geloof, laat dat dan even lezen door iemand die geacht wordt er (nog) iets van te weten, want met de secularisatie (85% van de Nederlanders komt niet meer in de kerk) verdwijnt ook de historische kennis. Het plaatsen van foto’s uit oude collecties is een populaire activiteit bij dag- en weekbladen. Maar daar hoort natuurlijk een toelichting bij en daar zit ‘m nogal eens de kneep.

Zo zag ik laatst in een huis-aan-huis-blad een foto van de eerste-steen-legging voor de Bernadettekerk in Spoordonk (1935), waarop een processie van priesters en misdienaars te zien was. Die mensen hadden, volgens de tekstschrijver ‘witte gewaden’ aan. De scribent kent de juiste termen niet. Ze waren namelijk in toog en superplie. De toog (advocaten en rechters dragen nog steeds een toga) was in dit geval waarschijnlijk zwart; het was natuurlijk geen kleurenfoto. De toog kan vergeleken worden met de soutane waarin de priesters in overwegend katholieke streken dagelijks rondliepen. Alleen als ze op reis gingen, droegen ze een zwart pak – broek en colbert. Ze waren dan nog herkenbaar als r.-k. priester door het nog steeds in gebruik zijnde witte boordje plus eventueel een kruisje op de revers.

Misdienaars en acolieten (in het verleden uitsluitend van het mannelijk geslacht) hadden in de regel een zwarte toog met ontelbare kleine knoopjes aan en daaroverheen dus de superplie. Op hoogfeestdagen als Kerstmis en Pasen mocht er worden gevarieerd met rode en witte togen, nooit met blauw want dat was – hoewel de kleur van Maria – niet liturgisch.

Die superplies werden door de nonnekes gewassen, heel kunstig harmonikagewijs gestreken en vervolgens als tot een stok ‘samengebonden’. Als misdienaar moest je die ‘uitpellen’ en dan kreeg je dus een prachtig hagelwit, geplooid ‘hemd’. De priesters droegen bij het opdragen van de mis, onder het kazuifel, een wit gewaad, inderdaad, dat tot de schoenen reikte en albe werd genoemd.

Nu ik het toch over Spoordonk (gemeente Oirschot) had, ze voelen zich daar duidelijk ook steeds minder katholiek. De kerk (die van de eerste steen) krijgt een profane bestemming en de Sint-Jozefschool heet er tegenwoordig De Fonkeling, met als enig door de bedenker opgegeven motief, dat ‘we de kinderen willen laten fonkelen.’


zaterdag 19 maart 2016

Natuur mag geen permanente hype worden

Nederland mag binnenkort stemmen op ‘het mooiste natuurgebied’. De winnaars tot in derde instantie zullen extra worden gepromoot in binnen- en buitenland: nationale iconen. ‘n Soort alternatief voor de tulpen, de molens en de klompen. Ik houd m’n hart vast. Onze schaarse natuur mag geen permanente hype worden.

Na Jac. P. Thijsse, oprichter van Natuurmonumenten, was Bert Garthoff (1913-1997) in de tweede helft van de vorige eeuw de eerste radiomaker, die met zijn mateloos populaire Vara-programma Weer of geen weer op zondagmorgen de Nederlander dichter bij de natuur bracht. Ik heb heimwee naar dat programma. met bijdragen van mensen als dr. Fop I Brouwer over ‘alles wat groeit en bloeit en ons telkens weer boeit’ en ‘het weer, verstrekt door Gerrit.’

Het radioprogramma zou in 1978, bij de pensionering van Garthoff, worden opgevolgd door Vroege Vogels, aanvankelijk ook zeer interessant, want kritisch, tegenwoordig naar mijn smaak nogal zelfgenoegzaam en mede daardoor vrij saai en oubollig. Met een lachwekkende rubriek als de fenolijn, waarop mensen waarnemingen in hun achtertuin kunnen doorbellen: ‘Donderdagmiddag zag ik op een struik in mijn tuin de eerste dagpauwoog. Héél bijzonder.’

Even terug naar Weer of geen weer. Als Garthoff over een of ander gebied iets opmerkelijks te melden had, dan rukte de verkeerspolitie alvast uit. Want het gevolg was dat ‘iedereen’ zijn gezin in de auto laadde en er op af ging. Dit was vaste prik, zodat men ging spreken van het Garthoffeffect.
Zoiets verwacht ik van een al te nadrukkelijke promotie van onze nationale natuuriconen. Niet eventjes, maar onophoudelijk. Je moet er minstens een keer geweest zijn, zoals je ook wijs wordt gemaakt dat je niet hebt geleefd als je de  Jeroen Bosch-tentoonstelling hebt gemist.

Rond 1970 had ik een interview met de toenmalige coördinator van de Brabantse Milieufederatie (tegenwoordig heet zo iemand weer directeur). Toen het over de locatie voor de te maken foto ging, wees de geïnterviewde een mij volstrekt onbekend natuurgebiedje tegen de Belgische grens aan, met het nadrukkelijke verzoek die plek niet te noemen. Hij vreesde terecht dat het dan gedaan zou zijn met de weldadige rust aldaar. Ik bedoel maar.