woensdag 20 juli 2016

Boerenkinkels

Thijs Zonneveld is wellicht een van onze beste wielercommentatoren. Ooit prof, zonder sporen van roem weliswaar (die blijft zo ongeveer beperkt tot het winnen van de derde etappe van de Volta Ciclista Internacional a Lleida) weet hij natuurlijk waar hij het over heeft. Bovendien pleegt hij zijn Tourcolumns in briljante, meeslepende stijl te formuleren. Ze vallen onder de categorie ‘een goed verhaal is nooit te lang’. Zodoende is hij hier tijdens de Tour het zonnetje in huis. Hij is ook sterk in het terughalen van vergeten woorden, zoals vandaag boerenkinkel.

Zonneveld schrijft in de AD/R Nieuwsmedia in een weergaloze karakterschets van “de enige echte concurrent van koploper Froome in de Tour 2016”: ‘Bouke Mollema  is, zoals zoveel wielrenners tegenwoordig, bepaald geen ongeletterde boerenkinkel.’

We weten allemaal waar dat op slaat: op de eenvoudige katholieke mannen uit Brabant die in de vorige eeuw het wielrennen ‘op de kaart zetten’. De Wagtmansen, de Van Ests, de baanrenners Braspenninx en Schulte. Die ontwikkelden hun krachten en behendigheid op de fiets als pungelaars met een pak boter op de bagagedrager, achterna gezeten door de douaniers. Het waren géén boeren, eerder bouwvakkers. Sint Willebord, gemeente Etten-Leur, was hun biotoop. Van daaruit bouwden ze hun roem op. Inderdaad, met alleen lagere school, maar voor het fietsen hoefde je niet geletterd te zijn. En mannen als IJzeren Willem (van Est), waren gevormd uit één stuk, ruwe diamanten met lef, die zich aan fietsbanden uit een ravijn lieten hijsen – Wimme in 1951 – om enkele jaren later ‘nog even’ in één dag Bordeaux-Parijs te verschalken.

Ik verwijt Thijs Zonneveld (35) helemaal niks. Hij weet veel over het hedendaagse fietsen, maar weinig van het verleden. En hij is een Hollander en dan sta je wel heel ver af van de boerenkinkels.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten