Het verdwijnen van Oranjeboom Bier in getapte vorm (trouwens niet meer dan een merk, gebrouwen bij Jupiler en in de Dommelsche Brouwerij) is voor BN/De Stem aanleiding tot het op haar website ventileren van wat Bredase brouwershistorie.
Veel mensen schijnen te denken dat Oranjeboom (je hebt daar ook een Oranjeboomstraat en het is vanouds een Oranjestad) een bij uitstek Breda's biertje is. Valt wel mee. De (bier)bron bevond zich namelijk in Rotterdam.
BN/De Stem over de Bredase brouwerijgeschiedenis: 'Vanaf 1538 zit in de Boschstraat brouwerijtje Den Boom, negentig jaar later omgedoopt in De Drij Hoefijssers. In de 19e eeuw wordt ook dit, onder de familie Smits van Waesberghe, een grote biermaker, vooral na de bouw van de nieuwe pilsbrouwerij aan de Ceresstraat in 1887.'
Ik kan er nog aan toevoegen: Kort na de eeuwwisseling liet de Smits aan het zuidelijk deel van de de Baronielaan (toen nog Boulevard genoemd) een grote villa bouwen, genaamd Trianon, een verwijzing naar het speelpaleisje van Marie Antoinette in het park van Versailles. Het illustreert welvaart en het aanzien die de Bredase brouwer had verworven. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw was Drie Hoefijzers het hoofdmerk. In 1968 werd de brouwerij aan de spoorlijn overgenomen door het Britse Allied Breweries en dat kan cultuurhistorisch én commercieel als het begin van het einde worden beschouwd.
Vanaf 1973 moet men in Breda Skol gaan brouwen, maar dat merk slaat absoluut niet aan. In 1980 keert, weet BN/De Stem, het merk Oranjeboom terug. Vijf jaar geleden was het afgelopen met het bierbrouwen in Breda. InBev, inmiddels eigenaar, concentreerde de fabricage in Valkenswaard (Dommelsche Brouwerij - trouwens groot geworden met het brouwen van het huismerk van de inmiddels ook al verdwenen grootgrutter De Gruyter) en in België.
Waarom schrijf ik hierover? Omdat ik als geboren Ginnekenaar, later Bredanaar, iets heb met De Drie Hoefijzers (een roemruchte zeventiende-eeuwse merknaam, die het volgens mijn beperkt marketiersinzicht vandaag de dag minstens zo goed zou doen als bij voorbeeld Hertog Jan). Ik heb de door Zeeuwse knollen getrokken sleperskarren nog gekend, waarmee de fusten gerstennat en de staven ijs voor de koeling naar de café's werden vervoerd. Ook heb ik eens met succes deelgenomen aan een slagzinwedstrijd van de brouwerij. Het was in de tijd van de 'paardenmoppen'. Een paard zat op het telkens in de kranten terugkerende tekeningetje zodanig op een barkruk, dat je drie van zijn vier hoefijzers kon zien en zei dan zogenaamd iets grappigs. In mijn versie was dat: 'Beter dan vier is drie met bier.' Ik geloof dat ik er een bierglas voor kreeg. Ruimschoots beloond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten