woensdag 13 mei 2009

Michiel Boersma, man van beton

Volgens bestuursvoorzitter Michiel Boersma van Essent zijn de afspraken tussen zijn bedrijf en het Duitse RWE over duurzaamheid nu in beton gegoten.

Beton? Een bunker? Wapening? Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Een bericht in de Volkskrant licht  een tipje van de sluier op.

De ‘vondst’ om het weigerachtige Brabant ten opzichte van de verkoop van Essent aan RWE over de streep te trekken – vrijdag volgt daarover een spoeddebat in Provinciale Staten – is de vorming van een stichting, waarin de huidige aandeelhouders mogen plaatsnemen. Die stichting gaat de ‘groene’ afspraken tussen beide partijen op hun effectiviteit toetsen. Mocht de RWE wat dat betreft in gebreke blijven, dan moet ze de dan ex-aandeelhouders een boete betalen van maximaal, let wel ten hoogste 40 miljoen euro.

Had ik het al niet eerder over een doekje voor het bloeden? Die Boersma wil zichzelf zeker het imago van ‘ man van beton’ geven. Es kijken of Brabant (en daar bedoel ik natuurlijk niet Gedeputeerde Staten mee, want die willen niks liever dat Essent verkwanselen) daar in trapt.

dinsdag 12 mei 2009

Langs elkaar heen werken

Het lijkt wel eens of wij er in dit land patent op hebben (maar dat is dus niet zo): langs elkaar heen te werken. Bij voorbeeld in bestuur en politiek, maar ook bij de media.

Ik lees vandaag in de krant op verschillende pagina’s twee berichten:

1. Scholen krijgen geld voor beter klimaat. In het kader van de crisisbestrijding, stelt de regering 215 miljoen beschikbaar voor het verbeteren van het binnenklimaat van de scholen.

2. Scholen potten veel te veel geld op. Uit cijfers van de Algemene Onderwijsbond blijkt dat het basis- en voortgezet onderwijs circa 2 miljard euro aan reserves hebben: 30 procent van hun vermogen, terwijl de helft al voldoende zou zijn.

Ik zou zeggen, begin alvast maar eens met die 215 miljoen voor het binnenklimaat aan wat anders te besteden. En kom me niet aan met de drogreden dat ik appels met peren zou vergelijken.

zaterdag 9 mei 2009

Een geweigerd monument


De schrijver Arnon Grunberg heeft een wekelijkse column in de VPRO GIDS, die ik – hoewel de stukjes nogal zwaar filosofisch getint zijn – altijd graag lees. Deze week merkte hij op: ‘Niet zo lang geleden was je een extremist wanneer je meende dat vrouwen kiesrecht moeten hebben en joden burgerrechten.’  Einde citaat. Interessant. Je zou ook kunnen zeggen: ’Nog veel korter geleden was je een extremist als je vond dat homo’s moeten kunnen trouwen.’ Het is slechts toeval dat Grunberg dit voorbeeld niet heeft gebruikt.

Eigenlijk mag je niet van homohuwelijk spreken, heb ik begrepen, want dat is, laat ik zeggen,  een categorische manier van uitdrukken. De erkenning van het huwelijk van mensen van hetzelfde geslacht is namelijk niet meer dan een geval van gelijkstelling: het maakt niet uit van welk geslacht je bent. Iedereen mag met iedereen trouwen, al gelden nog restricties  voor mensen die tot op zekere hoogte aan elkaar verwant zijn. Pa en dochter bij voorbeeld.

Tot mijn verrassing vernam ik dezer dagen uit de krant dat het homohuwelijk – laat ik het gemakshalve nog maar even zo noemen – in Best  is uitgevonden. Dat werd aldus verklaard: Eén van de gangmakers is de hoofdredacteur van de Gaykrant, Henk Krol,  en dat blad wordt in Best gemaakt! Een wat geforceerde gedachtegang, vind ik. Heel iets anders dan bij voorbeeld het gegeven dat de uitvinder van het gipsverband, de negentiende-eeuwse militaire dokter Mathijsen, in Budel  is geboren.

Dus vind ik de heisa die nu is ontstaan door het besluit van de gemeente Best om géén monument te plaatsen, ter herinnering aan het bedenken van het homohuwelijk aldaar, ‘n tikkeltje overdreven. Ook al meent Henk Krol dat het het beeld de tastbare trots had kunnen worden van – en nu citeer ik het ED – ‘hét mooiste exportproduct van Best’.   Van het argument, dat je daarmee het aantrekkelijke perspectief wegneemt dat massa’s al dan niet getrouwde homo’s vanuit de hele wereld naar dat Bestse monument zouden komen kijken, ben ik niet onder de indruk. En ik hoop nou maar dat men mij geen extremist zal vinden.



(Gesproken column Omroep Best 13 mei 2009, 18:10 uur.)

vrijdag 8 mei 2009

Vage garantiebepaling

Het ziet er naar uit dat Gedeputeerde Staten – het dagelijks bestuur – van de provincie Noord-Brabant komende dinsdag, tegen de wil van de volksvertegenwoordiging (Provinciale Staten) in, hun fiat zullen geven aan de verkoop van Essent aan het Duitse energieconcern RWE, ook wel bruinkoolboer en viespeuk genoemd. Noord-Brabant is grootaandeelhouder en heeft de sleutel in handen. GS hebben de wettelijke macht, de opvatting van PS hierover naast zich neer te leggen. Over het democratisch gehalte van deze procedure heb ik me al eerder uitgelaten: een misbaksel.

Intussen zijn er krachten aan het werk, die proberen – voor zover nog nodig – GS van Brabant over de streep te trekken. Zoals, lees ik vandaag in het ED, de Overijsselse gedeputeerde Theo Rietkerk.  De staten van die provincie hebben met de verkoop ingestemd, onder de voorwaarde dat te maken afspraken met RWE over investeringen in duurzame energie, straks juridisch afdwingbaar zullen zijn.

Rietkerk legde dat voor de krant als volgt uit: ‘Als RWE bepaalde investeringsafspraken niet nakomt, kunnen de oude aandeelhouders van Essent, provincies en gemeenten, een arbitrageprocedure aanspannen. Krijgen zij van de rechter gelijk, dan betaalt RWE x-miljoen aan de aandeelhouders, die dat geld dan zelf investeren in projecten voor duurzame energie.’ Einde citaat.

Hoe noem je nu zoiets? ‘n Doekje voor het bloeden? Hoe dan ook, ik vind het maar een vage garantiebepaling, temeer omdat er een rechter aan te pas zou moeten komen, als RWE de groene clausule aan z’n laars zou lappen. Een mogelijkheid die gezien de reputatie van het  Duitse bedrijf verre van denkbeeldig is.

Het ED spreekt van ‘een alibi’  voor GS om hun zin door te drijven. Inderdaad,  een alibi van niks.

donderdag 7 mei 2009

Mosterd na de maaltijd

Eigenlijk ben ik tegen naamgrappen, maar sommige mensen vragen er nu eenmaal om. Neem nou zo'n Maria Mosterd,
schrijfster van het boek Echte mannen eten geen kaas over haar ervaringen met loverboys. Die heeft nu genoeg geld verdiend met dat boek om een advocaat in te schakelen tegen haar school in Zwolle. Ze eist volgens een ANP-bericht maar liefst 74.000 euro smartengeld en schadevergoeding van de Thorbecke Scholengemeenschap. De school zou niet hebben gezorgd voor een veilige leeromgeving, door bij voorbeeld niet in te grijpen toen Mosterd veelvuldig afwezig was. Dat was in de tijd dat zij in handen was geraakt van loverboys en tot prostitutie zou zijn gedwongen.

Mosterd, die intussen blijkbaar geleerd heeft, hoe je alles in geld kunt omzetten, ontbeert het lef, in te zien dat leerlingen bij het voortgezet onderwijs tegenwoordig geacht worden, in eerste instantie zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun daden. En ze zal toch moeilijk kunnen beweren, nooit gewaarschuwd te zijn voor de praktijken van die loverboys.

Ik geef toe, ik zou eigenlijk dat boek van haar moeten lezen, maar daar heb ik nu eventjes helemaal geen zin in.

woensdag 6 mei 2009

Middelvinger

Het opsteken van de middelvinger is een obsceen gebaar. Het is de westerse equivalent van ‘de belediging’ in de Arabische wereld door het gooien van een schoen (of meer). Het is een gebaar van woede, machteloosheid en verachting, het meest toegepast in het verkeer, vanuit de beslotenheid van de auto of de truckcabine. Met rooie koppen.

Je moet ermee uitkijken, wat trouwens geldt voor alle uitingen van agressie, want je loopt het risico dat de ander verhaal komt halen. Op de A50, bij afslag Ravenstein maakte ik eens ‘n fout. Op de afrit werd ik gesneden door degene die zich benadeeld achtte. Een van de inzittenden stapte uit met ‘n krik in z’n handen. Gelukkig keerde hij, op aanmaning van een collega – vermoedelijk waren het bouwvakkers – terug op zijn schreden en kwam ik dus met de schrik vrij.

Deze ervaring rijker, besloot ik voortaan niet meer op wangedrag van anderen te reageren en dat is me tot dusver aardig gelukt. Het is beter voor je gemoedsrust en je hart. Met agressie schiet je niks op en loop je alleen maar het risico van een escalatie à la Ravenstein.

Vanmiddag reed ik over de Eindhovense Randweg tussen de Poot van Metz en knooppunt Batadorp. Er staan daar gele borden met de waarschuwing dat regelmatig op snelheid wordt gecontroleerd ‘voor uw en onze veiligheid’. Het knooppunt bij Best, waar de A2, de A50 en de A58 samenkomen is al jaren voorwerp van een gigantische reconstructie, met verveelvoudiging van rijstroken, verlegging van op- en afritten, bouw van fly-overs en alles wat daar zoals bij komt kijken. Omdat het verkeer moet doorgaan, worden er voortdurend noodrijbanen aangelegd, gemarkeerd met gele strepen. Er zitten soms rare kronkels in en die komen dan voor de meeste passanten, ook al is de route hen normaliter vertrouwd, als niet altijd even aangename verrassingen. Er gelden snelheidsbeperkingen die variëren van 90, 80 en 70 tot zelfs 50 km per uur. 

Veel automobilisten, ook vrachtrijders, reageren daar goed op, maar even zoveel stommelingen (te hard rijden is gewoon een stomme gewoonte, omdat je er, zeker in situaties als deze niets mee op schiet) jakkeren maar door, de anderen opjagend. Dus had ik bij 70 km per uur vlak voor de brug over het Beatrixkanaal en de afslag Best-Zuid  zo’n mastodont tegen m’n bumper, die het nodig vond ook nog eens zijn groot licht te ontsteken.

Ik heb me niet laten opjagen. Enkele tientallen meters verder werd het 80 en verhoogde ik mijn snelheid. Terwijl ik de afslag Best nam, zag ik  in mijn binnenspiegel de vrachtauto een rijstrook naar links opschuiven en de A58 richting Tilburg oprijden. Ik had mijn portierraampje open gezet, stak m’n arm naar buiten en gaf ‘m de middelvinger.

Dag hufter. Voor één keer. Dat luchtte op.

zondag 3 mei 2009

Taalvirtuositeit

Een zekere Liesbeth Koenen (Wat kan er in een naam zitten?) interviewt in de wetenschapsbijlage van NRC de taalkundige Joop van der Horst, die een leven lang de veranderingen in de taal nauwkeurig bijhoudt. Boeiend, ware het niet dat je je kapot ergert aan de spel- en stijlfouten. Dat er weer wordt 'vernoemd naar' in plaats van 'genoemd -' is tot daaraan toe, want m'n kop eraf als collaborateur en geldmachine Van Dale die verkwanseling al niet heeft overgenomen, 'want al een aantal jaren door zowat iedereen toegepast'.

Maar wat te zeggen van een zin als deze: 'Niet lang na elkaar verschenen daardoor twee onalledaagse boeken van zijn hand.' Hoe krijgt ze het uit d'r pen, pardon op d'r scherm, nou ja het schrijf-equivalent van 'uit d'r strot'.

Even later laat mevrouw Koenen Van der Horst zeggen: 'Natuurlijk kun je taal als een systeem zien, maar het is ook een continuüm, en dan is het een zooitje.' Nogmaals, m'n kop eraf als Van der Horst niet zootje heeft gezegd. Word ik nu onthoofd? Laat dan maar gebeuren, maar dan deugt Van der Horst niet als taalkundige.

Gelukkig heeft hij zich tegen dit soort risico's verzekerd, want het was volgens de taalkundige altijd al zo dat slechts tien procent ABN spreekt. Alleen, tegenwoordig mag alles, distilleer ik uit de context van zijn woorden. Van Joop van der Horst mag je gerust 'de man waarmee ik' zeggen in plaats van het correcte 'de man met wie ik'.

Zo krijgt oud-staatssecretaris en -literatuurcriticus Aad Nuis, die zei 'De taal is van gans een volk' in plaats van 'De taal is gans een volk' posthuum toch nog zijn gelijk.


Aanpassing:
Volgens het Genootschap Onze Taal, mag het tegenwoordig allebei: zootje en zooitje.

zaterdag 2 mei 2009

Droom en werkelijkheid

Bij mij lopen droom en werkelijkheid wel eens door elkaar. Niks verontrustends, naar men zegt.

In het radioprogramma Nachtvluchten , dat ik altijd in bed beluister, hoorde ik Nora Romanesco een Engelse tekst declameren op een manier dat ik er opgewonden van werd. Shakespeare kwam voor mijn geest en ik zag Romanesco al in de rol van Julia en ondergetekende in die van Romeo. Niks verontrustends: een twitteraarster voegde mij onlangs toe: Never grow up.

Tijdens het uitgesteld relais van een interview met de vandaag in besloten kring te begraven Martin Bril viel ik, waarschijnlijk  door diens wat neuzelige stem, in slaap en droomde dat ik weer naar het lyceum ging. Logisch zou zijn geweest, naar de Engelse les, want ik heb die taal, waarschijnlijk door mijn francophone genen, nimmer goed leren uitspreken. Maar ik ging naar B., de leraar Frans, de man die ik elke dag tussen de middag, de gleufhoed schalks schuin op het hoofd, een verse bolknak in de mond,  van zijn nabije woning naar de school zag lopen.

Zoals dat in dromen nu eenmaal gaat, lukte het me maar niet op tijd te komen. Ik blééf maar onderweg naar dat lyceum. Toen ik eindelijk op B. toeliep met de mond vol excuses, knikte hij me vriendelijk toe en zei: ‘Pas de problème, Guy (B sprak me altijd zo aan), het valt op jouw leeftijd ook niet mee om de draad weer op te pakken.’

vrijdag 1 mei 2009

Politie, politie, police

politie_politie 

Fragment van een foto die vandaag in verschillende kranten stond, Politie, politie, police in de chaos vlak na de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn.

Wat moet je hierbij nou denken? Overleg tussen politiemensen? Discussie tussen een politieagent en een als ‘politieman’ uitgedost, althans min of meer als zodanig gewaarmerkt, maar toch ook weer oranje-feestelijk  verkleed persoon? Een knul met ‘n tatoo op z’n bovenarm en ‘n rugzak. Rechts z’n ‘collega’ of vriend, die 112 aan het bellen is (nee, dat is niet waar, dat nummer is donderdag in Apeldoorn niet of nauwelijks gebeld) of z’n vriendin. Let ook op die zonnebril in z’n linker broekzak. Het heeft er alles van weg dat deze lieden de hulpdiensten flink in de weg zitten.

Het dagelijks leven in dit land wordt in niet geringe mate ontregeld door gedoogd gedoe van continu feestende leukerds. Je voordoen als politie is bij wet verboden, maar denk maar niet dat ooit iemand voor zoiets een bon krijgt.  Althans, de doorsnee-praktijk van dat gedogen volgend, geloof ik daar niets van.

Dit zijn dingen die in Nederland kunnen en in de meeste buitenlanden uitgesloten zijn. Vrienden van ons waren onlangs in New York. Ze kwamen met enthousiaste verhalen thuis over de properheid en de orde die, laten we zeggen, sinds nine eleven over die toch al aardige stad is neergedaald. In de taxi’s hangen briefjes: ‘Zie je graffiti, bel nummer zoveel en je krijgt 50 dollar. Zie je graffiti áánbrengen, bel en ontvang 500 dollar.’

Het is hier te lande lang politiek incorrect geweest om law and order te bepleiten, maar als je zulke dingen ziet en hoort, dan ben je geneigd daar definitief op terug te komen.

O ja, stel dat die twee oranjemannen toch pliesies zijn. Dan zou ik als korpsleiding toch nog eens nadenken over de uitdossing van mijn mannen/vrouwen.