dinsdag 31 december 2013

Oud

Om tien over half negen, vanmorgen, was in onze wijk de eerste klap te horen. Het is begonnen. Veel plezier. Aan terugblikken op het voorbije jaar begin ik niet. Er is teveel gebeurd, waaraan ik niet herinnerd wil worden. Trouwens, hoe ouder je wordt, hoe meer je geneigd bent met je waterige oogjes verder terug te kijken.

Het verhaal van mijn ouders, die tijdens hun eerste oudejaarsavond van de warme wijn met een halve citroen en kruidnagel in slaap vielen en pas ver na middernacht wakker werden. Hadden ze wel een klok en, zo ja, sloeg die ook? Van radio was in elk geval geen sprake. Het was 1911. Nog in de jaren dertig was je rijk als je er een had. En vuurwerkgeknal deed pas in de vijftigers zijn intrede. Rotjes en gillende keukenmeiden als bijverdienste voor de fietsenmaker.

Het enige nieuwsmedium dat je aan de naderende jaarwisseling herinnerde was de krant, die steevast een prent bevatte met het oude jaar voorgesteld als een stokoude man met een lange baard, een zandloper in de hand en een baby als de nieuwkomer. Maar da’s wel héél lang geleden. Hoewel ik vond op het internet nog zo’n ‘filmpje’ met ongeveer hetzelfde. Oubolligheid is onuitroeibaar, zeker als het over de decemberfeesten gaat.

En dan waren er natuurlijk de veel-heil-en-zegen-wensers, van wie nu alleen de krantenbezorgers zijn overgebleven. Toen ik in de jaren vijftig in Leeuwarden woonde, had je daar in de binnenstad in plaats van riolering nog het tonnenstelsel. En wee je gebeente, als je de nieuwjaarswensen van de tonnenophalers niet beantwoordde met een geldelijk gebaar. Die lieten dan de ton met stront ‘per ongeluk’ van de trap vallen. Veel stank en zegen.

Als aankomend voortrekker (verkenner of padvinder van boven de achttien) moest ik een hike (een tocht door het buitengebied) maken en daarbij, van r.-k.signatuur zijnde, ‘een klooster bezoeken’. Ik koos op een oudejaarsdag voor de kapucijnen in Meersel Dreef, vlak over de Belgische grens. Mijn tocht ging dus door het Markdal, dat toen nog niet door de A58 werd doorsneden. In de ijle winterlucht hoorde je de kinderen aan de boerderijen zingen:

Nieuwejoarken ouwe,
de katjes zijn verkouwe,
ze zitten in 'n schutje
en bloazen op 'n flutje.
Ze roepen: pa, ma,
Ik wens u zoalig nieuwejoar.

Het is tien uur en het geknal in onze wijk, barst nu echt los. Zijn alle huisdieren binnen?

zondag 29 december 2013

Onnozele Kinderen

Boris van der Ham, oud-politicus (D66) en voorzitter van het Humanistisch Verbond, heeft naar verluidt in een artikel in de NRC gepleit voor ‘omvorming’ van het kerstfeest tot een midwinterfeest, zoals de oude germanen dat vierden en waarvan nog restanten bestaan als het blazen op een midwinterhoorn. Wat een saaie man, die Van der Ham, wiens gekoketteer met zijn atheïsme uitmondt in een voorstel tot het uitgummen van christelijke tradities – blijkbaar vindt hij dat ook Sinterklaas moet worden afgeschaft. En wat doen we met Pasen en Pinksteren?

Trouwens, is Kerstmis in de praktijk al niet lang de Kerst, een kitscherige smoes om je ongans te vreten? Wil Boris dat gelegaliseerd hebben of zo? Wat ‘n flauwekul.

Vandaag, 28 september is het Onnozele Kinderen, de  dag waarop de katholieken vroeger de moord herdachten op ‘alle’ jongetjes in Betlehem, zulks in opdracht van koning Herodes, die bang was dat hem een concurrent was geboren. Hierover kun je alles lezen op de Wereld Feesten Almanak.kindermoord_brueghel Pieter Bruegel de Oude maakte over dit drama een woest en winters tafereel in het Brabantse land. Zo is het bijbelse verhaal in onze cultuur geïntegreerd.

Onnozel moet hier worden gelezen in de betekenis van onschuldig. De cultuurfilosofie van Boris van der Ham, die is pas onnozel.

zaterdag 28 december 2013

Vernoemd

Ik juich. Op de valreep van 2014 keert het woord vernoemen in zijn juiste betekenis (voor even?) terug in onze taal.

Het ED van heden meldt: Eindhoven eert de onlangs overleden Nelson Mandela met een vernoeming. ‘Een park wordt naar Mandela genoemd.’

De grote Zuidafrikaan wordt dus hier en elders vernoemd. Ik had me, zoals sommigen zich wellicht herinneren, al neergelegd bij het te onpas gebruiken van het woord, in de zin van ‘de straat wordt vernoemd naar Pietje Puk’, waar ‘genoemd naar’ wordt bedoeld.  Iemand of iets wordt vernoemd. Zo en niet anders kon het woord tot voor enkele jaren worden gebruikt.

De taal verandert. Daar moet je je bij neerleggen, ook al houdt dat tevens een verarming in. En denk niet dat semi-analfabeten zich met dat vernoemen vergalopperen; vooraanstaande schrijvers doen  er aan mee. Vandaar dat het wellicht ook aan de aandacht van onze Grote Dicteerder, Kees van Kooten, is ontsnapt.

Ik juich dus zeker te vroeg. Maar toch, ED, hulde!

maandag 23 december 2013

Horkerij

In het bospaviljoen, waar wij regelmatig lunchen met een onovertroffen broodje carpaccio en een elzasser, zat een dame, die haar teckel – ze zijn daar heel gemakkelijk voor honden – met de voorpoten op tafel zette. Kan dat? Nee dat kan niet, Dat valt onder het hoofdstuk horkerij.

Noodgewongen droeg het mens het hondje even later over aan manlief tegenover haar, want ze kreeg een cerise flambée met een hoop slagroom ter grootte van de Ballon d’ Alsace voor haar neus. Opgelost, zal ik maar zeggen.

Een andere vorm van horkerij nam ik waar in een tram in Den Haag, eveneens inclusief oplossing. Het was daar een heel gedrang in het middenpad en een oude man porde per ongeluk zijn buurman, ‘n veertiger schat ik, met z’n elleboog in diens zij.

‘Wel godverdomme, hou toch eens op met dat geduw.’
‘Sorry meneer, per ongeluk, het is hier ook zo druk.’
’Dan kan je nog wel uitkijken.’ Enzovoorts.

Zaten daar ‘n paar meiden (misschien hadden die moeten opstaan, maar dat laat ik even in het midden). Die meiden begonnen de veertiger de mantel uit te vegen: ‘Nou, nou, doe es normaal. Wat kan die meneer daar nou aan doen.’ Gegniffel van reizigers die alles goed hadden kunnen volgen. En wat deed die man, die veertiger? Die kroop bij wijze van spreken met een rooie kop in de grond.

Zo. Er komt kennelijk een generatie aan waarvan iets positiefs valt te verwachten. Nou alleen nog even je plaats afstaan aan een oudere mens.

zaterdag 21 december 2013

AH in Best onwillig vanwege parkeerprobleem

Eindekijk komen we, mede dankzij het ED, iets meer te weten over ‘de onwilligheid’ van Albert Heijn in Best om te vertrekken uit het hart van het winkelcentrum De Boterhoek. Nieuwbouw aan het Raadhuisplein (trouwens niet eens de periferie van het centrum) is voor AH geen optie, omdat ze dan parkeerproblemen verwacht.

Het is waar dat het aanvankelijke plan, in het Bestse centrum een parkeergarage te bouwen, is geschrapt, maar als ik het allemaal goed begrepen heb, voorziet de reconstructie van dat centrum nieuwe stijl wel degelijk in parkeervoorzieningen. Zelfs stuurt men het aan op een ‘parkeerroute’ die de automobilist zou moeten ‘wegsturen’ van een gedeelte van de Hoofdstraat. Blijkbaar acht AH een en ander niet toereikend.

Tja, AH kan die mening wel zijn toegedaan, maar ik zou het voor haar onoverkomelijke parkeerprobleem wel eens nader gespecificeerd willen zien.

De economie trekt aan, dus als de bezwaren van het supermarktconcern redelijk blijken te zijn dan zou het wellicht verstandig zijn een parkeergarage opnieuw te overwegen. Er staan grote belangen op het spel.

Echter, aan de eisen van Albert Heijn dienen wel beperkingen te worden gesteld, zonder dat het haar ontslaat van de morele verplichting, mee te werken aan het aan de eisen tijds aanpassen van het centrum.

Laatst ontmoette ik een kleine ondernemer uit het Groningse Zuidhorn. Uit zijn verhaal viel af te leiden dat de plaatselijke overheid daar wel heel ver is gegaan met haar tegemoetkoming jegens Albert Heijn. In Zuidhorn is wèl een parkeergarage aangelegd. Drie keer raden, waar de uitgang van die garage zich bevindt. Precies, in de AH! ‘En denk maar niet dat het publiek na zijn boodschappen nog even bij ons binnenwipt,’ aldus een zwaar teleurgestelde winkelier.

Dit moeten wij dus niet hebben in Best.

donderdag 19 december 2013

De eerste zin was al fout

De eerste zin van het Groot Dictee  door Kees van Kooten bevatte al ‘n koei van een fout, maar niemand, werkelijk niemand, ook niet bij het nakeuvelen in de media (voor zover ik kan nagaan) is daarover gevallen.

Er staat: Na koffie gedronken te hebben, begon het Groot Dictee.

‘Groot Dictee’ is het onderwerp, dus uit deze zin moet worden afgeleid dat het dictee eerst koffie dronk, alvorens te beginnen.

Het was een geweldig dictee, maar ik ben toch blij dat ik niet heb meegedaan. Ik zou heel wat stippeltjes hebben moeten zetten bij woorden die mij niet bekend zijn. Laat staan hun betekenis.

woensdag 18 december 2013

Transparant bestuur

Laatst hoorde ik iemand zeggen: een columnist die geen weerstand oproept, is geen goede columnist. Ik probeer dus maar weer eens even.

De fraude met grond in de gemeente Nuenen, ten bedrage van een kleine vijf miljoen euro of meer toont weer eens aan dat het schromelijk ontbreekt aan transparantie in het bestuur. Vergis ik me als ik denk dat de gemeenteraad in kwestie van toeten noch blazen weet?

‘n Tijdje geleden vroeg ik de portefeuillehouder in Best om informatie over de achtergronden van de grondpolitiek aldaar. No way, zeggen ze tegenwoordig. Voordat ik een beroep kon doen op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB), zat de wethouder er al zelf mee te wapperen. In die wet staat namelijk ook iets over uitzonderingen. Met andere woorden, openbaarheid zou in dit geval indruisen tegen het algemeen belang. Hier is dus een gang naar de bestuursrechter nodig.

Er wordt in Best de laatste maanden weer enorm geleuterd over het opkrikken van het centrum, sinds duidelijk is dat de bomen wat dat betreft ook al niet meer tot in de hemel groeien. Ja, sorry hoor: tijdens het bijpraten van inwoners over de nieuwe tactiek werden stokoude prentbriefkaarten van de dorpskom getoond onder het motto, dat we eigenlijk zouden moeten teruggrijpen naar de sfeer van, hou je vast, 1832. En zo bruisen we maar door.

Maar ik had het over ‘transparantie van bestuur’. De zaak zit op dit moment muurvast, doordat de gemeente er niet in slaagt met Albert Heijn tot overeenstemming te komen over verplaatsing van deze super naar het gat in het Raadhuisplein. Dit is nodig, wil men in het winkelcentrum De Boterhoek ruimte krijgen, om enkele leuke nieuwe winkels en horeca te kunnen vestigen. Welke ondernemers daarvoor opteren is mij, bij gebrek aan transparantie niet bekend. En ik vraag me ook af, welk spel AH op dit moment speelt. Eén ding staat voor mij vast: die landelijke winkelketens zijn tot dusver door de overheid zodanig in de watten gelegd, dat zij er mede toe hebben kunnen bijdragen dat het met de kleine ondernemer steeds verder bergafwaarts is gegaan. Kijk in de winkelcentra om je heen en je ziet wat ik bedoel. Dat is echt niet alleen het gevolg van het internet. In memoriam Broos van Erp en zijn verloren strijd tegen de detailhandelspraktijken van de MAKRO.

De solidariteit bij die landelijke winkelketens met de zelfstandige ondernemer is, ook in Best, ver te zoeken. Neem dat ijsbaantje van vorig jaar naast de Koetshuistuin. Denk maar niet dat er één eurocent van die lui aan sponsoring van dat evenement is besteed. Terwijl het, lees ik in een krant, inmiddels vast staat dat geen enkel winkelcentrum het in de nabije toekomst zal redden als er niet enkele, min of meer spectaculaire attracties aan worden toegevoegd. Boven dat verhaal stond zelfs de kop: ‘Winkelcentrum straks compleet Disneypark’. Daar ga je met je gezellige terrasjes.

Zo, ik hoop dat ik hiermee enige transparantie heb betracht. Iemand moet dat toch doen.

(Gesproken column Omroep Best, 18.12.2013.)

maandag 16 december 2013

Bij nacht en ontij

Jos Kessels begint vandaag zijn column in het ED als volgt: ‘Als een halve hobbit fietste ik zonder licht en toekomst door de avondmist, op weg naar midden-aarde, althans dat leken de donkere, kale bomen te willen vertellen.’

Een goede columnist moet weerstand oproepen. Daarop kom ik woensdagavond in mijn maandelijkse column voor de plaatselijke omroep op terug. Maar Kessels – dat wisten we al - voldoet dus aan die norm.

Over het fietsen zonder deugdelijke verlichting heb ik recentelijk een mailwisseling gehad met de wijkagent. Het is  namelijk in de wijk waar ik woon bar en boos. Er kunnen in Best wel van die spandoeken hangen met de aansporing Licht aan, het effect daarvan is ver te zoeken.

Elke morgen maak ik, om fitheidsredenen, recht uit mijn bed een wandeling. Tegen dat ik het donkere buitengebied nader haal ik een knijpkat met drie ledjes uit mijn jaszak, want je moet de kat niet op het spek binden. Of het helpt? Nou, niet altijd. Je moet zorgen vóór half acht bepaalde trajecten te zijn gepasseerd, anders wordt je van de sokken gereden door leerlingen van het Heerbeeck College of die van – in omgekeerde richting - De Kempenhorst in Oirschot. Dat rijdt dus met vieren naast elkaar in groepen van tien al dan niet verlicht door het buitengebied en je hebt daar als voetganger niets te vertellen. Er was vorige week aanleiding tot een krachtige vloek, die ik hier maar niet zal reproduceren. Wat een geluk dat je door het bassen of gekwetter van die pubers tijdig wordt gealarmeerd.

En wat zei de  wijkagent? ‘Tja, wij leggen onze prioriteit bij het controleren bij situaties, waar snelverkeer en langzaam verkeer elkaar kruisen.’ Zoiets. ‘Maar wellicht ga ik zelf ‘n keer kijken,’ voegde  hij er aan toe. Een ietwat schrale troost.

Dus ook Jos Kessels, die tijdelijk weer bij nacht en ontij naar zijn werk in Best fietst, is gewaarschuwd.

zaterdag 14 december 2013

Slappe thee

‘Slappe thee’ noemde de PVV-er Harry van den Berg gisteren in Provinciale Staten de motie van CDA, VVD en SP, die Gedeputeerde Staten aanspoort om met minister Schultz van Haegen te gaan praten, teneinde de voltooiing van de Eindhovense wegenruit alsnog zo gauw mogelijk door te zetten. En stemde er vervolgens voor.

De beeldspraak zou best kunnen kloppen, maar het betoog van Van den Berg was verder doorspekt met zinnebeeldige flauwekul, oftewel koffie met geschifte melk, Zoals ‘eerst banen, dan bomen’ en ‘eerst asfalteren en dan pas tuinieren’. Waarmee ik Van den Berg, in navolging van de verslaggever van het ED, eigenlijk veel te veel aandacht geef. Maar dat is nu eenmaal het succes van de PVV: aandacht trekken.

Belangrijker is natuurlijk de erkenning van gedeputeerde Ruud van Heugten, de zwarte piet van het geheel, dat – ik citeer de krant – ‘nut en noodzaak van de weg beter onderbouwd moeten worden’. Echter dit is niet meer en niet minder dan een gotspe, want waar is de statenmotie tegen gericht? Tegen een motie van de Tweede Kamer, waarin wordt gevraagd om uitstel van de Ruit, in afwachting van…een betere onderbouwing.

De Kamer geeft de voorkeur aan het opkrikken van de A67 en de A58. Wat Brabant van de minister wil is, als ik Van Heugten goed begrijp, het onmogelijke: voltooiing van de Ruit én verbetering van genoemde twee autowegen.

Als ik Schultz was zou ik het wel weten.

vrijdag 13 december 2013

Vooruitgang

De Lijnbaan in Rotterdam bestaat 60 jaar. Nog steeds een populair winkelgebied, zeker bij jongeren, al noemen die het steevast ‘de koopgoot’. De totstandkoming in 1953 was een triomf voor de stad van de harde werkers, waarvan het centrum in mei 1940 totaal was ausradiert. Bijzonder van architectuur, ook nog. Vond men toen. In elk geval lijkt De Lijnbaan aan de malaise van het gemiddelde Nederlandse winkelcentrum te ontsnappen.

Rotterdam wil vooruit. Nog steeds. In een tv-journaal zag ik een meneer van VNO-NCW bozig een wegwerpgebaar maken, toen het erover ging Rotterdam The Hague Airport onderhand ook eens op te stuwen in de vaart der volken. Dat gebaar gold dan ook de suggestie dat de ondernemers voor hun vliegreizen toch de beschikking hebben over Schiphol. ‘Veel te ver weg,’ zei hij. Blijkbaar ligt er nog steeds niet genoeg asfalt tussen Rotterdam en Amsterdam.

Vooralsnog is er een lange weg te gaan, maar reken maar dat Rotterdam zijn zin krijgt. Ook al zei een wethouder voor de vorm dat een wens van VNO ‘natuurlijk niet voldoende’ is, om de noodzaak van de opwaardering van de Rotterdamse luchthaven te onderschrijven. Daarvoor zal er eerst nog heel wat water door de Rotte en de Schie moeten stromen, inclusief Milieu Effect Rapportage.

Reken maar dat De Economie zal winnen. Ik heb de neiging tegen de voorstanders te zeggen, ga eens in Eindhoven praten, maar dat is natuurlijk flauwekul, want daar zullen ze wel met argusogen loeren naar wat de concurrentie in de Randstad allemaal van plan is. Het is ze in Brabant toch al ‘n doorn in het oog dat de grote steden in het spraak- dus beleidsgebruik bij de vier boven de rivieren ophouden.

Tip: bel jobhopper Hans Alders. Die nodigde voor- en tegenstanders van uitbreiding van Eindhoven Airport aan tafel en toonde zich een meester in het zodanig sturen van het overleg dat Airport won. Tegen ‘de economische belangen’ is het vechten als tegen de bierkaai. Er is nu weer een handtekeningen-actie gaande tegen het vliegen na 11 uur ‘s avonds. Veel succes!

woensdag 4 december 2013

Burgemeester vergat zijn glazen huis

Onno Hoes, oud-gedeputeerde in Noord-Brabant en burgemeester van Maastricht, is in de lobby van een hotel gesignaleerd, zoenend met een jongeman. Hoes, die getrouwd is met de tv-maker Albert Verlinde, zegt dat-ie ‘n borreltje teveel op had. Dom dom dom.

De politiek in Maastricht is daar niet blij mee, maar de heer Hoes behoeft er geen politieke consequenties aan te verbinden. ‘Privéaangelegenheid’.

Nou, de politiek toont hier wel een Janusgezicht, oftewel een vorm van dubbelhartigheid. Als iedere burgemeester, minister, bestuurder, dient Hoes zich te realiseren dat hij zich in en glazen huis bevindt en dat er geen moment is in zijn ambtsperiode dat hij geen burgemeester is. De in de loop der jaren versoepelde opvattingen over wat heet ‘moraal en goede zeden’ hebben daar niets aan veranderd.

De burgemeester van Maastricht heeft zich in een positie gemanoeuvreerd, die hem in de toekomst zal bemoeilijken in welke zin dan ook corrigerend op te treden. Want de reactie zal dan altijd zijn: ‘Wie zegt dat? O, den dieje!’

Weer een verandering om te wantrouwen

dienstregelingWe leven in een tijd van veranderingen. Eigenlijk niks nieuws, als je terugkijkt, behalve dan dat de veranderingen elkaar veel sneller opvolgen dan vroeger. Intussen geeft hetgeen in het recente verleden is veranderd reden tot gepast wantrouwen over wat ons nu weer te wachten staat. Zoals het voornemen van de NS, de bekende gele posters op de stations met informatie over vanaf welk spoor op welk (gepland) tijdstip vertrekkende treinen (zo goed als) af te schaffen.

Ik lees dit in het Online Geschiedenis Magazine Historiek in een rubriek met de intrigerende naam Geschiedenisnieuws. Er staat onder meer: ‘Volgens de NS zijn de borden niet meer van deze tijd en worden ze nog maar weinig gebruikt.’ En: ‘De gele borden worden minder gebruikt omdat de NS reisinformatie tegenwoordig via elektrische borden verstrekt. Deze borden geven ook informatie over eventuele vertragingen, omleidingen of uitval van treinen. Ook is reisinformatie tegenwoordig via internet en de mobiele telefoon te verkrijgen.’

Ja ja.

Hoewel ik over internet en een koelkast-mobiel beschik, zijn de posters voor mij tot op heden een welkom baken in het woud van al dan niet auditieve (non-)informatie op de stations. Al is het maar ‘voor alle zekerheid’. Een baken, niet voor mij alleen. Bij het overstappen is het immers vaak een gedrang van jewelste voor die borden. Dat ze ‘nog maar weinig worden gebruikt’ is dus een regelrechte leugen. Verwondert me niet. De NS is wat betrouwbaarheid betreft aan herscholing toe.

Zie ook Computerworld: NS gelooft in digitaal – zijn ze daar gek geworden?