Nogal typerend voor onze jeugd, de inleiding van Sante Brun’s column over het zogenaamde nachtleven van toen, al vraag ik me af of er veel moeders waren die zo martiaal optraden.
Nou ja, niks nachtleven. Vergeet niet dat het nog steeds wederopbouwtijd was en we relatief arm waren. Een bescheiden leven in alle opzichten dat tot in de jaren zestig duurde. Was je getrouwd, dan was je blij dat je van opa een tv kreeg en pas bij het tweede kind kwam er een koelkast. De belastingaanslag kwam natuurlijk altijd ongelegen voor een gezin in opbouw.
Het is altijd een kwestie van ‘welvaart’ geweest; de status quo die laten we zeggen vanaf midden jaren tachtig onvoorstelbare vormen heeft aangenomen. Het kon niet op. En trouwens, als ik zie wat er in de super van onze wijk nog steeds allemaal zonder aarzelen in de karretjes wordt gekieperd, lijkt de inflatie nog ver weg.
Met zo’n verleden, hoor je dan een student zonder blikken of blozen verklaren dat-ie een schuld van 85.000 euro heeft en dat het – omdat hij nog een jaar moet – wel een ton zal worden. Toch zijn er ook met 0 op de meter; kwestie van goede ouders hebben, denk ik dan.
Nachtdiensten op de krant waaraan ik verbonden was, vielen mee. Het waren eigenlijk eerder avonddiensten, zodat er nog net een pilske gevat kon worden bij Piet Giesbers, oud-speler van voetbalvereniging Eindhoven. En dat kon na sluitingstijd nog wel eens ‘n uurtje uitlopen, als de lichten in het café uitgingen en wij door – wat wenst u te drinken? – Nelly Giesbers naar een achterkamer werden verwezen. Hopelijk was de dan verstrekte erwtensoep nier zuur.
Muziek? Kan ik me niet herinneren. Wel later in de Esquire, bezijden de Catharinakerk, die een nachtvergunning had.: ‘Weet je wat ik zie als ik gedronken heb? Allemaal beestjes’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten