Er heerst een hoofdluizenplaag onder de scholieren. Vooral
moeilijk te bestrijden omdat er min of meer een taboe op rust. Wie heeft er nou
luizen? Ik heb een nonnenschool gekend met de naam Luciaschool, die dan ook
prompt luusjesschool werd genoemd. Heerste er een luizenplaag, dan kon het niet
aan de nonnen liggen, want die waren immers kaal onder hun kap (althans
behoorden dat te zijn).
Wie hebben er het meeste last van, van die luizen? Precies, de meiden met hun
lange haar. Ik zie ze dagelijks naar school fietsen, kaarsrecht, allemaal met
hetzelfde lange haar. Dat moet zo. Net als die groentebak boven het voorwiel.
Ooit was er iemand origineel, namelijk degene die voor het eerst zo’n kist
monteerde. Werd even gepest, hield vol en werd vervolgens geïmiteerd. Balen. Dus
verzon ze weer wat: de kist versieren met kunstbloemetjes. Bleef ook maar even
origineel.
Maar nu die luizen. Mijn broertje en ik hadden ze ook. In de oorlog. We
noemden ze pietjes. Moet u nog eten, of zit u net aan tafel, u kunt nu ook
afhaken, want al te smakelijk is deze geschiedenis nou ook weer niet.
Het was natuurlijk een gevecht tegen die plaag. En maar kammen, met een
tweezijdige pietenkam boven een krant. Tikkeldetik. Vervolgens met je
nagel het beessie doodrukken. Knak! Toen dat niet hielp, werden we kaal
geschoren ver voordat dat ‘leuk’ werd gevonden. Dertig Plus en
Veertig Plus (ikke met mijn dikke kop) werden we thuis genoemd. En dan
was er het haarwater, waarmee die bollekes werden ingewreven.
In een onbewaakt ogenblik heeft mijn broertje – hij zal ‘n jaar of zes zijn
geweest – een slokkie van dat bijtende goedje genomen. Paniek! Mijn 12 jaar
oudere zus, die een verpleegstersopleiding volgde, goot bij hem een liter melk
naar binnen, redde daarmee zijn maag en kreeg een compliment van de huisarts,
die haar trouwens het liefst ook nog had gezoend, heb ik later begrepen.
Hoofdluis. vertel mij wat.
(Gesproken column Omroep Best, o.m. 18.03.15, 18:10 uur)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten