Een ding is zeker, die oliebollenkraam van Bettonviel, staat er toch maar, op dat braakliggend stuk grond naast de Koetshuistuin aan de Hoofdstraat in Best. Gelukkig zonder inspraak, zonder Klankbordgroepen, zonder weet ik veel wat voor instantie dan ook die zich náást het gemeentebestuur bezighoudt met de ontwikkeling van een nieuw centrum. Gezellig, en het kost niks. Bijna had ik waarempel het woord bruisend gebruikt, maar men kent denk ik mijn opvatting over deze nietszeggende kwalificatie van wat dat nieuwe centrum zou moeten worden.
Nietszeggend, niettemin handig om af en toe in de strijd te werpen. Neem nou de dooddoener waarmee projectleider Peter van Zantvoort, meende te moeten antwoorden op de vraag van een aanwezige op een informatieavond over het centrumplan. Ik citeer even het slot van het verslag in Groeiend Best van 16 november:
‘Op de opmerking dat er meer winkels worden gebouwd, terwijl er nu leegstand is, was de reactie van Van Zantvoort: “Onderzoek heeft uitgewezen dat de aanwas verwantwoord en gewenst is voor een bruisend centrum.”.’
Ik ga er even van uit dat dit citaat klopt. Zo ja, onderzoek? Welk onderzoek? Door wie? Ik kan me voorstellen dat de vragensteller na afloop een bruistablet heeft ingenomen. Want meent de projectleider serieus bezig te zijn als hij een keihard gegeven als leegstaande winkels en braakliggende terreinen anno crisisjaar 2010 op een dergelijke oppervlakkige, ouderwetse bijna paternalistische manier denkt te kunnen afdoen?
Hij zal toch niet denken, als die plekken straks leeg blijven, zetten we er toch gewoon weer een oliebollenkraam bij? Oliebollen in kokend vet, dat bruist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten