dinsdag 16 februari 2010

Homo? Geen hostie!

De pastoor van Reusel, heeft de carnavalsprins ter plaatse tijdens de carnavalsmis de hostie (volgens het roomse geloof 'het lichaam van Christus in de gedaante van brood') geweigerd.

De jonge, uit Belgiƫ afkomstige pastoor wordt in het Brabantse grensdorp beschreven als 'joviaal maar uiterst conservatief'. De prins is katholiek gedoopt, heeft zijn eerste communie gedaan en heeft het sacrament van het vormsel ontvangen. Maar hij is ook homosexueel. En dat is volgens de pastoor de reden dat hij niet op de hostie hoefde te rekenen.

Nadat het homo zijn van de prins in geuren en (rose) kleuren in de krant was geƫtaleerd, heeft de pastoor de prins opgebeld om hem dit mee te delen. Volgde een gesprek van een half uur, waarin de prins kon praten als pater Brugman en daarbij vermelden dat we niet meer in de veertiende eeuw leven, maar waarin de pastoor niet thuis bleef geven. Niet thuis was-ie ook achteraf trouwens, toen de krant de zeer eerwaarde probeerde te interpelleren.

Niet alleen in de veertiende, maar zelfs tot diep in de twintigste eeuw heeft de rooms-katholieke Kerk de sacramenten geweigerd aan notoire verstokte zondaars. Tijdens Wereldoorlog 2 is zelfs officieel bekend gemaakt dat NSB-ers daaronder vielen. Vandaar dat hun groet Houzee kameraad, soms achter de hand werd begroet met Hou Pasen, kameraad. (Pasen houden was het destijds voor r.-k. verplichte jaarlijkse biechten en ter communie gaan.)

Tegenwoordig valt eigenlijk niets meer te bedenken, op grond waarvan iemand een zondaar kan worden genoemd, behalve volgens met name paus Benedictus, praktiserende homosexuelen. Behoorden bij voorbeeld ongehuwd samenwonenden ('hokkende personen') tot die categorie, dan konden de nonnekes in Sint-Michielsgestel hun hostiebakkerij wel sluiten, als ze dat nog niet mochten hebben gedaan.

Nou ja, die Reuselse pastoor snapt er helemaal niks van. Als-ie consequent zou zijn, zou hij nooit een speciale mis organiseren voor die zuipende (onmatigheid is een zonde!) en overspelige carnavallers, laat staan dat-ie z'n preek zou hebben laten voorlezen - wat is gebeurd - door hun hoofdman.

De geaardheid van de Reuselse prins is door de dorpsgemeenschap volledig geaccepteerd. Wat jammer dat ze die pastoor met z'n carnavalsmis niet massaal in z'n vet (reuzel!) hebben laten gaar smoren.


(Terug)naar hhBest.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten