vrijdag 22 januari 2010

Bij Mutsaers botst alles met de conventies

Koetsier Herfst hilarisch boek

Min of meer tegen beter weten in denk je dat de olifant met de lange snuit al is langs gekomen, maar dan lees je nog dit:

'In C&A bots ik bijna op tegen een vrouw die een donkerblauwe handschoen van de vloer raapt. Ze inspecteert hem en legt hem dan in een bak met sokken. Niet verstandig. Zo gaat hij teloor tussen de andere kleuren en zal de onfortuinlijke verliezer hem nooit meer terugvinden. Ik pak de handschoen op en gooi hem weer op de grond.
Er komt een andere eerlijke vindster langs. Ook zij raapt de handschoen van de vloer en legt hem tussen de sokken. Weer pak ik hem eruit en weer werp ik hem terug op de plaats waar hij oorspronkelijk lag.
Deze vrouw heeft me echter in de gaten en zegt ontsteld: "Wat doet u nou!"
(...)
Een volgende vrouw bukt zich al voorover.
Ik ben haar voor en zeg nu ook maar eens: "Wat doet u nou!"
En zo gaat dit door. Er is geen houden meer aan.
(...)
Maar dan komt er ineens zo'n man van de Security (...) Of we zo vriendelijk willen zijn om te verdwijnen. De vloer van C&A is geen zitplaats.
Terwijl hij het zegt, bukt hij zich, pakt de handsschoen op, voelt of er iets in zit en (...).'

Waarom dit uitgebreide geciteer?
Omdat de scène zo typerend is voor de roman Koetsier Herfst van Charlotte Mutsaers. Op 14 december 2009 schreef ik op deze plaats, naar aanleiding van de toekenning van de PC-Hooftprijs aan Mutsaers, voornemens te zijn zo gauw mogelijk iets van haar te lezen. Aangespoord door de originaliteit van haar geest, zoals ik die had geproefd uit gesprekken met haar en artikelen over haar werk.

Koetsier Herfst dus. De titel is ontleend aan een gedicht uit de gedachtenwereld van Do, alias Adolphe Klein, alias Dora Dhont. Dat is de tegenspeler van de ik-figuur (inderdaad, het boek is uitgesproken filmisch), de schrijver Maurice Maillot.
De originaliteit van Mutsaers concentreert zich rond elk denkbare vorm van nonconformisme. Oftewel: alles is bij haar net even anders, botst met de conventies, kritiseert, ironiseert. Niet hard of genadeloos, eerder grinnikend, met een virtuoos taalgebruik als voertuig - koets, zou ik bijna schrijven.

De ruimschoots aanwezige erotiek is van hetzelfde laken, de fantasie van de auteur is dermate onbegrensd dat ook hier de valkuil van versleten metaforen niet eens in de buurt komt.

De vereenzaamde en daardoor als schrijver geblokkeerde Maurice Maillot komt, dankzij een in het Vondelpark gevonden mobieltje (met zebrahoesje) in contact met een dierenactiviste, gespecialseerd in het in internationaal verband bevrijden van kreeften. Het duo kiest uitgerekend in de vreetmaand december domicilie in een sleets hotel in Oostende en daar ontwikkelt zich een partnerschap van aantrekken en afstoten in een wereld van ongebreideld consumentisme, met als enig alternatief de veganistische hap van de McDonalds.

Het is een van begin tot eind hilarisch boek, geplaatst in het door scherpe observaties gevormde decor van de Belgische badplaats (trouwens een van de woonplaatsen van Mutsaers). Schitterend geportretteerd en als wezenlijk ervaren door Maillot: 'Zo heerlijk als Oostende zich bij aankomst opendeed, zo treurig gaat het bij mijn afscheid dicht. Mijn geluk heeft nog geen twee maanden geduurd.'


(Terug)naar hhBest.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten