De burger is mondig geworden en pepert dat politici en bestuurders ook nog eens stevig in.
Deze week zat ik in een streekschouwburgje in Eersel, waar politiekers van provinciale en gemeentelijke huize in Vak L (van Luisteren) waren gezet. Geweldig. Het ging uit van het Burgerinitiatief 'Megastallen Nee!'
In 1961, toen journalisten nog nederige verslaggevers waren, hoorde ik de toenmalige burgemeester van Eersel, Jan Stevens, als in wanhoop roepen: 'Zijn er dan nog geleerdere mensen in de Kempen dan de burgemeesters?' Het was in de tijd van Waar de ster bleef stille staan, toen de klompen nog aan de deur werden gezet en de directeur van de Provinciale Planologische Dienst in het achterzaaltje van café De Acht Zaligheden waarschuwde: 'Niet teveel bungalows in de bossen bouwen'. (Ik had een collega, die toen keurig op trouwen stond en zo'n huisje aan het optrekken was. En die vond dat niet leuk.) Een gedeputeerde van de provincie kon het zich permitteren, de vertegenwoordiger van twaalf boeren, die bezwaren hadden tegen een hoogspanningslijn van de PNEM, toe te voegen: 'O, gij zijt een van de twaalf apostelen?' Schijndemocratie versierd met klassieke Brabantse gemoedelijkheid.
Men begrijpt dat dit nog slechts een inleiding is. De recente bijeenkomst in Eersel gold letterlijk burgers, boeren en buitenlui die ofwel niets moeten hebben van megastallen ofwel van mening zijn, dat er niet aan valt te ontkomen, wil je als boer het hoofd boven water kunnen houden. Iedereen was er. Het ging dan ook om een zogenaamd burgerinitiatief tot het bewegen van de politiek, die 'heilloze megastallen' uit Brabant te weren. Bijna 34.000 Brabanders hebben onder dat manifest hun handtekening gezet. Iedereen: ZLTO, milieufederatie, GGD, huis- en dierenartsen, Q-koortsigen en gezonden, landelijke radio en tv (die hypes zochten en er een kregen, namelijk misnoegen over een door het duo Hoog en Droog gezongen liedje – maar toen was ik al weg). En Pieter Winsemius, de oud-milieuminister, tevens verbaal kanon, die zich deze keer, althans tot mijn vertrek, nauwelijks opgemerkt achterin de zaal beperkte tot, af en toe de ogen sluitend, luisteren en zwijgen. De huidige minister was verhinderd. Kopenhagen, waar het over de mondiale broei gaat. O nee, sorry, Pauw en Witteman, maar daar broeide het ook, zag ik later, onder de badmuts van advocaat Enait.
Om nog één keer op dat verleden terug te komen: zo'n bijeenkomst zou toen zijn ontaard in een Poolse landdag, waaruit nauwelijks conclusies vielen te trekken. Zo niet hier. Want we hebben, als burgers geleerd. We zijn beter opgeleid, vertrouwd met strak geleide discussies op tv en wie met een kwestie als deze begaan is en actief, hoeft op het gebied van normen en waarden niets meer op te steken.
Viel er iets in de zak te steken door de provinciale politiek, wier timiditeit ik, ook achterin zittend niet goed heb kunnen controleren? Ik denk het wel. Ga met die reconstructie van het platteland – dynamiek contra verpaupering – die volgens een optimistische provinciale ambtenaar in 2017 klaar moet zijn, maar eens mooi terug naar af. Breng eindelijk eerst eens een behoorlijke communicatie tussen partijen tot stand en bedenk: Nederland is gewoon te klein voor die reusachtige bedrijven zonder woonhuis, waar een keer per dag iemand met een mercedes stopt om de boel te controleren. Brabant is daar te klein voor, de Noordoostpolder ook, als men dat eventueel als alternatief zou willen bedenken. En met anderhalve hectare kun je ook nog heel aardig 'ontwikkelen'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten