De Belgische Minister van Financiën Didier Reynders heeft zich maandag 'volledig voorstander getoond' om de muntjes van 1 en 2 eurocent niet langer te gebruiken. |
Dat lees ik op de website van het dagblad De Standaard. Leuk om daar es even op door te filosoferen.
Onlangs bezocht ik een plaatselijke boulangerie in de Pyreneeën. Die moet je daar trouwens tegenwoordig met een lantaarntje zoeken, want de super- en hypermarchés hebben in Frankrijk het heft zo goed als in handen genomen. En ik moet zeggen, het brood is daar vaak goedkoper en zeker niet minder vers en lekker – integendeel. Maar áls er een plaatselijke bakker is, dan ben ik geneigd die met mijn klandizie te steunen.
Bij het afrekenen in die Pyreneese bakkerij, merkte de jonge boulanger op: Il manque une centime. Met andere woorden: hij viel dood op een cent. Mag trouwens best van mij, zo’n kleine ploeteraar moet wel op de kleintjes letten.
In de praktijk ten onzent, en ik ga er vanuit ook in die van de Belgen, spelen de 1 en 2-euromunten nauwelijks meer een rol. Het afronden is algemeen gebruik. Vandaar dat het idee, zoals becommentarieerd door minister Reynders, in beide landen waarschijnlijk met open armen zou worden ontvangen. Weg met die muntjes, derhalve.
Terug naar Frankrijk, dat zo’n beetje mijn tweede vaderland is. Het afrekenen is daar, ook in de supermarkten onderdeel van het sociaal verkeer: de omslachtige procedures die daarbij worden gevolgd, inclusief – nog steeds – het uitschrijven van cheques, wordt er als een geschikte gelegenheid beschouwd om ondertussen de laatste dorpsnieuwtjes uit te wisselen. Ik vermaak mij dan ondertussen vaak, door met de Fransen de kletsen over hun betaalmethodes, waarbij ik dan triomfantelijk pleeg te zeggen dat ik nooit eurocenten meer in m’n portemonnee heb, behalve als ik in Frankrijk verblijf.
Ik ontmoet daarbij doorgaans tekenen van begrip. Dus ik zou zeggen, regel dat afschaffen van die rotmuntjes maar gauw in Europees verband.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten