De herbestemming van monumentale, gezichtsbepalende kerken in Nederland (en niet alleen hier) blijft een krikkele zaak. En: het is maar hoe je het benadert. Het Eindhovens Dagblad meldde zaterdag 'Communiebanken staan daklozenopvang in de weg'. Daarbij een interieurfoto van de Theresiakerk, gebouwd in de jaren twintig van de vorige eeuw in het stadsdeel Strijp. Het verschijnsel communiebank moet even worden uitgelegd, want de hostie wordt sinds jaar en dag staande ontvangen. En het altaar in het priesterkoor staat volgens de krant 'op het bordes'.
Niet alleen de communiebanken moeten volgens erfgoeddeskundigen blijven, maar dat geldt ook voor het altaar en de doopvont. Verwijdering wordt onverenigbaar geacht met die daklozenopvang in door het Oirschotse bedrijf De Meeuw in de kerk te realiseren woonunits. Geen idee wat ik me daarbij in dat interieur moet voorstellen, trouwens.
Te behouden kerken worden tegenwoordig voor van alles gebruikt. Soms zie je op tv aanvaardbare oplossingen, bij de inrichting tot particuliere bewoning, maar het kan ook zijn dat de pilsjes er in rond gaan en dat er wordt gedanst. Ik moet nodig eens gaan kijken in de voormalige Bernadettekerk te Spoordonk, nu die als gemeenschapshuis in gebruik is genomen. De geluiden zijn positief.
Architectuurhistoricus Herman Wesselink promoveert dezer dagen op 'Verleden, heden en toekomst van bedreigde Nederlandse kerkgebouwen'. In het derde deel van zijn proefschrift bespreekt hij 'een waarderingssysteem dat een bijdrage zou moeten leveren aan een zorgvuldig beleid' op dit punt.
Andere architectuurhistorici maken zich zorgen over het overal in het land verschijnen van 'tijdelijke' gebouwen, al dan niet voor bewoning, los van de algemeen bekritiseerde verdozing bij het plempen van expeditiecentra in het landschap. Maar da's weer een ander verhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten