Het ziet er naar uit dat burgemeester Anton van Aert op 1 september 2018 met opgeheven hoofd Best zal verlaten, om weer volledig in zijn Boxtels huis te gaan wonen. Van Aert heeft genoeg in zijn mars, om niet al te lang op zijn wachtgeld te gaan teren. Ik weet niet of die wachtgeldregeling ook een bepaling heeft over ‘vrijwillig vertrek’, zo niet, doe er wat aan, wetgever.
De situatie die ophanden is verschilt voor honderd procent met die sinds het aantreden van Van Aert in 2012: meestentijds wonen in een Bests huurappartement, zonder inschrijving in het bevolkingsregister, en af en toe bij zijn kinderen in Boxtel.
De burgemeester maakte zijn komend aftreden donderdag bekend via een persbericht en een iets kortere versie daarvan aan de raad.
Nogal merkwaardig: tegelijkertijd verscheen op de website van de gemeente een aankondiging van een openbare raadsvergadering op 24 augustus, met als enig agendapunt Huisvesting burgemeester A. van Aert. Het document dat dan op tafel ligt, is het antwoord van de burgemeester op een aantal kritische vragen van de plaatsvervangend raadsvoorzitter, Paul Gondrie (CDA).
Deze uiteenzetting van ruim twee vel A4, geeft opheldering over de huisvesting van de burgemeester, in relatie tot de opvattingen van de gemeenteraad.
Van Aert vindt dat hij integer heeft gehandeld, waar het gaat om de interpretatie van artikel 71 van de Gemeentewet over de verplichting woonachtig te zijn in de gemeente waar hij zijn ambt uitoefent. De wet zwijgt namelijk over ingeschreven zijn in de Gemeentelijke Bevolkings Administatie (GBA).
De burgemeester meent – na raadpleging van bevoegde personen en instanties – volkomen te goedertrouw te hebben gehandeld. Hij toont ook aan – en dat geeft te denken over de politieke verhoudingen in Best – dat een essentieel deel van de raad, onder wie de voorzitter van de vertrouwenscommissie, sinds de zomer van 2013 op de hoogte was van zijn woonsituatie. Genoemde voorzitter heeft hem toen gezegd: ‘Enkelen uiten de wens dat de burgemeester bij de GBA staat ingeschreven’. Later is er ook nog in het seniorenconvent (de fractievoorzitters) over gesproken. ‘Daar is mij alleen gevraagd om de wet te respecteren en dat heb ik naar mijn stellige overtuiging gedaan. Ik heb een en ander geïnterpreteerd als een stilzwijgende instemming, zij het misschien bij enkelen niet van harte. Ik verwijt mijzelf dat ik dit niet schriftelijk heb laten vastleggen,’ aldus burgemeester Van Aert.
Waar kan de komende raadsvergadering nog over gaan? Over de vraag, heeft burgemeester Van Aert al dan niet nog het vertrouwen van de gemeenteraad? Zo niet, dan ziet Best een op zich goed functionerende burgemeester nog eerder vertrekken dan gepland.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten