vrijdag 21 september 2012

Economen zijn gek

Dat het niet goed gaat met de economen, weten we al sinds 2008. De meesten lijken gek of zijn het. Gek van het niet weten en van het weten dat ze het niet weten.

Wat moet je dan als gek? Iets buitengewoons verzinnen, zodat journalisten en presentatoren gek genoeg zijn om je voor de microfoon, met of zonder camera te halen.

Om met laatstgenoemde categorie te beginnen, ik heb Humberto Tan, tegenwoordig presentator van het ochtendprogramma van BNR, tamelijk hoog. Geestig en adrem, niet voor enig karretje te spannen of in de luren te leggen. Maar vanmorgen viel hij me toch vies tegen.

Want hoe kun je nou een econoom serieus nemen, die alleen al zijn schoolgeld moet terughalen wegens onvoldoende taalkennis, annex –gevoel en die bovendien de meest baarlijke nonsens staat te verkondigen? En dat deed Tan, zonder een spoor van kritiek.

Hoe de man heet, is  - de radio is een vluchtig medium – me ontgaan; de websites van BNR bieden me ook geen uitsluitsel, maar alla, wat doet de identiteit er in dit geval eigenlijk toe.

Dit was dus de bewering ter adstructie van de door hem en Tan kennelijk als pakkend beschouwde onliner Beter beunhaas dan angsthaas: De hard werkende (om 7 uur opstaande) bankier annex geldwolf is beter voor de economie dan de integere functionaris, die gewoon zijn plicht doet.

Klompen zijn uit de mode, maar was dat niet zo, dan was er bij mij een gebroken. Interviewer Tan had nog wel de tegenwoordigheid van geest, deze econoom te vragen, wat zijn collega’s daar wel van dachten. ‘Die zijn het intuïtief met mij eens,’ wist de ander met zekerheid.

Moet ik verder nog iets uitleggen, hoewel dat primair de taak van onze wetenschapper zou zijn? Ja, het gebruik, of liever misbruik van het woord beunhaas in deze context. Want een beun is iemand, die voor een habbekrats een karwei redelijk tot slecht uitvoert, dat bij de vakman scheppen met geld kost.

Dit onderdeel van des econooms minireferaat was het, dat mij deed afvragen: is hij nou gek, of ben ik het?

En vooralsnog waag ik het, ‘t laatste uit te sluiten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten