Historicus Jan de Roos heeft bij de bestuursrechter bot gevangen, met zijn verzoek tot volledige openbaarmaking van het dossier Klaas Carel Faber, de oorlogsmisdadiger die in 1952 uit de Bredase koepelgevangenis ontsnapte en sindsdien zijn straf in Duitsland niet uit zit.
Minister Ivo Opstelten, weigert De Roos inzage van een gedeelte van dat dossier ‘omdat dit de relatie met Duitsland zou schaden’. De rechter is daarin mee gegaan.
Mijn eerste gedachte hierbij is: is er ook een klokkenluider in de zaal? En vervolgens: Heeft de rechter kennis gekregen van de achtergronden, zodat hij kon beoordelen of hier geen sprake is van een drogreden?
Want hoe zou een zeventig jaar geleden door een ander Duitsland overvallen en geknechte natie de relatie met het nieuwe en gerespecteerde Duitsland met deze informatie op het spel kunnen zetten?
Is die informatie dan zó belangrijk? Dat weet ik niet en dat is het ‘m juist. Dezer dagen zette het NIOD het complete zogeheten standaardwerk van Loe de Jong over Nederland in WO2 online. Prachtig. Maar iedereen weet inmiddels wel dat die boeken van De Jong als ‘geschiedschrijving’ niet onomstreden zijn. Tezeer bepaald door zwart-wit-denken, is een van de punten van kritiek. Valt De Jong allerminst kwalijk te nemen; je kunt zelfs zeggen dat het ‘t lot van menig historicus is dat het denken over het verleden onderhevig is aan verandering. Met andere woorden: geschiedschrijving houdt nooit op.
Kan iemand even lekken? Naar Brandpunt of Zembla of zo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten