Denk niet dat het roken vóór de Amerikaanse heksenjacht van de laatste decennia ooit onomstreden is geweest. Nooit heb ik trouwens meer sigaretten in rook zien opgaan dan tijdens de bevrijding door de geallieerden in 1944-‘45. Maar er waren altijd mensen die het een vieze bedoening vonden en er zijn ook altijd overheden geweest die op z’n minst hebben getracht, het roken te verbieden. De vaderlandse dichter Jacob Cats zou het wel uit zijn hoofd hebben gelaten, in zijn beroemde politieke versje
Zij dronken een glas,
Zij deden een plas
En alles bleef zoals het was
het toeback suyghen op te nemen.
Een nog steeds toepasselijk rijmpje trouwens, als je ziet hoe een gemeenteraad als die van Best onvermijdelijke bezuinigingen voor zich uitschuift, met handhaving van de investeringsplannen voor de sport en bevriezing van de culturele sector. Maar dit terzijde.
Cats hield zich dus verre van het roken, hoewel het in zijn tijd dé hobby van de welgedane burgerman en zelfs de adel met haar rooksalons moet zijn geweest. De reclame voor Van Rossem’s Troost, waarbij zo’n zeventiende eeuwse dikzak een man in een schandblok aan zijn pijp laat lurken sprak eertijds hevig tot mijn verbeelding.
Een onverwoestbare cultuur, dat pijproken, zo blijkt uit het feit dat in het afgelopen weekeinde in het etablissement Hof van Solms te Oirschot, met of zonder ontheffing, een wedstrijd stenen pijp roken is gehouden. En het ziet er naar huis dat het plafond van het Evoluon in Eindhoven in 2011 berookt gaat worden als daar de WK pijp lurken zullen worden gehouden.
Laat ik het hierbij maar laten. Een tevreden roker, is tenslotte geen onruststoker, al was wijlen Theo van Gogh destijds het levende bewijs van het tegendeel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten