Als het goed is, moet ergens op de gemeentewerf van Best 'n hoop stenen liggen, waarvan de heemkundekring denkt dat ze historische waarde heeft. De wethouder van bouwen en niet bouwen denkt ook in die richting en sluit niet uit dat de stenen ooit nog eens verwerkt worden in het nieuwe centrum.
De keien zijn zogezegd bodemschatten. Ze komen uit de Nieuwstraat en maakten deel uit van een wegdek dat ergens in de negentiende eeuw moet zijn gemaakt. Een oplettende bewoner van de Nieuwstraat zag de keien te voorschijn komen bij de reconstructie van die straat en ging te rade bij de Stichting Geschiedenis van Best. Nou, dat werd een heel verhaal dat onlangs in het weekblad Groeiend Best in geuren en kleuren is naverteld.
De Nieuwstraat – tot dan een karrespoor - blijkt in 1855 te zijn verhard als onderdeel van de verbinding Eindhoven-Best-Oirschot. Best was in die tijd niet direct te porren voor verharding van dat stuk zandweg want was altijd met de latere N2 verbonden geweest via de Oranjestraat. Uiteindelijk, zo lees ik, heeft de toenmalige burgemeester nog uit eigen zak 95 guldens in dat project gestoken. Hoeveel zou daarvan nu de tegenwaarde zijn? Wat dan ook, dat waren nog eens tijden! Of de stenen uit die tijd zijn, is trouwens niet helemaal zeker. Ze kunnen ook afkomstig zijn van een latere verbreding of verbetering.
Goed, je zult maar het bescheiden verleden hebben van agrarisch straatdorp. Dan ben je toch trots op elke steen die uit de grond wordt gehaald? Oude middeleeuwse steden willen nog wel eens de fundamenten van gesloopte stadspoorten conserveren en als monument koesteren; laat Best dat dan maar gerust met een hoop stenen doen.
Over Bestse wegdekken gesproken, het wordt tijd dat ik daarover op deze plaats tot een bekentenis kom. Toen in de jaren zestig van de vorige eeuw de Eindhovenseweg, als onderdeel van de toenmalige N2, werd opgeknapt, opperde ik als verslaggever van het Eindhovens Dagblad, dat daar nog de betonplaten lagen, die vol scheuren zaten als gevolg van de geallieerde tanks die daar in 1944 overheen waren geraasd. Mijn bekentenis zit hierin, dat ik die informatie nergens had gecontroleerd. Het was een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, zal ik maar zeggen.
Jaren later werd ik met die journalistieke jeugdzonde geconfronteerd, toen de uit Eindhoven afkomstige romanschrijver A.F.Th. Van der Heijden zijn hoofdpersonage bij een verhuizing over die weg liet rijden. Dat ging van kedeng-kedeng, vanwege de scheuren in het wegdek die het gevolg waren... nou dat weet u dus intussen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten