Op mijn dagelijkse wandeling naar en van het durp Sonnemans met zijn ezelwagen ontmoet. De bakker, die er al 10 jaar geleden mee stopte en voordien altijd uitreed met een paard, vertelt gaandeweg dat hij dat laatste niet meer durfde. ‘En dan moete da niemeer doen; zoals ge ok ginnen auto moet rijen als ge da niemeer durreft’, verklaarde de 73-jarige baas.
Op het Dopveldenpad (fietspad door Heivelden) gelijk met Sonnemans opgelopen en wat gebuurt. Hij was er duidelijk voor in
‘Kek’, zegt-ie, met twee ezels ervoor gaat dat - ‘n paard loopt ook stapvoets te hard voor een voetganger. Ezels zijn helemaal niet stom, deelt hij verder mee en onthouden alles. ‘Die ene loopt trouwens alleen maar mee, de andere verricht het trekwerk. Ik moet niet proberen die luie aan te sporen, want dan gaat-ie juist steeds langzamer lopen.’
Dus de reputatie van koppigheid klopt wel.
Ik was het praatje met Sonnemans begonnen met de mededeling dat een ezel voor een wagen, me altijd aan mijn kleuterjeugd deed denken. M’n vader leerde me namelijk toen een eigengemaakt versje, dat uit mijn mond nogal eigenwijs moet hebben geklonken:
‘n Ezel liep steeds voor de wagen,
Werd altijd met een stok geslagen,
Hij verdroeg het niet langer
En studéérde voor…operazanger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten