Lenin staat in zijn ondergoed, interpreteerde NRC - onderbroek mocht zeker niet. De realiteit is dat het standbeeld van de leider van de Russische revolutie van1917, in Sint-Petersburg door een bom van ongeveer 400 gram TNT (trinitrotolueen) is beschadigd. Je kijkt er dwars doorheen. De dader ligt op het kerkhof.
Het begrip TNT is minder bekend dan in de tijd dat een in de VN met zijn schoen op tafel slaande Chroestjov de vechtkracht van de USSR met die van de US vergeleek in miljoenen kilogrammen TNT’s. Tegenwoordig kom je via Google eerst en vooral uit bij TNT Logistics and Mail, waarvan je je nauwelijks meer realiseert dat het de kleindochter is van Tante Pos (het postkantoor gaat echt dicht, hoor, al wordt het misschien oktober).
Maar dit allemaal terzijde, zoals men begrijpt.
Ook al zijn de filosofieën van het socialisme van Lenin achterhaald, althans in de praktijk aan de kant gezet, de man schijnt toch nog in Rusland als een vadertje des vaderlands te worden beschouwd. Met andere woorden: De dader is een extremist.
Bij zo'n 'schanddaad' vraag ik me altijd af, moet je de schade nu herstellen of niet? Kunst is het niet. Het is een gedenkteken. Ik zou zeggen, laat het maar zo. Met het beeld wordt 1917 herdacht, met het gat laten we zeggen 1991. Niet alle Russen hebben spijt van die laatste omwenteling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten