Met Bienvenue chez les Ch’tis van Dany Boon (regie en mede-acteur) is de klassieke Franse filmkomedie à la Fernandel en De Funès terug van weggeweest. In elk geval worden van hetzelfde dikke hout planken gezaagd.
‘Alleen sukkels gaan naar het noorden’ is de matige vertaling van de titel, ik houd het liever op Welkom in Boerenkoolstronkeradeel omdat die sterker refereert aan de
In Frans Vlaanderen luncht het postkantoor bij het frietkot. Links Kad Merad, rechts Dany Boon.
de cultuurverschillen tussen, en wederzijdse vooroordelen over landstreken. Ik heb eens op een camping ‘n Marseillais ontmoet, die verklaarde een Parijzenaar niet te verstaan. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook. En voor Nederlanders in noord en zuid eveneens.
Even dacht ik, dat Bergues een niet bestaand stadje, gesitueerd in de buurt van Lille was, maar internet heldert het weer eens op, met een wervende, zelfs Nederlandstalige website. Wel gefingeerd is duidelijk het nabije, verlaten ‘mijnstadje’ Bergues, dat aan het eind van de film een cruciale rol is toebedeeld.
Welnu, Philippe Abrahams (Kad Merad) , wonend in de Provence, ziet de economische recessie naar hem en zijn gezinnetje vertaald door de geforceerde overplaatsing van hem als directeur van La Poste naar het hoge noorden, ‘waar het zelfs in de zomer vriest’. Hij besluit dit zijn depressieve vrouw (en zijn huwelijk) niet aan te doen en gaat alleen. ‘Het is maar voor twee jaren en in het weekend kom ik thuis.’
Het begint al goed, als Philippe op de Autoroute erheen, bijna wordt bekeurd omdat hij maar 50 km per uur rijdt (op de achtergrond klinkt trouwens de zwaarmoedige Jacques Brel). De politie laat hem saluerend doorrijden, uit medelijden met zijn ‘verbanning’. Natuurlijk kan je voorspellen, dat Philippe die agent nog eens tegen komt.
In het department Nord-Pas de Calais lijkt de angst voor de absolute negorij aanvankelijk te worden bewaarheid, maar uiteraard is alles niet zo als de nachtmerrie deed geloven en naarmate Philippe verder ‘integreert’, kost het hem steeds meer moeite, de onophoudelijke vooro0rdelen van zijn vrouw te ontkrachten.
Want natuurlijk heeft Frans Vlaanderen, waar ze wel een heel raar Frans dialect (minstens zo raar als dat van de Provence trouwens) en zelfs Vlaams spreken, ook zijn charmes. En de mensen, ja de mensen zijn er, zeg maar ,ongeslepen diamanten! Enfin, onze Philippe rolt van de ene slapstickscène in de andere, ijverig geholpen door postbesteller Antoine (Dany Boon himself), die zich tijdens het bezorgen iets te graag door de ontvangers op pinten laat trakteren. Als ‘meneer de directeur’ op de fiets probeert Antoine van die slechte gewoonte af te helpen, loopt dat natuurlijk gruwelijk uit de klauwen.
Maar uiteindelijk lukt de therapie. Want – ongelofelijk maar waar – Antoine is ook nog eens een begenadigd carillonneur en zijn baas zet op het laatst de klokkentoren van Bergues in om hem aan zijn bruid (de lokettiste van het postkantoor) te helpen.
Het is lang geleden (De Funès, voordat die gedateerd raakte?) dat ik in de bioscoop zo met een Franse film gelachen heb. Ik zou zeggen: bis bis bis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten