dinsdag 16 september 2008

Campers

De campers zijn in opmars.
En daarmee verdwijnt het echte kamperen, ook al pretenderen campereigenaren dat af en toe wild te doen. Wild kamperen met de camper betekent echter, het zich gratis installeren op een stuk asfalt dat gemeenten – met name in Frankrijk – in toenemende mate hiervoor reserveren. Een opstelplaats met afvalputje. Achtergrond: zo pikken tout commerces tenminste ’n graantje mee van de passanten.
Nederlanders waren altijd fervente caravanners, in tegenstelling tot bij voorbeeld de Belgen en de Fransen. Zeker de laatsten hebben de caravan als recreatiemiddel eigenlijk overgeslagen. Maar in de kampeerauto, met alles d’rop en d’ran, daar zien ze wel wat in. Laat ik het zo zeggen: de campings raken er langzamerhand van vergeven. Er zijn ware mastodonten bij, van ’n meter of twaalf lang met wel zes ramen aan elke zijkant. Bastions, met hooguit een elektrisch bedienbare zonnenluifel om buiten te zitten, maar voornamelijk gemaakt voor individualisme en introvertie. voor zover je daarvan kunt spreken met de boord-tv, waarvoor de beelden worden binnengehaald met de draaibare schotel op het dak. Om zeven uur ’s avonds gaan ze naar binnen.

Campers zijn op de wegen nog trager dan auto’s met caravans; ze worden, ook in de bergen, tevens gebruikt voor het maken van dagtochtjes, waarbij het rechts houden in haarspeldbochten niet altijd even secuur in acht wordt genomen – ik ben me zodoende ’n keer kapot geschrokken.

Kortom, het wordt er op de campings niet gezelliger op op. En het stinkt er ook veel vaker naar diesel. Naar het periodiek meten van de uitstoot wordt in Frankrijk kennelijk met de pet gegooid.
Foto's, van boven naar beneden:
Campers op een parkeerplaats langs de A75 (tussen Middellandse Zee en Atlantische Oceaan);
Een camping in de Pyreneeën, ‘vergeven’ van de campers;
‘Wild’ kamperen op 'n stukje asfalt in een dorp.




(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nl

2 opmerkingen:

  1. Hier spreekt duidelijk een verstokte canavanner. Ik kan me de tijd nog herinneren dat ook die niet tot de echte kampeerders werden gerekend. Ikzelf was pas (een beetje) kampeerder af toen ik van de VW-camper overstapte op een alkoofmodelletje. Dat campers langzamer zijn dan caravans is natuurlijk onzin. Caravanrijders zijn bovendien vaak niet gewend aan de breedte van de eigen aanhanger waardoor ze min of meer de weg versperren. Grote voordelen van de camper zijn dat je heel gemakkelijk 'kampeert', dat je sneller kunt rijden, dat je veel gewicht mee kunt nemen. De echte camperaar gaat niet 's morgens van de camping weg voor excursies om er op dezelfde dag nog terug te keren: dat doe je tijdens je overtocht van camping naar camping.

    Als je wekenlang op dezelfde camping wilt blijven: prima, als ik maar niet hoef...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Waar ik nog aan toe wilde voegen dat ik met Pasen 1993 een vrijwel identiek stukje schreef (in het Limburgs Dagblad) als dat van Guido hierboven, met een vrijwel identieke foto, maar dan gemaakt op de parkeerplaats van het station van Levanto aan de Italiaanse Riviera, een regio die op dat moment volledig getsunamiseerd was door (vrijwel uitsluitend Italiaanse) campers. Het enige verschil met nu was dat al die Italianen in de stromende regen buiten de camper gingen staan bellen met de toen pas in zwang geraakte 'telefonini', oftewel mobiele telefoons.

    BeantwoordenVerwijderen