We kennen het allemaal: het hopeloze gevecht tegen het plastic. De stranden van Schiermonnikoog, na het in zee kieperen van een aantal containers, vorig jaar. Nu weer de Biesbosch. Nadat het water vorige week donderdag in de ‘bergpolder’ Noordwaard (6000 voetbalvelden groot) begon te zakken, kwamen ontstellende hoeveelheden plastic, aangevoerd door de rivieren, bloot te liggen.
Het ziet er hopeloos uit, dat gevecht tegen het plastic. Het lijkt of er geen verpakkingen meer mogelijk zijn zonder kwistig gebruik van dat spul. In ons huishouden vullen wij makkelijk in twee weken (de periode waarin het wachten is op de volgende ophaalsessie) een flinke zak. Soms is het nodig – bij voorbeeld na een verjaardagsfeestje – een tweede exemplaar in gebruik te nemen.
Niet zonder schuldgevoel gooi ik wel eens een snipper plastic bij het restafval, wetend dat voor deze categorie afval nog steeds geen afdoende oplossing is gevonden.
Over oplossingen gesproken, andere dan die van de jongen die plastic soep op oceanen met dammetjes bijeen probeert te vegen, een initiatief waarvan je weinig meer hoort, moet ook dit probleem niet aangepakt worden bij de bron? Bij de fabrikanten van onder meer voedselwaar dus. Een plasticverbod? Het lijkt een onmogelijke eis, die onmeetbaar veel geld kost. Maar geldt dat niet voor alle onvermijdbaar geachte maatregelen die gericht zijn op het behoud van de aarde?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten