maandag 30 januari 2017

Minder boeiend

In de Waddenzee wordt een proef genomen met virtuele boeien, zo lees ik in de Leeuwarder Courant. ? De boeien zullen zichtbaar zijn op digitale kaarten. Ze worden niet echt uit gezet.

De digitale techniek staat voor niets, maar zo zien we weer wat stoffering van de zee verdwijnen. Boeien, al dan niet voorzien van een knipperlicht, zijn niet alleen nuttig, maar ze vormen, al dobberend, ook zoiets als karakteristiek zeemeubilair dat ook de eenvoudige bootpassagier naast zeehonden en  vogels een welkome afleiding biedt. Ik wil maar zeggen, het wordt er door die digitalisering en automatisering niet gezelliger op. Maar ok, dat wisten we al.

Of het nog gebeurt weet ik  niet, maar in mijn tijd werden vaarroutes op de Waddenzee soms gemarkeerd met simpele boompjes van het vasteland. Die routes willen nog wel eens 'verschuiven', zodat het wel zo praktisch was. Mogelijk heb ik het ergens al eens verteld - dat heb je met ouwe mensen - maar we hebben er, als journalisten, collectief varend naar een waddeneiland, wel eens een collega mee bij de neus genomen. "'t Is toch wat met dat milieu tegenwoordig, moet je zien er groeien nu ook al boompjes in de zee."

Daags erna stond er op de voorpagina van des collega's krant, ik meen dat het Het Vrije Volk was: "Milieuvervuiling leidt tot boomgroei op zee".

Gelukkig zijn er nog vuurtorens.

donderdag 26 januari 2017

Iets meer dan een hapje en een drankje

Altijd respect en bewondering voor mensen die, desnoods tegen de draad in, initiatieven nemen. Ziet de bank er niets in - en wanneer ziet de bank er wèl iets in? - dan maar via het nieuwste tovermiddel crowdfunding. Nog mooier is het als zo'n startende ondernemer de intentie heeft, mensen die niet of moeilijk aan de bak komen, 'n eind tegemoet te komen. Zo'n geval doet zich nu voor in het Bestse buitengebied. Maar helaas, er zijn toch wel enkele vraagtekens bij te plaatsen.

De voormalige Bossche horeca-ondernemer Liesbeth van der Velden wil, als het kan nog dit voorjaar, aan de Heuveleindseweg in Best een ontmoetingsplek voor jong en oud creëren. 'Buutvrij: een hapje, een drankje en een werkplek,' zo meldt de nieuwe Bestse correspondent vandaag in het ED. Iets om van op te veren? Ja, maar niet zonder bedenkingen. De enthousiaste ondernemer is trouwens de eerste om haar opvatting over het realiteitsgehalte van haar project enigszins te temperen.

De Heuveleindseweg vormt min of meer de grens van de wijken Heivelden en Heuveleind met de groene buffer tussen Best en Oirschot. Ze loopt van de Oirschotseweg naar het Wilhelminakanaal. Het is agrarisch gebied, maar qua bedrijvigheid is er weinig meer te vinden dan een boomkwekerij (waarvan Van der Velden een loods op het oog heeft), het weiland van een slager, een manege en een nertsenfarm. Er staan enkele monumentale boerderijen, waarvan één met erf en boomgaard die herinneren aan het kamertjeslandschap van Best voor de ruilverkaveling. Bij de uitmonding op de Oirschotseweg bevindt zich een dierenkliniek met parkeerterrein.  De rest is gespreide woonbebouwing. Ook staat er sinds ongeveer 'n kwarteeuw een door de buurt piekfijn onderhouden Mariakapel - een rustpunt voor wandelaars en fietsers.

Het gaat hier om een 'uitloopgebied', waar bewoners van genoemde wijken wandelen, joggen en hun honden uitlaten. Betrekkelijk rustig, afgezien van wat plaatselijk autoverkeer. Ik bedoel te zeggen: laat dit zo blijven. Het plan van Liesbeth mikt op jong en oud, die daar dus terecht zouden kunnen voor een 'hapje en een drankje'. Er zouden ook een winkel moeten komen en moestuinen. Zelfs workshops behoren tot de gedroomde mogelijkheden. Parkeermogelijkheden te over!

Ja, het bestemmingsplan moet worden aangepast en ja, de gemeente Best is hiermee bezig. Ik hoop op zorgvuldige behandeling, minstens zo zorgvuldig (?) als die van de recreatie-ondernemer in De Vleut, die na jaren gedogen het veld moet ruimen.

Zie ook: Rustig en kleinschalig

dinsdag 10 januari 2017

Wie het beter weet mag het zeggen

Het had zijn maidenspeech kunnen zijn, de nieuwjaarstoespraak van John Jorritsma, nog maar enkele maanden burgemeester van Eindhoven, maar het doet er weinig toe: het was een toespraak die de regio Zuid-Oost Brabant op haar grondvesten deed schudden. Jorritsma vindt dat op het punt van het ‘plaatselijk bestuur’ nu eindelijk maar eens spijkers met koppen moeten worden geslagen. Hij opteert voor een grootscheepse herindeling van 21 gemeenten, inclusief zijn stad plus Helmond,  tot drie of hooguit vier.

Wie het beter weet mag het zeggen. Deze zin impliceert dat ik na meer dan een halve eeuw delibereren, touwtrekken en mislukt experimenteren met samenwerking geen houdbaar alternatief zou kunnen bedenken. Jorritsma gaf het zelf al in wat tactvoller bewoordingen aan: de tijd van het verdedigen van het gemoedelijke eigen nestje, het verwijtend wijzen naar grote buur Eindhoven als annexionist (een in de Bestse gemeenteraad uitgevonden woord) is voorbij.

Ja, Eindhoven wil groter, dat is een aspect van Jorritsma’s verhaal: met Best, Veldhoven, Son en Breugel, Nuenen, Oirschot, Waalre en Geldrop naar een Mainport van dik 400.000 inwoners, om nationaal beter een vuist te kunnen maken. Wat dat betreft sluit de nieuwe burgemeester zich volledig aan bij de meermaals door zijn voorganger Rob van Gijzel  verkondigde opvatting dat  de toekomst potentieel aan de steden is. En dan niet alleen aan die ‘grote vier’ ten noorden van de rivieren.

Natuurlijk heeft Eindhoven (het is ondenkbaar dat de burgemeester zijn college van B en W voor een fait accompli heeft gesteld) geen panklaar gerecht geserveerd. Het gaat om een principe waaraan vanzelfsprekend nog hevig gesleuteld moet worden. Enkele voorbeelden. Geldrop vormt momenteel een moeizame combinatie met Mierlo, waarbij men zich zou kunnen afvragen, of aansluiting van dat dorp bij de voorgestelde gemeente Helmond-Peel niet meer voor de hand zou liggen. Oirschot, qua bebouwde kom 4 km verwijderd van Best, caramboleert al jaren tussen de stadsregio en de  Kempen. Letterlijk aan één kant logisch, want zijn grondgebied in de voormalige gemeente Oost- West- en Middelbeers heeft meer affectie met het landelijke, nog steeds sterk agrarische gebied aan de zuidwestelijke kant ervan.

In de Brabantse herindelingsgeschiedenis is deze situatie niet uniek. Breda annexeerde destijds wel van de gemeente Nieuw Ginneken de dorpen Bavel en Ulvenhout, maar liet het landelijk gebied aan de nieuwe gemeente Alphen-Chaam.

De Kempische gemeente Eersel heeft het realistische besluit genomen, van vervanging van de vertrekkende burgemeester af te zien; ze koos voor een plaatsvervanger. Oirschot, dat tot zijn ergernis onlangs alvast met een door Eindhoven opgelegd besluit werd geconfronteerd, namelijk het autovrij maken van de Eindhovense, respectievelijk Oirschotse Dijk, kijkt wat de opvolging van de burgemeester betreft liever de kat uit de boom en zet zijn aandeel in de benoemingsprocedure van een nieuwe burgervader door. ‘Hogerhand’ moet het nu maar zeggen.

Hogerhand (provincie en rijk) zal sowieso met belangstelling afwachten, hoe Zuid-Oost Brabant op Jorritsma’s knuppel in het hoenderhok gaat reageren, om uiteindelijk de kippen naar de gewenste stek te dirigeren.

vrijdag 6 januari 2017

Knielen op een bed van kijkcijfers

Özcan Akyol maakt zich in zijn column in de Persgroep-kranten behoorlijk druk over de onophoudelijke bezwaren tegen de exorbitante salarissen van npo-presentatoren als Pauw en Van Nieuwkerk (VARA). Hij vindt dat 'kwaliteit beloond moet worden', wat iedereen met hem eens is, die per 1 januari er maandelijks één cappucino bij krijgt.

Akyol hanteert het tot op de draad versleten argument dat die elkaar regelmatig een veer in de kont stekende 'talenten' anders de wijk nemen naar de commerciëlen. Waar kennen we dat van? Precies van de ceo's en topmannen (afschuwelijke uit de VS overgewaaide kwalificatie), die anders hun heil in het buitenland zouden zoeken. Laat ze toch gaan. Niemand is onmisbaar. Integendeel, er zijn heel wat van die schrapers die we liever kwijt zijn dan rijk.

Want is die zogenaamde vlucht naar de commerciëlen nou zo erg? Om te beginnen scheelt dat 'n hoop belastinggeld. Alsof de publieke omroep zich op buitengewone manier onderscheidt van de louter via reclame gefinancierde zenders. Integendeel, de programmering valt te omschrijven als een regelrechte knieval voor de massasmaak en de daarmee verbonden kijkcijfers, waarbij Nederland gemakshalve aan de lopende band wordt gelijkgeschakeld met Holland, bij mijn weten niet meer dan twee volgepakte provincies in het westen.

Op oudejaarsavond bedacht een of andere malloot het format 'het nationale afteluur', of zoiets. Iemand twitterde naar mijn hart: wat is dat nu weer voor flauwekul? Elke poging, zich te spiegelen aan een toonaangevend publiek net als het Vlaamse Canvas ontbreekt. Laat ik es wat zeggen: ik vind RTL Nieuws qua diepgang, kritisch onderzoek en presentatie meer dan een klasse beter dan het NOS Journaal. Word trouwens horendol van die kluwen instanties met afgekorte namen als npo, ntr en nos, om nog maar te zwijgen van die al dan niet samengeklitte zendgemachtigden, van wie de vpro wellicht als enige wat eigengereidheid kan worden toegeschreven.

O ja, Akyol. Stel je gerust man, er ligt ook voor jou een al dan niet betaald baantje klaar, al is het maar als tafelheer, bij de commerciëlen.



dinsdag 3 januari 2017

Het eerste kletsverhaal

Nauwelijks is 2017 van start gegaan, of het eerste kletsverhaal heeft ons weer bereikt. Via het AD en de regionale kranten van De Persgroep, ijverig en al even kritiekloos overgenomen door radiojournaals. Daarbij is het onderscheid tussen wat heet lager en hoger opgeleiden voor het gemak vanuit 2016 overgenomen. Het gaat over 'bezorgde bedrijfsartsen', die bij wijze van mosterd na de maaltijd (het is immers politiek allang beslist) verzet aantekenen tegen het opschuiven van de pensioenleeftijd.

Lager opgeleiden, dat zijn mensen die volgens de afgeschafte r.-k. vasten- en onthoudingswet 'zware lichamelijke arbeid' verrichten. Voor alle duidelijkheid, die mensen hoefden niet te vasten, zomin als opgroeiende kinderen.

De redenering van de bedrijfsartsen luidt, dat die mensen 'voortijdig versleten' zijn.

Eerst maar eens dat onderscheid tussen hoger en lager opgeleiden. Dat is overgenomen van snelle verzekeringsjongens die gebruik, of zeg maar misbruik maken van de hang naar status bij de dommen. Alleen jij mag bij ons je zekerheid halen, zoiets.

Wie is hoger opgeleid? Moet je  daar academisch voor gevormd zijn? Stelt bij voorbeeld het certificaat van een verwarmingsmonteur, gekwalificeerd voor de beveiliging tegen koolmonoxidevergiftiging niets voor? Is ambachtelijk vakmanschap - waaraan god betere het - schreeuwend behoefte is, niks waard? Gloeiender misverstand is niet denkbaar.

En dan de zwaarte van het werk. Eigenlijk zou ik de arbeidswet en aanverwante regels en bepalingen eens moeten uitvlooien. Er is nauwelijks meer arbeid aan te wijzen, waarvoor geen veiligheids- en gezondheid handhavende voorwaarden gelden. Een glazenwasser mag niet eens meer een ladder tegen een gevel zetten; de hoogwerker moet desnoods maar worden gehuurd. Het vak opperman, die stenen de steiger op sjouwde, is uitgestorven: de bouwlift doet het werk. Machines en robots nemen steeds meer uit handen.

Ernst Jurgens, bestuurder van de vereniging van bedrijfsartsen NVAB, moet zelf al nattigheid hebben gevoeld, toen hij zijn argument van versleten lijven aanvulde met 'de levensstijl' van de werknemers, die 's avonds voor de tv hangen, ongezond eten en niet naar de sportschool gaan.' Als het waar zou zijn wat hij over de zwaarte van het werk beweert, is het ook nog eens naar de sportschool gaan volstrekt overbodig. Integendeel: zak 's avonds maar eens lekker onderuit, je hebt het verdiend.

Het verhaal van Jurgens is trouwens niet nieuw. Een 'gezondheidseconoom' aan de Erasmus Universiteit beval vorig jaar al omscholing aan voor metselaars, timmerlieden, postsorteerders, bakkers en verplegers. Hoe zo? Moeten die 'hoger opgeleid' worden tot bij voorbeed ICT-er, om vervolgens last te krijgen van rug, schouders en andere rsi-verschijnselen? En wie gaat er dan metselen, timmeren en verplegen?