Op de flank van de Amsterdamse trams staat in groene
letters Deze tram rijdt op groene stroom. Ik keek eens naar de
bovenleiding. Geen groen te zien, zelfs geen groen vlammetje. Mijn buurman in
het wachthuisje aan ‘t Spui en ik keken elkaar eens aan: En gy geleuft da.
Er wordt ons weer eens wat op de mouw gespeld.
Daar zat trouwens een zwartrijder. Ikke. Onder het motief van ‘eigen schuld
dikke bult.’ Dat zit zo. Ter hoogte van het Museumplein deelt de elektronisch
vastgelegde stem mee dat we de halte Rijksmuseum naderen. Passagiers staan
massaal op en bewegen zich vast richting achteruitgang. Ik maak ook aanstalten,
de OV-chipkaart voor het uitchecken in de hand. Dan neemt de tram een scherpe
bocht veel te snel. De menselijke inhoud wordt naar één kant door elkaar
gehusseld en valt over mij heen. (Ik heb het later gecontroleerd en het kan echt
wel wat langzamer, zonder dit soort calamiteiten.) Als ik vervolgens wil
uitchecken, reageert het apparaat niet. Er is een hoekje van de kaart
afgebroken. In het kielzog van mijn partner raak ik natuurlijk toch wel
buiten.
Je bent in zo’n geval tijdens een lang weekeinde Amsterdam wel onthand, maar
zwartrijden is niet zó moeilijk. Er is wel permanente controle. In het midden
van de tram zit iemand in een glazen hokje die het inchecken – piep, piep –
in de gaten houdt, maar als het druk is en er veel mensen tegelijk
instappen kun je er met een schijngebaar makkelijk tussendoor glippen. Dat heb
ik dus nog ‘n paar keer gedaan. Voor straf! Straks nog maar eens op mijn
chipkaart-account kijken, wat het de eerste keer niet uitchecken voor financiële
gevolgen heeft. Hooguit de ritprijs tot het eindpunt (CS)?
De schade bestaat verder uit het tarief voor de vervanging van de kaart bij
de NS, zijnde 11 euro. Daarover ga ik maar niet zeiken bij het GVB. Mijn
zwartrij-wraak volstaat.
‘s Nachts had ik trouwens een pijnlijke heup. ‘t Was dus best een dreun daar
in die Amsterdamse tram.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten