woensdag 11 maart 2015

Dan maar zwartrijden

Op de flank van de Amsterdamse trams staat in groene letters Deze tram rijdt op groene stroom. Ik keek eens naar de bovenleiding. Geen groen te zien, zelfs geen groen vlammetje. Mijn buurman in het wachthuisje aan ‘t Spui en ik keken elkaar eens aan: En gy geleuft da. Er wordt ons weer eens wat op de mouw gespeld.

Daar zat trouwens een zwartrijder. Ikke. Onder het motief van ‘eigen schuld dikke bult.’ Dat zit zo. Ter hoogte van het Museumplein deelt de elektronisch vastgelegde stem mee dat we de halte Rijksmuseum naderen. Passagiers staan massaal op en bewegen zich vast richting achteruitgang. Ik maak ook aanstalten, de OV-chipkaart voor het uitchecken in de hand. Dan neemt de tram een scherpe bocht veel te snel. De menselijke inhoud wordt naar één kant door elkaar gehusseld en valt over mij heen. (Ik heb het later gecontroleerd en het kan echt wel wat langzamer, zonder dit soort calamiteiten.) Als ik vervolgens wil uitchecken, reageert het apparaat niet. Er is een hoekje van de kaart afgebroken. In het kielzog van mijn partner raak ik natuurlijk toch wel buiten.

Je bent in zo’n geval tijdens een lang weekeinde Amsterdam wel onthand, maar zwartrijden is niet zó moeilijk. Er is wel permanente controle. In het midden van de tram zit iemand in een glazen hokje die het inchecken – piep, piep – in de gaten houdt, maar als het druk is en er veel mensen tegelijk instappen kun je er met een schijngebaar makkelijk tussendoor glippen. Dat heb ik dus nog ‘n paar keer gedaan. Voor straf! Straks nog maar eens op mijn chipkaart-account kijken, wat het de eerste keer niet uitchecken voor financiële gevolgen heeft. Hooguit de ritprijs tot het eindpunt (CS)?
De schade bestaat verder uit het tarief voor de vervanging van de kaart bij de NS, zijnde 11 euro. Daarover ga ik maar niet zeiken bij het GVB. Mijn zwartrij-wraak volstaat.

‘s Nachts had ik trouwens een pijnlijke heup. ‘t Was dus best een dreun daar in die Amsterdamse tram.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten